RIKKEPIK JANSSENS
Originele
script voor
6
afleveringen van een dramatische
Tv-serie
Geschreven
door
Jules De Cort
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
Een slaapkamer van vier bij vier. Ouderwets
behang. In een hoek bij het venster een fauteuil. In de andere hoek een bed met
de bedlegerige HENDRIK JANSSENS. Rik is als kind een van de laatste
slachtoffers van rachitis, de Engelse ziekte, en is totaal misvormd. Al zijn
gewrichten zijn krom en ook zijn kaakgewricht is aangetast zodat hij
onverstaanbaar praat. Alleen zijn moeder verstaat hem.
RIK
(V.O.) Eenzaam en alleen
heb ik vandaag
mijn 34ste verjaardag gevierd;
vrienden,
buren en familie zijn die
vergeten of
hebben komedie gespeeld. Het
kalenderblaadje heb ik
afgescheurd,
het ligt bij mijn hand. Het
cijfer
kan ik lezen, het mopje aan
de
achterkant niet, dat komt
moeder
straks voorlezen. Tekenen
kan ik
goed. Mijn cahier is bijna
vol
getekend en op mijn
verjaardag
heb ik een locomotief
getekend
met zes wielen aan elke
kant, rook
uit de schoorsteen, een
stoker en
een machinist. Uit mijn
geheugen heb
ik dat gedaan, maar dat
weten de
mensen niet. Moeder ziet
altijd wat
ik getekend heb, zus wil er
niet naar
kijken, ze wil met rust
gelaten worden,
haar twee kinderen zien
nooit van de
eerste keer wat mijn tekening
voorstelt,
toch moet iedereen duidelijk
zien dat
het een machine van de trein
is. Ze
stellen vragen en ik heb het
zo lastig
om te antwoorden, mijn kinnebak
wringt
scheef en de pijn knaagt als
ik mijn
stramme mond moet opendoen,
dan
schreeuw ik en mijn goede
arm gaat
woest op en neer. Het
jongste kind,
het kleine meisje, is dan
bang en huilt,
de jongen sliept mij uit.
Moeder komt
dan tussen om mij te
troosten en de
kinderen te berispen, maar
als zus
thuis is, moeit die zich,
zegt dat het
haar kinderen zijn en zo ontstaat
er
dikwijls ruzie tussen moeder
en zus.
Het is niet mijn schuld, ik
wil geen
ruzie, maar mag ik dan nooit
van mijn
leven geen tekening meer maken?
Wat
blijft me dan? Gelukkig heb
ik mijn
schattenkoffer, mijn kist
van
triplex, met mijn spaarpot,
het
houten doosje in de vorm van
een
geldkoffer, met meer dan 20
stukken
van vijf frank, een wrede
som, moeder
heeft mij leren tellen met
kroonkurken.
De speelpop met het fijn
gezichtje
laat ik aan niemand zien,
dan
glimlachen de mensen zo
meewarig, een
volwassen man die met een
pop speelt.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
Het venster staat open. Het is mooi weer,
meiweer. Wat er te zien is van de tuin staat in bloei of krijgt blad. Verder
weg klinken stemmen van vrouwen die een praatje maken.
RIK
(V.O.) Het is niet erg dat
ik niet
versta wat ze zeggen. Het is
genoeg
dat ik tussendoor de stem van
moeder
kan herkennen als ze er
boven uit
komt. We wonen in een straat
met
weinig auto’s, waar veel
kinderen
komen spelen, dat hoor ik
aan de
stemmetjes. Als het nog
warmer wordt,
legt moeder mij in mijn
karretje en
mag ik naar buiten. Dan kan
ik de
eerste tijd mijn ogen niet
goed
openhouden van het scherpe zonlicht
en dan trekt moeder mijn pet
diep
over mijn ogen. Ik maak de
andere
kinderen bang, maar de
kinderen van
zus komen naar mijn wagen en
de
rest volgt schoorvoetend. Ze
zijn nieuwsgierig naar mijn
kist, die staat op een plank
die
mijn lamme, kromme benen
bedekt.
Dan wil ik iets zeggen,
vragen
hoe ze heten, maar mijn
kaken
zitten zo vast dat mijn
woorden
er uitkomen als vertrapte
blikjes,
hoe helder en gaaf ik ze ook
bedenk.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
Achter het raam daalt de avond neer. De hemel
takelt af naar oranje, een licht briesje wuift de geur van de meidoorn in de
kamer.
RIK
(V.O.) Ik wacht op een middel van
de
doktoren om weer te kunnen
lopen, een
middel dat mijn benen weer
recht en
sterk zal maken. Moeder
spreekt mij
alle dagen moed in; op een
keer komt
alles goed. In de gazetten
leest ze
elke dag van nieuwe
wondermedicamenten.
Ze genezen nu mensen van de
tering, is
dat geen mirakel, de tering
heeft nooit
anders betekend als de dood,
waarom zou
ik niet kunnen genezen, ik
heb een sterk
hart en goede longen.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
Het licht is grijsblauw geworden. Er klinken
nog maar enkele stemmen in de straat.
RIK
(V.O.) Het duurt lang
voordat moeder
binnenkomt. Ik zou willen roepen,
maar
ze hoort me toch niet. Als
ze mij hoort
en ze ziet dan dat ik niets
tekort kom,
kan ze wrevelig doen. Ze
slaat me niet,
straft me nooit door mij
iets af te
nemen, maar dan is ze kortaf
en daar
kan ik niet tegen. Dan begin
ik te
snikken en als mijn zus
thuis is,
begint het leven. Ik zwijg
dapper want
moeder zal nu toch elk
ogenblik gaan
binnenkomen, ze mag geen kou
opdoen in
de avondlucht. Ze zal mijn
hoofdkussen
opschudden en mij omhoog
trekken als
ik wat te diep in bed ben
weggezakt.
Ze mag ook het mopje van de
dag niet
vergeten, ik zal naar het
blaadje
wijzen en als het kan een
zacht
geluid maken.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. ACHTERDEUR AVOND
MOEDER VIKA
(is aan de
achterdeur. Ze komt nog niet
naar binnen, ze zet
een aantal voorwerpen
aan de kant, een
emmer die niet op de
goede plaats staat,
een borstel glipt uit
haar handen en valt
met zijn steel op de
vloer, die moet het
washok in)
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER AVOND
RIK
(V.O.) Toe moeder, laat die
borstel en
kom naar mij. Kom mij
toedekken want
echt, ik krijg het een
beetje koud. Ga
daar op die stoel zitten en
zeg zo maar
wat. Ik zal meepraten want
jij verstaat
mij, jij verstaat de woorden
die
niemand wil verstaan, ze
struikelen zo
verhakkeld over mijn tong.
Wat heb ik
ooit misdaan dat ik hier zo
lig, ik heb
zelfs niet de kracht om
mezelf in bed
om te keren, om gemakkelijker
te liggen,
om mijn rug, die kromme
stam, wat
verlichting te gunnen. Zo tussen
licht
en donker, als er nog een trein
voorbijrijdt en mensen naar
ver weg
brengt, naar waar de zon altijd
lacht;
als iemand een deuntje
speelt op zijn
bugel omdat de dag zo schoon
eindigt
in het avondrood en omdat
zijn geliefde
op zijn schouder mee ligt te
luisteren
een late vogel zingt,
uitsluitend en
alleen voor mij, daar ben ik
zeker van,
zo zeker van ...
FADE-OUT
FADE-IN
INT. KEUKEN AVOND
VIKA
(is binnen maar nog
niet in de kamer van
Rik)
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
RIK
(V.O.) Als moeder maar half wist
hoeveel
plezier ze mij doet door
binnen te komen,
ging ze nooit meer weg.
Zelfs niet naar
de winkel. Of heel even weg
en weer naar
de winkel in het dorp om
voor mij een
zakje malse snoep te halen, iets
dat
smelt in mijn mond, ik mag
me niet
verslikken. Of een mooi
zakdoekje. Mooie
zakdoekjes met een beeltenis
van Mieke
Muis of Pinocchio, daar zou
ik een stapel
van willen. Knip, het licht
in de keuken
is aan, nu zal het zo heel
lang niet meer
duren, dan is ze in mijn
kamer en bekijkt
ze mij met een goedheid en
een stralende
warmte die ik nooit
teruggeven kan. Alleen
maar de gedachte dat ik
zonder moeder zou
moeten leven, brengt mij
totaal in de war,
dan verkrampen mijn armen en
benen
nog
veel meer en geraakt mijn
maag van streek.
Moeder zal mij dat nooit aandoen.
Daar
komt ze op zachte voeten de
kamer in, het
gebeurt dat ik lig te slapen
en dan wil ze
mij niet wekken, ze denkt
dat ik dan
gelukkig ben, dat ik
gelukkig ben als ik
droom. Dat heb ik haar nooit
verteld, maar
zij leeft zo met mij mee dat
zij het weet.
Zij weet het omdat zij mij
zo goed kent en
zij kent mij zo goed omdat
zij zo heel veel
van mij houdt.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. WOONKAMER AVOND
Het DOCHTERTJE en ZOONTJE van zus komen
binnen, kletsen met de
deuren, tateren er op los.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER AVOND
RIK
(V.O.)Ik zou liever willen dat dit
zachte
moment, als moeder bij me
zit, niet
wordt verstoord. Ik hoor de
jongen
een kop uit de kast halen en
koffie
inschenken. Het meisje pompt
water
in een glas.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER AVOND
Het MEISJE komt de kamer binnen. Zij heeft
voor Rik een ruikertje wilde bloemen geplukt en die in een glas gezet. Mauve
koekoeksbloemen en rozerode sleutelbloemen. Zij zet
het glas boven op zijn kist.
VIKA
Dat is lief van aan oom te
denken, zie
hoe blij hij is. Is het glas niet nat.
(neemt het glas en
wrijft de onderkant met haar
voorschoot droog)
RIK
(V.O.) Het is waar dat blij ben,
maar ik
mag niet lachen, ik moet
mijn ontroering
beheersen, trek ik zulke afschuwelijke
smoelen dat het meisje wegloopt.
Moeder
heeft mij daarvoor al
gewaarschuwd en
het deed haar pijn mij die
barre waarheid
te zeggen. Dat er lieve
mensen zijn die
van mij gaan lopen, alleen
omdat ik
tracht lief te zijn, brengt
mij soms aan
het verslikken en hikken met
alle ellende
die erop volgt. Ze zal mijn
hoofdkussen
opschudden en mij omhoog
trekken als ik
wat te diep in bed ben weggezakt.
Ze mag
ook het mopje van de dag
niet vergeten,
ik zal naar het blaadje
wijzen en als het
kan een zacht geluid maken.
Als de kinderen uit de kamer zijn leest
moeder het mopje van de dag luidop. Het is dat van de Chinees Niesen die zijn
paspoort moet tonen. De ambtenaar vraagt zijn echte naam. Ha tsjoem zegt de Chinees.
Dan loopt ze uit de kamer.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
RIK
(V.O.) Ik kan mij van mijn leven
niets
anders herinneren dan in bed
te liggen
of half opgericht in een
karretje te
zitten. De mensen denken dat
ik arm
van geest ben, achterlijk.
Dat doet
moeder verdriet. Mijn goeie
beste,
zegt ze tegen mij, als jij
naar school
had kunnen gaan, jij was het
slimste
jongetje van de hele omtrek.
En jij
was een mooi kind. Jij hebt
kunnen
lopen tot je drie jaar was,
weet je
dat niet meer? En jij kon
goed klappen,
de woorden schoon vormen en
zinnen
maken als een grote mens.
Weet je dat
niet meer?
FADE-OUT
FADE-IN
EXT. TUIN DAG
Peuter van drie stapt aan de hand van zijn
moeder op het tuinpad, plukt een bloem en vraagt de naam van de bloem.
Vergeet-mij-nietje zegt de moeder.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
RIK
(V.O.) Misschien weet ik er nog
heel
vaag iets van, misschien
weet ik het
nog omdat moeder het mij al
zo
dikwijls heeft verteld. Die
zomermorgenden die ik buiten
mocht
spelen, niet te ver van de
deur
zodat moeder mij in ‘t oog
kon
houden, dat ik niet in de
beek zou
vallen. Soms geloof ik dat
het voor
iedereen beter ware geweest
als ik
verdronken was. Moeder zou
een tijd
verdriet hebben gehad, de
mensen
zouden het spijtig hebben gevonden
maar het zou nu al lang
voorbij
zijn, op het kerkhof zou al lang
iemand anders na mij op mijn
plaats begraven liggen.
Moeder
zou soms nog in stil gepeins
aan mij
denken, zoals ze nu doet als
ze over
mijn kinderjaren vertelt,
alsof zij
het heeft over een ander
kind dat zij
toen verloren heeft.
Dikwijls vertelt
ze van mijn twee broertjes, ons
Moriske
en ons Jorske, die de
Spaanse griep is
komen weghalen, lang
geleden, ze zouden
nu grote mensen zijn als
zus, zelf met
kinderen. Ze treurt nog af
en toe om
haar verloren kinderen, maar
mij heeft
ze niet in leven kunnen houden.
FADE-OUT
FADE-IN
EXT. TUIN DAG
MOEDER met twee JONGETJES van zeven, acht
jaar. Ze spelen met een bal en kraaien van de pret. ad lib
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
RIK
(V.O.) Leef ik nog wel? Die
vreselijke
Engelse ziekte heeft mij van
haar
weggerukt. Rikske is
Rikkepik
geworden. Spelen, lachen en
handjes
geven, waren er niet meer
bij. Een
geluk, zeggen de mensen - ik
hoor
dat en ik begrijp het niet -
een
geluk dat hij het zo jong
gekregen
heeft, dan beseft hij zijn ongeluk
niet. Wat weten zij? Ik hoor
ze
klagen over hun zorgen, over
hun
onoverkomelijke
moeilijkheden, zelfs
iemand gehoord die in mijn
plaats
zou willen zijn, dan was hij
uit
alle zorgen met zijn vrouw,
geld,
depressies. Menen ze dat nu,
hoe
kunnen mensen die zich vrij
mogen
bewegen, zo levensmoe
worden? Hoe
kan zo iemand kapot gaan van
verdriet en innerlijke
verscheurdheid? Dat begrijp
ik
niet.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. WOONKAMER DAG
PEUTER van drie krijgt de eerste symptomen
van Rachitis.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
RIK
(V.O.) Ik weet nog hoe mijn
zuster
zonder man is gevallen. De
jongen
was nog geen negen jaar, het
meisje
een jaar jonger, toen hij
vertrokken
is. Hij was niet iemand met
een laf
en vals karakter, doorslecht
om zijn
kinderen zo in de steek te
laten.
Neen, hij was radeloos omdat
hij
geen werk vond om zijn vrouw
en
kinderen te geven wat hen
toekwam.
Hij is in de maand april van
1940
vertrokken om op zee te
varen, als
kok, terwijl moeder en zus
al wisten
dat Duitse onderzeeërs hier
en daar
een Belgisch schip tot
zinken hadden
gebracht, maar toch vertrok
hij. De
kinderen begrepen nog niet
goed wat
er omging, mijn zus huilde
toen
iemand van het Rode Kruis was
komen
zeggen dat haar man vermist was
op
zee.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. WOONKAMER DAG
Een HEER overhandigt een document aan de ZUS
van Rik. Ze
leest de brief en breekt in snikken uit. Ook
haar KINDEREN huilen luid mee.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
RIK
(V.O.) Ik heb ook plezierige
herinneringen. Op het
doopfeest van
het jongetje, zo lang geleden,
zijn
er veel mensen thuis
geweest. Ze zaten
aan de fles en het werd een
vrolijke
boel. Om de beurt kwamen ze
in mijn
kamer en gaven mij briefjes
van 20
tot zelfs 50 frank. Dat geld
heeft
moeder op mijn spaarboekje
gezet, zegt
ze, ik had het liever in
mijn
spaarkoffertje gehouden om
er mee na
te tellen, nu heb ik het
gevoel dat ik
het niet meer heb. Het is in
goede
handen, zegt moeder maar het
was bij
mij ook in goede handen.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. KEUKEN DAG
MOEDER
(moeder telt de
banknoten en steekt ze in
haar portemonnee)
(V.O.) Dat
geld komt
van pas, hij kan er toch niets
mee
doen.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
RIK
(V.O.) Een zekere periode is er
een
onderwijzer thuis gekomen om
mij te
leren lezen, met mijn kromme
vingers
zou ik nooit kunnen schrijven.
De
schoolmeester deed heel hard
zijn best
en hij deed het gratis, hij
wilde er
niets voor en de gemeente
kwam niet
tussen. Een jaar heeft hij
het
volgehouden, maar ik nam
niets aan,
ik kon die letters niet onderscheiden
er zijn er zo veel. Cijfers
van een tot
nul, dat was duidelijk en tellen
had
ik al van moeder geleerd. Lezen
was
zo lastig dat ik op het
laatste
brieste van woede als ik de
jongen
zag komen. Hij zag in dat langer
aandringen hopeloos was, ik
sloeg
en klauwde naar hem, dat
heeft
hem diep bedroefd en
gekwetst, zei
moeder later, toen hij niet
meer
kwam.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. KEUKEN DAG
De ONDERWIJZER, een nog jonge man, komt
binnen. Zegt goeden dag tegen VIKA. Uit de kamer van Rik klinken woeste kreten
en gehuil van RIK. De onderwijzer bekijkt Vika, haalt zijn schouders op en zegt
dat hij maar beter weggaat. Spijtig voor de jongen.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. KAMER DAG
RIK
(V.O.) Wat is er nog meer
te vertellen?
Een aardbeving, de oorlog,
de
jaargetijden, de grote
zomerwarmte, de
onweren, alles meegemaakt
van achter
mijn venster. Er is een jaar
geweest
dat een merel elke avond op
een
twijgje voor mijn venster
voor mij
is komen zingen. Alle merels
fluiten
maar deze zong, zijn lied herkende
ik altijd. Ik heb het nog in
mijn
hoofd zitten maar kan het
niet
nazingen. In de meidoorn
vlakbij
het venster had hij zijn
nest
gemaakt, maar de jongen
roofde
de eieren en mijn zwart
vriendje
met zijn oranje snavel heeft
hem
dat nooit vergeven en is
nooit
meer komen zingen, een nest
bouwen
of eieren leggen.
FADE-OUT
FADE-IN
EXT. MEIDOORNSTRUIK DAG
In de meidoorn staat een merelnest. De merel
zit op het nest als plots het hoofd van de JONGEN verschijnt ter hoogte van het
nest. De merel ritst verschrikt weg en de jongen steelt de eieren.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. KAMER DAG
RIK
(V.O.) Sneeuw heb ik veel gezien,
vroeger
sneeuwde het elke winter.
Verse sneeuw
is mooi, maar na een dag is
hij al van
de bomen gebrokkeld en nog
een dag later
is hij vuil. Eens heeft
moeder mij in
mijn wagentje buiten geduwd
in de sneeuw,
met een dikke sjaal om mijn
hals en een
deken dubbel gevouwen over
mijn lamme
benen. De kinderen van de
straat hadden
een grote sneeuwpop gemaakt.
Ik mocht de
Koude man aanraken en voor
mij was hij
een levende persoon. Ik was
dan nog jong
en geloofde in veel dat niet
waar kon
zijn.
FADE-OUT
FADE-IN
EXT. BESNEEUWDE TUIN DAG
VIKA duwt RIK in zijn houten karretje een eindje
het besneeuwde pad op tot bij de sneeuwpop. Rik raakt de sneeuwpop aan en trekt
zijn hand terug.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. KAMER DAG
RIK
(V.O.) Moeder vertrouwde op
velerlei
heiligen die mij weer
gezond, recht
en soepel zouden maken als
ze dat echt
wilden. We zijn op bedevaart
geweest
naar Strombeek. Mijn moeder
duwde het
karretje, afgelost door mijn
zuster en
haar man. Bidden heb ik
nooit geleerd
maar moeder en zus hadden
hun
paternoster meegebracht. Ze
lieten de
kralen door hun vingers
glijden
terwijl hun lippen bewogen.
Schoonbroer liep met zijn
handen in
zijn zakken, hij geloofde
niet in de
genade die mij had kunnen
genezen,
misschien heeft dat de goede
God
vergramd en hem ervan
weerhouden een
mirakel te doen. Hetzelfde
deed zich
voor te Scherpenheuvel. Daar
was veel
meer volk en daar toonden de
mensen
veel meevoelen, maar een
bordje met
mijn naam met dank voor mijn
wonderbaarlijke genezing
hangt er niet
in de basiliek. Om hun
barmhartigheid
te tonen of uit dankbaarheid
en in het
besef dat zij er beter aan
toe waren
dan ik, gooiden mensen geld
op mijn
schoot, wat voor mijn
schoonbroer
neerkwam op een belediging,
maar het
geld gaf hij gelukkig niet
terug.
Lourdes is er nooit van
gekomen,
moeder had het geld niet
voor de reis,
toch was ze er heilig van
overtuigd
dat Bernadette een goed
woord zou
hebben gedaan bij de oppermachtige
hierboven.
FADE-OUT
FADE-IN
EXT. SCHERPENHEUVEL DAG
RIK in zijn karretje, VIKA, ZUS en
SCHOONBROER lopen mee in de stoet bedevaarders rond de basiliek. VOORBIJGANGERS
gooien geld in het karretje.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
RIK
(V.O.) Swa de buurman heeft mij
veel
gelukkige uren bezorgd, de
gelukkigste
na moeder. Swa bezat een dik
pak
mannekensbladen met tekenverhalen.
Hij
kon hele uren voorlezen en
vertellen
en op de plaatjes wijzen van
Stormer
Gordon, Robbedoes, de Baard
en de Kale,
de Kapitein en de Rakkers,
tot hij
trouwde en elders ging wonen.
Toen
heb ik gehuild, gehuild,
moeder
begreep mijn verdriet, kocht
weekbladen waaruit ze
probeerde voor
te lezen, ze kon het niet
als Swa,
zus wilde het niet doen en
kort daarna
schafte ze het weekblad af,
ze wilde
niet meer dat nog langer
geld werd
opgedaan aan die kinderazie.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
VIKA zit naast het bed van RIK met een
tijdschrift in haar handen en leest voor. Maar dat is erg stuntelig, ze geraakt
niet uit haar woorden als ze een plaatje wil
beschrijven.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
RIK
(V.O.) Ik heb in mijn
bestaan meer
vreugde gekend dan de meeste
mensen
die mij kennen zouden
vermoeden.
Iedereen die mij ziet, voelt
zich
verplicht mij te beklagen,
ze
kunnen hun bekommernis
moeilijk
verbergen. Ik geloof dat de
meerderheid mijn leed nog
sterker
aanvoelt dan ikzelf het doe,
maar
ze hebben de onbedwingbare
neiging
om van mij weg te vluchten,
ik zie
het hen aan, zij verdragen
het niet
mijn toestand recht in het
gezicht
te kijken, ze vrezen dat
mijn
ziekte besmettelijk is en
dat ze
die ellende op hun kinderen
zouden
kunnen overdragen. Hun vrees
is
een uitvlucht, in die
ogenblikken
ben ik de meest eenzame mens
ter
wereld. Waarom blijven ze
niet een
paar minuten langer bij me,
vertellen gewoon waar zij
hun
vreugde halen, wat hen kwelt
of
wat ze hebben beleefd. Het
doet
goed dat moeder heel lang
mijn
hand vasthoudt en streelt en
zegt
dat de mensen geen tijd
hebben, ze
hebben altijd wat te doen.
FADE-OUT
FADE-IN
INT.
SLAAPKAMER DAG
VIKA zit naast het bed van RIK en houdt zijn
hand vast.
VIKA
Het enige wat wij die mensen
kunnen
wensen is dat hen of hun
kinderen
niet overkomt wat ons is
overkomen.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
RIK
(V.O.) Ik heb vandaag mijn 42ste
verjaardag gevierd, een
onopvallende
verjaardag. Mijn 50ste
verjaardag,
dat zal wat worden. Dan
krijg ik een
taart met veel kaarsjes en
komt de
vrederechter heel speciaal
voor mij.
De vrederechter komt elk
jaar om
vast te stellen of mijn
verzorging
wel goed genoeg is. Dat is
noch min
noch meer moeder affronteren,
maar
naar het schijnt, zegt hij,
worden
veel kinderen in mijn
toestand
verwaarloosd door ouders die
hun
kind liever kwijt willen. Hier
is
dat zeker niet het geval en
ik kan
mij niet inbeelden dat het
waar dan
ook anders zou zijn. Als ze
mij
wegsteken in een instelling,
ga ik
dood. Toch komt zus mij de
laatste
tijd bedreigen, ze laat mij
weghalen
als ik zo stout blijf. Ik
misdoe
niets, ik heb alleen veel
meer
rugpijn dan vroeger en
moeder is
niet meer zo kwiek. Hoe gaat
dat
aflopen als zij zo oud is ze
niet
meer uit haar stoel of uit
haar bed kan.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
MIT zuster
van Rik staat op te spelen tegen Rik. VIKA komt uit haar zetel en troost Rik.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
RIK
(V.O.) De kinderen zijn op korte
tijd
veel te groot geworden, lief
zijn ze
niet meer. De jongen is 18,
het meisje
16. Zij gaan naar de cinema
en uit
dansen en lopen met andere
meisjes en
jongens. De jongen laat
verstaan dat
hij op zondagavond liefst
alleen
thuis is, het meisje is met
vriendinnen op stap, zus is
veel op
de boemel met een nieuwe
vriend en
moeder moet een onderkomen
zoeken
bij buren of kennissen om
thuis de
divan voor de jongen en zijn
lief
vrij te houden. Een oude
weduwe is
niet overal welkom en vaak
zit er
voor haar niets anders op
dan in
een café in een hoekje te
gaan
zitten, uit ieders weg, het
is
vreselijk dat zij die
onrechtvaardige straf moet doorstaan.
Ze vertelt mij daarna dat ze
zich
goed heeft geamuseerd maar
ik weet
dat het niet waar is, ze wil
liever
bij me zijn. En intussen
heeft de
jongen de handen vrij om
iets te doen
met zijn meisje, ik hoor de
geluiden.
Hun spel van jeugd en liefde
maakt
mij wee, hen deert het niet,
zij
liggen er niet bij stil dat
God voor
mij wreed en ongenadig is geweest.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. CAFE AVOND
Vika
zit in een hoekje achter een glas limonade knikt af en toe naar iemand die ze
kent. Niemand komt met haar een beetje praten.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
VIKA heeft RIK op haar schoot terwijl zijn
zuster MIT het beddengoed verschoont.
RIK
(V.O.) Moeder heeft geen
kracht meer,
zij moet gaan zitten met mij
op haar
schoot, anders stuikt ze
voorover.
Zus wil mij niet in pakken,
zij is
geen verpleegster, zegt ze,
dan moet
er maar iemand komen helpen
of moet
ik weg. Ik probeer mij zo
licht
mogelijk te maken, ik wil
bij moeder
blijven. In mijn karretje zetten
ze
mij niet meer, ik geloof dat
het
niet meer bestaat, de kachel
mee
aangestoken. Mijn bed is
mijn wereld.
Naast ons is een nieuw huis gebouwd,
door het venster zie ik
alleen nog
een blinde muur, de meidoorn
stond
in de weg en is omgehakt. De
lucht,
de wolken, de regen, de
mist, de
sneeuw zie ik alleen nog in
mijn
herinneringen. Met ouder
worden is
mijn hals zo stram geworden
dat ik
mijn hoofd nog amper naar
het
venster kan draaien. Ik zie
alleen
nog het plafond, zelfs
moeder moet
zich over mij buigen wil ik
haar
gelaat nog kunnen zien.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
RIK
(V.O.) Mijn kist met
schatten staat op
een stoel naast mijn bed,
buiten mijn
bereik. Ik weet wat er in
zit en soms
mag het meisje de deur van
mijn kist
opendoen en opnoemen wat zij
vastpakt
en keurt. Maar de laatste
tijd doet
ze dat niet meer. Zij is te
groot
geworden om met prullen te
spelen.
Mijn schatten zijn geen
prullen,
moeder heeft het gisteren
nog gezegd.
Moeder is bij de dokter
geweest en
moet pillen nemen voor iets
in het
Latijn in haar darmen. Erg
is het
niet, zij mag haar pillen
niet
overslaan en moet regelmatig
de
dokter laten komen die ook
mij in
de rapte visiteert.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
RIK
en verglijden in eindeloos
wachten op iets dat mij ooit
zo
zal verblijden, zo gelukkig
maken
dat lopen en praten bijzaak
worden. Wat het is weet ik
niet,
maar ik verlang er al zo
naar.
Een keer gebeurt er iets in
mijn
leven dat alle verdriet en
pijn
zal verjagen. Ik moet daar
blijven in geloven, hoe kan
ik het
anders uithouden in bed, met
uitzicht op het plafond en
de
weerschijn van het licht.
Wat zit
er toch leven in het licht
als
men het geluk heeft het van
de
morgen tot de avond te
bekijken,
alle dagen van het jaar.
Elke
minuut verandert mijn plafond
van
kleur, het waterblauw en
roze van
de ochtend, de gele klaarte
van de
middag, de witte gloed in de
zomer,
de oranjezweem van de zonsondergang,
het paars van het
onweergeweld. Kon
ik nog mijn kleurpotloden
omklemmen
om van in bed al die mooie
kleuren
vast te leggen.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
VIKA staat naast het bed om RIK de soep op te
lepelen.
RIK
Soep en af en toe een mals
gebakje
zijn mijn dieet, andere
spijzen kan
ik niet meer kauwen, die
blijven in
mijn keel steken. Mijn
spijsvertering
is lui geworden en dat
veroorzaakt
buikpijn. Mijn buik zwelt
soms op en
wordt hard als gebakken klei,
dan
volgen de purgeermiddelen en
de
klisteerspuit. Zuster is
daar geweldig
tegen, dan stinkt het hele
huis, zegt
ze, maar als de vroedvrouw
het niet
komt doen, barsten mijn
darmen.
FADE-OUT
FADE-IN
Een kamerscherm voor het bed van Rik. De
VROEDVROUW vult een
klisteerspuit en gaat er mee achter het
kamerscherm. RIK hult van de pijn. Zus MIT komt boos e kamerdeur toe trekken.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLEEPKAMER DAG
RIK
(V.O.) De jongen en het
meisje zijn
getrouwd en het huis uit.
Komen ze
op bezoek en werpen ze een
blik in
mijn kamer, dan zeggen ze
dat ik
slaap, om er vanaf te zijn.
Niemand
houdt er rekening mee dat
mijn
gehoor heel scherp is. Al
wat ze
zeggen of fluisteren versta
ik,
aan hun zuchten hoor ik hoe
ze
gezind zijn. Brengen ze hun
echtgenoten of vreemden mee
dan
zeggen ze dat ik niet meer
om aan
te zien ben, ik maak de
mensen
bang. Het meisje zei eens
dat ik
geen monster ben, bij een
monster
zou ze in huis niet durven
komen.
Toen lachten ze. Het is
waar, ik
word niet meer alle dagen
geschoren,
een keer per week moet genoeg
zijn.
Wassen komt de vroedvrouw
doen, een
keer per dag, maar dat is
niet
genoeg. Moeder probeert mij
schoon
te maken als ik in bed
gedaan heb.
Voor mij bestaat geen
bedpan, of
het zou er een moeten zijn
ter
grootte van mijn lichaam,
die moet
nog gemaakt worden. De
vroedvrouw doet mij pijn,
overal
waar ze mij aanraakt, ik zie
aan
haar gezicht dat het haar
niet
aanstaat als ik kerm en
steun.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
Door een windstoot is het roet van de
schoorsteen door de kachel geblazen, en op mijn bed, mijn gezicht en in heel de
kamer neergekomen. Ik zie eruit. Zus wil geen hand uitsteken en moeder moet met
haar zieke leden mijn bed, de vloer en de lage kast schoonmaken.
RIK
(V.O.) Het plafond weet er ook van,
de
kleuren zijn niet meer zo
helder.
Vroeg of laat moet daar een
laag
witte verf op, daar zet ik
nu al
geruime tijd mijn gedachten
op
vast.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
RIK
(V.O.) Als ik ooit weer kan
lopen zijn
mijn eerste stappen in de
richting van
een vrouw. Het is mij nooit
gezegd,
maar ik weet waar een vrouw
voor dient.
Daarna ga ik een instrument
leren
bespelen bij de harmonie die
ik een
keer zien spelen heb, dat
ben ik niet
vergeten. Ik vroeg om een
instrument
en was slecht gezind omdat
ik er geen
kreeg. Moeder heeft enkele
spijkers in
een plankje geslagen en daar
garen om
gespannen. Door met een
vinger te
tokkelen kreeg ik er echt
klanken uit,
verschillende tonen. Mijn
zuster heeft
het plankje beetgepakt en in
de kachel
gegooid, het getokkel werkte
op haar
zenuwen.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
Deksel van een sigarenkistje met een tiental
schoennageltje waar garendraden tussen gespannen zijn. Een kromme vinger
tokkelt op die snaren.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
INT.
(V.O.) Als ik zou kunnen lopen, zou
ik
altijd en overal tevreden
zijn, blij
zijn met weinig, met wat ik
heb, altijd
gereed staan om andere
mensen te helpen,
dit beloof en zweer ik, maar
geen god
die mij verhoort. Ik vraag
niet het
onmogelijke, benen heb ik,
maar zij
deugen niet. Ik vraag niet
dat nieuwe
benen uit mijn romp groeien,
maak mijn
benen recht, dat is alles.
Ik zou
wandelen in de richting van
de
klimmende maan met spelende
kinderen
om mij heen, in een weide,
niemand
zou een woord spreken. Voor
mij is
wandelen het grootste geluk
dat
iemand kan overkomen, hoe
dikwijls
heb ik dat niet gezegd.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
RIK
(V.O.) Zou een dokter of een
profeet
mij voor de keuze stellen,
dat ik
iets zou moeten opgeven in
ruil voor
goede benen, dan zou dat
muziek
spelen zijn. Is dat niet
genoeg
dan liet ik tekenen varen.
Zonder
vrouw zou kunnen ook zonder kinderen.
Het licht van mijn ogen zou
ik
kunnen doven, ik zou het
lieve
gelaat van moeder nog kunnen
betasten. De profeet zou
kunnen
vragen of ik moeder wil
afgeven.
Haar leven heeft ze voor mij
geofferd, haar vrijheid, geluk
met
een tweede man, vader is al
42 jaar
dood, ik heb hem niet
gekend. Zou
het teveel gevraagd zijn om
haar
dood te ruilen voor het
gebruik
van mijn benen? Een antwoord
heb
ik niet. Maar ik zou
doodgraag,
een jaar, vier seizoenen,
kunnen
lopen. Zou moeder dat zo erg
vinden?
FADE-OUT
FADE-IN
EXT. WEIDE DAG
RIK loopt rechtop in een groene weide, plukt
bloemen en draagt die naar het graf van zijn moeder.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
RIK
(V.O.) Ik ben 47 jaar
geworden,
alweer in alle stilte. Ik
heb er
liggen aan denken dat een
mens
gelukkig is alleen als hij
weet
dat hij zijn benen kan
gebruiken,
zonder ze daarom te
gebruiken. Op
een stoel aan tafel zitten
zonder
buiten te komen, alleen maar
naar
buiten kijken en weten dat
je op
eigen benen overal naartoe
kunt
lopen, dat is de opperste
vreugde
die iemand kan beleven.
Moeder is de
laatste tijd erg achteruit
gegaan,
daardoor is het dat alle gedachten
verdrongen zijn door die
ene: lopen.
Als moeder sterft moet ik in
bed
omkomen van honger en
vervuiling.
Voor mijn moeder is het
teveel om
van de ene kamer naar de
andere te
sloffen. Zij blijft op mijn
kamer,
in de gemakkelijke zetel.
Zij slaapt
veel en ik hoor haar zwaar
ademen en
soms kreunen. Wakker heb ik
haar
nooit horen klagen, maar in
haar
slaap is de pijn haar te
machtig.
Als ze met haar gezicht
boven mij
komt, zie ik een doodshoofd,
zij
is zo mager en zo geel.
Alleen de
dood zal haar kunnen dwingen
mij
op te geven, als zij in haar
graf
ligt, ontslagen van alle
plichten.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
Een HEER komt in de kamer. VIKA zit in haar
zetel.
VIKA
Dit is meneer Goethals van
de
Openbare Onderstand. Hij
komt
zien wat hij voor ons kan
doen.
HEER
Zeg maar Victor. Ik zie dat
alles in
orde is, dat Rik zijn
verzorging
krijgt. Gaat het nog, Vika.
VIKA
Jazeker, ik ben zo jong niet
meer maar
voor Rik zal ik blijven
zorgen. Hij is
mijn kind.
VICTOR
Ik ga met Mit een babbel
doen. (verlaat
de kamer)
FADE-OUT
FADE-IN
INT. WOONVERTREK DAG
MIT zit aan de tafel. VICTOR gaat tegenover
haar zitten.
VICTOR
Als het niet meer gaat Marie,
kunnen ze in
Zilverschoon goed voor je
broer zorgen.
MIT
Moeder zal Rik niet willen
afgeven. Niemand
kan hem zo oppassen als zij.
VICTOR
Kan ze het nog wel.
MIT
Is er iets met je oog, omdat
je er zo
met je zakdoek aan wrijft.
VICTOR
Een vliegje ingevlogen.
MIT
In huis zitten geen vliegen
en geen
vliegjes. En ik kan moeder
niet
helpen, Rik zou dat niet
willen.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMR DAG
RIK
(V.O.) Ik heb grote
problemen met mijn
ontlasting. Ik heb mij
zoveel mogelijk
ingehouden om moeder te
sparen maar
dat is verkeerd gelopen, het
gaat niet
meer en van pijn bijt ik
mijn
zakdoeken stuk en mijn
onderlip is
een grote wonde die niet wil
genezen.
Soms is het alsof ik ondergedompeld
lig in een kuip die langs
alle kanten
onder grote druk staat, ik
wordt
samengeperst tot een bal
onuitstaanbare, brandende
pijn. Het
plafond staat in rode gloed.
Dan keert
de druk zich om, mijn buik
zwelt en
vult de hele kamer. Het
plafond is
groen als jong loof. In de
weinige
momenten zonder pijn, weet
ik het
zeker: ik zal nooit kunnen
lopen,
de dood zal eerder zijn. Dat
heb ik
niet verdiend.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
RIK
(V.O.) De dokter komt nu
elke dag, voor
moeder en voor mij. Zus is braver
geworden en helpt ons zoveel
ze kan,
haar nieuwe zachtheid doet
mij goed,
ze heeft veel verdriet, om
moeder en
om mij, geloof ik toch, bang
dat ze
ons zal verliezen, wat moet
ze dan
doen, aan haar vriend Octaaf
heeft
ze niet veel. Het is altijd
stil in
huis. Hebben we bezoek van
de
kinderen dan blijven ze
stil, zij
weten dat wij door de koorts
geen
lawaai kunnen verdragen. Ik
hoor
moeder fluisteren dat zij
gelooft
dat het niet lang meer
duurt. Het
meisje is bij ons in de
kamer geweest,
zij heeft mijn naam gezegd
en
gevraagd hoe het met mij gaat.
Enkele dagen later kwam de
jongen,
ook op zijn gelaat stond de
angst
van jonge mensen voor een
mens in
doodsnood te lezen. Zij zijn
als de
dood dat we zouden sterven
in hun
bijzijn, ze gaan op de loop
als wij
hen het hardst nodig hebben.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
De DOKTER komt in de slaapkamer, helpt VIKA
recht en steunt haar naar buiten.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
De DOKTER komt weer binnen met VIKA. Helpt
haar in haar zetel.
Gaat naar RIK, maakt een injectie gereed en
geeft Rik een spuitje. Dokter gaat tot bij Vika en neemt haar pols. Vika
fluistert een paar woorden tot de dokter.
RIK
(V.O.) Ik voel de naalden niet
meer,
hij steekt rechtstreeks in
het
woekergewas in mijn buik.
Mijn gehoor
is nog scherp. Ik hoor
moeder
fluisteren dat het veel
beter zou
zijn dat ik als eerste ging,
het
troost haar dat ik recht
naar de
hemel zal klimmen, ik heb nooit
iemand kwaad gedaan en op
aarde
mijn vagevuur al gehad. Van
die
verhalen ken ik het fijne
niet, dat
is mij nooit uitgelegd.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. WOONKAMER DAG
MIT EN OCTAAF zitten in de woonkamer aan
tafel. DOKTER komt binnen.
DOKTER
Moeder kan zo niet in haar
zetel bij Rik
blijven waken, zij moet in
bed tot zij
beter is.
OCTAAF
Wat moet er dan gebeuren,
Vika zal niet
anders willen, die krijg je niet
weg van
het bed van Rik.
MIT
Bemoei je niet met ons
huishouden, Octaaf.
Als ik moe beloof dikwijls naar
Rik te
gaan zien zal ze wel
toegeven.
DOKTER
Dat zou het beste zijn, Vika
kan elk ogenblik
uit haar stoel stuiken.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
RIK
(V.O.) Ik ben zo helder bij
mijn hoofd
als nooit voorheen. Ik
begrijp dat
mijn leven 47 jaar te lang
heeft
geduurd, dat ik nooit voor
iemand
van enig nut ben geweest, ik
heb
nooit iemand aan het lachen
gebracht,
nooit iemand een aalmoes
gegeven,
nooit heeft iemand ernaar
verlangd
om na een gezellige avond
nog een
praatje met mij te maken. Ik
was er
om moeder tot last te zijn
en het
leven van zus, haar twee
kinderen
en Octaaf te vergallen.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. SLAAPKAMER DAG
RIK
(V.O.) Als men goed
meeluistert hoort
men in de verte een fijn
belletje.
Het belletje komt naderbij,
tot aan
ons huis. Het gerinkel valt
stil, de
voordeur gaat open, de
stemmen zijn
zo zacht dat ik er niets van
versta.
In de kamer van moeder hoor
ik het
gemompel van mensen die
bidden,
ingehouden snikken van
mensen door
smart overweldigd. Dan komen
ze weer
uit de kamer en een
mannenstem
vraagt: is het hier? Een
zware stap
tot bij mijn bed en iemand
die zich
over mij buigt. Ik ben de pastoor,
zegt hij, ik kom van bij je
moeder.
Zij is nu in de hemel bij
Onze Lieve
Heer.
Voor mij telt nog enkel zo
spoedig
mogelijk bij moeder te zijn,
het
heeft geen zin nog langer in
dit
bed te liggen en in leven te
blijven.
Alle warmte is uit mijn
bestaan.
Meneer pastoor, heb jij ook
voor
mij een reiskaartje
meegebracht in
de gouden beker die je zo
voorzichtig
voor je uit draagt? Je had
het bij
je voor moeder, breng mij
ook de
verlossing.
Dat ik niet kan gaan, dat
mijn vingers
en armen krom zijn, het is
niets
vergeleken bij wat ik nu
moet
doorbijten. Mijn buik gaat
springen,
hij wordt met gloeiende
tangen
uiteengetrokken. Doe dan
toch wat,
doe dan iemand in godsnaam
wat!
Moeder komt, mijn
pleegmoedertje heeft
mij gehoord. Ze is weer als
vroeger,
met de stille glimlach, zij
is niet
naar de hemel, de pastoor
heeft
gelogen. Zij zit hier naast
mij en
wrijft zacht over mijn buik
en
verjaagt de pijn. Ook nu
weer. Mijn
buik is niet meer hard en
opgezwollen.
Ik kan mijn hoofd naar haar draaien
en zij doet teken dat ik
moet opstaan.
Ik wist wel dat ik ooit
opnieuw zou
kunnen lopen. Ik volg moeder
naar
buiten in de tuin. De hemel
is blauw.
De eerste kersenboom staat
wit in de
bloem alsof er een vracht
sneeuw op
ligt. De tweede boom buigt
door onder
een vracht paarsrode, rijpe
kersen. Er
staat een dubbele ladder bij
de boom
en lege emmers. Wij beginnen
te plukken
want moeder moet vandaag nog
47 potten
kriekenjam maken, die zo
lekker is dat
ieder er zijn wijsvinger in
steekt tot
aan zijn duim om te likken
en te proeven.
FADE-OUT
Geen opmerkingen:
Een reactie posten