ELIZABETH EEN LIEFDE
Originele
script voor
9
afleveringen van een dramatische
Tv-serie
Geschreven
door
Jules De Cort
FADE-IN
INT. GELAGZAAL STATIE DAG
VICTOR,
CONSTANTE en ERNEST zitten aan hun tafel achter hun glas bier en voeren een
gesprek. JOHAN PIRRA, een man, tien of meer jaar ouder dan zij, komt binnen,
loopt naar de toog en kijkt om zich heen. Ziet Victor en doet hem teken. Victor
loopt op hem toe en ze schudden elkaar de hand.
JOHAN
Vik,
heb je een kopie gemaakt van de
brief die
ik je gegeven heb en heb je mijn
verhaal
helemaal kunnen afmaken Wanneer
denk
je het uit te geven. (neemt enveloppe
van Victor in ontvangst)
VICTOR
Het
verhaal is helemaal af. Voor het slot
heb ik
je brief gebruikt. Ik ga het uitgeven
samen
met mijn andere verhalen of kronieken
zoals
je ze ook noemen kunt, van zodra ik een
uitgever
gevonden heb.
JOHAN
Ik
moet nu weg naar mijn werk. Ze kunnen
mij
daar niet missen.
VICTOR
Als je
dood gaat zullen ze je wel
moeten
missen.
JOHAN
Dan
ben ik ook van al mijn ellende en
verdriet
verlost. Tot ziens kerel. (loopt
naar buiten)
VICTOR
(gaat
weer aan tafel zitten)
CONSTANT
Was dat Johan van de biersteker niet.
Wat wist hij te vertellen.
VICTOR
Niets, ik heb hem de brief teruggegeven
die het sluitstuk is van het verhaal dat
ik over hem geschreven heb, zijn tragisch
levensverhaal.
ERNEST
Vertel het ons Vik, daar ben je goed in.
VICTOR
Ik heb een paar kopieën meegebracht van
mijn opstel, lees het en geef jullie
oordeel.
(haalt een bundel dubbel gevouwen
vellen
formaat A4 uit zijn binnenzak en
geeft
Ernest en Constant elk een bundel)
FADE-OUT
FADE-IN
INT. OUDE RIJTUIGMAKERIJ DAG
COMMENTAARSTEM
(O.S.)
Johan
de zoon van biersteker
Dirk Pirra is een flinke jongen van
veertien met stevige dijen en kuiten.
Soms, zoals nu, verschuilt Johan zich
in de kuiperij, een onderdeel van de
brouwerij Lauwers te Hellebeek,
achter hoog gestapelde biertonnen en
kratten, door smalle doorgangen
gescheiden. Voor Johan is het een
bos vol bomen en rotsformaties
dat hem de eenzaamheid biedt die hij
zoekt. Johan geniet in zijn eentje
van de grote rust in het ingebeelde
woud, de reuk van verschaald bier is
de geur van wild groeiende of stervende
tropische planten en velerlei gedachten
vervullen hem. Als hij groot is wordt
hij ontdekkingsreiziger. In het diepst
van de Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse
wildernissen op zoek gaan naar oude
beschavingen en primitieve
inboorlingen die naakt lopen en
zich alleen met peniskokers en
schaamlapjes kleden. Door zijn
ontdekkingen en de indringende
boeken die hij over de tropen en
exotische volkeren gaat schrijven
zullen de mensen respect voor hem
krijgen, en zeker de heren en
dames van brouwerij Lauwers.
Maar alsnog hoort Johan niet bij
het hof van brouwer Mathieu Lauwers
en de andere leden van de geldadel
van Hellebeek, rijke bourgeois die
zich voornaam voordoen en Frans
praten onder elkaar.
Palend aan
de kuiperij staan de oude rijtuigmakerij en een nieuw woonhuis dat de biersteker
betrekt met zijn vrouw Monica en hun zoon Johan. In de oude rijtuigmakerij van
de brouwerij Lauwers eveneens eigendom van de brouwerij, staan nog een bierwagen,
een platte wagen op vier wielen die vroeger heeft gediend om biertonnen te
vervoeren, een janplezier die nog weinig wordt gebruikt, een victoria die de heren
van het kasteel soms laten uitrukken en een lange platte wagen op twee wielen
door biersteker Dirk Pirra gebezigd om zijn bier uit te voeren naar
particuliere klanten en café’s te Hellebeek en de naburige dorpen. Een hoek van
de rijtuigmakerij is met een muurtje afgesloten van de rest en dient als
paardenstal. Daar staat het trekpaard van Dirk dat hij soms nog gebruikt voor
zijn bierronde, maar hij heeft al overgeschakeld op motorkracht en besloten geen
nieuwe dieren te kopen als dat van nu te oud en versleten is om te werken. Een
bende jongeren van de brouwerij komt met hun sportauto's op het plein voor de
rijtuigmakerij of bierstekerij gereden en maken veel drukte. De vader van Johan
komt hem vinden.
JOHAN
(opgeschrikt
tussen de tonnen en kratten)
DIRK
PIRRA
(komt
de bierstekerij in) Johan, de jongelui
willen met de victoria een tocht maken.
Ze willen het paard zelf inspannen maar
van het dier blijven ze af. En ze willen
het gespan zelf mennen maar jij rijdt mee,
ik wil geen ongelukken, van paarden kennen
ze niets. Ze willen naar het Broeck aan de
overkant van de Deel, voor een wandeling
in het grote bos.
JOHAN
Ik weet wat dat betekent. In het grote bos
gaan ze vogelnesten roven en met de eieren
leggen ze zogezegd een verzameling aan die
ze na een jaar niet meer bekijken. Ze
hebben toch hun sporttuigen om daar naartoe
te rijden. Ze hangen liever de grote jan uit.
DIRK
Doe het maar, we hangen nog te veel af van
de brouwerij voor mijn bierhandel. En de
gebouwen zijn nog van de brouwerij. Je mag
blij zijn om het vertrouwen dat ze in jou
stellen.
JOHAN
Nesten wijzen aan vogelrovers staat mij
niet aan. Dan voel ik mij medeplichtig.
De vogels zijn mijn vrienden. (helpt zijn
vader
het paard in de victoria te spannen.
dan
loopt hij met het paard en het gespan
naar
buiten)
FADE-OUT
FADE-IN
EXT. KOER VAN DE BIERSTEKERIJ DAG
LOUIS
LAUWERS, zoon van de brouwer, CLAUDE KERESELAERS, zoon van een senator en
ELIZABETH LAUWERS, tienjarig zusje van Louis staan te wachten.
LOUIS
Eindelijk, het heeft wat in.
CLAUDE
Goed werk mag lang duren.
JOHAN
Mijn vader zou mij niet laten
vertrekken als het paard maar half
ingespannen is. Hij wil geen
ongelukken op zijn geweten.
LOUIS
Wat kan er gebeuren met een rijtuig
dat hooguit vijftien per uur haalt.
JOHAN
Een victoria is geen postkoets uit het
wilde westen. Tegen vijftien vliegt hij
van de weg af maar dan
moet je eerst
het dier afbeulen.
CLAUDE
Een paard kan tegen een stootje.
JOHAN
Als ze een poot breken moet je zelfs het
beste paard afmaken, dan blijft er
alleen biefstuk over.
LOUIS
Paardenvlees? Wie eet er paardenvlees?
Bah.
JOHAN
Paardenvlees is best lekker. Vooral van
een paard dat hard gewerkt heeft.
ELIZABETH
(Elizabeth
draagt een zomerjurkje en lichte
schoenen)
Paarden
bijten die. Mag ik ze
strelen.
JOHAN
Jazeker.
(tilt Elizabeth op en laat haar de
hals
van het paard strelen. zet het meisje
weer
op de grond) Stap
maar in, mannen.
LOUIS
Mannen? Wij zijn heren, bierstekertje.
JOHAN
Waar zou u staan als wij uw bier niet
aan de man brachten. (tot Elizabeth)
Gaat u met die schoenen in het bos
wandelen. Ik zal u helpen instappen.
CLAUDE
Er is je niet gevraagd opmerkingen te
maken en je blijft met je handen van
Elizabeth af.
(tilt Elizabeth in het
rijtuig)
JOHAN
(maakt
aanstalten om op de bok te klauteren)
LOUIS
Je had de bok er af moeten nemen. Dat is
zo gebeurd.
JOHAN
Wie gaat dan mennen. U. Vader wil niet
dat iemand anders de teugels in handen
neemt en vooral, ik ga niet naast de
victoria lopen als een livreiknecht.
De aanstellerij moet niet te ver gaan.
FADE-OUT
FADE-IN
EXT. VICTORIA ONDERWEG DAG
De
victoria met Johan op de bok rijdt voorbij het kasteel waar de brouwer en zijn gezin wonen.
ELIZABETH
(wijst)
Daar
is ons kasteel. Mama
staat boven aan de trap en wuift
naar ons.
De
inzittenden van de koets wuiven terug. De koets rijdt het dorp in voorbij de
gebouwen van de brouwerij.
JOHAN
Die brouwerij mag u later in handen
nemen. Ik hoor dat er nieuwe biersoorten
op de markt komen, het wordt tijd dat de
brouwerij Lauwers daar op ingaat.
LOUIS
Daar heb jij je niet mee te moeien.
Wij hebben nog altijd het beste bier
van het land.
CLAUDE
En het beste water.
JOHAN
Water is nog geen bier.
LOUIS
Van het beste water maakt men het beste
bier.
FADE-OUT
FADE-IN
De
victoria stopt bij het Broeck, een groot verwilderd bos.
JOHAN
(springt
van de bok en gaat zijn passagiers
helpen.
Claude is al uitgestapt en helpt
Elizabeth.)
LOUIS
Claude, dit bos en de landerijen in de
verre omtrek zijn van mijn vader. Velden
en weiden zijn bewerkt door pachters en
kleine boeren. Mijn vader verdient veel
geld met zijn brouwerij en haalt daar de
middelen vandaan om zijn grondbezit in
stand te houden. Het halve dorp is in
onze handen en in de winter, dat weet
je al wel, houden wij grote jachtpartijen
met genodigden uit de grote stad.
CLAUDE
Volgende herfst zijn wij oud genoeg
om mee op jacht te gaan.
LOUIS
Jij blijft bij de koets tot we terug
zijn. Je moet ons geen nesten wijzen,
die vinden we zelf wel.
JOHAN
Ik zou dat toch niet gedaan hebben en
haal maar veel fazantennesten uit dan
moet je in de winter niet meer op fazant
jagen.
De twee
jongens lopen het bos in maar Elizabeth weigert mee te lopen.
LOUIS
Jij blijft niet alleen achter bij iemand
van het gewone volk.
CLAUDE
Toe Elizabeth ga mee. Het is droog en we
blijven op de bospaden.
LOUIS
Ik verlaat de bospaden, blijf jij dan bij
Elizabeth. Hoe vinden we anders de nesten
van lijsters, regenroepers, eksters en
houtduiven.
JOHAN
Eksters en houtduiven wonen in de hoogste
boomtoppen, daar durft u niet inklimmen.
CLAUDE
Jij soms wel.
JOHAN
Ja, maar ik doe het niet.
LOUIS
Als ik nu zeg dat je moet.
JOHAN
U hebt aan mij niets te zeggen.
CLAUDE
Gaan we nu, we zijn die gast geen
uitleg verschuldigd.
Het
drietal loopt het bospad op. Elizabeth kijkt nog even om naar Johan.
FADE-OUT
FADE-IN
EXT. BOSRAND DAG
Louis,
Claude en Elizabeth komen uit het bos. Louis draagt een lijsternest met vijf
eitjes in en toont zijn buit aan Johan.
LOUIS
Kijk, we hebben jou niet nodig om nesten
te vinden.
JOHAN
Roven. Wat doe je met die eitjes. Binnen
zes weken zouden het vijf lijsters
geweest zijn.
CLAUDE
Is dat geen merelnest.
JOHAN
Een lijsternest, wat zou het anders zijn,
met die slijkbekleding aan de binnenkant.
en de kleur van de schelp. Stap maar op,
ik breng jullie terug naar huis.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. RIJTUIGMAKERIJ DAG
JOHAN
(zit
in de opslagplaats tussen de hoog
gestapelde
biertonnen en kratten, die
allerlei
schuilplaatsen bieden. zit na te
denken.
hoort iemand lopen en plots staat
Elizabeth
voor hem)
Elizabeth, ben jij
niet bang. Ik heb even geleden de
menseneter gezien, hier in het
duistere woud.
ELIZABETH
Mij maak je niets wijs. Je wilt indruk
maken.
(gaat naast hem zitten, neemt zijn
hand
en houdt die tussen haar benen. haar
lange
rok houdt ze over haar knieën gesloten)
JOHAN
(is
er van aangedaan, neemt haar hand weg
en staat
op. samen lopen ze uit de
opslagplaats
en lopen naar het kasteel van
de
brouwer) Ik
ga later vertrekken naar
verre landen en terugkomen met een
mooie prinses die verliefd op mij is.
ELIZABETH
Die prinses zal nooit zo verliefd zijn
op jou als ik.
JOHAN
Je maakt me blij maar we zijn nog zo
jong.
FADE-OUT
FADE-IN
EXT. OPRIT KASTEEL DAG
Johan
staat met Elizabeth aan de oprit.
JOHAN
Nog en jaar en dan hebben Louis en ik
onze middelbare studies achter de rug.
Louis zal dan een directiepostje
krijgen in de brouwerij en ik ga verder
studeren. Eerst scheikunde
in Leuven en
dan brouwerijstudies in
Schotland. Dan
zul je mij lange tijd niet
meer zien.
Jij zult daar tegen een
hemelse
schoonheid geworden zijn,
zien of je
dan nog altijd op mij verliefd
zult
zijn.
ELIZABETH
Nog altijd meer als de prinses die jij
gaat meebrengen.
JOHAN
Ik heb dat zo maar gezegd.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. GELAGZAAL STATIE DAG
VIKTOR
De jaren gingen voorbij. Elizabeth als
kind van een rijke familie werd naar
het pensionaat in Zwitserland gestuurd.
Johan stak na schooltijd en tijdens de
vakanties zijn vader een hand toe. Die
spaarde en spaarde om Johan zijn hogere
studies te kunnen betalen. Elk weekend
was hij thuis en dan wandelde hij tot
nabij het kasteel in de hoop Elizabeth
te zien. Soms zag hij haar van ver, ze
was met de jaren een jonge vrouw
geworden, mooier dan ooit.
CONSTANT
Het water was veel te diep voor Johan.
VIKTOR
Daar leek het op.
CONSTANT
Speelde het standenverschil.
VIKTOR
In het begin zeker wel. Die van de
brouwerij en het kasteel, dat was de
geldadel. Maar achteraf moesten ze
wel inbinden, niet alleen omdat Johan
een ingenieursdiploma had gehaald,
hij was niet langer meer de zoon
van een biersteker, die van de
brouwerij afhing, er gebeurde nog
van alles.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. BIERSTEKERIJ DAG
JOHAN
(staat
aan de aftapinstallatie flessen
te
vullen)
Jongelui
te paard komen het erf opgereden. Het zijn Louis, Claude, de groot geworden
Elizabeth, nog wat jonge mannen en vrouwen en een veel jonger meisje. De jonge
mannen stijgen af en leiden hun paard de bierstekerij vroeger rijtuigmakerij in
naar de victoria.
JOHAN
Wat zijn jullie van zins.
LOUIS
De biersteker heeft geen paarden meer.
Wij gaan ons paard in de victoria
spannen en een ritje maken, als in de
goede oude tijd.
JOHAN
Die dieren zijn daar niet voor gedrild.
Dat kan ik niet toelaten.
CLAUDE
Ik weet hoe ik met paarden moet omgaan.
Ik ben in een ruitersclub. Heeft die
man het hier voor het zeggen, Louis.
dat is hier toch van de brouwerij.
JOHAN
Wij huren dit pand. wij zijn hier de
baas.
LOUIS
De rijtuigen blijven onze eigendom.
DIRK
PIRRA
(komt
binnen) Wat
is hier aan de hand.
JOHAN
Die heren willen hun rijpaarden in de
victoria spannen om een tocht te maken.
DIRK PIRRA
Dat mag u die dieren niet aandoen.
LOUIS
Daar beslissen wij wel over.
DIRK
Mag ik u verzoeken om de paarden buiten
mijn bierstekerij te houden. Paarden
kunnen veel vuil maken.
LOUIS
Weet u wel wie ik ben. Ik zal je weten
te vinden. En Claude. Dat is de zoon van
een senator, en die senator is een grote
aandelenhouder in de chemische industrie.
Hij heeft hogere bestuurswetenschappen
gedaan en is commercieel directeur van de
brouwerij. Of hij iets waard is weet ik
niet.
JOHAN
En ik ben chemicus, licentiaat organische
scheikunde, specialiteit brouwen en
mouten. U kunt mij nog nodig hebben.
ELIZABETH
Laat het zijn, broer. Johan en Dirk hebben
gelijk. Ik rijd verder. (wendt haar paard)
Louis doet
zijn paard steigeren. De pony bereden door het jonge meisje verschrikt en
steigert. Johan is er meteen bij en vangt
het meisje
op voordat ze op de grond kan vallen. Elizabeth ziet het gebeuren en kijkt
Johan in de ogen.
JOHAN
(tot
het kleine meisje) Hoe is je naam?
MEISJE
Regina Meier.
JOHAN
Waar woon jij.
REGINA
In de stad.
FADE-OUT
FADE-IN
EXT. RAND VAN HET PARK DAG
JOHAN
(maakt
een wandeling in het kleine bos dat
deel
uitmaakt van het park bij het kasteel.
kijkt
om zich heen) (V.O.) Dit bos is erg
klein geworden. Door mijn studies in
Schotland ben ik hier lang niet meer
geweest. Grote stukken zijn verkaveld
in afwachting van de bouw van villa’s.
Het grote nest van de bosmieren is
verdwenen. (ziet
het kasteel) De
verf
bladdert op enkele plaatsen af van de
dakgoten en de klimop vertoont bruine
plekken. Tekens van verval. (ziet
Elizabeth
die tegen een boom staat te
huilen)
ELIZABETH
Het is lang geleden dat ik je nog heb
gezien. Mag ik je vragen de jongens
die zich hebben misdragen te
verontschuldigen bij je vader. (drukt
zich
tegen hem aan)
JOHAN
(weet
niet hoe hij zich moet houden)
Ik ga voor lange tijd weg uit Hellebeek.
Op stage in Duitsland om alles te leren
over modern bierbrouwen en het op de
markt brengen van het nieuwe bier.
ELIZABETH
Tegen dat je terugbent zal ik geen
jong meisje meer zijn.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. STUDIEKAMER AVOND
JOHAN
(zit
aan een tafel in het laboratorium
van
een brouwerij. leest een artikel in
een tijdschrift.
titel van het artikel:
Bovengist en ondergist. hoofdgisting in open
kuipen, nagisting in gesloten vaten of tanks
in een legerkelder) (V.O.) Waarom, waarom
wil Lauwers niet
overschakelen op
ondergist. De mensen willen zijn
zurig
bier niet meer. (legt tijdschrift opzij en
neemt een ander tijdschrift) (V.O.) Dit
had ik willen schrijven maar
dat kan
ik niet. Zij zal alleen mijn
stukje
over het brouwen te lezen
krijgen
en begrijpen dat ik hun
brouwerij op
het oog heb. Ik schrijf
alleen over
chemische ontdekkingen, nooit over de
liefde. De liefde, wat is dat eigenlijk?
Een wind die de rozenstruiken streelt.
Neen, het is een vlam die door onze
aderen stroomt, een helse muziek die
zelfs het hart van de grijsaards doet
dansen. Het is de margriet die open gaat
als de nacht nabij is en het is de
anemoon die bij het minste zuchtje
weer dicht gaat en sterft zodra ze
wordt aangeraakt.
FADE-OUT
FADE-IN
EXT. STILLE STRAAT IN
EEN STAD DAG
JOHAN
(loopt
in de straat en ontmoet Elizabeth)
ELIZABETH
(komt
op hem toe)
Dat is lang geleden.
Ik ben blij je te zien.
JOHAN
Ik ook. Je moet mijn hartslag eens
voelen. (loopt
met haar mee)
Ze stappen
samen op. Onderweg moeten ze even uitwijken voor een piano op de stoep die
verhuizers verslepen en Elizabeth grijpt Johan om zijn hals en drukt haar malse
dij tegen die van Johan.
JOHAN
Wat doe je nu.
Ze gaan op
een bank zitten.
ELIZABETH
We zien je bijna niet meer in het dorp.
JOHAN
Ik heb een vaste baan bij de Grote
Brouwerij, lange uren en ik heb een
kamer in de stad. O, jij draagt een
verlovingsring. Jij hebt mij niets
laten weten, ik ben je buur. Ik ben
altijd zo verliefd op jou geweest
maar ik heb bij jou nooit een kans
gehad.
ELIZABETH
(haalt
een knipsel uit een tijdschrift uit
haar
handtas, het stuk dat hij geschreven
heeft.
ze toont het en stopt het weer weg)
JOHAN
Ik ben blij dat je om mij bent begaan,
met je wonderlijke, donkerblauwe ogen.
Houd je van mij, een klein beetje? Dan
wil ik voor jou heel groot worden, ik
ben tot alles in staat, schrijver of
brouwer. Ik wil terugkeren uit de stad,
naar mijn huis om jou te kunnen zien
in het park.
ELIZABETH
Ga jij trouwen met Regina Meier, het
meisje dat jij behoed hebt voor een val
van haar paard. Zij woont nog altijd
hier in de stad. Ik weet dat jij
dikwijls bij haar op bezoek gaat.
JOHAN
Soms, niet dikwijls. Trouwen met haar?
Ze is nog zo jong, zestien jaar. Ik ken
haar nauwelijks. Vader heeft een
zakenkantoor, hij doet goede zaken. Hij
werkt ook voor de brouwerij.
Ze lopen
samen naar het huis van de senator en van Claude. Ze belt aan en trekt hem mee
in het portaal.
JOHAN
Ik ga niet mee binnen.
ELIZABETH
Jou wil ik hebben, jou heb ik lief. (ze
loopt
de drie vier trappen weer af, legt haar
arm
om zijn hals en kust hem. de deur gaat
open,
ze maakt zich los en ze loopt haastig de
trap
op)
FADE-OUT
FADE-IN
De dag
klaart.
JOHAN
(staat
aan het venster. ziet er uit als iemand
die
heel gelukkig is)
Een klop
op de deur, een man komt binnen met een dienbord met
een kopje
en een kannetje koffie.
MAN
Ik breng een kannetje koffie. Heb jij
vannacht wel geslapen, ik heb je
regelmatig luid horen zingen.
JOHAN
Een ode aan de vreugde, Je zou eens
moeten weten hoe gelukkig ik ben. Wat
ik gisteren beleefd heb moest ik
uitzingen maar eigenlijk kan ik niet
zingen. De fee van het geluk lag naakt
aan mijn voeten. Ik heb de hele nacht
geschreven Ik heb een hymne aan de
vreugde willen schrijven, een ode aan
het leven, maar het is bij een
wetenschappelijke verhandeling over
het brouwen gebleven. Smaak, kleur,
alcoholgehalte, naam, vernieuwing,
marketing. Het brouwproces in stappen
uitgelegd om aan te geven waar een en
ander kan aangepast en verbeterd worden,
de vorm van glazen en inhoud, waarom
een bottelarij noodzakelijk is. Waarom
bier van lage gisting dat van hoge
gisting gaat vervangen. Ik bespreek
niet alleen het brouwproces, de
marketing is van even groot belang.
Het stuk is klaar voor het tijdschrift
voor brouwers en mouters. Dit is ook
een liefdesverklaring.
FADE-OUT
FADE-IN
EXT. HUIS VAN DE SENATOR AVOND
JOHAN
(belt
aan bij de senator. dienstbode doet de
deur
open) Is
Elizabeth niet hier.
DIENSTBODE
Ze is de stad in, met meneer Claude.
JOHAN
Ik kom uit dezelfde streek en wilde haar
groeten.
FADE-OUT
FADE-IN
EXT. INGANG SCHOUWBURG AVOND
JOHAN
(komt
aan de ingang van de schouwburg, ziet
Elizabeth)
ELIZABETH
(is
niet alleen, ze is in het gezelschap van
Claude.
geeft Johan een teken)
JOHAN
(bloost,
haast zich naar binnen en koopt
een
kaartje)
ELIZABETH
(zit
in een loge naast Claude)
JOHAN
(in
een rij op het parterre. ziet Elizabeth
zitten,
ze geeft geen teken) (V.O.) Als alle
rijken heeft de senator natuurlijk een
loge.
FADE-OUT
FADE-IN
EXT. BIJ HUIS VAN DE SENATOR AVOND
JOHAN
(wacht
na de voorstelling op Elizabeth. Hij
ziet ze
naar binnen gaan. plots komt ze buiten
en
komt op hem toe) Ik heb je voorbij het
huis zien lopen. Ik houd van je maar
veel zaken houden ons uit elkaar. Ik
kan niet langer blijven, van boven
kunnen ze mij zien. Ik heb veel
nagedacht maar het blijft onmogelijk.
Vader zou weigeren jou mijn hand te
geven. Waar moeten we naartoe.
JOHAN
Ik ga weg voor lange tijd. Ik heb een
aanbieding gekregen om meesterbrouwer
te worden. Dan kan ik later wat doen
voor de brouwerij van je vader.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. WOONKAMER BIERSTEKER DIRK PIRRA AVOND
Er wordt
aangeklopt.
DIRK
PIRRA
(doet
open, Elizabeth staat voor hem)
ELIZABETH
Ik kom je alleen maar zeggen dat mijn
verloofde Claude, commercieel directeur
van de brouwerij, op de snip komt
jagen. Niet schrikken als je de
knallen hoort.
DIRK
Is er iets aan de hand, dat komt u
anders toch niet melden.
ELIZABETH
Ach neen. Ik wilde gelijk eens horen of
er nieuws is van Johan.
DIRK
We hebben een brief gekregen dat Johan
binnen een maand thuiskomt.
ELIZABETH
(toont
felle ontroering maar dan gebaart ze
dat
het haar niet veel kan schelen)
FADE-OUT
FADE-IN
EXT. BIERSTEKERIJ DAG
Een taxi
stopt en Johan stapt uit. De chauffeur neemt het reisgoed van Johan uit de
koffer.
JOHAN
(neemt
reisgoed op en loopt binnen) Hé,
ik ben thuis, voor goed.
MOEDER
PIRRA
(omarmt
Johan) Was
je nog langer weggebleven
dan had ik je niet meer gekend.
JOHAN
Maar niet vergeten. Ik toch niet. Nu
wil ik de omgeving nog eens verkennen.
FADE-OUT
FADE-IN
EXT. IN DE NATUUR DAG
JOHAN
(vertrekt
van bij de bierstekerij voor een
wandeling
in de natuur. gaat zitten op een
boomstam
en begint te neuriën. naderende
stappen)
ELIZABETH
(komt
te voorschijn, wisselt lange blik met
Johan)
Ik
ben bij jou thuis geweest. Je
moeder heeft me gezegd dat je op wandel
was in het bos. Ik kom je uitnodigen
voor het feest dat we op het kasteel
gaan geven. Ik heb een verrassing voor
jou.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. KASTEEL DAG
JOHAN
(een bediende
maakt de deur open voor Johan)
ELIZABETH
(Elizabeth
daagt op met een jong meisje aan
haar
hand) Dit
is Regina Meier. Dit is
mijn verrassing. Jullie kennen elkaar.
Regina is
jong, blond, opgewekt en praat met Johan.
REGINA
Jij hebt lang in het buitenland gezeten.
JOHAN
Ja, om mijn opleiding af te maken. Nu
heb ik alle bekwaamheden om het beste
bier te brouwen dat er is.
REGINA
Wil je voor brouwerij Lauwers werken,
voor Elizabeth.
JOHAN
Ik wil ze wel uit de nood helpen.
Als ze bezig blijven zoals nu gaan
ze onderuit.
REGINA
Dat zullen ze graag horen.
REGINA
(ziet
Elizabeth komen en gaat weg)
ELIZABETH
(komt
binnen aan de arm van haar verloofde,
Claude.
Claude gaat weg)
JOHAN
Regina, dat was dus de verrassing.
ELIZABETH
Ja, ik heb mijn best gedaan. Ik heb
wel gezien dat het je aanstaat.
JOHAN
Ja, het deed mij genoegen Regina weer
te zien. Claude is een goede keuze,
een knappe man.
ELIZABETH
Knap en welopgevoed, dat telt mee, en
hij heeft een aandeel in de brouwerij.
JOHAN
Ja, en met hun fortuin kunnen ze vers
geld inbrengen. Riep je vader mij maar
te hulp, ik heb een kapitaal aan kennis.
ELIZABETH
(gaat
weg, zegt niets)
De deuren
van de eetzaal gaan open. Johan krijgt een plaats naast iemand die hij kent,
het is ROBERT DE LEUZE, de chemicus van brouwerij Lauwers.
JOHAN
Hoe maakt u het, meneer De Leuze.
DE
LEUZE
Kent u mij en ken ik u?
JOHAN
U bent de chemicus van de brouwerij
en ik ben Johan Pirra, de zoon van
de biersteker. Ik heb nu mijn opleiding
tot brouwmeester afgewerkt, in
Duitsland.
DE
LEUZE
Dan moet ik u niet proberen wijs te
maken dat wij niet meer het beste bier
hebben van het land zoals het vroeger
was, tenminste het best gewaardeerde
bier.
JOHAN
Met mijn kennis kan ik daar iets aan
veranderen.
DE
LEUZE
Stel dat ze je in dienst nemen dan zul
je nog veel strijd hebben, hun bier is
en blijft in hun overtuiging het beste.
Ze hebben nog hun eigen cafés met enig
debiet, maar dat volstaat niet om te
overleven. De bierdrinkers krijg je
daar niet meer over de drempel als de
waard geen ander bier van onder de toog
te koop heeft. De consument is een lange
stoet, de mensen vooraan sterven uit en
achteraan komen er nieuwe bij met andere
smaken.
JOHAN
Zou jij mij iets in de weg leggen als ik
bij jou in het lab zou komen.
DE
LEUZE
Waarom zou ik daar tegen zijn, het is
mijn bedrijf niet en niet mijn taak
iemand tegen te werken. Het is de taak
van de verkoopsdirecteur, de verloofde
van Elizabeth, om zich aan de nieuwe
tijd aan te passen. Ik ben dicht bij
mijn pensioen, ze hebben jonge krachten
nodig die weten wat er omgaat in de
wereld van het bier. Ik zou in elk
geval wel open staan voor iets nieuws.
Iemand van
het gezelschap vraagt met luide stem om stilte en
geeft het
woord aan de vader van Elizabeth, Mathieu Lauwers.
MATHIEU
Het ogenblik is gekomen niet om de
verloving van mijn dochter Elizabeth
met jongeheer Claude mee te delen, dat
is al langer geen nieuws meer, maar om
hun aanstaande huwelijk aan te kondigen,
alleen de datum moet nog worden
vastgelegd. Het eten wordt nu opgediend.
FADE-OUT
FADE IN
Het
eetmaal is voorbij. De genodigden staan op en vormen groepjes
om na te
praten.
JOHAN
(loopt
naar de wintertuin. hij luistert naar
een
gesprek tussen twee mannen)
MAN
Het kasteel is slecht onderhouden en
Mathieu krijgt het zelfs moeilijk om
de verzekeringspolis te betalen, ik
kan er over meepraten. Op het kasteel
hebben ze nooit aan sparen gedacht, het
kon niet op. Men vertelt zelfs dat de
diepe onuitputtelijke juwelenkist
van
mevrouw langzaam leeg begint te raken.
Nu willen ze hun geldproblemen oplossen
met het fortuin van de aanstaande
schoonzoon die onschatbaar rijk zou
zijn.
JOHAN
(gaat
in een hoek zitten, achter een heester)
ELIZABETH
(wandelt
voorbij met haar verloofde.)
CLAUDE
Wat had dat te betekenen, Elizabeth. Je
hebt je ogen geen ogenblik van Johan
afgehouden tijdens het hele diner. Wat
komt die hier trouwens doen, de zoon
van een biersteker.
ELIZABETH
Bierstekers houden ons in leven.
CLAUDE
Dat Johan maar oplet. Wij kunnen de
brouwerij redden, Johan heeft geen
nagel om zijn achterste te krabben.
Ik ben commercieel directeur en we
staan op het punt hoofdaandeelhouder
te worden. Je geleerde brouwer komt
er niet in.
FADE-OUT
FADE-IN
EXT. TUIN DAG
JOHAN
(staat
op en loopt buiten naar het prieel
toe)
REGINA
(komt
bij Johan) De
koffie is opgediend in
de wintertuin.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. WINTERTUIN DAG
Elizabeth
en Claude zijn ook in de wintertuin en nog andere
gasten.
REGINA
(is
uitgelaten, houdt niet op met praten) Later
wil ik ook een huis met een grote tuin,
maar het huis moet niet zo groot zijn
als dit hier.
JOHAN
Hoe ga je dan ook zoveel gasten ontvangen.
REGINA
Ik ga niet veel gasten ontvangen. Aan een
gezin met kinderen heb ik genoeg.
JOHAN
Dan moet je een man vinden die daar
tevreden mee is. Als die er zijn.
REGINA
Ik geloof dat ik er eentje ken, maar nog
niet heb. Waar heb je de hele tijd
gezeten.
JOHAN
In de tuin.
REGINA
Daar heb ik je niet gevonden.
Een paar
heren komen binnen en lopen op Claude toe.
CLAUDE
(luid)
Elizabeth,
we gaan op eksters,
kraaien en houtduiven schieten. Die
zijn er toch veel te veel.
JOHAN
(gaat
tot bij Claude en tikt op zijn
schouders)
In
de natuur zijn er geen
dieren te veel. De natuur staat
altijd in voor het evenwicht. Waarom
ga niet doel schieten.
CLAUDE
Omdat jij daar geen zaken mee hebt en
ga nu maar opzij of ik geef je een
dreun.
JOHAN
Jij? Ik plooi je in vier en steek je
in mijn aktetas.
Elizabeth,
Claude en de heren gaan weg.
REGINA
Claude is een brutale vlegel. Hij zou
je geslagen hebben.
JOHAN
Dat was hem niet geraden.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. BIERSTEKERIJ DAG
REGINA
(komt
alleen binnen. opgewekt.
JOHAN
(luid)
Hier
binnen is te veel lawaai
om te praten. Ik loop met je mee naar
het kasteel.
Regina en
Johan lopen samen naar het kasteel.
JOAHN
Zou je ja zeggen als ik jou binnen
een of twee jaar zou vragen met mij
te trouwen.
REGINA
Ja, dat zou mogelijk zijn.
Komen aan
het kasteel. Elizabeth loopt hen tegemoet.
ELIZABETH
Claude heeft een ongeluk gehad. Hij is
weer op jacht gegaan en een van zijn
vrienden heeft Claude in het hoofd
geschoten. Vreselijk, Claude is dood.
Hij was je honderdduizend keer waard.
(barst
in tranen uit en loopt weg)
Regina
loopt het kasteel in, Johan gaat weg.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. BIJ BIERSTEKER AVOND
Er wordt
aangeklopt. Johan doet open en staat voor Elizabeth.
ELIZABETH
(wenkt
hem om buiten te komen)
JOHAN
(loopt
met haar mee)
Ze gaan
ergens zitten.
ELIZABETH
Ik verontschuldig mij voor vanochtend.
Ik ben al vele jaren ongelukkig. Ik heb
gezegd dat Claude honderdduizend maal
beter was, dat is niet waar, hij was
mijn verloofde, meer niet. Het was
tegen mijn zin. Het was papa die het
wilde. Papa is arm, hij is een bedelaar.
Ik kreeg de verlovingsring al lang
geleden. Ik vroeg drie jaar uitstel.
Claude is blijven wachten. Dan is papa
begonnen aan te dringen dat ik Claude
tot man zou nemen. Ik heb ja gezegd en
vader was blij. Als Claude thuis kwam
liep ik naar mijn moeder. Ik kon niet
met hem trouwen. Wat moest ik doen?
Dan kwam vader. Ik vroeg om medelijden,
ik kon het niet doen en dan heb ik
toch toegegeven.
JOHAN
(neemt
haar hand om die te verwarmen)
ELIZABETH
Moeder wist het al langer dat ik
verliefd was op jou. Vader had
gedreigd al het personeel te ontslaan
als ik niet trouwde met Claude. Hij
was als gek. Zul je mij op een dag
kunnen vergeven.
JOHAN
Ja, ik vergeef je alles wat je wilt.
FADE-OUT
FADE-IN
EXT. BIERSTEKERIJ DAG
MATHIEU
LAUWERS
(klopt
aan)
DIRK
PIRRA
(doet
open)
MATHIEU
LAUWERS
Dirk, mag ik je vragen het stoffelijk
overschot van Claude naar de kerk te
brengen voor een gebedstonde.
DIRK
Ja, maar waarom ik, je hebt toch
mensen in dienst die het kunnen doen.
MATHIEU
LAUWERS
Ik heb mijn personeel al naar de kerk
gestuurd en heb niemand om mij te
helpen. Er niet aan gedacht om een man
of twee hier te houden en jij hebt nog
een paard, dat is nog altijd plechtiger
dan een vrachtauto.
FADE-OUT
FADE-IN
EXT. KASTEEL DAG
Dirk
vergezeld van Johan rijdt de wagen voor. Samen dragen ze de kist buiten en
laden ze op de wagen. Dirk vertrekt en achter
de kist
lopen de senator, zijn vrouw en Elizabeth. Johan volgt hen.
MATHIEU
LAUWERS
Ik voel me niet wel. Ik kom later wel.
(blijft
achter)
FADE-OUT
FADE-IN
EXT KASTEEL DAG
DIRK
(is
alleen, loopt het kasteel in, ziet niemand,
het
huis is leeg. loopt buiten. ziet licht door
een keldervenster.
ziet de baron die zich heeft
opgemaakt.
Dirk ziet hoe Mathieu alles gereed
maakt
voor een brandstichting, klopt op het
venster
en schreeuwt het uit)
MATHIEU
LAUWERS
(komt
naar het venster. uit zijn ogen straalt
het
leed van de hele wereld. stoot tegen de
stoel
waarop de brandende kaars staat. de
kelder
staat onmiddellijk in lichterlaaie)
DIRK
(loopt
alle kanten op. keert terug naar het
venster
en breekt de tralies uit)
Uit de kelder
klinkt een bloedstollende kreet en dan een doodsreutel.
DIRK
(loopt
weg. komt een weinig later weer met
zijn
zoon. Het kasteel staat in brand)
FADE-OUT
FADE-IN
EXT. EEN STRAAT IN LEUVEN DAG
Johan
loopt in gedachten verzonken in de straat. Regina loopt hem op het lijf.
REGINA
We gaan een koffie drinken. Ik wil met
je praten.
JOHAN
Wat is er te praten.
REGINA
Veel.
Ze lopen
een koffiezaak binnen en gaan in een hoek aan een
tafel
zitten. Bestellen hun koffie.
REGINA
Het is nu ruim een jaar geleden dat
Claude zijn ongeluk heeft gehad en
meneer Lauwers er een einde heeft aan
gemaakt. Het kasteel is een ruïne en
Elizabeth woont met haar moeder en
broer nu in Leuven. De brouwerij is
overgenomen door de Grote Brouwerij en
heeft hen van het faillissement gered.
JOHAN
Ik weet het, ik heb ze al een keer
ontmoet.
REGINA
Een keer.
JOHAN
Niet veel meer.
REGINA
Je was gisteren gevraagd op onze
receptie. Je hebt niet omgezien.
JOHAN
Geen tijd gehad, ik moest dringend
een proef afwerken, een
nieuw bier
dat voor het einde van het jaar op
de markt moet komen. Je weet toch
dat ik de leiding heb van een lab
dat nieuwe biersoorten zoekt voor
alle brouwerijen die ons dat vragen.
Ik had Lauwers kunnen helpen maar
hij wilde niet, hij bleef zweren
bij zijn zurig bier.
REGINA
Op de receptie van gisterenavond is
veel gedanst, je had met Elizabeth
kunnen dansen, ik weet dat jij van
haar houdt. Ik heb veel gedanst met
Richmond, een jonge Engelsman. Ik
moet bekennen dat ik meer houd van
Richmond dan van jou. Wij geven
morgenavond weer een feestje. Ik
nodig je uit en Elizabeth zal er
ook zijn.
FADE-OUT
FADE-IN
EXT. STRAAT DAG
Johan ontmoet
Regina. Ze is met haar ouders en een jonge
man.
REGINA
Waar ben je gisteren gebleven. Mag
ik je voorstellen aan Richmond waar
ik het met jou over heb gehad. Het
was een mooi feestje. Weet je het
van Elizabeth Ze is ingestort. Ze
hebben haar naar huis moeten brengen
en nu is ze opgenomen in het
ziekenhuis. Heb je niet gezien dat
ze de laatste tijd zo somber was
geworden.
JOHAN
Ik heb haar een hele tijd niet meer
gezien.
REGINA
Ze is er niet te best aan toe. Je
moet haar een bezoek brengen.
JOHAN
Dat zal ik doen.
FADE-OUT
FADE-IN
INT. ZIEKENHUIS DAG
JOHAN
(komt
de hal van het ziekenhuis binnen.
loopt
naar de receptie. de receptioniste
wijst
hem de weg. loopt door gangen tot
bij
een kamer. klopt aan)
STEM
Kom maar binnen.
ELIZABETH
(ligt
in bed. ze is alleen) Johan, je bent
net op tijd. Ik ga dood.
JOHAN
Maar neen. De geneeskunde staat voor
niets.
ELIZABETH
Ik heb nog zo veel te vertellen Johan.
Ik dacht je een brief te schrijven
maar nu je hier bent hoor je het uit
mijn mond. Ik ben zo vreemd te moede.
Ik ken geen schaamte meer en ik praat
nu met je zonder dat iets me nog hindert.
Vroeger, toen ik nog vol leven was, zou
ik liever dag en nacht geleden hebben
dan een brief te schrijven of met jou
te praten. Maar mijn ziel gaat mijn
lichaam verlaten en ik kan niet meer
nadenken als vroeger. Ik heb een
bloeding gehad toen ik bij andere
mensen was, de arts heeft mij onderzocht
en heeft vastgesteld dat van mijn longen
maar een stukje meer overblijft. Waar zou
ik mij nog moeten voor schamen
JOHAN
Jij moet je voor niets schamen. Ook niet
omdat je mijn hart gebroken hebt toen je
me vertelde dat je met Claude moest trouwen
om je vader van de ondergang te redden.
ELIZABETH
Toen was Claude al dood. Hier op mijn
ziekbed heb ik liggen nadenken over de
laatste woorden die ik je heb toegesproken.
Ik wist niet dat het mijn laatste woorden
zouden worden, anders had ik je tot
weerziens gewenst. Ik dacht dat ik je
nooit meer zou terugzien en ik heb zoveel
spijt dat ik me niet aan je voeten heb
gegooid, je schoenen heb gekust, om je te
laten zien hoeveel ik van je hield.
Gisteren en vandaag had ik de wens nog de
kracht te hebben en terug te keren naar
het platteland, naar de plaats in het bos
waar je mij omarmd hebt. Ik zou me op
de grond gooien en het heidekruid
omhelzen. Maar dat gaat niet meer als
ik niet een beetje beter word, wat
mama nog gelooft.
JOHAN
Je moet beter worden. We kunnen van de
verloren tijd nog veel inhalen.
ELIZABETH
Het voelt raar aan te denken dat het
enige waar ik voor op de wereld ben
gekomen was om je lief te hebben en
nu afscheid te nemen van het leven.
Mocht je kunnen ervaren hoe het is
om in bed te liggen wachten op je
laatste dag, je laatste uur.
JOHAN
Je moet blijven leven, Elizabeth, je
moet de mensen in de straat nog
kunnen horen praten, je moet de
voertuigen nog horen voorbijrijden.
ELIZABETH
Ik zal de lente niet meer meebeleven
en de huizen, de straten, de bomen in
het park zullen er na mijn verdwijning
nog altijd zijn. Vandaag heb ik kunnen
rechtop zitten in mijn bed en door het
venster kijken. Op de hoek van de
straat kwamen twee personen elkaar
tegen, ze hebben elkaar gegroet en
handdrukken gewisseld. Ze lachten om
wat ze elkaar te vertellen hadden en
het was vreemd te weten dat ik, die
dat alles zag gebeuren, ga sterven.
Ik heb gedacht dat die twee niet wisten
dat ik hier op mijn laatste uur lig te
wachten. Maar zelfs als zouden ze het
weten, ze zouden elkaar ook nog
begroeten en blijven staan praten.
JOHAN
Dat mag je niet denken meisje, je moet
beter worden, dan kunnen wij ook op de
straat met elkaar praten, of liever
nog in ons dorp, in het bos, het park,
dat ons zo lief is, waar de mensen ons
kennen en vriendelijk zijn.
ELIZABETH
Mijn god, mocht je weten hoeveel ik van
je gehouden heb, Johan. Ik heb het je
niet kunnen tonen, zoveel dingen stonden
onze liefde in de weg, op de eerste
plaats mijn eigen aard. Papa was ook de
ergste vijand van zichzelf en ik ben
echt zijn dochter. Maar nu ik ga sterven
en het te laat is wilde ik je nog een
laatste keer schrijven om het je te
vertellen. Ik vraag me eigenlijk af
waarom, dit laat je onverschillig vooral
nu ik er niet meer zal zijn.
JOHAN
Dat is niet waar, Elizabeth. Ik wil voor
eeuwig aan je zijde blijven, je mag je
nooit verlaten voelen.
ELIZABETH
Ik ben blij dat je gekomen bent, maar nog
geen dag geleden heb ik gewenst dat ik in
je herinnering zou blijven zoals ik was
voordat ik ziek ben geworden. Je was zo
overvol van mijn ogen en wimpers, maar die
zijn niet meer als vroeger.
JOHAN
Ik zie dat verschil niet.
ELIZABETH
Toch wel. Daarom had ik liever dat je
niet meer was gekomen. Ik bid je, kom
niet naar mij kijken in mijn kist. Ik
ben nog wel ongeveer als vroeger,
alleen wat bleker. Ik zal mijn gele
jurk dragen, maar toch, achteraf zul
je er spijt van krijgen.
JOHAN
Ik zou hete mijn leven lang betreuren
als ik geen afscheid van je had genomen.
ELIZABETH
Ik ben verschillende keren begonnen aan een
brief maar ik kwam er niet toe een duizendste
deel te schrijven van wat ik me voornam. Het
is verschrikkelijk dat ik moet sterven, ik
wil niet sterven, ik bewaar nog een beetje
hoop, ik bid de heer mij weer beter te maken,
was het maar om de lente te zien uitkomen.
Dan worden de dagen helderder en de bomen
krijgen hun bladeren. Als ik mijn gezondheid
terugkrijg zal ik nooit meer stout zijn.
Ik heb zo gehuild als ik er weer aan dacht.
Ik zou naar buiten komen en elke tegel en
elke trede danken en ik zou goed zijn voor
iedereen. Ik wil alle leed doorstaan als ik
maar kon blijven leven. Ik zou nooit klagen,
integendeel ik zou glimlachen naar wie mij
kwaad wil. Ik heb mijn leven niet geleefd,
ik heb voor niemand iets gedaan en dit
slechte leven moet hier eindigen.
JOHAN
Je mag van jezelf niet zeggen dat je slecht
heb geleefd. dat is niet waar.
ELIZABETH
Mocht je weten hoe diep het mij bedroeft
dit leven te verlaten. Misschien dat je
dan iets zou ondernemen, alles wat in je
macht ligt. Ik had gedacht dat als
alle mensen van de wereld voor mij
zouden bidden en besluiten om mij
niet te laten sterven, god mij
misschien de genade van het leven
zou schenken. Ik zou zo dankbaar
zijn dat ik nooit meer kwaad zou
doen, zou glimlachen naar alles wat
ik ontmoet, als ik maar kon blijven
leven.
JOHAN
Je zult blijven leven, je moet blijven
leven.
ELIZABETH
Moeder is bij mij aan bed geweest. Ze
huilde zo. Ook deze nacht heeft ze aan
mijn bed zitten huilen. Dat heeft me
goed gedaan. Door haar tranen heeft ze
bitterheid van mijn afscheid verzacht.
JOHAN
Wat kan ik doen, wat moet ik zeggen om
je leed te verzachten.
ELIZABETH
Niets meer, alleen thuis deze brief lezen
die ik voor jou geschreven heb. Dan zal
ik er niet meer zijn.
JOHAN
(neemt
de envelop aan, staat op, kust haar op
haar
voorhoofd) Ik
moet nu weg, ik loop straks
nog wel even binnen. (loopt naar buiten)
FADE-OUT
FADE-IN
IN. KAMER DAG
JOHAN
(staat
bij het raam en leest de brief)
(V.O.)
Liefste
Johan. Ik heb me afgevraagd
wat je zou zeggen als ik in de straat
recht op u zou toelopen, in mijn beste
kleren, niets kwetsend zou je zeggen maar
me in tegendeel een zopas aangekochte
zou aanbieden. Het dringt tot mij door dat
ik nooit meer zal kunnen doen waar ik zin
in heb, want ik zal niet genezen, want ik
ga sterven. Ik huil veel, stilletjes, zonder
ophouden en zonder hoop. Ik snik niet, mijn
borst doet geen pijn. Johan, mijn zeer lieve
vriend, mijn enige liefde op deze aarde, kom
bij mij als de avond valt. Ik zal niet
huilen, ik zal glimlachen zo hard ik kan, zo
gelukkig zal ik zijn van je te zien. En nu
moet ik afscheid nemen, het wordt nacht.
Tot ziens Johan, dank je voor elke dag. Als
ik de aarde verlaat zal ik je nog danken,
tot het einde en ik zal je naam uitspreken
de hele weg lang. Leef je leven en vergeef
mij voor al het kwaad dat ik je heb
aangedaan. Verwijt me niet dat ik me niet
aan je voeten heb gegooid om vergiffenis
te vragen. Ik doe het nu, in gedachten.
Wees gelukkig, Johan en vaarwel. Ik ben
aan het einde van mijn krachten. Je
Elizabeth.
(Johan loopt naar het tafeltje
waar
een telefoon staat. Draait een nummer)
Hallo. Het ziekhuis. Kunt u mij verbinden
met kamer veertien. Met juffrouw Elizabeth
Lauwers.
STEM
IN TELEFOON
(na
een korte pauze) (O.S.) Meneer, bent u
daar nog. Juffrouw Lauwers is een half
uur geleden overleden.
JOHAN
(legt
de hoorn weer op de telefoon)
FADE-OUT
FADE-IN
INT. GELAGZAAL STATIE DAG
VICTOR
Het verhaal gelezen? Tragisch niet. Dat
zijn gebeurtenissen van tien, vijftien
jaar geleden. Johan is sindsdien
vrijgezel gebleven. Hij heeft geen enkel
meisje meer ontmoet.
CONSTANT
Zo zou ik het niet aan boord leggen.
ERNEST
Ik wel. Mocht Tine iets overkomen dan weet
ik niet wat ik zou doen.
CONSTANT
Toch geen zelfmoord, geen vrouw is het waard.
ERNEST
Tine wel, ik denk eer aan alcohol of drugs.
VICTOR
Wij zouden gereed staan om je er doorheen
te helpen, Ernest.
CONSTANT
Mannen, graag een ander onderwerp.
FADE-OUT
Geen opmerkingen:
Een reactie posten