woensdag 26 juli 2017

14 TWEE OVERSPELIGE GELIEFDEN DOEN HET NIET








TWEE OVERSPELIGE GELIEFDEN DOEN HET NIET

Originele script voor

 8 afleveringen van een dramatische

Tv-serie

Geschreven door

Jules De Cort
























EXT.               RIVIERDIJK           DAG


EMILY
(EMILY BOSMANS de hoofdverpleegster van rusthuis
Zilverschoon, staat op de verhoogde dijk nabij
een pad dat naar beneden loopt en naar het
rusthuis leidt. ze ziet VICTOR GOETHALS op de
fiets aankomen op het jaagpad)

VICTOR
(stopt, stapt van zijn fiets en geeft Emily
een wangzoen) Emily, ik bewonder je om je
gaven en talenten, om je donkere haren,
ovale gezicht, mollige gestalte, je
zinnelijke lippen, geheel gemaakt om ze
af te likken voor de wilde smaak van de
rouge baiser. Je bent bekwaam, vriendelijk,
vol toewijding en overgave en je werkt
hard met grote inzet. Zo zouden alle
hoofdverpleegsters, verpleegsters en
verplegers moeten zijn. Je bent volmaakt,
je hebt geen fouten.

EMILY
Alle verpleegsters en verplegers zijn als
ik. Je bent weer zo hoogdravend. Heb je
gedronken?

VICTOR
Een glas water, meer niet. Een verliefde
man ziet geen fouten aan zijn geliefde.

EMILY
Heb ik fouten.

VICTOR
Ik zie er geen en jij ziet er geen aan
mij. Wij lijden aan een door liefde
opgefokt gezichtsbedrog, we zien van
elkaar geen gebreken en onze
hersencellen kunnen daar voorlopig
niets tegen doen. Onze zintuigen en
onze rede kunnen niet op tegen de puls
van onze hormonen. Heb ik je dat onlangs
nog gezegd.

EMILY
Gisteren nog. Maar ik dacht dat
liefdesverklaringen anders klonken,
romantisch en niet pseudo-
wetenschappelijk. Dit klinkt als
iets dat je pas gelezen hebt.

VICTOR
Zo kan ik mij best uitdrukken zonder
hartstochtelijk te worden. Ik zal
je blijven lastig vallen met mijn
ontboezemingen tot ik van hogerhand
het bevel krijg om Zilverschoon
achter mij te laten. Nu Sander
Molenaars de nieuwe secretaris is
van het OCMW moet ik de
administratie van Zilverschoon
binnenkort overlaten aan iemand
anders, als hij zich heeft
ingewerkt pakt hij het rusthuis wel
van mij over. Hij heeft een beter
voorkomen dan ik en je zult hem
moeilijk van je lijf kunnen houden.

EMILY
Hoor ik daar een zweem van jalousie.
En een beetje vertrouwen zou je niet
misstaan.

VICTOR
Je kunt gelijk hebben. Hij is mijn
baas en ik heb het zelf gezocht als
ik hier zal moeten vertrekken, ik
had zelf voor secretaris moeten gaan,
die post is mij aangeboden geweest
maar ik heb mij erop ingesteld geen
chef te worden, van niets of niemand
en geen verantwoordelijkheid op mij
te nemen. Je zult niet lang meer
moeten luisteren naar mijn
ontboezemingen, je zult eindelijk
van mij verlost zijn.

EMILY
Je doet niet anders dan
verantwoordelijkheden opnemen, zeker
toen Van Horenbeeck nog secretaris
was. Ik zal je praatjes missen maar
het is nog niet zo ver. Toon je
kunstzin en beschrijf mij liever op
je wat opgewonden en lyrische manier
wat je nu voor je ogen ziet zodat het
in mijn geheugen opgeslagen blijft
mocht ik hier ooit weggaan.

VICTOR
(beeldmontage bij commentaar) Jij gaat hier
nooit weg. Ik verbied het je. Je kunt
niet zonder deze plek op aarde. Kijk dit
veie en vette land, de sappige weiden
geel van de boterbloemen, rood van de
ridderzuring, purperrood van de
wilgenroosjes daar in de beekkant, de
graanvelden prikkelend van stuifmeel,
het zwartgroene aardappelloof met de
onooglijke bloemen, de bosjes en de
hagen die het Hageland zijn naam geven
en in de richting van de stad de trotse,
robuuste, gotische kathedraaltoren.
Streken als de Provence, Toscane en
zelfs de nabije Moezelvallei hebben
hun charme en hun schoonheid maar
daar hebben ze geen knotwilgen zoals
hier,geen kathedralen en geen
blauwzwarte wolkentorens met regen
beladen. Had ik maar het talent om met
de pen mijn gevoelens in beeld te
brengen, dat is iets voor een
grootmeester der letteren, een schilder,
of liever een toondichter, want muziek
kan zoveel beter dan het woord de juiste
toon aanslaan. Om je zinnen te verzetten
en je driften tot bedaren te brengen is
er niets beters dan open te staan voor
de omgeving, voor wat je ziet, ruikt en
hoort, je te laten meedrijven op de rust
die uitgaat van de rivier, van de oever
met zijn boerenwormkruid en kleine
berenklauw, van het jaagpad, voorbehouden
aan wandelaars of konijntjes die mij
vertrouwen tot op een meter of twee,
maar zich niet laten strelen, nog niet.
Fietsen op de dijk mag en om ter hardst
lopen ook, copuleren als de zedenpolitie
het niet ziet. Zoals die keer op een
warme ochtend, toen ik botste op een
koppel dat het aan het doen was,
daar op de dijk, de jongen lag op zijn
rug met zijn hoofd bijna op de weg, zij
schrijlings op hem en maar van katoen
geven, haar prammen hossend op hun
hemelse ritme, alle twee naakt zoals
het hoort, puur natuur. Dingen als deze
laten mij van het leven genieten, dan
deint mijn welbehagen zachtjes als een
zee in rust of als de adem van een
slapende baby, dan zweven mijn zinnen
in de oneindigheid van het zwerk als
een bont gekleurde heteluchtballon.

EMILY
Mooi. Heb je dat opgeschreven en
gerepeteerd of schud je dat zo maar
uit je mouw. Als je zo praat ervaar
ik iets als een schoonheidsbeleving.
Door het leeftijdverschil moeten
we elkaar in onze jeugd ontlopen zijn.

VICTOR
Wat ik beschrijf heb ik onderweg van
af mijn fiets gezien, in mijn verstand
opgeslagen, laat het nu voor mijn ogen
afrollen en probeer het onder woorden
te brengen. Ik weet dat jij evengoed
als ik van het landschap en het
buitenleven geniet. Het mag eens wat
anders zijn dan zeuren over mijn grote
liefde voor jou of over het bed dat
wij nog altijd niet hebben gedeeld.

EMILY
Daar gaan we weer. We zijn alle twee
getrouwd Vik, maar niet met elkaar.
Overspel kan ellendige gevolgen
hebben. Is het dat waard.

VICTOR
Zoals ik mij nu voel wel, maar we
zijn serieuze mensen en dat houdt
ons tegen. Op mijn vrouw is niets
aan te merken, ik krijg wat ik graag
hebben wil en jij hebt een brave
man, het zou hen alle twee diep
kwetsen mochten ze ons op overspel
betrappen of als wij van hen weg
zouden gaan. Toch kan ik mijn
onreine gedachten niet van mij
afzetten. Een man bezeten door
seksdrang is een roofdier en voor
een roofdier zijn alle methodes
goed om aan hun prooi te komen. Maar
mijn seksdrang is getemperd door
mijn liefde.

EMILY
Dat is diep, Vik, maar jij bent geen
roofdier, met jou durf ik alleen op
een hotelkamer overnachten, als ik
neen zeg is het neen, je zult me niet
lastig vallen als ik dat zelf niet wil.

VICTOR
Dat weet ik zo nog niet. Een roofdier
overvalt zijn prooi, als de
jachtluipaard die de antilope in volle
ren de keel doorbijt, als de valk die
in de lucht hangt te bidden en
geluidloos op de muis duikt en ze
grijpt, als de slang die op sluwe en
slinkse wijze onhoorbaar en onzichtbaar
het onschuldige konijntje omkneld en in
een keer verzwelgt. Ook de rooftechnieken
van spinnen en bidsprinkhanen beheerst de
vrouwenverleider naast de taal van de
vleier, de lichaamstaal en het gezag dat
hij kan doen gelden om een mededinger
opzij te schuiven en de prooi voor zich
alleen te winnen. Ik ben niet het type
roofdier, ik zou er nooit aan denken
weerloze of zwakke vrouwen te
bespringen, maar ik verdenk Sander
Molenaers ervan zo iemand te zijn,
jij bent zijn lustprooi.

EMILY
Heel veel woorden om te laten verstaan
dat je toch jaloers bent. Het is waar,
Sander Molenaers jaagt op mij, dat is
duidelijk. Maar er is geen enkele
reden om jaloers te zijn.

VICTOR
Sander wil mij hier weg. Maar hij kent
je nog niet half, hij weet niet dat
jij het standvastige soldaatje bent.
Over mij weet je alles, iedereen weet
alles over mij maar wie ben jij, wat
weet ik tenslotte over jou. Je maakt
lange uren, je man is dikwijls voor
maanden weg, maar hoe red je het, dat
weet ik niet.

EMILY
Tien jaar geleden ben ik getrouwd met
Willy Glorie, hij is compleet het
tegenovergestelde van mijn eerste man.
Willy is doortrokken van goedheid,
zijn ideaal is zich wegcijferen voor
de medemens. Ik heb een stil
huwelijksgeluk gevonden na mijn
eerste mislukt huwelijk, ik ben mijn
man dankbaar, ik hou heel veel van
hem en ben hem altijd trouw gebleven.
Willy is landbouwingenieur, werkt
voor ontwikkelingshulp en krijgt
opdrachten in het buitenland, in de
derde wereld, hij helpt daar de
plaatselijke bevolking om meer uit
hun grond te halen dan zij en hun
verre voorouders ooit voor mogelijk
hebben gehouden. Hij is veel van
huis weg, soms maanden aan een stuk,
dat is niet ideaal voor een huwelijk,
maar hij kan het erop wagen want
hij is zeker van mijn trouw, zeker
na wat ik heb meegemaakt met mijn
eerste man, die vagebond, die
onmens.

VICTOR
Ik wist niet dat jij een scheiding
hebt gehad.

EMILY
(in beeld brengen) En hertrouwd, ik ben
niet zwak en weerloos. Ik heb geen
bescherming nodig. Ik heb eerst in
een algemeen ziekenhuis gewerkt, was
tevreden met mijn baan, heb de artsen
van mijn lijf weten te houden maar de
uitdaging van Zilverschoon sprak mij
aan. De hoofdverpleegster hier voor
mij had de laatste jaren haar werk
wat laten liggen, dat zul je zelf wel
weten, niet dat ze de oude mensen in
de steek heeft gelaten. Men zegt dat
niemand, zelfs de sterkste vrouw niet,
sterk genoeg is om het meer dan twintig
jaar uit te houden als
ouderenverzorgster. Ik wil bewijzen dat
ik sterk genoeg ben en het staat me aan
dat Zilverschoon een kamer open houdt
voor achterna gezeten en mishandelde
vrouwen, ik weet waar het over gaat. Bij
mijn eerste man heb ik het vier jaar
uitgehouden. Ik was overtuigd dat ik van
een grove bruut een beschaafde lobbes
zou kunnen maken, maar alleen met een
hersenoperatie had dat kunnen lukken.
Geen enkele keer heeft hij een goed
woord voor mij over gehad en de
vuistslagen volgden altijd als het eten
niet op tijd klaar was als hij thuis
kwam van zijn werk. Als verzachtende
omstandigheid nam ik aan dat hij
afstompend werk deed in een grote
autofabriek en hij verdiende in het
begin meer dan ik. Waarom ik met zo
iemand was getrouwd is gauw uitgelegd.
Ik was jong, had pas mijn eindexamen
afgelegd, was met mijn medestudenten
onze promotie gaan vieren, had teveel
gedronken, was op de mafkees gevallen,
die heeft mij ontmaagd om niet te
zeggen verkracht. Ik was er van
overtuigd dat er niets mis mee was
om met een werkman getrouwd te zijn,
maar ik had de tijd niet gehad om
zijn strontkarakter te leren kennen
en ik zat ermee. Het lag in mijn aard
om hem te helpen ontwennen van zijn
drankzucht en van zijn woede
uitvallen af te helpen en ik deed
alles om van hem een bezadigde man
te maken, maar verpleegsters laten
zich teveel door hun aangeboren
meevoelen leiden en geven niet
graag toe dat ze voor een hopeloze
taak staan. Ik ben dan toch van hem
gescheiden, ik kon niet blijven op
mijn werk verschijnen met twee
dichtgeklopte ogen, een gebroken
neus of een half afgescheurd oor.

VICTOR
Wat een geschiedenis. Waarom heb je
mij dat niet eerder verteld. Dat je
een goede man hebt die werkt voor
ontwikkelingshulp dat wist ik al,
maar die andere, die beest. Aan
Willy heb je de steun en toewijding
die elke vrouw zou moeten hebben en
die ik je niet zou kunnen geven.

EMILY
Dat kun jij wel, je vrouw krijgt het
van je .

VICTOR
Jij zit dus ontelbare lange avonden
alleen thuis zonder seksgezel en op
je eentje uitgaan zie  ik je niet
 doen.

EMILY
Om er het beste van te maken doe ik
lange uren hier op Zilverschoon. Ik
heb geen enkele reden om stipt mijn
40 uren per week te kloppen en ik
blijf tot al de taken van de dag
zijn volbracht en die van de volgende
dag voorbereid. Dat weet je, je
kijkt ook op geen uur.

VICTOR
De vorige secretaris van het OCMW
deed zijn werk niet ik moest wel
inspringen en lange uren maken. Met
Sander Molenaers wordt het anders.

EMILY
Daar zal Wiske blij mee zijn.

VICTOR
Ja, vast. Maar dit moet me van het hart.
Je warme aanwezigheid treft mij altijd
zwaar in mijn gemoed. Tot hier toe heb
ik dat gevoel van overweldigende
verliefdheid weten af te houden, maar
nu woedt in mij een storm die ik in
bedwang probeer te houden, duidelijke
symptomen van grote liefdesdrang. Mijn
hartslag gaat bij momenten over de
honderd, te hoog om er mee te blijven
lopen. Ik heb een methode bedacht die
deze drang zou kunnen stillen: met jou
bloot in het hoge gras op de dijk gaan
liggen en blijven neuken en beuken tot
de schijndood erop volgt en wij genoeg
hebben van elkaar. Het probleem is dat
jij en ik weken later nog de sporen van
ons geweld in de kleuren blauw en geel
en groen op ons geslachtsdeel zouden
meedragen. Dat aan onze wederhelft
uitleggen zou niet simpel zijn.

EMILY
Je bent gek, je verbeelding slaat op
hol, Vik. Dat zal er nooit van komen.

VICTOR
Dat weet ik wel, het is een ingeving.
Was het gebeurd dan was het hek van
de dam geweest, dan zou ons verlangen
naar elkaar tien keer zo groot
geworden zijn en zouden wij een korte
tijd diep gelukkig en voldaan in een
roes hebben geleefd, maar ook onze
dierbaren in het verdriet hebben
gestort, mijn vrouw Louise zou er
nooit overheen komen, onderschat
nooit het leed van een
uiteengereten gezin.

EMILY
Lang genoeg gebabbeld. Het mag niet
te lang duren want ze houden ons van
uit het kasteel in de gaten. Met een
verrekijker als het erop aankomt.

VICTOR
Dat meen je niet.

EMILY
Oudjes zien altijd wat ze niet moeten
zien en praten eindeloos onder elkaar,
het houdt nooit op, aan alle bezoekers
vertellen wat ze menen gezien te
hebben, de waarheid natuurlijk, maar
beladen met verzinsels en die
verzinsels blijven hangen in het
geheugen van achterdochtige mensen,
zeker in dat van Sander Molenaers.

VICTOR
Hij duikt overal op. (loopt naast zijn
fiets met korte passen de steile helling af)

EMILY
(volgt hem op een paar meter)

Oudjes wandelen op de paden van het park, twee of drie besjes samen. Hier en daar loopt een knar naast een besje, er zijn minder mannen dan vrouwen, ze lopen liefst aan de zijde van een oud vrouwtje, een snuifje genegenheid in de levensavond.

EXT.           PARK KASTEEL ZILVERSCHOON     DAG

EMILY
(Emily kijkt het bewogen aan)(V.O.)Word ik
ook binnen twintig, dertig jaar als de
oudjes, die leven in de waan van
veertig, vijftig jaar geleden, die
zich in lengtematen nog niet decimaal
maar nog korporaal uitdrukten, duim,
vinger, hand, voet, schrede, zich niet
volop bewust zijn van wat zich nu om
hen heen in de nieuwe tijd afspeelt en
zich meer om hun eten dan om hun
stoelgang bekommeren. Zou de volgende
generatie ons in de steek laten? Ik zal
dat in elk geval nooit doen met de
mensjes waar ik voor insta. Ook op het
einde van de twintigste eeuw zijn er
nog mensen met plichtsbesef, meer
Christusfiguren dan we denken want veel
te veel lui geloven dat een teken van
goedheid geen teken van grootheid is
maar van zwakte.

VICTOR
(komt eerder dan Emily bij het kasteel en
stalt zijn fiets)

EMILY
(maakt een praatje met boer Laarmans die in
het rustoord verblijft maar nog goed genoeg is
om in het park een handje uit te steken)

FADE-OUT

FADE-IN

INT.            INGANG EN ZAAL ZILVERSCHOON              DAG

VICTOR
(interieur van het kasteel) (V.O.) Het
kasteel draagt nog vele sporen van
zijn oorsprong. Op de hoogste
verdieping kleine kamers voor het
vroeger huispersoneel, eerder cellen,
nu slaapkamers voor bejaarden die
liever alleen willen slapen. Op de
eerste verdieping grote kamers
ingericht als slaapkamers voor twee
en meer oudjes of voor
personeelsleden die hier overnachten.
Een kamer is weerhouden als
vluchthuis voor meisjes of vrouwen
die hier een veilig onderkomen zoeken.
Beneden een grote zaal, nu ingericht
als eetzaal, een grote inkomhal met
trap en aan de andere kant een salon
waar de bewoners kunnen kaarten en
TV kijken, er is een hoekje met een
kleine bar voor de bezoekers. Het
kasteel is aangepast maar niet echt
geschikt voor een bejaardenhome.

Jan, een pee van 86 jaar, staat bij de ingangsdeur en probeert buiten te glippen. Jan is niet helemaal bij zijn zinnen)

VICTOR
(houdt Jan tegen) Binnen blijven Jan, je
loopt altijd verloren en dan zijn we
je kwijt. Als je in de vijver sukkelt
is het met jou gedaan, de vijver is
meer dan twee meter diep en de eenden
zullen je niet redden. (leidt hem bij
een arm naar zijn zetel en groet de andere
oudjes)

Aan een tafel zitten ze met vier te kaarten, die zijn nog goed bij hun verstand. Vie zit er mokkend bij, ze mag niet meer meedoen.

VIE
Mag ik nog eens meedoen.

EEN VROUWTJE
Neen Vie, je vraagt na elke slag
opnieuw wat troef is, zo kunnen
we niet spelen.

EULALIE
(zit in een hoek luid weesgegroeten
en onze vaders te bidden)

MARIEKE
(zingt met hoog stemmetje haar lijflied: O was
ik maar bij moeder thuis gebleven.

BERKE
(is met zijn looprek onderweg naar het toilet)
’t Is ‘t hopen dat ik het haal.

VICTOR
(geeft Octavie die onderweg naar haar stoel
een arm) Octavie, wanneer gaan we nog
eens dansen. Je ziet er weer uit als
een koningin.


VICTOR
(tot bij Jakke die nog aan tafel zit met een
vuile mond. Een verzorgster veegt zijn mond
schoon) Jakke, de jonge meisjes kunnen
van je lijf niet blijven.

VICTOR
(loopt de keuken in, spreekt de kokkin aan)
Anna ik heb de menu voor de volgende
week zo goed als klaar, heb je een
speciale wens.

ANNA
Neen Vik, als jij het doet zal het wel
goed zijn en Emily is daar om te zien
dat het deugt.

VICTOR                                      
Lekker en goed eten is de laatste vreugde
die wij de oude mensen kunnen bieden,
elke cent die ik mag uitgeven aan eten,
moet goed worden besteed.

ANNA
Dat weten wij, Vik. En je bent altijd
goed bijtijds zodat de keuken de tijd
heeft om de inkopen te doen. Wij
proberen de beste kost te geven die
er te krijgen is. Voor ons is het
plezierig te werken met verse
groente, vers fruit, gekeurd vlees en
gezonde desserts.

VICTOR
Een lekkere en overvloedige hap mogen
wij de mensen in de herfst van hun
leven niet onthouden, smakelijkheden
zijn een van de weinige dingen waar
ze nog genot aan beleven. Het
rusthuis Zilverschoon doet het in de
statistieken beter dan het nationale
gemiddelde, per jaar verhuizen er
minder dan twintig percent van de
residenten van deze rustige omgeving
naar de nog rustiger eeuwige
lusttuinen. Rusthuizen zijn
sterfhuizen, dat is helaas niet
anders. (loopt weer de zaal in)


PIT TIELEMANS
(de oefenmeester is op stap met Johanna,
een vrouwtje van in de negentig. ze klampt
zich aan hem vast en herhaalt bij elke stap
dezelfde zin)

JOHANNA
Ik ben blind en kan niet meer alleen
gaan maar ik heb nog al mijn verstand.

PIT TIELEMANS
Dat is waar, Johanna, maar we zijn er
altijd om je te helpen.

VICTOR
Je bent hier nooit alleen, Johanna.
(loopt de trap op naar zijn kantoortje op
het eerste)

FADE-OUT

FADE-IN

INT.            KANTOOR VICTOR           DAG

VICTOR
(het raam staat open en van daar kijkt hij
naar het park, de vijver en het wandelpad
omheen de vijver)

COMMENTAARSTEM
(O.S.) Daar zitten ze, de ouden van
dagen die nog uit de voeten kunnen,
alleen, in paren en in groepjes,
onder de linde of onder de blote
hemel, te praten of voor zich uit
te staren. Het geluid van een tractor
op het veld, een vliegtuig dat
donderend als een ver onweer de grond
verlaat in Zaventem, de trein die
zich optrekt in het station, het
ontstemde gekwaak van een opgeschrikte
eend en het spelen van een lichte
bries in de bomen van het kleine bos.

VICTOR
(sluit zijn ogen en snuift de geur van de
lindeboom op het plein voor Zilverschoon. twee
oudjes die op het pad wandelden wuiven naar hem
en blijven koekoek roepen tot hij zijn ogen
open doet) (V.O) (in beeld brengen) Al wat ik
Emily heb verteld, al wat ik nu in
gedachten heb zou ik moeten opschrijven,
er een verhaal van maken. Het is niet
al verzinsels wat de oudjes vermoeden.
In dit kantoortje plegen Emily en ik
lange uren ijverig samen te werken, maar
niet alleen hier. We hebben er wel geen
gewoonte van gemaakt, maar af en toe
als het weer en het werk het toelaten en
als wij er zin in krijgen, maken we een
wandeling langs de vijver, tot op de dijk
om in de open lucht de taken en de
problemen die Zilverschoon meebrengt,
te overlopen. Achter een kreupelbosje,
uit het zicht van de nieuwsgierigen,
durven we soms elkaar heel innig te
omhelzen en over te gaan tot een
tongrol. De dagen dat zij gewillig is mag
ik met een hand onder haar rok in haar
slipje gaan, woelen in haar schaamhaar
en met een vinger tussen haar
schaamlippen, voelen dat ze een
meisje is. Op andere dagen duwt zij
mij weg als ik begin te scharrelen
en kijkt naar de verte, naar de
eerste uitlopers van het Hageland.
Dikwijls waait onze verliefdheid
om onze hoofden als stuifmeel in
een bries over een groen en golvend
korenveld, maar toch zijn we nooit
verder gegaan dan dit tortelen.
Emily is nog maar een keer met een
hand in mijn gulp gegaan om mijn
groot geworden kleine jongen boven
te halen en er mee tussen haar
dijen en tegen haar slipje te
schuren, maar verder laat ze het
niet komen, alsof ze bang is om
zich helemaal open te gooien.
Drempelvrees of diepliggend respect
voor onze wederzijdse
huwelijkspartner heeft ons er
totnogtoe van weerhouden in het
kreupelhout te gaan liggen en ons
niets ontziend op elkaar te storten
en het te doen op dagen dat het
gras droog is, lekker geurend en
uitnodigend. Zijn we nog niet over
de hele lengte over de schreef
gegaan, wat we gedaan hebben is in
elk geval overspel volgens de aloude
maar nog geldige wetteksten die het
zedelijke gedrag aan banden leggen
om maar niet te spreken over de
wetten van de pastoor, die er
trouwens geen uitstaans mee heeft.
Daar maal ik niet om, maar ik
bedrieg Louise, nog niet in daden
maar in gedachten. Mijn schuldgevoel
ligt op mijn maag en dat orgaan
bezorgt mij ongeveer even veel
storingen als mijn ongestilde
liefdeshonger. Wat een biecht.

EMILY
(komt binnen om de menu’s te overlopen en
enkele routinezaken te bespreken) Er is
weer ruzie geweest tussen Rosalie en
Clementine die slapen op dezelfde
kamer, ze hebben aan elkanders haar
getrokken. Het oude liedje, niets
ongewoons. Verder een doodnormale
dag op Zilverschoon. Ik heb gehoord
van gevallen waarbij man en vrouw
op hogere leeftijd die in dezelfde
kamer verbleven, elkaar naar het
leven stonden.

VICTOR
Ik hoop dat het tussen Louise en mij
nooit zo ver zal komen, maar hoe kan
ik nu weten dat mijn hersenen later
niet vol gaten en eeltknopen zullen
vallen. (staat op, omhelst Emily, legt
een hand op een borst, ze weert hem af.
gaat terug achter zijn bureau)

EMILY
Ik heb nog een geval te melden dat mij
in hoge mate heeft geërgerd. Jean Van
Beneden, de verzekeraarmakelaar die
nog niet genoeg bankpapier heeft
opgetast, heeft daar iets willen aan
doen ten koste van een minder alert
vrouwtje. Ik heb hem betrapt op de
kamer van Nieke Huidevetter. Neen, hij
was niet aan het stelen maar het
scheelde niet veel. Hij legde het
slimmer aan boord. Nieke woont nu zes
maanden op Zilverschoon, haar
proefperiode is afgelopen, ze voelt
zich hier goed en ze heeft haar huis
enkele weken geleden openbaar
verkocht. De notaris heeft de
papieren in orde gebracht en heeft de
drie miljoen, op zijn rekening laten
zetten waar Nieke erover kan beschikken.
Het lag in haar bedoeling het geld te
verdelen onder haar twee dochters, maar
er kwam een kaper op de kust in de
gedaante van Jean Van Beneden. Die
is Nieke nog geen half uur geleden
komen bezoeken, heel vriendelijk,
handenwringend, met de beste
bedoelingen. Hij wilde haar aan het
verstand brengen hoe zij haar
geld heel voordelig kon beleggen in
kasbons, uitgegeven door een stevige
Hollandse bank. Hij drukte er op dat
hij bereid was de bons voor haar te
bewaren, de verantwoordelijkheid op
zich te nemen dat de coupons, netto
opbrengst 24 percent, op de vervaldag
geïnd werden en zij het geld van
de rente in handen kreeg, zij had
naar niets meer om te zien. Nieke,
toch al in de zeventig, luisterde
met grote ogen. Van Beneden toonde
aan, folder in de hand, dat het voor
haar kinderen geen verschil uitmaakte,
ze zou ze jaarlijks kunnen verrassen
met een heel mooie rente en intussen
bleef haar geld zijn waarde houden,
dat geld kwam hen later toe, maar
daar was geen haast bij, hahaha. Hij
wilde geestig zijn. Dan pakte hij uit
met zijn vertrouwenwekkende glimlach
die hem berucht heeft gemaakt en
waarmee hij goedgelovige mensen voor
zich heeft weten te winnen, om de
tuin geleid of gewoon bedrogen. Ik
heb in de gang staan luisteren, de
glimlach heb ik niet gezien maar ik
ben binnengelopen op het ogenblik
dat ik Van Beneden met papieren
hoorde ritselen. Ik heb langs mijn
neus weg gevraagd hoe de kinderen in
het geval er iets gebeurde over het
geld van hun moeder zouden kunnen
beschikken als de stukken, niet op
naam waren maar verdorie in zijn
safe zitten. Wat voor verschil kon
het voor hem uitmaken, heb ik hem
gevraagd, dat hij even wachtte tot ik
de dochters had opgebeld om te vragen
of die langs wilden komen, zij hadden
toch min of meer het recht toe te
zien op de zaken van hun moeder. Jean
was op zijn pik getrapt, hij verweet
mij dat ik hem staan afluisteren had
maar wilde geen ruzie maken. Ik moest
de moeite niet doen om de dochters op
te bellen, hij zou zelf wel met de
meisjes praten en alles ineens in
orde brengen. Hij vertrok meer met
een grijns dan met een glimlach.

VICTOR
Goed gedaan, jij doet meer dan je plicht.
Jij beschermt je oudjes tegen klaplopers
om niet te zeggen struikrovers, wie zou
daar nog de tijd voor nemen. Het is voor
jou niet genoeg dat ze bijtijds hun papje
krijgen en een propere luier omgespeld
krijgen. Alleluja.

EMILY
Genoeg bloemetjes gegooid. Nieke is nog
heel zindelijk, ze is lang niet aan
luiers toe. Kreeg ik maar een procentje
van het geld dat ik uit de klauwen van
die havik heb gered. (keert zich naar de
deur en met het water in haar ogen dat ze met
moeite kan ophouden, haalt zo diep adem dat
haar neus piept) Ik ga weg, ik heb mijn
opzeg gegeven. (draait zich weer naar Victor,
die haar stomverbaasd aankijkt) Meneer
Molenaers zat hier gisteren op je plaats
en heeft laten verstaan dat hij in de
toekomst hier zal zijn als dat nodig is,
jij hebt hier niets meer verloren. Je
plaats is op het gemeentehuis.

VICTOR
De smeerlap. Ik had het kunnen weten.

EMILY
Er is meer, hij heeft avances gemaakt.

VICTOR
Wat?

EMILY
Hij heeft mij uit eten gevraagd en niet
naar de frituur in het dorp, hij wil
het chic en intiem.

VICTOR
Je hebt hem toch wandelen gestuurd.

EMILY
Natuurlijk niet, jij hebt me nooit
gevraagd. Ik mag ook wat hebben voordat
ik hier vertrek.

VICTOR
Je staat me uit te lachen.

  EMILY
Dat zie je van hier dat ik met die knul
zou meegaan.
SANDER
(een klop op de deur. zonder te wachten op een
ja van Victor stoot Sander Molenaers de deur
open. is verbaasd) Stoor ik een intiem
samenzijn.

EMILY
Wat moet ik daar op antwoorden. Ik heb
meneer Goethals verteld dat u hier de
zaken zult waarnemen.

VICTOR
Is dat zo (neemt enkele papieren op van de
tafel) dan kunt u beginnen met de
weekmenu’s op te stellen, mevrouw
Bosmans zal wel even nakijken of ze
voldoen aan de dieetvoorschriften. Zo
lang ze er nog is.

SANDER
Ja maar ...

VICTOR
Niks maar, wie hier mijn taak overneemt
neemt alles en iedereen over.
Uitgenomen Emily, daar blijf je met
je poten af.

SANDER
Pak uw boeltje en ga weg, meneer
Goethals, voor het tot ruzie komt.

EMILY
Het zal niet tot ruzie komen, niet om
mij. Ik heb het Victor al verteld dat
ik mijn ontslag heb ingediend.

VICTOR
Jij weg, ik opzij gezet, geen nood,
meneer Molenaers is de toestand wel
meester.

SANDER
Als het zo zit kan meneer Goethals
evengoed hier nog een tijd blijven tot
hij mij op de hoogte heeft gebracht.

VICTOR
Ik wil al niet meer.

EMILY
Victor doet hier alles. Een klein
voorbeeld. Oscar Wagemans, die altijd
buikloop in de hoogste graad voorwendt,
heeft het vanmorgen weer gedaan, daar
aan de trap naast de lift, met afgezakte
broek, zijn billen, zijn wollen
pantoffels en de vloer al stront wat er
was, dat de oude vrouwtjes er met
toegeknepen neus voor op de vlucht
sloegen en de jonge verzorgsters
aangeslagen door de stank van de
oudemannenpoep, niet wisten wat aan te
vangen. Terwijl de anderen er stonden
op te zien heeft Victor hier met eigen
handen de troep opgeruimd. Gaat u dat
doen, meneer Molenaers.

SANDER
Dat hoef ik niet te doen.

EMILY
Nee, maar het is niet verboden en het
bewijst de inzet van Victor, hij leeft
voor Zilverschoon. Het is een zending
en het is de vraag of u ooit de held
van Zilverschoon zult worden, zoals
Victor.

VICTOR
Je handen flink wassen meer is er niet
aan.

SANDER
Waarom vertrekt u zo plots, mevrouw
Bosmans. Heb ik u wat in de weg
gelegd.

EMILY
Het gaat niet om u, u kan ik wel aan,
ik volg mijn man naar Colombia, hij
heeft een contract getekend voor vijf
jaar om er te gaan werken voor
ontwikkelingshulp. Ik kan ginder veel
goed werk doen.

SANDER
Ik ga nu naar het gemeentehuis, er moet
zo spoedig mogelijk naar vervanging
worden uitgekeken. U proberen te
overhalen om te blijven zal toch niet
lukken. (verlaat het kantoor)

  VICTOR
Blijf bij ons, hier doe je ook goed werk.
Willy kan toch om de zes maanden naar
huis komen, je kunt je vakantie ginds
bij hem doorbrengen, vijf jaar duurt
niet lang.

EMILY
De vrouw moet haar man steunen en volgen,
dat is een plechtige huwelijksbelofte en
tegelijk wil ik je huwelijksleven en dat
van mij redden, want als ik hier blijf,
hier zou blijven ... ik hou zo veel van
jou ... je vrouw en kinderen mag je dat
niet  aandoen en ik mag het Willy niet
aandoen.

VICTOR
(staat op, duwt met zachte drang Emily tegen de
deur, geeft haar een tongkus en gaat met een
hand onder haar rok)

EMILY
Wat ga je doen.

VICTOR
Dat weet je, voelen dat je nog een meisje
bent. (laat Emily los) In wezen ben ik blij
en trots om wat jij gaat doen waar ik mij
al altijd toe geroepen voelde maar nooit
de stap heb durven zetten. Voor mijn
kundigheden zijn in de arme, vreemde
landen geen plaats, daar is geen geld om
te beheren en nog minder geld om
boekhouders te betalen. Nu het zover is
hadden we het een enkele keer moeten
doen Emily, schat, lieverd.

EMILY
Dan waren we door het ijs gezakt, wie
weet waar we dan terecht waren gekomen.

VICTOR
In geweten heb je gelijk. Maar goed dat
we het bij handgrepen gehouden hebben.
Lichamelijke liefde is zo veel
moeilijker om in toom te houden dan
geestelijke liefde, zeggen zij die het
kunnen weten. Het zal, het moet
overwaaien, met een dag seffens.

EMILY
Er zijn er die zelfmoord plegen om
een onvervulde liefde, hand in hand
van een hoge toren springen.

VICTOR
Ik zie mij geen zelfmoord plegen om
een onvervulde liefde. Ik heb nog
altijd Louise, dat is mijn toeverlaat,
mijn alles, wat zou ik zonder haar
beginnen. Intussen ben ik er zeker
van geen onvervulde, onbeantwoorde,
hopeloze liefde te hebben gekoesterd,
anders heb jij de hele tijd verdomd
goed komedie gespeeld.

EMILY
Geen komedie gespeeld, Vik. In een
geval op een miljoen is liefde
dodelijk, het is doorgaans een kwaal
die nogal eens aanleiding geeft tot
wartaal en puberaal gedrag.

VICTOR
Dank je. Dat moet jij zeggen,
mevrouw de verpleegkundige.
Als ik er maar geen plaag aan
overhoud, wegkwijnen, niet meer
om aan te spreken, misschien
laat je mij wel achter bij
Wiske, mijn kinderen en mijn
omgeving als een in zichzelf
gekeerde tobber, brombeer en
verlatene.

EMILY
Vik, Vik, met jouw vrolijk karakter
en belangstelling voor alles wat er
in de wereld omgaat, het vliegtuig
heeft de Belgische grond nog niet
verlaten of je denkt al niet meer
aan mij.

VICTOR
Vergeten zal ik je nooit en in mijn
hart zal nooit nog plaats zijn voor
een andere, alles wat ik heb zal ik
van nu af aan Wiske geven. Het klinkt
hoogdravend maar het is gemeend.

EMILY
Doe dat, je kunt niets beters doen. Dat
is het dan. (verlaat de kamer, haar taak
houdt haar bezig tot op de dag dat ze uit
het leven van Victor zal verdwijnen. in
het deurgat draait ze met haar kont)

DISSOLVE

FADE-IN

INT.               ZILVERSCHOON         DAG

Emily Bosmans heeft het erg druk om haar vertrek voor te bereiden en Victor krijgt weinig gelegenheid om met haar te praten. Hij staat haar na te staren en haalt zijn schouders op.

VICTOR
(V.O.) Het zal moeten wennen.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.               GEMEENTEHUIS KANTOOR MOLENAERS         DAG

SANDER
(de nieuwe secretaris van het OCMW, Sander
Molenaers heeft het druk op het gemeentehuis.
Emily moet vervangen worden en hij dicteert
een brief aan een secretaresse) Juffrouw, u
weet die brief wel in te kleden. We
zullen eerst een aankondiging plaatsen
in de kranten, zien hoeveel antwoorden
we krijgen. (neemt de telefoon op en
toetst een nummer in) Vik, heb je een
minuutje. (even later komt Victor binnen)
Ga zitten Vik. Ik ben bezig mij in te
werken in het doen en laten van het
OCMW. Mijn voorganger Van Horenbeeck
stak niet veel meer uit, hij liet
alles aanslepen. Ze mogen van geluk
spreken dat jij een groot deel van zijn
werk hebt opgeknapt.

VICTOR
Wat niet buiten mijn bevoegdheid lag
heb ik weggewerkt.

SANDER
Ik zal je hier hard nodig hebben maar
ik hoor dat je op Zilverschoon goed
werk verricht. Je zult er nog enige
tijd naartoe moeten, zeker als Emily
weg is en we nog geen vervangster
hebben. En ook de nieuwe
hoofdverpleegster zal moeten geholpen
worden om zich in te werken.

VICTOR
Ik houd van mijn oudjes en zij rekenen
op mij. En nu moet ik echt naar
Zilverschoon voor de laatste
voorbereidselen van de jaarlijkse
feestdag voor de oudjes. Ik moet zien
hoe de repetitie verloopt en of alles
op zijn plaats komt. Misschien voor
de laatste keer.

SANDER
Het zal wel loslopen Vik. Ik weet het
omdat jij een optimist bent.

VICTOR
Daar zal ik het moeten mee stellen.


DISSOLVE

FADE-IN

INT.                GROTE ZAAL RUSTHUIS           DAG

Het jaarlijks feest voor bejaarden. Aan een kant van de zaal is een podium gebouwd met gordijnen waar de artiesten zich achter kunnen verkleden. In de zaal zijn rijen stoelen gezet waar de bejaarden en een aantal gasten op hebben plaats genomen. Alle plaatsen zijn bezet. Goethals is ceremoniemeester. Hij komt van achter het gordijn naar voor op het toneel en kondigt een nummer aan.
 
VICTOR
Yvonne en Charel, twee kranige bewoners
van Zilverschoon komen u amuseren met
een sketch. Graag een daverend applaus.

Het doek gaat op.

YVONNE
(komt op in donkerblauw mantelpak en heeft een
hoedendoos bij zich. ze kijkt in het rond)

CHAREL
(komt op gekleed als politieman) Dag
mevrouwtje, waar hebt u uw auto
geparkeerd.

YVONNE
Daar, op de hoek van de parking.

CHAREL
U mag daar niet staan.

YVONNE
En waarom niet. Er was plaats.

CHAREL
Omdat het de plaats is van de commissaris.
Ga je kist maar gauw verplaatsen of ik
gooi u de bon op voordat de commissaris
mij roept. Ik wil niet dat iemand denkt
dat ik mijn werk niet goed doe.

YVONNE
Wie zegt dat u uw werk niet goed doet?

CHAREL
De agenten hebben het altijd gedaan. Bij
de commissaris en bij de burgers. Komt
er een madammeke als u die denkt dat zij
haar bak kwijt kan waar het haar zint.
Mensen als u zeggen dat wij alleen goed
zijn om parkeerbonnen te schrijven maar
als er ergens een overval wordt gepleegd
lopen wij in de andere richting zo snel
onze benen ons kunnen dragen. En dan
zegt de commissaris dat wij niet genoeg
bonnetjes uitschrijven.

YVONNE
Bent u zo iemand, die bang is als er
geschoten wordt.

CHAREL
Dat hangt er van af met wat er
geschoten wordt.

YVONNE
Wil meneer de agent geestig zijn of
ongepast schunnig? Moet ik dat melden
dat bij de commissaris?  

CHAREL
Niets te melden. Ik ben niet bang, ze
mogen schieten met een zesschieter,
een pistool of met een proppenschieter.
Ik ben niet bang, nog van geen tien
bandieten.

YVONNE
En elf dan?

CHAREL
Elf? Dat is iets helemaal anders. Dat
is andere koffie. Maar u moet mij niet
afleiden mevrouwtje. Wat draag je mee
in die doos. Is die doos gevuld met
wiet of sexy ondergoed. Maak eens open.

YVONNE
Ik doe mijn doos voor u niet open.

CHAREL
Wie verkoopt er nu schunnige praatjes?
Daar zal de commissaris niet mee
lachen, zeker de nieuwe niet.

YVONNE
Oei, dat klinkt gevaarlijk. Is de nieuwe
dan zo gevaarlijk. 

CHAREL
Hij heeft de naam streng te zijn voor
vrouwen, mevrouw. En laten we het over
uw auto hebben. Die rammelkast is vuil,
de nummerplaat moet altijd proper zijn
en duidelijk leesbaar. Het is genoteerd.
Morgen komt u naar het bureau om je
ding te tonen.

YVONNE
Mijn ding?

CHAREL
Uw nummerplaat. En hoe lang is het
geleden dat uw uitlaat nog is
nagezien.


YVONNE
Met mijn uitlaat is er niets mis.

CHAREL
Daar zal ik strak eens laten naar kijken.
En uw inlaat.

YVONNE
Daar wil u zelf naar kijken, zeker.
Vies oud mannetje.

CHAREL
Dat heb ik gehoord. Belediging van een
agent op dienst. En hoe is het gesteld
met uw bumpers? Zo te zien valt dat
nogal mee.

YVONNE
Meneer de agent, nu wordt het te grof.
Mag ik u een vraag stellen?

CHAREL
Ik stel hier de vragen, mevrouwtje, niet
te vrank worden. Wacht tot je voor de
commissaris staat.

YVONNE
Je kent de nieuwe commissaris toch niet.

CHAREL
En nu die doos open doen of ik doe ze
zelf open. Je gedrag is bijzonder
verdacht. Dat is een reden om je af
te tasten.

YVONNE
Dat ook nog.

CHAREL
Je wil ze niet loslaten, wacht. (grijpt
naar de doos) We zullen zien wie hier de
baas is. En u staat nog altijd op de
plaats van de commissaris geparkeerd.
U zult weten naar wat prijs.

YVONNE
(ontwijkt de greep van Odiel. ze opent de
doos, haalt er een kepie uit en zet die op)
Mag ik mij voorstellen, de nieuwe
hoofdcommissaris Hilda Van Petegem.

ODIEL
(totaal de kluts kwijt) U mag uw auto hier
laten staan, Mevrouw. Mag ik uw voertuig
een wasbeurt geven? Ik kan dat goed.


DOEK

DOEK OPEN

Victor is gekleed als circusdirecteur met hoge hoed. Odiel is gekleed als de clown August met rosse pruik. Victor heeft een zweep die hij laat knallen en Odiel doet allerlei acrobatische kunstjes, doet twee, drie keer de koprol, laat een been verdwijnen in zijn brede broekspijpen. Op het einde neemt legt Victor zijn zweep op een schouder van Odiel, sluit achter aan op Odiel en plakt zich tegen hem aan. Odiel doet alsof hij een klarinet bespeelt en Victor blaast er in. De bekende clownsdeuntje weerklinkt en benen tegen benen stappen ze rond het toneel en treden af.

DOEK

DOEK OPEN

VICTOR
(weer normaal gekleed komt op het podium en
spreekt tot de zaal) Emily, de engel van
Zilverschoon, gaat ons helaas verlaten.
Ik zou hier een uur en meer kunnen
staan spreken om de verdiensten van
Emily uit de doeken te doen en haar
de lof toe te zwaaien die haar toekomt,
maar de mensen die haar kennen weten
dat Emily dat liever niet heeft.
Een grote dame die zeer bescheiden
is gebleven. Hoe bescheiden ze ook
is, nu moet ze naar boven komen voor
een bloemenhulde.

Emily komt naar voor en beklimt het trapje naar het podium. Een paar oudjes van Zilverschoon brengen tuilen bloemen. Ook de voorzitter van het OCMW en de burgemeester komen met bloemen. Na de bloemenhulde geeft Victor haar een wangzoen en neemt weer het woord. 

VICTOR
Ik heb er voor gekozen geen lange
toespraak te houden om afscheid te
nemen van Emily. Ik vind dat een
stuk mooie muziek meer zegt dan
duizend woorden. Ik heb het zangkoor
van de gemeente, het wijd en zijd
befaamde gezelschap, gevraagd om
een uitvoering te brengen van In het
Avondrood van Richard Strauss. Het
is in het Duits maar ik heb hier een
Nederlandse vertaling die ik voorlees:

Wij zijn hand in hand
door droefenis en vreugde gegaan,
van onze tochten bekomen wij beiden
nu boven het stille land.

Rondom ons neigen de dalen,
reeds verduistert de lucht,
twee leeuweriken stijgen nog
nadromend in de fijne nevel.

Kom hier, en laat ze fladderen,
gauw is het slaaptijd,
dat wij niet verloren lopen
in deze eenzaamheid.

O wijde, stille Vrede!
Zo diep in het avondrood.
hoe moe zijn wij het trekken -
loert hij daar al de dood?

Emily en Victor blijven naast elkaar op het podium naar de uitvoering luisteren. Na de laatste noot geeft hij Emily weer en kust en zij geeft hem onverwacht een kus terug. Het podium wordt ontruimd.
ODIEL
(heeft zich weer gewoon gekleed. Hij vertelt een
serie moppen die al jaren op dergelijke feesten
worden bovengehaald, maar ze doen het nog. Odiel
zingt uit het  repertorium van oude, plaatselijke
volksliedjes, van Zjef en zijn sik, van Mijn
Sofieke, van Zwaluw lief keert gij ooit nog weer.
de oudere mensen in de zaal zingen mee, ze kennen
de liedjes nog van vroeger)

VICTOR
(gaat tijdens afscheidslied naast zijn vrouw
Louise zitten) Vond jij dat mooie muziek. Ik
kon toch niet voor een doodgewone Vlaamse
schlager gaan.

LOUISE
Voor domme mensen zoals ik. Het was mooie
muziek, ik was er door aangegrepen. Wat
denk je, dat ik een achterlijke boerentrut
ben.

VICTOR
Heb ik dat gezegd?

LOUISE
Laten verstaan wel. Kom, nu geen ruzie,
dat had ik niet mogen zeggen. De
verpleegster kreeg veel applaus en
veel kussen.

VICTOR
Hoor ik daar een tikje jaloezie.

LOUISE
Neen. Ik wil zeggen dat ze kussen kreeg
van iedereen van wie bloemen bracht.

VICTOR
Zo, op die manier. Ik had je verkeerd
verstaan.

LOUISE
Dat gebeurt nog de laatste tijd.

VICTOR
Zouden we niet wat luisteren naar de
liedje van Odiel. Hij doet zo zijn best.

LOUISE

(fluistert) Naast wie zit Emily? Is dat de
nieuwe secretaris van het OCMW?

VICTOR
Sander Molenaers, de nieuwe secretaris
zit een paar plaatsen verder. Die zou
liever naast Emily zitten maar daar zit
haar man.

LOUISE
Ze maken zoveel van die Emily. Lelijk
is ze niet maar veel dikker mag ze niet
worden.

VICTOR
Dat is mij ook opgevallen. Zijn de
kinderen niet willen meekomen, natuurlijk
niet, die houden het bij Judas Priest,
AC/DC en Will Tura.

LOUISE
Niet iedereen is opgezet met je grote
muziek. Jij bent ook jong geweest toen
was het ook meer swing en jazz dan Bach.
Johann Sebastian Bach.

DISSOLVE

FADE-IN

EXT            VOOR KASTEEL ZILVERSCHOON           DAG

VICTOR
(aan de zijde van Louise. ziet Emily wegrijden
aan de zijde van haar man, voorbij de eiken
aan de ingang van het park, neemt Louise om
haar middel)

LOUISE
Daar vertrekt je geliefde.

VICTOR
Zij is niet mijn geliefde en niet mijn
minnares en ze vertrekt pas voor goed
binnen een paar dagen. (V.O.) Even deed
het pijn maar in lang niet zo diep als
het heimwee dat ik moest doorstaan de
eerste dagen van mijn legerdienst, in
het kamp ver van huis, het verdriet dat
elke rekruut moet doorstaan en waar
sommigen aan ten onder gaan dat is pas
verdriet.

DISSOLVE

FADE-IN

EXT.               RIVIERDIJK           DAG

Louise en Victor stappen op de dijk.

VICTOR
Prachtig, zalig zomerweer. Willen we
net als toen in ons blootje in de
weide ravotten.

LOUISE
(begint haar blouse los te knopen)

VICTOR
(kijkt haar stomverbaasd aan)

LOUISE
(schiet in een lach) Had je nu echt
gedacht dat ik mij hier zou
uitkleden.

VICTOR
Hoop doet leven.

DISSOLVE

FADE-IN

INT.           KANTOOR VICTOR ZILVERSCHOON          DAG

De vrijdag na het feestje van de zondag tevoren, de laatste dag van EMILY. In de kamer zijn VICTOR, EMILY, SANDER, aftredend secretaris van het OCMW VAN HORENBEECK, PIT TIELEMANS, oefenmeester en therapeut.

SANDER
Zo Emily, ik mag je toch Emily noemen,
dit zijn je laatste stonden in
Zilverschoon. Wij wilden niet dat jij
met stille trom zou vertrekken, daarom
dit korte samenzijn.

EMILY
Ik heb zondag al mijn feestje gehad.

VICTOR
Nee, dat is een jaarlijkse gebeurtenis.
We hebben je alleen maar in de
bloemetjes gezet.

SANDER
Wij hebben samen wat bijeengelegd om een
karton schuimwijn te kopen.

VICTOR
Champagne was beter geweest maar daar
konden wij niet over. Dat konden we de
meisjes niet vragen.

EMILY
Fijn, dat had ik niet verwacht, maar ik
heb van mijn kant pralines en petitfours
laten aanrukken.

SANDER
Bij deze gelegenheid mag er tijdens de
diensturen een glaasje gedronken worden.
Niet alle dagen verlaat iemand als Emily
ons. Maar we gaan daar niet in
Overdrijven.

De verzorgsters, keukenpersoneel en schoonmaaksters komen in groepjes van twee of drie een glaasje slurpen en een bonbon snoepen. Als ze allemaal langs zijn geweest blijven ze onder hun vijven napraten.

SANDER
Ik wens je veel geluk en gezondheid in
dat verre hete land met een  bevolking
die gemiddeld een stuk meer gebrek
lijdt dan de armste mensen hier, maar
die hoor je minder klagen dan de
kleine verdieners hier. Ik weet niet
veel maar wel iets van de derde
wereld. Ik heb je niet lang gekend
Emily, maar naar ik heb gehoord en
van wat ik van je heb kunnen zien
heb je uitstekend werk gedaan, je
zult moeilijk te vervangen zijn.

EMILY
Niemand is onmisbaar, maar als ik een
opmerking mag maken, laat Vik zijn
werk hier verder doen, hij is hier
graag gezien en weet waar hij mee
bezig is.

SANDER
Ik reken op Vik, hij mag hier komen
zo dikwijls het nodig is, maar op het
hoofdkantoor van het OCMW is een en
ander blijven liggen het laatste
jaar, mijnheer Van Horenbeeck mag het
horen, Vik zal daar de eerste tijd
hard nodig zijn om de achterstand weg
te werken. Daarna komt een nieuwe
werkindeling.

PIT TIELEMANS
Een stevige aanpak zou niet mis zijn,
ik zit nog altijd op een echte
fitnessruimte te wachten, heel veel
toestellen hebben we niet nodig maar
wel genoeg om meer dan een oudje
tegelijk aan het oefenen te zetten,
nu schiet ik niet op, tien minuten
per patiënt is te weinig om ze fit
te houden of tenminste mobiel.

SANDER
Breng ik naar voor op de volgende
zitting van de OCMW-bestuursraad.
Gerard heeft zich de laatste tijd
met het dagelijkse bestuur niet
veel meer opgehouden..

VICTOR
Niet veel. Helemaal niet.

GERARD
(is de enige die gaan zitten is. op de desk van
Victor staat een fles die hij op zijn eentje aan het
leegmaken is, hem kan niets meer deren)

Het is tijd voor de allerlaatste handdruk, de laatste omhelzing en wangzoen.

VICTOR
(krijgt het water in zijn ogen) Emily op mij
zul je altijd kunnen rekenen. Dat is een
eed. (V.O.) Ik weet het, dat is een belofte
in de wind, wat zou ik doen als het erop
aankomt, als je echt in nood raakt. Naar
je toe vliegen en Wiske meenemen of
achterlaten. Ik heb Wiske ook eeuwige
trouw en steun beloofd toen we voor het
altaar stonden en bij god, ik heb per
slot van rekening voor vijfennegentig
procent woord gehouden.

DISSOLVE

FADE-IN

INT.               KANTOOR            DAG 

Van in het venster zien ze Emily in haar auto stappen, wuiven en verdwijnen onder de schaduw van de grote bomen, die het zicht op de inrijpoort belemmeren. Met drie blijven ze haar nakijken, Gerard is half onder de invloed van de drank halsstarrig naast zijn fles blijven zitten.

VICTOR
Ik zal haar missen, maar ik ken er veel
die haar nog veel harder zullen missen.
Wie zal ooit Emily Bosmans, de engel
van de bejaarden, kunnen vervangen.

SANDER
Er is niks aan te doen, we konden haar
niet aan de ketting leggen.

PIT
Oudjes vergeten vlug wat zich in de
tegenwoordige tijd om hen heen
afspeelt, hun kort geheugen laat
hen in de steek, als jullie dat
kan troosten.

VICTOR
Goede dag, mannen, ik heb hier niets
meer verloren. We zien morgen wel.
(loopt naar beneden en gaat op een bank bij
de vijver zitten) (V.O.) Emily heeft
voorspeld dat ik haar al zou vergeten
zijn op het ogenblik dat ze in het
vliegtuig stapt voor Bogota. Ze kan
gelijk hebben. Ik kom haar vertrek
wel te boven, het zal niet anders
kunnen.

FADE-OUT



Geen opmerkingen:

Een reactie posten