woensdag 26 juli 2017

18. RIKKEPIK JANSSENS









RIKKEPIK JANSSENS

Originele script voor

6 afleveringen van een dramatische

Tv-serie

Geschreven door

Jules De Cort


























FADE-IN

INT.                  SLAAPKAMER         DAG

Een slaapkamer van vier bij vier. Ouderwets behang. In een hoek bij het venster een fauteuil. In de andere hoek een bed met de bedlegerige HENDRIK JANSSENS. Rik is als kind een van de laatste slachtoffers van rachitis, de Engelse ziekte, en is totaal misvormd. Al zijn gewrichten zijn krom en ook zijn kaakgewricht is aangetast zodat hij onverstaanbaar praat. Alleen zijn moeder verstaat hem.

RIK
(V.O.) Eenzaam en alleen heb ik vandaag
mijn 34ste verjaardag gevierd; vrienden,
buren en familie zijn die vergeten of
hebben komedie gespeeld. Het
kalenderblaadje heb ik afgescheurd,
het ligt bij mijn hand. Het cijfer
kan ik lezen, het mopje aan de
achterkant niet, dat komt moeder
straks voorlezen. Tekenen kan ik
goed. Mijn cahier is bijna vol
getekend en op mijn verjaardag
heb ik een locomotief getekend
met zes wielen aan elke kant, rook
uit de schoorsteen, een stoker en
een machinist. Uit mijn geheugen heb
ik dat gedaan, maar dat weten de
mensen niet. Moeder ziet altijd wat
ik getekend heb, zus wil er niet naar
kijken, ze wil met rust gelaten worden,
haar twee kinderen zien nooit van de
eerste keer wat mijn tekening voorstelt,
toch moet iedereen duidelijk zien dat
het een machine van de trein is. Ze
stellen vragen en ik heb het zo lastig
om te antwoorden, mijn kinnebak wringt
scheef en de pijn knaagt als ik mijn
stramme mond moet opendoen, dan
schreeuw ik en mijn goede arm gaat
woest op en neer. Het jongste kind,
het kleine meisje, is dan bang en huilt,
de jongen sliept mij uit. Moeder komt
dan tussen om mij te troosten en de
kinderen te berispen, maar als zus
thuis is, moeit die zich, zegt dat het
haar kinderen zijn en zo ontstaat er
dikwijls ruzie tussen moeder en zus.
Het is niet mijn schuld, ik wil geen
ruzie, maar mag ik dan nooit van mijn
leven geen tekening meer maken? Wat
blijft me dan? Gelukkig heb ik mijn
schattenkoffer, mijn kist van
triplex, met mijn spaarpot, het
houten doosje in de vorm van een
geldkoffer, met meer dan 20 stukken
van vijf frank, een wrede som, moeder
heeft mij leren tellen met kroonkurken.
De speelpop met het fijn gezichtje
laat ik aan niemand zien, dan
glimlachen de mensen zo meewarig, een
volwassen man die met een pop speelt.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                  SLAAPKAMER         DAG

Het venster staat open. Het is mooi weer, meiweer. Wat er te zien is van de tuin staat in bloei of krijgt blad. Verder weg klinken stemmen van vrouwen die een praatje maken.

RIK
(V.O.) Het is niet erg dat ik niet
versta wat ze zeggen. Het is genoeg
dat ik tussendoor de stem van moeder
kan herkennen als ze er boven uit
komt. We wonen in een straat met
weinig auto’s, waar veel kinderen
komen spelen, dat hoor ik aan de
stemmetjes. Als het nog warmer wordt,
legt moeder mij in mijn karretje en
mag ik naar buiten. Dan kan ik de
eerste tijd mijn ogen niet goed
openhouden van het scherpe zonlicht
en dan trekt moeder mijn pet diep
over mijn ogen. Ik maak de andere
kinderen bang, maar de kinderen van
zus komen naar mijn wagen en de
rest volgt schoorvoetend. Ze
zijn nieuwsgierig naar mijn
kist, die staat op een plank die
mijn lamme, kromme benen bedekt.
Dan wil ik iets zeggen, vragen
hoe ze heten, maar mijn kaken
zitten zo vast dat mijn woorden
er uitkomen als vertrapte blikjes,
hoe helder en gaaf ik ze ook
bedenk.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                  SLAAPKAMER         DAG


Achter het raam daalt de avond neer. De hemel takelt af naar oranje, een licht briesje wuift de geur van de meidoorn in de kamer.

RIK
(V.O.) Ik wacht op een middel van de
doktoren om weer te kunnen lopen, een
middel dat mijn benen weer recht en
sterk zal maken. Moeder spreekt mij
alle dagen moed in; op een keer komt
alles goed. In de gazetten leest ze
elke dag van nieuwe wondermedicamenten.
Ze genezen nu mensen van de tering, is
dat geen mirakel, de tering heeft nooit
anders betekend als de dood, waarom zou
ik niet kunnen genezen, ik heb een sterk
hart en goede longen.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                  SLAAPKAMER         DAG


Het licht is grijsblauw geworden. Er klinken nog maar enkele stemmen in de straat.

RIK
(V.O.) Het duurt lang voordat moeder
binnenkomt. Ik zou willen roepen, maar
ze hoort me toch niet. Als ze mij hoort
en ze ziet dan dat ik niets tekort kom,
kan ze wrevelig doen. Ze slaat me niet,
straft me nooit door mij iets af te
nemen, maar dan is ze kortaf en daar
kan ik niet tegen. Dan begin ik te
snikken en als mijn zus thuis is,
begint het leven. Ik zwijg dapper want
moeder zal nu toch elk ogenblik gaan
binnenkomen, ze mag geen kou opdoen in
de avondlucht. Ze zal mijn hoofdkussen
opschudden en mij omhoog trekken als
ik wat te diep in bed ben weggezakt.
Ze mag ook het mopje van de dag niet
vergeten, ik zal naar het blaadje
wijzen en als het kan een zacht
geluid maken.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.               ACHTERDEUR              AVOND

MOEDER VIKA
(is aan de achterdeur. Ze komt nog niet
naar binnen, ze zet een aantal voorwerpen
aan de kant, een emmer die niet op de
goede plaats staat, een borstel glipt uit
haar handen en valt met zijn steel op de
vloer, die moet het washok in)

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                  SLAAPKAMER              AVOND

RIK
(V.O.) Toe moeder, laat die borstel en
kom naar mij. Kom mij toedekken want
echt, ik krijg het een beetje koud. Ga
daar op die stoel zitten en zeg zo maar
wat. Ik zal meepraten want jij verstaat
mij, jij verstaat de woorden die
niemand wil verstaan, ze struikelen zo
verhakkeld over mijn tong. Wat heb ik
ooit misdaan dat ik hier zo lig, ik heb
zelfs niet de kracht om mezelf in bed
om te keren, om gemakkelijker te liggen,
om mijn rug, die kromme stam, wat
verlichting te gunnen. Zo tussen licht
en donker, als er nog een trein
voorbijrijdt en mensen naar ver weg
brengt, naar waar de zon altijd lacht;
als iemand een deuntje speelt op zijn
bugel omdat de dag zo schoon eindigt
in het avondrood en omdat zijn geliefde
op zijn schouder mee ligt te luisteren
een late vogel zingt, uitsluitend en
alleen voor mij, daar ben ik zeker van,
zo zeker van ...

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                 KEUKEN              AVOND

VIKA
(is binnen maar nog niet in de kamer van
Rik)

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                  SLAAPKAMER         DAG

RIK
(V.O.) Als moeder maar half wist hoeveel
plezier ze mij doet door binnen te komen,
ging ze nooit meer weg. Zelfs niet naar
de winkel. Of heel even weg en weer naar
de winkel in het dorp om voor mij een
zakje malse snoep te halen, iets dat
smelt in mijn mond, ik mag me niet
verslikken. Of een mooi zakdoekje. Mooie
zakdoekjes met een beeltenis van Mieke
Muis of Pinocchio, daar zou ik een stapel
van willen. Knip, het licht in de keuken
is aan, nu zal het zo heel lang niet meer
duren, dan is ze in mijn kamer en bekijkt
ze mij met een goedheid en een stralende
warmte die ik nooit teruggeven kan. Alleen
maar de gedachte dat ik zonder moeder zou
moeten leven, brengt mij totaal in de war,
dan verkrampen mijn armen en benen nog
veel meer en geraakt mijn maag van streek.
Moeder zal mij dat nooit aandoen. Daar
komt ze op zachte voeten de kamer in, het
gebeurt dat ik lig te slapen en dan wil ze
mij niet wekken, ze denkt dat ik dan
gelukkig ben, dat ik gelukkig ben als ik
droom. Dat heb ik haar nooit verteld, maar
zij leeft zo met mij mee dat zij het weet.
Zij weet het omdat zij mij zo goed kent en
zij kent mij zo goed omdat zij zo heel veel
van mij houdt.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.               WOONKAMER        AVOND

Het DOCHTERTJE en ZOONTJE van zus komen binnen, kletsen met de
deuren, tateren er op los.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                 SLAAPKAMER       AVOND

RIK
(V.O.)Ik zou liever willen dat dit zachte
moment, als moeder bij me zit, niet
wordt verstoord. Ik hoor de jongen
een kop uit de kast halen en koffie
inschenken. Het meisje pompt water
in een glas.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.               SLAAPKAMER        AVOND

Het MEISJE komt de kamer binnen. Zij heeft voor Rik een ruikertje wilde bloemen geplukt en die in een glas gezet. Mauve koekoeksbloemen en rozerode sleutelbloemen. Zij zet
het glas boven op zijn kist.


VIKA
Dat is lief van aan oom te denken, zie
hoe  blij hij is. Is het glas niet nat.
(neemt het glas en wrijft de onderkant met haar
voorschoot droog)


RIK
(V.O.) Het is waar dat blij ben, maar ik
mag niet lachen, ik moet mijn ontroering
beheersen, trek ik zulke afschuwelijke
smoelen dat het meisje wegloopt. Moeder
heeft mij daarvoor al gewaarschuwd en
het deed haar pijn mij die barre waarheid
te zeggen. Dat er lieve mensen zijn die
van mij gaan lopen, alleen omdat ik
tracht lief te zijn, brengt mij soms aan
het verslikken en hikken met alle ellende
die erop volgt. Ze zal mijn hoofdkussen
opschudden en mij omhoog trekken als ik
wat te diep in bed ben weggezakt. Ze mag
ook het mopje van de dag niet vergeten,
ik zal naar het blaadje wijzen en als het
kan een zacht geluid maken.


Als de kinderen uit de kamer zijn leest moeder het mopje van de dag luidop. Het is dat van de Chinees Niesen die zijn paspoort moet tonen. De ambtenaar vraagt zijn echte naam. Ha tsjoem zegt de Chinees. Dan loopt ze uit de kamer.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                  SLAAPKAMER         DAG

RIK
(V.O.) Ik kan mij van mijn leven niets
anders herinneren dan in bed te liggen
of half opgericht in een karretje te
zitten. De mensen denken dat ik arm
van geest ben, achterlijk. Dat doet
moeder verdriet. Mijn goeie beste,
zegt ze tegen mij, als jij naar school
had kunnen gaan, jij was het slimste
jongetje van de hele omtrek. En jij
was een mooi kind. Jij hebt kunnen
lopen tot je drie jaar was, weet je
dat niet meer? En jij kon goed klappen,
de woorden schoon vormen en zinnen
maken als een grote mens. Weet je dat
niet meer?

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.              TUIN                 DAG

Peuter van drie stapt aan de hand van zijn moeder op het tuinpad, plukt een bloem en vraagt de naam van de bloem.
Vergeet-mij-nietje zegt de moeder.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                  SLAAPKAMER         DAG

RIK
(V.O.) Misschien weet ik er nog heel
vaag iets van, misschien weet ik het
nog omdat moeder het mij al zo
dikwijls heeft verteld. Die
zomermorgenden die ik buiten mocht
spelen, niet te ver van de deur
zodat moeder mij in ‘t oog kon
houden, dat ik niet in de beek zou
vallen. Soms geloof ik dat het voor
iedereen beter ware geweest als ik
verdronken was. Moeder zou een tijd
verdriet hebben gehad, de mensen
zouden het spijtig hebben gevonden
maar het zou nu al lang voorbij
zijn, op het kerkhof zou al lang
iemand anders na mij op mijn
plaats begraven liggen. Moeder
zou soms nog in stil gepeins aan mij
denken, zoals ze nu doet als ze over
mijn kinderjaren vertelt, alsof zij
het heeft over een ander kind dat zij
toen verloren heeft. Dikwijls vertelt
ze van mijn twee broertjes, ons Moriske
en ons Jorske, die de Spaanse griep is
komen weghalen, lang geleden, ze zouden
nu grote mensen zijn als zus, zelf met
kinderen. Ze treurt nog af en toe om
haar verloren kinderen, maar mij heeft
ze niet in leven kunnen houden.

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.               TUIN             DAG

MOEDER met twee JONGETJES van zeven, acht jaar. Ze spelen met een bal en kraaien van de pret. ad lib

FADE-OUT

FADE-IN

INT.               SLAAPKAMER         DAG

RIK
(V.O.) Leef ik nog wel? Die vreselijke
Engelse ziekte heeft mij van haar
weggerukt. Rikske is Rikkepik
geworden. Spelen, lachen en handjes
geven, waren er niet meer bij. Een
geluk, zeggen de mensen - ik hoor
dat en ik begrijp het niet - een
geluk dat hij het zo jong gekregen
heeft, dan beseft hij zijn ongeluk
niet. Wat weten zij? Ik hoor ze
klagen over hun zorgen, over hun
onoverkomelijke moeilijkheden, zelfs
iemand gehoord die in mijn plaats
zou willen zijn, dan was hij uit
alle zorgen met zijn vrouw, geld,
depressies. Menen ze dat nu, hoe
kunnen mensen die zich vrij mogen
bewegen, zo levensmoe worden? Hoe
kan zo iemand kapot gaan van
verdriet en innerlijke
verscheurdheid? Dat begrijp ik
niet.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.             WOONKAMER              DAG

PEUTER van drie krijgt de eerste symptomen van Rachitis.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                  SLAAPKAMER         DAG

RIK
(V.O.) Ik weet nog hoe mijn zuster
zonder man is gevallen. De jongen
was nog geen negen jaar, het meisje
een jaar jonger, toen hij vertrokken
is. Hij was niet iemand met een laf
en vals karakter, doorslecht om zijn
kinderen zo in de steek te laten.
Neen, hij was radeloos omdat hij
geen werk vond om zijn vrouw en
kinderen te geven wat hen toekwam.
Hij is in de maand april van 1940
vertrokken om op zee te varen, als
kok, terwijl moeder en zus al wisten
dat Duitse onderzeeërs hier en daar
een Belgisch schip tot zinken hadden
gebracht, maar toch vertrok hij. De
kinderen begrepen nog niet goed wat
er omging, mijn zus huilde toen
iemand van het Rode Kruis was komen
zeggen dat haar man vermist was op
zee.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                   WOONKAMER              DAG

Een HEER overhandigt een document aan de ZUS van Rik. Ze
leest de brief en breekt in snikken uit. Ook haar KINDEREN huilen luid mee.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                  SLAAPKAMER         DAG

RIK
(V.O.) Ik heb ook plezierige
herinneringen. Op het doopfeest van
het jongetje, zo lang geleden, zijn
er veel mensen thuis geweest. Ze zaten
aan de fles en het werd een vrolijke
boel. Om de beurt kwamen ze in mijn
kamer en gaven mij briefjes van 20
tot zelfs 50 frank. Dat geld heeft
moeder op mijn spaarboekje gezet, zegt
ze, ik had het liever in mijn
spaarkoffertje gehouden om er mee na
te tellen, nu heb ik het gevoel dat ik
het niet meer heb. Het is in goede
handen, zegt moeder maar het was bij
mij ook in goede handen.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.              KEUKEN              DAG

MOEDER
(moeder telt de banknoten en steekt ze in
haar portemonnee) (V.O.) Dat geld komt
van pas, hij kan er toch niets mee
doen.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.              SLAAPKAMER               DAG

RIK
(V.O.) Een zekere periode is er een
onderwijzer thuis gekomen om mij te
leren lezen, met mijn kromme vingers
zou ik nooit kunnen schrijven. De
schoolmeester deed heel hard zijn best
en hij deed het gratis, hij wilde er
niets voor en de gemeente kwam niet
tussen. Een jaar heeft hij het
volgehouden, maar ik nam niets aan,
ik kon die letters niet onderscheiden
er zijn er zo veel. Cijfers van een tot
nul, dat was duidelijk en tellen had
ik al van moeder geleerd. Lezen was
zo lastig dat ik op het laatste
brieste van woede als ik de jongen
zag komen. Hij zag in dat langer
aandringen hopeloos was, ik sloeg
en klauwde naar hem, dat heeft
hem diep bedroefd en gekwetst, zei
moeder later, toen hij niet meer
kwam.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                 KEUKEN               DAG

De ONDERWIJZER, een nog jonge man, komt binnen. Zegt goeden dag tegen VIKA. Uit de kamer van Rik klinken woeste kreten en gehuil van RIK. De onderwijzer bekijkt Vika, haalt zijn schouders op en zegt dat hij maar beter weggaat. Spijtig voor de jongen.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                   KAMER            DAG

RIK
(V.O.) Wat is er nog meer te vertellen?
Een aardbeving, de oorlog, de
jaargetijden, de grote zomerwarmte, de
onweren, alles meegemaakt van achter
mijn venster. Er is een jaar geweest
dat een merel elke avond op een
twijgje voor mijn venster voor mij
is komen zingen. Alle merels fluiten
maar deze zong, zijn lied herkende
ik altijd. Ik heb het nog in mijn
hoofd zitten maar kan het niet
nazingen. In de meidoorn vlakbij
het venster had hij zijn nest
gemaakt, maar de jongen roofde
de eieren en mijn zwart vriendje
met zijn oranje snavel heeft hem
dat nooit vergeven en is nooit
meer komen zingen, een nest bouwen
of eieren leggen.

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.                MEIDOORNSTRUIK           DAG

In de meidoorn staat een merelnest. De merel zit op het nest als plots het hoofd van de JONGEN verschijnt ter hoogte van het nest. De merel ritst verschrikt weg en de jongen steelt de eieren.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                  KAMER                  DAG

RIK
(V.O.) Sneeuw heb ik veel gezien, vroeger
sneeuwde het elke winter. Verse sneeuw
is mooi, maar na een dag is hij al van
de bomen gebrokkeld en nog een dag later
is hij vuil. Eens heeft moeder mij in
mijn wagentje buiten geduwd in de sneeuw,
met een dikke sjaal om mijn hals en een
deken dubbel gevouwen over mijn lamme
benen. De kinderen van de straat hadden
een grote sneeuwpop gemaakt. Ik mocht de
Koude man aanraken en voor mij was hij
een levende persoon. Ik was dan nog jong
en geloofde in veel dat niet waar kon
zijn.

FADE-OUT

FADE-IN
EXT.                    BESNEEUWDE TUIN            DAG

VIKA duwt RIK in zijn houten karretje een eindje het besneeuwde pad op tot bij de sneeuwpop. Rik raakt de sneeuwpop aan en trekt zijn hand terug.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                 KAMER                     DAG

RIK
(V.O.) Moeder vertrouwde op velerlei
heiligen die mij weer gezond, recht
en soepel zouden maken als ze dat echt
wilden. We zijn op bedevaart geweest
naar Strombeek. Mijn moeder duwde het
karretje, afgelost door mijn zuster en
haar man. Bidden heb ik nooit geleerd
maar moeder en zus hadden hun
paternoster meegebracht. Ze lieten de
kralen door hun vingers glijden
terwijl hun lippen bewogen.
Schoonbroer liep met zijn handen in
zijn zakken, hij geloofde niet in de
genade die mij had kunnen genezen,
misschien heeft dat de goede God
vergramd en hem ervan weerhouden een
mirakel te doen. Hetzelfde deed zich
voor te Scherpenheuvel. Daar was veel
meer volk en daar toonden de mensen
veel meevoelen, maar een bordje met
mijn naam met dank voor mijn
wonderbaarlijke genezing hangt er niet
in de basiliek. Om hun barmhartigheid
te tonen of uit dankbaarheid en in het
besef dat zij er beter aan toe waren
dan ik, gooiden mensen geld op mijn
schoot, wat voor mijn schoonbroer
neerkwam op een belediging, maar het
geld gaf hij gelukkig niet terug.
Lourdes is er nooit van gekomen,
moeder had het geld niet voor de reis,
toch was ze er heilig van overtuigd
dat Bernadette een goed woord zou
hebben gedaan bij de oppermachtige
hierboven.

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.              SCHERPENHEUVEL        DAG

RIK in zijn karretje, VIKA, ZUS en SCHOONBROER lopen mee in de stoet bedevaarders rond de basiliek. VOORBIJGANGERS gooien geld in het karretje.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                  SLAAPKAMER           DAG

RIK
(V.O.) Swa de buurman heeft mij veel
gelukkige uren bezorgd, de gelukkigste
na moeder. Swa bezat een dik pak
mannekensbladen met tekenverhalen. Hij
kon hele uren voorlezen en vertellen
en op de plaatjes wijzen van Stormer
Gordon, Robbedoes, de Baard en de Kale,
de Kapitein en de Rakkers, tot hij
trouwde en elders ging wonen. Toen
heb ik gehuild, gehuild, moeder
begreep mijn verdriet, kocht
weekbladen waaruit ze probeerde voor
te lezen, ze kon het niet als Swa,
zus wilde het niet doen en kort daarna
schafte ze het weekblad af, ze wilde
niet meer dat nog langer geld werd
opgedaan aan die kinderazie.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                  SLAAPKAMER             DAG
VIKA zit naast het bed van RIK met een tijdschrift in haar handen en leest voor. Maar dat is erg stuntelig, ze geraakt
niet uit haar woorden als ze een plaatje wil beschrijven.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.              SLAAPKAMER                 DAG

RIK
(V.O.) Ik heb in mijn bestaan meer
vreugde gekend dan de meeste mensen
die mij kennen zouden vermoeden.
Iedereen die mij ziet, voelt zich
verplicht mij te beklagen, ze
kunnen hun bekommernis moeilijk
verbergen. Ik geloof dat de
meerderheid mijn leed nog sterker
aanvoelt dan ikzelf het doe, maar
ze hebben de onbedwingbare neiging
om van mij weg te vluchten, ik zie
het hen aan, zij verdragen het niet
mijn toestand recht in het gezicht
te kijken, ze vrezen dat mijn
ziekte besmettelijk is en dat ze
die ellende op hun kinderen zouden
kunnen overdragen. Hun vrees is
een uitvlucht, in die ogenblikken
ben ik de meest eenzame mens ter
wereld. Waarom blijven ze niet een
paar minuten langer bij me,
vertellen gewoon waar zij hun
vreugde halen, wat hen kwelt of
wat ze hebben beleefd. Het doet
goed dat moeder heel lang mijn
hand vasthoudt en streelt en zegt
dat de mensen geen tijd hebben, ze
hebben altijd wat te doen.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                   SLAAPKAMER              DAG

VIKA zit naast het bed van RIK en houdt zijn hand vast.

VIKA
Het enige wat wij die mensen kunnen
wensen is dat hen of hun kinderen
niet overkomt wat ons is overkomen.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.               SLAAPKAMER              DAG

RIK
(V.O.) Ik heb vandaag mijn 42ste
verjaardag gevierd, een onopvallende
verjaardag. Mijn 50ste verjaardag,
dat zal wat worden. Dan krijg ik een
taart met veel kaarsjes en komt de
vrederechter heel speciaal voor mij.
De vrederechter komt elk jaar om
vast te stellen of mijn verzorging
wel goed genoeg is. Dat is noch min
noch meer moeder affronteren, maar
naar het schijnt, zegt hij, worden
veel kinderen in mijn toestand
verwaarloosd door ouders die hun
kind liever kwijt willen. Hier is
dat zeker niet het geval en ik kan
mij niet inbeelden dat het waar dan
ook anders zou zijn. Als ze mij
wegsteken in een instelling, ga ik
dood. Toch komt zus mij de laatste
tijd bedreigen, ze laat mij weghalen
als ik zo stout blijf. Ik misdoe
niets, ik heb alleen veel meer
rugpijn dan vroeger en moeder is
niet meer zo kwiek. Hoe gaat dat
aflopen als zij zo oud is ze niet
meer uit haar stoel of uit haar bed kan.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.               SLAAPKAMER              DAG

MIT zuster van Rik staat op te spelen tegen Rik. VIKA komt uit haar zetel en troost Rik.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                  SLAAPKAMER      DAG

RIK
(V.O.) De kinderen zijn op korte tijd
veel te groot geworden, lief zijn ze
niet meer. De jongen is 18, het meisje
16. Zij gaan naar de cinema en uit
dansen en lopen met andere meisjes en
jongens. De jongen laat verstaan dat
hij op zondagavond liefst alleen
thuis is, het meisje is met
vriendinnen op stap, zus is veel op
de boemel met een nieuwe vriend en
moeder moet een onderkomen zoeken
bij buren of kennissen om thuis de
divan voor de jongen en zijn lief
vrij te houden. Een oude weduwe is
niet overal welkom en vaak zit er
voor haar niets anders op dan in
een café in een hoekje te gaan
zitten, uit ieders weg, het is
vreselijk dat zij die
onrechtvaardige straf moet doorstaan.
Ze vertelt mij daarna dat ze zich
goed heeft geamuseerd maar ik weet
dat het niet waar is, ze wil liever
bij me zijn. En intussen heeft de
jongen de handen vrij om iets te doen
met zijn meisje, ik hoor de geluiden.
Hun spel van jeugd en liefde maakt
mij wee, hen deert het niet, zij
liggen er niet bij stil dat God voor
mij wreed en ongenadig is geweest.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                   CAFE              AVOND

Vika zit in een hoekje achter een glas limonade knikt af en toe naar iemand die ze kent. Niemand komt met haar een beetje praten.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.               SLAAPKAMER      DAG

VIKA heeft RIK op haar schoot terwijl zijn zuster MIT het beddengoed verschoont.

RIK
(V.O.) Moeder heeft geen kracht meer,
zij moet gaan zitten met mij op haar
schoot, anders stuikt ze voorover.
Zus wil mij niet in pakken, zij is
geen verpleegster, zegt ze, dan moet
er maar iemand komen helpen of moet
ik weg. Ik probeer mij zo licht
mogelijk te maken, ik wil bij moeder
blijven. In mijn karretje zetten ze
mij niet meer, ik geloof dat het
niet meer bestaat, de kachel mee
aangestoken. Mijn bed is mijn wereld.
Naast ons is een nieuw huis gebouwd,
door het venster zie ik alleen nog
een blinde muur, de meidoorn stond
in de weg en is omgehakt. De lucht,
de wolken, de regen, de mist, de
sneeuw zie ik alleen nog in mijn
herinneringen. Met ouder worden is
mijn hals zo stram geworden dat ik
mijn hoofd nog amper naar het
venster kan draaien. Ik zie alleen
nog het plafond, zelfs moeder moet
zich over mij buigen wil ik haar
gelaat nog kunnen zien.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                 SLAAPKAMER          DAG

RIK
(V.O.) Mijn kist met schatten staat op
een stoel naast mijn bed, buiten mijn
bereik. Ik weet wat er in zit en soms
mag het meisje de deur van mijn kist
opendoen en opnoemen wat zij vastpakt
en keurt. Maar de laatste tijd doet
ze dat niet meer. Zij is te groot
geworden om met prullen te spelen.
Mijn schatten zijn geen prullen,
moeder heeft het gisteren nog gezegd.
Moeder is bij de dokter geweest en
moet pillen nemen voor iets in het
Latijn in haar darmen. Erg is het
niet, zij mag haar pillen niet
overslaan en moet regelmatig de
dokter laten komen die ook mij in
de rapte visiteert.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                    SLAAPKAMER            DAG

RIK
en verglijden in eindeloos
wachten op iets dat mij ooit zo
zal verblijden, zo gelukkig maken
dat lopen en praten bijzaak
worden. Wat het is weet ik niet,
maar ik verlang er al zo naar.
Een keer gebeurt er iets in mijn
leven dat alle verdriet en pijn
zal verjagen. Ik moet daar
blijven in geloven, hoe kan ik het
anders uithouden in bed, met
uitzicht op het plafond en de
weerschijn van het licht. Wat zit
er toch leven in het licht als
men het geluk heeft het van de
morgen tot de avond te bekijken,
alle dagen van het jaar. Elke
minuut verandert mijn plafond van
kleur, het waterblauw en roze van
de ochtend, de gele klaarte van de
middag, de witte gloed in de zomer,
de oranjezweem van de zonsondergang,
het paars van het onweergeweld. Kon
ik nog mijn kleurpotloden omklemmen
om van in bed al die mooie kleuren
 vast te leggen.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                  SLAAPKAMER           DAG

VIKA staat naast het bed om RIK de soep op te lepelen.

RIK
Soep en af en toe een mals gebakje
zijn mijn dieet, andere spijzen kan
ik niet meer kauwen, die blijven in
mijn keel steken. Mijn spijsvertering
is lui geworden en dat veroorzaakt
buikpijn. Mijn buik zwelt soms op en
wordt hard als gebakken klei, dan
volgen de purgeermiddelen en de
klisteerspuit. Zuster is daar geweldig
tegen, dan stinkt het hele huis, zegt
ze, maar als de vroedvrouw het niet
komt doen, barsten mijn darmen.

FADE-OUT

FADE-IN

Een kamerscherm voor het bed van Rik. De VROEDVROUW vult een
klisteerspuit en gaat er mee achter het kamerscherm. RIK hult van de pijn. Zus MIT komt boos e kamerdeur toe trekken.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.              SLEEPKAMER          DAG

RIK
(V.O.) De jongen en het meisje zijn
getrouwd en het huis uit. Komen ze
op bezoek en werpen ze een blik in
mijn kamer, dan zeggen ze dat ik
slaap, om er vanaf te zijn. Niemand
houdt er rekening mee dat mijn
gehoor heel scherp is. Al wat ze
zeggen of fluisteren versta ik,
aan hun zuchten hoor ik hoe ze
gezind zijn. Brengen ze hun
echtgenoten of vreemden mee dan
zeggen ze dat ik niet meer om aan
te zien ben, ik maak de mensen
bang. Het meisje zei eens dat ik
geen monster ben, bij een monster
zou ze in huis niet durven komen.
Toen lachten ze. Het is waar, ik
word niet meer alle dagen geschoren,
een keer per week moet genoeg zijn.
Wassen komt de vroedvrouw doen, een
keer per dag, maar dat is niet
genoeg. Moeder probeert mij schoon
te maken als ik in bed gedaan heb.
Voor mij bestaat geen bedpan, of
het zou er een moeten zijn ter
grootte van mijn lichaam, die moet
nog gemaakt  worden. De
vroedvrouw doet mij pijn, overal
waar ze mij aanraakt, ik zie aan
haar gezicht dat het haar niet
aanstaat als ik kerm en steun.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                  SLAAPKAMER        DAG

Door een windstoot is het roet van de schoorsteen door de kachel geblazen, en op mijn bed, mijn gezicht en in heel de kamer neergekomen. Ik zie eruit. Zus wil geen hand uitsteken en moeder moet met haar zieke leden mijn bed, de vloer en de lage kast schoonmaken.

RIK
(V.O.) Het plafond weet er ook van, de
kleuren zijn niet meer zo helder.
Vroeg of laat moet daar een laag
witte verf op, daar zet ik nu al
geruime tijd mijn gedachten op
vast.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                SLAAPKAMER          DAG

RIK
(V.O.) Als ik ooit weer kan lopen zijn
mijn eerste stappen in de richting van
een vrouw. Het is mij nooit gezegd,
maar ik weet waar een vrouw voor dient.
Daarna ga ik een instrument leren
bespelen bij de harmonie die ik een
keer zien spelen heb, dat ben ik niet
vergeten. Ik vroeg om een instrument
en was slecht gezind omdat ik er geen
kreeg. Moeder heeft enkele spijkers in
een plankje geslagen en daar garen om
gespannen. Door met een vinger te
tokkelen kreeg ik er echt klanken uit,
verschillende tonen. Mijn zuster heeft
het plankje beetgepakt en in de kachel
gegooid, het getokkel werkte op haar
zenuwen.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                SLAAPKAMER                 DAG

Deksel van een sigarenkistje met een tiental schoennageltje waar garendraden tussen gespannen zijn. Een kromme vinger tokkelt op die snaren.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                SLAAPKAMER              DAG

INT.
(V.O.) Als ik zou kunnen lopen, zou ik
altijd en overal tevreden zijn, blij
zijn met weinig, met wat ik heb, altijd
gereed staan om andere mensen te helpen,
dit beloof en zweer ik, maar geen god
die mij verhoort. Ik vraag niet het
onmogelijke, benen heb ik, maar zij
deugen niet. Ik vraag niet dat nieuwe
benen uit mijn romp groeien, maak mijn
benen recht, dat is alles. Ik zou
wandelen in de richting van de
klimmende maan met spelende kinderen
om mij heen, in een weide, niemand
zou een woord spreken. Voor mij is
wandelen het grootste geluk dat
iemand kan overkomen, hoe dikwijls
heb ik dat niet gezegd.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.             SLAAPKAMER           DAG          

RIK
(V.O.) Zou een dokter of een profeet
mij voor de keuze stellen, dat ik
iets zou moeten opgeven in ruil voor
goede benen, dan zou dat muziek
spelen zijn. Is dat niet genoeg
dan liet ik tekenen varen. Zonder
vrouw zou kunnen ook zonder kinderen.
Het licht van mijn ogen zou ik
kunnen doven, ik zou het lieve
gelaat van moeder nog kunnen
betasten. De profeet zou kunnen
vragen of ik moeder wil afgeven.
Haar leven heeft ze voor mij
geofferd, haar vrijheid, geluk met
een tweede man, vader is al 42 jaar
dood, ik heb hem niet gekend. Zou
het teveel gevraagd zijn om haar
dood te ruilen voor het gebruik
van mijn benen? Een antwoord heb
ik niet. Maar ik zou doodgraag,
een jaar, vier seizoenen, kunnen
lopen. Zou moeder dat zo erg
vinden?

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.               WEIDE             DAG

RIK loopt rechtop in een groene weide, plukt bloemen en draagt die naar het graf van zijn moeder.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.              SLAAPKAMER          DAG

RIK
(V.O.) Ik ben 47 jaar geworden,
alweer in alle stilte. Ik heb er
liggen aan denken dat een mens
gelukkig is alleen als hij weet
dat hij zijn benen kan gebruiken,
zonder ze daarom te gebruiken. Op
een stoel aan tafel zitten zonder
buiten te komen, alleen maar naar
buiten kijken en weten dat je op
eigen benen overal naartoe kunt
lopen, dat is de opperste vreugde
die iemand kan beleven. Moeder is de
laatste tijd erg achteruit gegaan,
daardoor is het dat alle gedachten
verdrongen zijn door die ene: lopen.
Als moeder sterft moet ik in bed
omkomen van honger en vervuiling.
Voor mijn moeder is het teveel om
van de ene kamer naar de andere te
sloffen. Zij blijft op mijn kamer,
in de gemakkelijke zetel. Zij slaapt
veel en ik hoor haar zwaar ademen en
soms kreunen. Wakker heb ik haar
nooit horen klagen, maar in haar
slaap is de pijn haar te machtig.
Als ze met haar gezicht boven mij
komt, zie ik een doodshoofd, zij
is zo mager en zo geel. Alleen de
dood zal haar kunnen dwingen mij
op te geven, als zij in haar graf
ligt, ontslagen van alle plichten.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.               SLAAPKAMER                 DAG

Een HEER komt in de kamer. VIKA zit in haar zetel.

VIKA
Dit is meneer Goethals van de
Openbare Onderstand. Hij komt
zien wat hij voor ons kan doen.

HEER
Zeg maar Victor. Ik zie dat alles in
orde is, dat Rik zijn verzorging
krijgt. Gaat het nog, Vika.

VIKA
Jazeker, ik ben zo jong niet meer maar
voor Rik zal ik blijven zorgen. Hij is
mijn kind.

VICTOR
Ik ga met Mit een babbel doen. (verlaat
de kamer)

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                    WOONVERTREK          DAG

MIT zit aan de tafel. VICTOR gaat tegenover haar zitten.

VICTOR
Als het niet meer gaat Marie, kunnen ze in
Zilverschoon goed voor je broer zorgen.

MIT
Moeder zal Rik niet willen afgeven. Niemand
kan hem  zo oppassen als zij.

VICTOR
Kan ze het nog wel.

MIT
Is er iets met je oog, omdat je er zo
met je zakdoek aan wrijft.

VICTOR
Een vliegje ingevlogen.

MIT
In huis zitten geen vliegen en geen
vliegjes. En ik kan moeder niet
helpen, Rik zou dat niet willen.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                  SLAAPKAMR             DAG

RIK
(V.O.) Ik heb grote problemen met mijn
ontlasting. Ik heb mij zoveel mogelijk
ingehouden om moeder te sparen maar
dat is verkeerd gelopen, het gaat niet
meer en van pijn bijt ik mijn
zakdoeken stuk en mijn onderlip is
een grote wonde die niet wil genezen.
Soms is het alsof ik ondergedompeld
lig in een kuip die langs alle kanten
onder grote druk staat, ik wordt
samengeperst tot een bal
onuitstaanbare, brandende pijn. Het
plafond staat in rode gloed. Dan keert
de druk zich om, mijn buik zwelt en
vult de hele kamer. Het plafond is
groen als jong loof. In de weinige
momenten zonder pijn, weet ik het
zeker: ik zal nooit kunnen lopen,
de dood zal eerder zijn. Dat heb ik
niet verdiend.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                    SLAAPKAMER             DAG

RIK
(V.O.) De dokter komt nu elke dag, voor
moeder en voor mij. Zus is braver
geworden en helpt ons zoveel ze kan,
haar nieuwe zachtheid doet mij goed,
ze heeft veel verdriet, om moeder en
om mij, geloof ik toch, bang dat ze
ons zal verliezen, wat moet ze dan
doen, aan haar vriend Octaaf heeft
ze niet veel. Het is altijd stil in
huis. Hebben we bezoek van de
kinderen dan blijven ze stil, zij
weten dat wij door de koorts geen
lawaai kunnen verdragen. Ik hoor
moeder fluisteren dat zij gelooft
dat het niet lang meer duurt. Het
meisje is bij ons in de kamer geweest,
zij heeft mijn naam gezegd en
gevraagd hoe het met mij gaat.
Enkele dagen later kwam de jongen,
ook op zijn gelaat stond de angst
van jonge mensen voor een mens in
doodsnood te lezen. Zij zijn als de
dood dat we zouden sterven in hun
bijzijn, ze gaan op de loop als wij
hen het hardst nodig hebben.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.             SLAAPKAMER           DAG

De DOKTER komt in de slaapkamer, helpt VIKA recht en steunt haar naar buiten.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.             SLAAPKAMER          DAG

De DOKTER komt weer binnen met VIKA. Helpt haar in haar zetel.
Gaat naar RIK, maakt een injectie gereed en geeft Rik een spuitje. Dokter gaat tot bij Vika en neemt haar pols. Vika fluistert een paar woorden tot de dokter.


RIK
(V.O.) Ik voel de naalden niet meer,
hij steekt rechtstreeks in het
woekergewas in mijn buik. Mijn gehoor
is nog scherp. Ik hoor moeder
fluisteren dat het veel beter zou
zijn dat ik als eerste ging, het
troost haar dat ik recht naar de
hemel zal klimmen, ik heb nooit
iemand kwaad gedaan en op aarde
mijn vagevuur al gehad. Van die
verhalen ken ik het fijne niet, dat
is mij nooit uitgelegd.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                  WOONKAMER              DAG

MIT EN OCTAAF zitten in de woonkamer aan tafel. DOKTER komt binnen.

DOKTER
Moeder kan zo niet in haar zetel bij Rik
blijven waken, zij moet in bed tot zij
beter is.

OCTAAF
Wat moet er dan gebeuren, Vika zal niet
anders willen, die krijg je niet weg van
het bed van Rik.

MIT
Bemoei je niet met ons huishouden, Octaaf.
Als ik moe beloof dikwijls naar Rik te
gaan zien zal ze wel toegeven.

DOKTER
Dat zou het beste zijn, Vika kan elk ogenblik
uit haar stoel stuiken.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                SLAAPKAMER                  DAG

RIK
(V.O.) Ik ben zo helder bij mijn hoofd
als nooit voorheen. Ik begrijp dat
mijn leven 47 jaar te lang heeft
geduurd, dat ik nooit voor iemand
van enig nut ben geweest, ik heb
nooit iemand aan het lachen gebracht,
nooit iemand een aalmoes gegeven,
nooit heeft iemand ernaar verlangd
om na een gezellige avond nog een
praatje met mij te maken. Ik was er
om moeder tot last te zijn en het
leven van zus, haar twee kinderen
en Octaaf te vergallen.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.             SLAAPKAMER              DAG
RIK
(V.O.) Als men goed meeluistert hoort
men in de verte een fijn belletje.
Het belletje komt naderbij, tot aan
ons huis. Het gerinkel valt stil, de
voordeur gaat open, de stemmen zijn
zo zacht dat ik er niets van versta.
In de kamer van moeder hoor ik het
gemompel van mensen die bidden,
ingehouden snikken van mensen door
smart overweldigd. Dan komen ze weer
uit de kamer en een mannenstem
vraagt: is het hier? Een zware stap
tot bij mijn bed en iemand die zich
over mij buigt. Ik ben de pastoor,
zegt hij, ik kom van bij je moeder.
Zij is nu in de hemel bij Onze Lieve
Heer.

Voor mij telt nog enkel zo spoedig
mogelijk bij moeder te zijn, het
heeft geen zin nog langer in dit
bed te liggen en in leven te blijven.
Alle warmte is uit mijn bestaan.
Meneer pastoor, heb jij ook voor
mij een reiskaartje meegebracht in
de gouden beker die je zo voorzichtig
voor je uit draagt? Je had het bij
je voor moeder, breng mij ook de
verlossing.

Dat ik niet kan gaan, dat mijn vingers
en armen krom zijn, het is niets
vergeleken bij wat ik nu moet
doorbijten. Mijn buik gaat springen,
hij wordt met gloeiende tangen
uiteengetrokken. Doe dan toch wat,
doe dan iemand in godsnaam wat!

Moeder komt, mijn pleegmoedertje heeft
mij gehoord. Ze is weer als vroeger,
met de stille glimlach, zij is niet
naar de hemel, de pastoor heeft
gelogen. Zij zit hier naast mij en
wrijft zacht over mijn buik en
verjaagt de pijn. Ook nu weer. Mijn
buik is niet meer hard en opgezwollen.
Ik kan mijn hoofd naar haar draaien
en zij doet teken dat ik moet opstaan.

Ik wist wel dat ik ooit opnieuw zou
kunnen lopen. Ik volg moeder naar
buiten in de tuin. De hemel is blauw.
De eerste kersenboom staat wit in de
bloem alsof er een vracht sneeuw op
ligt. De tweede boom buigt door onder
een vracht paarsrode, rijpe kersen. Er
staat een dubbele ladder bij de boom
en lege emmers. Wij beginnen te plukken
want moeder moet vandaag nog 47 potten
kriekenjam maken, die zo lekker is dat
ieder er zijn wijsvinger in steekt tot
aan zijn duim om te likken en te proeven.
FADE-OUT




Geen opmerkingen:

Een reactie posten