TWEE OVERSPELIGE GELIEFDEN
DOEN HET NIET
Originele
script voor
8 afleveringen van een dramatische
Tv-serie
Geschreven
door
Jules De Cort
EXT. RIVIERDIJK DAG
EMILY
(EMILY BOSMANS de
hoofdverpleegster van rusthuis
Zilverschoon, staat op
de verhoogde dijk nabij
een pad dat naar
beneden loopt en naar het
rusthuis leidt. ze
ziet VICTOR GOETHALS op de
fiets aankomen op het
jaagpad)
VICTOR
(stopt, stapt van zijn
fiets en geeft Emily
een wangzoen) Emily, ik bewonder je om je
gaven en talenten, om je donkere haren,
ovale gezicht, mollige gestalte, je
zinnelijke lippen, geheel gemaakt om ze
af te likken voor de wilde smaak van de
rouge baiser. Je bent bekwaam, vriendelijk,
vol toewijding en overgave en je werkt
hard met grote inzet. Zo zouden alle
hoofdverpleegsters, verpleegsters en
verplegers moeten zijn. Je bent volmaakt,
je hebt geen fouten.
EMILY
Alle verpleegsters en verplegers zijn als
ik. Je bent weer zo hoogdravend. Heb je
gedronken?
VICTOR
Een glas water, meer niet. Een verliefde
man ziet geen fouten aan zijn geliefde.
EMILY
Heb ik fouten.
VICTOR
Ik zie er geen en jij ziet er geen aan
mij. Wij lijden aan een door liefde
opgefokt gezichtsbedrog, we zien van
elkaar geen gebreken en onze
hersencellen kunnen daar voorlopig
niets tegen doen. Onze zintuigen en
onze rede kunnen niet op tegen de puls
van onze hormonen. Heb ik je dat onlangs
nog gezegd.
EMILY
Gisteren nog. Maar ik dacht dat
liefdesverklaringen anders klonken,
romantisch en niet pseudo-
wetenschappelijk. Dit klinkt als
iets dat je pas gelezen hebt.
VICTOR
Zo kan ik mij best uitdrukken zonder
hartstochtelijk te worden. Ik zal
je blijven lastig vallen met mijn
ontboezemingen tot ik van hogerhand
het bevel krijg om Zilverschoon
achter mij te laten. Nu Sander
Molenaars de nieuwe secretaris is
van het OCMW moet ik de
administratie van Zilverschoon
binnenkort overlaten aan iemand
anders, als hij zich heeft
ingewerkt pakt hij het rusthuis wel
van mij over. Hij heeft een beter
voorkomen dan ik en je zult hem
moeilijk van je lijf kunnen houden.
EMILY
Hoor ik daar een zweem van jalousie.
En een beetje vertrouwen zou je niet
misstaan.
VICTOR
Je kunt gelijk hebben. Hij is mijn
baas en ik heb het zelf gezocht als
ik hier zal moeten vertrekken, ik
had zelf voor secretaris moeten gaan,
die post is mij aangeboden geweest
maar ik heb mij erop ingesteld geen
chef te worden, van niets of niemand
en geen verantwoordelijkheid op mij
te nemen. Je zult niet lang meer
moeten luisteren naar mijn
ontboezemingen, je zult eindelijk
van mij verlost zijn.
EMILY
Je doet niet anders dan
verantwoordelijkheden opnemen, zeker
toen Van Horenbeeck nog secretaris
was. Ik zal je praatjes missen maar
het is nog niet zo ver. Toon je
kunstzin en beschrijf mij liever op
je wat opgewonden en lyrische manier
wat je nu voor je ogen ziet zodat het
in mijn geheugen opgeslagen blijft
mocht ik hier ooit weggaan.
VICTOR
(beeldmontage bij commentaar) Jij gaat hier
nooit weg. Ik verbied het je. Je kunt
niet zonder deze plek op aarde. Kijk dit
veie en vette land, de sappige weiden
geel van de boterbloemen, rood van de
ridderzuring, purperrood van de
wilgenroosjes daar in de beekkant, de
graanvelden prikkelend van stuifmeel,
het zwartgroene aardappelloof met de
onooglijke bloemen, de bosjes en de
hagen die het Hageland zijn naam geven
en in de richting van de stad de trotse,
robuuste, gotische kathedraaltoren.
Streken als de Provence, Toscane en
zelfs de nabije Moezelvallei hebben
hun charme en hun schoonheid maar
daar hebben ze geen knotwilgen zoals
hier,geen kathedralen en geen
blauwzwarte wolkentorens met regen
beladen. Had ik maar het talent om met
de pen mijn gevoelens in beeld te
brengen, dat is iets voor een
grootmeester der letteren, een schilder,
of liever een toondichter, want muziek
kan zoveel beter dan het woord de juiste
toon aanslaan. Om je zinnen te verzetten
en je driften tot bedaren te brengen is
er niets beters dan open te staan voor
de omgeving, voor wat je ziet, ruikt en
hoort, je te laten meedrijven op de rust
die uitgaat van de rivier, van de oever
met zijn boerenwormkruid en kleine
berenklauw, van het jaagpad, voorbehouden
aan wandelaars of konijntjes die mij
vertrouwen tot op een meter of twee,
maar zich niet laten strelen, nog niet.
Fietsen op de dijk mag en om ter hardst
lopen ook, copuleren als de zedenpolitie
het niet ziet. Zoals die keer op een
warme ochtend, toen ik botste op een
koppel dat het aan het doen was,
daar op de dijk, de jongen lag op zijn
rug met zijn hoofd bijna op de weg, zij
schrijlings op hem en maar van katoen
geven, haar prammen hossend op hun
hemelse ritme, alle twee naakt zoals
het hoort, puur natuur. Dingen als deze
laten mij van het leven genieten, dan
deint mijn welbehagen zachtjes als een
zee in rust of als de adem van een
slapende baby, dan zweven mijn zinnen
in de oneindigheid van het zwerk als
een bont gekleurde heteluchtballon.
EMILY
Mooi. Heb je dat opgeschreven en
gerepeteerd of schud je dat zo maar
uit je mouw. Als je zo praat ervaar
ik iets als een schoonheidsbeleving.
Door het leeftijdverschil moeten
we elkaar in onze jeugd ontlopen zijn.
VICTOR
Wat ik beschrijf heb ik onderweg van
af mijn fiets gezien, in mijn verstand
opgeslagen, laat het nu voor mijn ogen
afrollen en probeer het onder woorden
te brengen. Ik weet dat jij evengoed
als ik van het landschap en het
buitenleven geniet. Het mag eens wat
anders zijn dan zeuren over mijn grote
liefde voor jou of over het bed dat
wij nog altijd niet hebben gedeeld.
EMILY
Daar gaan we weer. We zijn alle twee
getrouwd Vik, maar niet met elkaar.
Overspel kan ellendige gevolgen
hebben. Is het dat waard.
VICTOR
Zoals ik mij nu voel wel, maar we
zijn serieuze mensen en dat houdt
ons tegen. Op mijn vrouw is niets
aan te merken, ik krijg wat ik graag
hebben wil en jij hebt een brave
man, het zou hen alle twee diep
kwetsen mochten ze ons op overspel
betrappen of als wij van hen weg
zouden gaan. Toch kan ik mijn
onreine gedachten niet van mij
afzetten. Een man bezeten door
seksdrang is een roofdier en voor
een roofdier zijn alle methodes
goed om aan hun prooi te komen. Maar
mijn seksdrang is getemperd door
mijn liefde.
EMILY
Dat is diep, Vik, maar jij bent geen
roofdier, met jou durf ik alleen op
een hotelkamer overnachten, als ik
neen zeg is het neen, je zult me niet
lastig vallen als ik dat zelf niet wil.
VICTOR
Dat weet ik zo nog niet. Een roofdier
overvalt zijn prooi, als de
jachtluipaard die de antilope in volle
ren de keel doorbijt, als de valk die
in de lucht hangt te bidden en
geluidloos op de muis duikt en ze
grijpt, als de slang die op sluwe en
slinkse wijze onhoorbaar en onzichtbaar
het onschuldige konijntje omkneld en in
een keer verzwelgt. Ook de rooftechnieken
van spinnen en bidsprinkhanen beheerst de
vrouwenverleider naast de taal van de
vleier, de lichaamstaal en het gezag dat
hij kan doen gelden om een mededinger
opzij te schuiven en de prooi voor zich
alleen te winnen. Ik ben niet het type
roofdier, ik zou er nooit aan denken
weerloze of zwakke vrouwen te
bespringen, maar ik verdenk Sander
Molenaers ervan zo iemand te zijn,
jij bent zijn lustprooi.
EMILY
Heel veel woorden om te laten verstaan
dat je toch jaloers bent. Het is waar,
Sander Molenaers jaagt op mij, dat is
duidelijk. Maar er is geen enkele
reden om jaloers te zijn.
VICTOR
Sander wil mij hier weg. Maar hij kent
je nog niet half, hij weet niet dat
jij het standvastige soldaatje bent.
Over mij weet je alles, iedereen weet
alles over mij maar wie ben jij, wat
weet ik tenslotte over jou. Je maakt
lange uren, je man is dikwijls voor
maanden weg, maar hoe red je het, dat
weet ik niet.
EMILY
Tien jaar geleden ben ik getrouwd met
Willy Glorie, hij is compleet het
tegenovergestelde van mijn eerste man.
Willy is doortrokken van goedheid,
zijn ideaal is zich wegcijferen voor
de medemens. Ik heb een stil
huwelijksgeluk gevonden na mijn
eerste mislukt huwelijk, ik ben mijn
man dankbaar, ik hou heel veel van
hem en ben hem altijd trouw gebleven.
Willy is landbouwingenieur, werkt
voor ontwikkelingshulp en krijgt
opdrachten in het buitenland, in de
derde wereld, hij helpt daar de
plaatselijke bevolking om meer uit
hun grond te halen dan zij en hun
verre voorouders ooit voor mogelijk
hebben gehouden. Hij is veel van
huis weg, soms maanden aan een stuk,
dat is niet ideaal voor een huwelijk,
maar hij kan het erop wagen want
hij is zeker van mijn trouw, zeker
na wat ik heb meegemaakt met mijn
eerste man, die vagebond, die
onmens.
VICTOR
Ik wist niet dat jij een scheiding
hebt gehad.
EMILY
(in beeld brengen) En hertrouwd, ik ben
niet zwak en weerloos. Ik heb geen
bescherming nodig. Ik heb eerst in
een algemeen ziekenhuis gewerkt, was
tevreden met mijn baan, heb de artsen
van mijn lijf weten te houden maar de
uitdaging van Zilverschoon sprak mij
aan. De hoofdverpleegster hier voor
mij had de laatste jaren haar werk
wat laten liggen, dat zul je zelf wel
weten, niet dat ze de oude mensen in
de steek heeft gelaten. Men zegt dat
niemand, zelfs de sterkste vrouw niet,
sterk genoeg is om het meer dan twintig
jaar uit te houden als
ouderenverzorgster. Ik wil bewijzen dat
ik sterk genoeg ben en het staat me aan
dat Zilverschoon een kamer open houdt
voor achterna gezeten en mishandelde
vrouwen, ik weet waar het over gaat. Bij
mijn eerste man heb ik het vier jaar
uitgehouden. Ik was overtuigd dat ik van
een grove bruut een beschaafde lobbes
zou kunnen maken, maar alleen met een
hersenoperatie had dat kunnen lukken.
Geen enkele keer heeft hij een goed
woord voor mij over gehad en de
vuistslagen volgden altijd als het eten
niet op tijd klaar was als hij thuis
kwam van zijn werk. Als verzachtende
omstandigheid nam ik aan dat hij
afstompend werk deed in een grote
autofabriek en hij verdiende in het
begin meer dan ik. Waarom ik met zo
iemand was getrouwd is gauw uitgelegd.
Ik was jong, had pas mijn eindexamen
afgelegd, was met mijn medestudenten
onze promotie gaan vieren, had teveel
gedronken, was op de mafkees gevallen,
die heeft mij ontmaagd om niet te
zeggen verkracht. Ik was er van
overtuigd dat er niets mis mee was
om met een werkman getrouwd te zijn,
maar ik had de tijd niet gehad om
zijn strontkarakter te leren kennen
en ik zat ermee. Het lag in mijn aard
om hem te helpen ontwennen van zijn
drankzucht en van zijn woede
uitvallen af te helpen en ik deed
alles om van hem een bezadigde man
te maken, maar verpleegsters laten
zich teveel door hun aangeboren
meevoelen leiden en geven niet
graag toe dat ze voor een hopeloze
taak staan. Ik ben dan toch van hem
gescheiden, ik kon niet blijven op
mijn werk verschijnen met twee
dichtgeklopte ogen, een gebroken
neus of een half afgescheurd oor.
VICTOR
Wat een geschiedenis. Waarom heb je
mij dat niet eerder verteld. Dat je
een goede man hebt die werkt voor
ontwikkelingshulp dat wist ik al,
maar die andere, die beest. Aan
Willy heb je de steun en toewijding
die elke vrouw zou moeten hebben en
die ik je niet zou kunnen geven.
EMILY
Dat kun jij wel, je vrouw krijgt het
van je .
VICTOR
Jij zit dus ontelbare lange avonden
alleen thuis zonder seksgezel en op
je eentje uitgaan zie ik je niet
doen.
EMILY
Om er het beste van te maken doe ik
lange uren hier op Zilverschoon. Ik
heb geen enkele reden om stipt mijn
40 uren per week te kloppen en ik
blijf tot al de taken van de dag
zijn volbracht en die van de volgende
dag voorbereid. Dat weet je, je
kijkt ook op geen uur.
VICTOR
De
vorige secretaris van het OCMW
deed
zijn werk niet ik moest wel
inspringen
en lange uren maken. Met
Sander
Molenaers wordt het anders.
EMILY
Daar
zal Wiske blij mee zijn.
VICTOR
Ja,
vast. Maar dit moet me van het hart.
Je warme aanwezigheid treft mij altijd
zwaar
in mijn gemoed. Tot hier toe heb
ik dat
gevoel van overweldigende
verliefdheid
weten af te houden, maar
nu
woedt in mij een storm die ik in
bedwang
probeer te houden, duidelijke
symptomen
van grote liefdesdrang. Mijn
hartslag
gaat bij momenten over de
honderd,
te hoog om er mee te blijven
lopen.
Ik heb een methode bedacht die
deze
drang zou kunnen stillen: met jou
bloot
in het hoge gras op de dijk gaan
liggen
en blijven neuken en beuken tot
de
schijndood erop volgt en wij genoeg
hebben
van elkaar. Het probleem is dat
jij en
ik weken later nog de sporen van
ons
geweld in de kleuren blauw en geel
en
groen op ons geslachtsdeel zouden
meedragen.
Dat aan onze wederhelft
uitleggen
zou niet simpel zijn.
EMILY
Je
bent gek, je verbeelding slaat op
hol, Vik.
Dat zal er nooit van komen.
VICTOR
Dat
weet ik wel, het is een ingeving.
Was
het gebeurd dan was het hek van
de dam
geweest, dan zou ons verlangen
naar
elkaar tien keer zo groot
geworden
zijn en zouden wij een korte
tijd
diep gelukkig en voldaan in een
roes
hebben geleefd, maar ook onze
dierbaren
in het verdriet hebben
gestort,
mijn vrouw Louise zou er
nooit
overheen komen, onderschat
nooit
het leed van een
uiteengereten
gezin.
EMILY
Lang
genoeg gebabbeld. Het mag niet
te
lang duren want ze houden ons van
uit
het kasteel in de gaten. Met een
verrekijker
als het erop aankomt.
VICTOR
Dat
meen je niet.
EMILY
Oudjes
zien altijd wat ze niet moeten
zien
en praten eindeloos onder elkaar,
het
houdt nooit op, aan alle bezoekers
vertellen
wat ze menen gezien te
hebben,
de waarheid natuurlijk, maar
beladen
met verzinsels en die
verzinsels
blijven hangen in het
geheugen
van achterdochtige mensen,
zeker
in dat van Sander Molenaers.
VICTOR
Hij
duikt overal op. (loopt naast zijn
fiets met korte passen de steile helling af)
EMILY
(volgt hem op een paar meter)
Oudjes wandelen
op de paden van het park, twee of drie besjes samen. Hier en daar loopt een knar
naast een besje, er zijn minder mannen dan vrouwen, ze lopen liefst aan de
zijde van een oud vrouwtje, een snuifje genegenheid in de levensavond.
EXT. PARK KASTEEL ZILVERSCHOON DAG
EMILY
(Emily kijkt het bewogen aan)(V.O.)Word
ik
ook binnen
twintig, dertig jaar als de
oudjes,
die leven in de waan van
veertig,
vijftig jaar geleden, die
zich
in lengtematen nog niet decimaal
maar nog
korporaal uitdrukten, duim,
vinger,
hand, voet, schrede, zich niet
volop
bewust zijn van wat zich nu om
hen
heen in de nieuwe tijd afspeelt en
zich
meer om hun eten dan om hun
stoelgang
bekommeren. Zou de volgende
generatie
ons in de steek laten? Ik zal
dat in
elk geval nooit doen met de
mensjes
waar ik voor insta. Ook op het
einde
van de twintigste eeuw zijn er
nog
mensen met plichtsbesef, meer
Christusfiguren
dan we denken want veel
te
veel lui geloven dat een teken van
goedheid
geen teken van grootheid is
maar
van zwakte.
VICTOR
(komt eerder dan Emily bij het kasteel en
stalt zijn fiets)
EMILY
(maakt een praatje met boer Laarmans die in
het rustoord verblijft maar nog goed genoeg is
om in het park een handje uit te steken)
FADE-OUT
FADE-IN
INT. INGANG EN ZAAL ZILVERSCHOON DAG
VICTOR
(interieur van het kasteel) (V.O.) Het
kasteel draagt nog vele sporen
van
zijn oorsprong. Op de
hoogste
verdieping kleine kamers
voor het
vroeger huispersoneel,
eerder cellen,
nu slaapkamers voor
bejaarden die
liever alleen willen slapen.
Op de
eerste verdieping grote
kamers
ingericht als slaapkamers
voor twee
en meer oudjes of voor
personeelsleden die hier overnachten.
Een kamer is weerhouden als
vluchthuis voor meisjes of
vrouwen
die hier een veilig
onderkomen zoeken.
Beneden een grote zaal, nu
ingericht
als eetzaal, een grote
inkomhal met
trap en aan de andere kant
een salon
waar de bewoners kunnen
kaarten en
TV kijken, er is een hoekje
met een
kleine bar voor de
bezoekers. Het
kasteel is aangepast maar
niet echt
geschikt voor een
bejaardenhome.
Jan, een pee
van 86 jaar, staat bij de ingangsdeur en probeert buiten te glippen. Jan is niet
helemaal bij zijn zinnen)
VICTOR
(houdt Jan tegen) Binnen blijven Jan,
je
loopt
altijd verloren en dan zijn we
je
kwijt. Als je in de vijver sukkelt
is het
met jou gedaan, de vijver is
meer
dan twee meter diep en de eenden
zullen
je niet redden. (leidt hem bij
een arm naar zijn zetel en groet de andere
oudjes)
Aan een tafel
zitten ze met vier te kaarten, die zijn nog goed bij hun verstand. Vie zit er
mokkend bij, ze mag niet meer meedoen.
VIE
Mag ik
nog eens meedoen.
EEN VROUWTJE
Neen
Vie, je vraagt na elke slag
opnieuw
wat troef is, zo kunnen
we
niet spelen.
EULALIE
(zit in een hoek luid weesgegroeten
en onze vaders te bidden)
MARIEKE
(zingt met hoog stemmetje haar lijflied: O was
ik maar bij moeder thuis
gebleven.
BERKE
(is met zijn looprek onderweg naar het toilet)
’t Is
‘t hopen dat ik het haal.
VICTOR
(geeft Octavie die onderweg naar haar stoel
een arm) Octavie,
wanneer gaan we nog
eens dansen. Je ziet er weer uit als
een koningin.
VICTOR
(tot bij Jakke die nog aan tafel zit met een
vuile mond. Een verzorgster veegt zijn mond
schoon) Jakke,
de jonge meisjes kunnen
van je lijf niet blijven.
VICTOR
(loopt de keuken in, spreekt de kokkin aan)
Anna ik heb de menu voor de volgende
week zo goed als klaar, heb je een
speciale wens.
ANNA
Neen Vik, als jij het doet zal het wel
goed zijn en Emily is daar om te zien
dat het deugt.
VICTOR
Lekker en goed eten is de laatste vreugde
die wij de oude mensen kunnen bieden,
elke cent die ik mag uitgeven aan eten,
moet goed worden besteed.
ANNA
Dat weten wij, Vik. En je bent altijd
goed bijtijds zodat de keuken de tijd
heeft om de inkopen te doen. Wij
proberen de beste kost te geven die
er te krijgen is. Voor ons is het
plezierig te werken met verse
groente, vers fruit, gekeurd vlees en
gezonde desserts.
VICTOR
Een lekkere en overvloedige hap mogen
wij de mensen in de herfst van hun
leven niet onthouden, smakelijkheden
zijn een van de weinige dingen waar
ze nog genot aan beleven. Het
rusthuis Zilverschoon doet het in de
statistieken beter dan het nationale
gemiddelde, per jaar verhuizen er
minder dan twintig percent van de
residenten van deze rustige omgeving
naar de nog rustiger eeuwige
lusttuinen. Rusthuizen zijn
sterfhuizen, dat is helaas niet
anders. (loopt weer de zaal in)
PIT TIELEMANS
(de oefenmeester is op stap met Johanna,
een vrouwtje van in de negentig. ze klampt
zich aan hem vast en herhaalt bij elke stap
dezelfde zin)
JOHANNA
Ik ben
blind en kan niet meer alleen
gaan
maar ik heb nog al mijn verstand.
PIT TIELEMANS
Dat is waar, Johanna, maar
we zijn er
altijd om je te helpen.
VICTOR
Je bent hier nooit alleen,
Johanna.
(loopt de trap op naar zijn kantoortje op
het eerste)
FADE-OUT
FADE-IN
INT. KANTOOR VICTOR DAG
VICTOR
(het raam staat open en van daar kijkt hij
naar het park, de vijver en het wandelpad
omheen de vijver)
COMMENTAARSTEM
(O.S.) Daar zitten ze, de ouden van
dagen die nog uit de
voeten kunnen,
alleen, in paren en
in groepjes,
onder de linde of
onder de blote
hemel, te praten of
voor zich uit
te staren. Het
geluid van een tractor
op het veld, een
vliegtuig dat
donderend als een
ver onweer de grond
verlaat in Zaventem,
de trein die
zich optrekt in het
station, het
ontstemde gekwaak
van een opgeschrikte
eend en het spelen
van een lichte
bries in de bomen
van het kleine bos.
VICTOR
(sluit zijn ogen en snuift de geur van de
lindeboom op het plein voor Zilverschoon. twee
oudjes die op het pad wandelden wuiven naar hem
en blijven koekoek roepen tot hij zijn ogen
open doet) (V.O) (in beeld brengen) Al wat ik
Emily heb verteld, al wat ik
nu in
gedachten heb zou ik moeten
opschrijven,
er een verhaal van maken. Het is niet
al verzinsels wat de oudjes
vermoeden.
In dit kantoortje plegen
Emily en ik
lange uren ijverig samen te
werken, maar
niet alleen hier. We hebben er
wel geen
gewoonte van gemaakt, maar
af en toe
als het weer en het werk het
toelaten en
als wij er zin in krijgen,
maken we een
wandeling langs de vijver,
tot op de dijk
om in de open lucht de taken
en de
problemen die Zilverschoon
meebrengt,
te overlopen. Achter een
kreupelbosje,
uit het zicht van de
nieuwsgierigen,
durven we soms elkaar heel innig
te
omhelzen en over te gaan tot
een
tongrol. De dagen dat zij gewillig
is mag
ik met een hand onder haar
rok in haar
slipje gaan, woelen in haar
schaamhaar
en met een vinger tussen
haar
schaamlippen, voelen dat ze
een
meisje is. Op andere dagen
duwt zij
mij weg als ik begin te
scharrelen
en kijkt naar de verte, naar
de
eerste uitlopers van het
Hageland.
Dikwijls waait onze verliefdheid
om onze hoofden als
stuifmeel in
een bries over een groen en
golvend
korenveld, maar toch zijn we
nooit
verder gegaan dan dit
tortelen.
Emily is nog maar een keer
met een
hand in mijn gulp gegaan om
mijn
groot geworden kleine jongen
boven
te halen en er mee tussen
haar
dijen en tegen haar slipje
te
schuren, maar verder laat ze
het
niet komen, alsof ze bang is
om
zich helemaal open te
gooien.
Drempelvrees of diepliggend respect
voor onze wederzijdse
huwelijkspartner heeft ons
er
totnogtoe van weerhouden in
het
kreupelhout te gaan liggen
en ons
niets ontziend op elkaar te
storten
en het te doen op dagen dat
het
gras droog is, lekker
geurend en
uitnodigend. Zijn we nog
niet over
de hele lengte over de schreef
gegaan, wat we gedaan hebben
is in
elk geval overspel volgens
de aloude
maar nog geldige wetteksten
die het
zedelijke gedrag aan banden
leggen
om maar niet te spreken over
de
wetten van de pastoor, die
er
trouwens geen uitstaans mee
heeft.
Daar maal ik niet om, maar
ik
bedrieg Louise, nog niet in
daden
maar in gedachten. Mijn schuldgevoel
ligt op mijn maag en dat orgaan
bezorgt mij ongeveer even
veel
storingen als mijn
ongestilde
liefdeshonger. Wat een
biecht.
EMILY
(komt binnen om de menu’s te overlopen en
enkele routinezaken te bespreken) Er is
weer
ruzie geweest tussen Rosalie en
Clementine
die slapen op dezelfde
kamer,
ze hebben aan elkanders haar
getrokken.
Het oude liedje, niets
ongewoons.
Verder een doodnormale
dag op
Zilverschoon. Ik heb gehoord
van gevallen
waarbij man en vrouw
op
hogere leeftijd die in dezelfde
kamer verbleven,
elkaar naar het
leven
stonden.
VICTOR
Ik
hoop dat het tussen Louise en mij
nooit
zo ver zal komen, maar hoe kan
ik nu
weten dat mijn hersenen later
niet
vol gaten en eeltknopen zullen
vallen.
(staat op, omhelst
Emily, legt
een hand op een borst, ze weert hem af.
gaat terug achter zijn bureau)
EMILY
Ik heb nog een geval te
melden dat mij
in hoge mate heeft geërgerd.
Jean Van
Beneden, de verzekeraarmakelaar
die
nog niet genoeg bankpapier
heeft
opgetast, heeft daar iets willen
aan
doen ten koste van een
minder alert
vrouwtje. Ik heb hem betrapt
op de
kamer van Nieke Huidevetter.
Neen, hij
was niet aan het stelen maar
het
scheelde niet veel. Hij legde
het
slimmer aan boord. Nieke
woont nu zes
maanden op Zilverschoon,
haar
proefperiode is afgelopen,
ze voelt
zich hier goed en ze heeft
haar huis
enkele weken geleden
openbaar
verkocht. De notaris heeft
de
papieren in orde gebracht en
heeft de
drie miljoen, op zijn rekening
laten
zetten waar Nieke erover kan
beschikken.
Het lag in haar bedoeling het
geld te
verdelen onder haar twee
dochters, maar
er kwam een kaper op de kust
in de
gedaante van Jean Van
Beneden. Die
is Nieke nog geen half uur geleden
komen bezoeken, heel vriendelijk,
handenwringend, met de beste
bedoelingen. Hij wilde haar aan
het
verstand brengen hoe zij haar
geld heel voordelig kon
beleggen in
kasbons, uitgegeven door een
stevige
Hollandse bank. Hij drukte
er op dat
hij bereid was de bons voor
haar te
bewaren, de verantwoordelijkheid
op
zich te nemen dat de coupons,
netto
opbrengst 24 percent, op de vervaldag
geïnd werden en zij het geld
van
de rente in handen kreeg,
zij had
naar niets meer om te zien. Nieke,
toch al in de zeventig,
luisterde
met grote ogen. Van Beneden
toonde
aan, folder in de hand, dat het
voor
haar kinderen geen verschil
uitmaakte,
ze zou ze jaarlijks kunnen
verrassen
met een heel mooie rente en
intussen
bleef haar geld zijn waarde
houden,
dat geld kwam hen later toe,
maar
daar was geen haast bij,
hahaha. Hij
wilde geestig zijn. Dan
pakte hij uit
met zijn vertrouwenwekkende
glimlach
die hem berucht heeft
gemaakt en
waarmee hij goedgelovige mensen
voor
zich heeft weten te winnen,
om de
tuin geleid of gewoon bedrogen.
Ik
heb in de gang staan
luisteren, de
glimlach heb ik niet gezien
maar ik
ben binnengelopen op het
ogenblik
dat ik Van Beneden met
papieren
hoorde ritselen. Ik heb
langs mijn
neus weg gevraagd hoe de
kinderen in
het geval er iets gebeurde
over het
geld van hun moeder zouden kunnen
beschikken als de stukken,
niet op
naam waren maar verdorie in
zijn
safe zitten. Wat voor verschil
kon
het voor hem uitmaken, heb
ik hem
gevraagd, dat hij even
wachtte tot ik
de dochters had opgebeld om
te vragen
of die langs wilden komen,
zij hadden
toch min of meer het recht
toe te
zien op de zaken van hun moeder.
Jean
was op zijn pik getrapt, hij
verweet
mij dat ik hem staan
afluisteren had
maar wilde geen ruzie maken.
Ik moest
de moeite niet doen om de
dochters op
te bellen, hij zou zelf wel
met de
meisjes praten en alles ineens
in
orde brengen. Hij vertrok meer
met
een grijns dan met een
glimlach.
VICTOR
Goed gedaan, jij doet meer
dan je plicht.
Jij beschermt je oudjes
tegen klaplopers
om niet te zeggen
struikrovers, wie zou
daar nog de tijd voor nemen.
Het is voor
jou niet genoeg dat ze
bijtijds hun papje
krijgen en een propere luier
omgespeld
krijgen. Alleluja.
EMILY
Genoeg bloemetjes gegooid.
Nieke is nog
heel zindelijk, ze is lang
niet aan
luiers toe. Kreeg ik maar
een procentje
van het geld dat ik uit de klauwen
van
die havik heb gered. (keert zich naar de
deur en met het water in haar ogen dat ze met
moeite kan ophouden, haalt zo diep adem dat
haar neus piept) Ik ga weg, ik heb
mijn
opzeg
gegeven. (draait
zich weer naar Victor,
die haar stomverbaasd aankijkt) Meneer
Molenaers
zat hier gisteren op je plaats
en
heeft laten verstaan dat hij in de
toekomst
hier zal zijn als dat nodig is,
jij
hebt hier niets meer verloren. Je
plaats
is op het gemeentehuis.
VICTOR
De
smeerlap. Ik had het kunnen weten.
EMILY
Er is
meer, hij heeft avances gemaakt.
VICTOR
Wat?
EMILY
Hij
heeft mij uit eten gevraagd en niet
naar
de frituur in het dorp, hij wil
het
chic en intiem.
VICTOR
Je
hebt hem toch wandelen gestuurd.
EMILY
Natuurlijk
niet, jij hebt me nooit
gevraagd.
Ik mag ook wat hebben voordat
ik
hier vertrek.
VICTOR
Je
staat me uit te lachen.
EMILY
Dat
zie je van hier dat ik met die knul
zou meegaan.
SANDER
(een klop op de deur. zonder te wachten op een
ja van Victor stoot Sander Molenaers de deur
open. is verbaasd) Stoor ik een intiem
samenzijn.
EMILY
Wat
moet ik daar op antwoorden. Ik heb
meneer
Goethals verteld dat u hier de
zaken
zult waarnemen.
VICTOR
Is dat
zo (neemt enkele papieren op van de
tafel) dan
kunt u beginnen met de
weekmenu’s
op te stellen, mevrouw
Bosmans
zal wel even nakijken of ze
voldoen
aan de dieetvoorschriften. Zo
lang ze
er nog is.
SANDER
Ja
maar ...
VICTOR
Niks
maar, wie hier mijn taak overneemt
neemt
alles en iedereen over.
Uitgenomen
Emily, daar blijf je met
je
poten af.
SANDER
Pak uw
boeltje en ga weg, meneer
Goethals,
voor het tot ruzie komt.
EMILY
Het
zal niet tot ruzie komen, niet om
mij. Ik
heb het Victor al verteld dat
ik
mijn ontslag heb ingediend.
VICTOR
Jij
weg, ik opzij gezet, geen nood,
meneer
Molenaers is de toestand wel
meester.
SANDER
Als
het zo zit kan meneer Goethals
evengoed
hier nog een tijd blijven tot
hij
mij op de hoogte heeft gebracht.
VICTOR
Ik wil
al niet meer.
EMILY
Victor
doet hier alles. Een klein
voorbeeld.
Oscar Wagemans, die altijd
buikloop
in de hoogste graad voorwendt,
heeft
het vanmorgen weer gedaan, daar
aan de
trap naast de lift, met afgezakte
broek,
zijn billen, zijn wollen
pantoffels
en de vloer al stront wat er
was, dat
de oude vrouwtjes er met
toegeknepen
neus voor op de vlucht
sloegen
en de jonge verzorgsters
aangeslagen
door de stank van de
oudemannenpoep,
niet wisten wat aan te
vangen.
Terwijl de anderen er stonden
op te
zien heeft Victor hier met eigen
handen
de troep opgeruimd. Gaat u dat
doen,
meneer Molenaers.
SANDER
Dat
hoef ik niet te doen.
EMILY
Nee, maar het is niet verboden en het
bewijst de inzet van Victor, hij leeft
voor Zilverschoon. Het is een zending
en het is de vraag of u ooit de held
van Zilverschoon zult worden, zoals
Victor.
VICTOR
Je
handen flink wassen meer is er niet
aan.
SANDER
Waarom vertrekt u zo plots,
mevrouw
Bosmans. Heb ik u wat in de
weg
gelegd.
EMILY
Het gaat niet om u, u kan ik
wel aan,
ik volg mijn man naar Colombia,
hij
heeft een contract getekend
voor vijf
jaar om er te gaan werken
voor
ontwikkelingshulp. Ik kan
ginder veel
goed werk doen.
SANDER
Ik ga
nu naar het gemeentehuis, er moet
zo spoedig
mogelijk naar vervanging
worden
uitgekeken.
U proberen te
overhalen om te blijven zal
toch niet
lukken. (verlaat het kantoor)
VICTOR
Blijf
bij ons, hier doe je ook goed werk.
Willy
kan toch om de zes maanden naar
huis komen,
je kunt je vakantie ginds
bij
hem doorbrengen, vijf jaar duurt
niet
lang.
EMILY
De
vrouw moet haar man steunen en volgen,
dat is
een plechtige huwelijksbelofte en
tegelijk
wil ik je huwelijksleven en dat
van
mij redden, want als ik hier blijf,
hier
zou blijven ... ik hou zo veel van
jou
... je vrouw en kinderen mag je dat
niet aandoen en ik mag het Willy niet
aandoen.
VICTOR
(staat op, duwt met zachte drang Emily tegen de
deur, geeft haar een tongkus en gaat met een
hand onder haar rok)
EMILY
Wat ga
je doen.
VICTOR
Dat
weet je, voelen dat je nog een meisje
bent. (laat Emily los) In wezen ben ik blij
en
trots om wat jij gaat doen waar ik mij
al
altijd toe geroepen voelde maar nooit
de
stap heb durven zetten. Voor mijn
kundigheden
zijn in de arme, vreemde
landen
geen plaats, daar is geen geld om
te
beheren en nog minder geld om
boekhouders
te betalen. Nu het zover is
hadden
we het een enkele keer moeten
doen
Emily, schat, lieverd.
EMILY
Dan
waren we door het ijs gezakt, wie
weet
waar we dan terecht waren gekomen.
VICTOR
In
geweten heb je gelijk. Maar goed dat
we het
bij handgrepen gehouden hebben.
Lichamelijke
liefde is zo veel
moeilijker
om in toom te houden dan
geestelijke
liefde, zeggen zij die het
kunnen
weten. Het zal, het moet
overwaaien,
met een dag seffens.
EMILY
Er
zijn er die zelfmoord plegen om
een
onvervulde liefde, hand in hand
van
een hoge toren springen.
VICTOR
Ik zie
mij geen zelfmoord plegen om
een onvervulde
liefde. Ik heb nog
altijd
Louise, dat is mijn toeverlaat,
mijn alles,
wat zou ik zonder haar
beginnen.
Intussen ben ik er zeker
van geen
onvervulde, onbeantwoorde,
hopeloze
liefde te hebben gekoesterd,
anders
heb jij de hele tijd verdomd
goed
komedie gespeeld.
EMILY
Geen
komedie gespeeld, Vik. In een
geval
op een miljoen is liefde
dodelijk,
het is doorgaans een kwaal
die nogal
eens aanleiding geeft tot
wartaal
en puberaal gedrag.
VICTOR
Dank
je. Dat moet jij zeggen,
mevrouw
de verpleegkundige.
Als ik
er maar geen plaag aan
overhoud,
wegkwijnen, niet meer
om aan
te spreken, misschien
laat
je mij wel achter bij
Wiske,
mijn kinderen en mijn
omgeving
als een in zichzelf
gekeerde
tobber, brombeer en
verlatene.
EMILY
Vik,
Vik, met jouw vrolijk karakter
en
belangstelling voor alles wat er
in de
wereld omgaat, het vliegtuig
heeft
de Belgische grond nog niet
verlaten
of je denkt al niet meer
aan
mij.
VICTOR
Vergeten
zal ik je nooit en in mijn
hart
zal nooit nog plaats zijn voor
een
andere, alles wat ik heb zal ik
van nu
af aan Wiske geven. Het klinkt
hoogdravend
maar het is gemeend.
EMILY
Doe
dat, je kunt niets beters doen. Dat
is het
dan.
(verlaat de kamer, haar taak
houdt haar bezig tot op de dag dat ze uit
het leven van Victor zal verdwijnen. in
het deurgat draait ze met haar kont)
DISSOLVE
FADE-IN
INT. ZILVERSCHOON DAG
Emily
Bosmans heeft het erg druk om haar vertrek voor te bereiden en Victor krijgt
weinig gelegenheid om met haar te praten. Hij staat haar na te staren en haalt
zijn schouders op.
VICTOR
(V.O.) Het zal moeten wennen.
FADE-OUT
FADE-IN
INT.
GEMEENTEHUIS
KANTOOR MOLENAERS DAG
SANDER
(de nieuwe secretaris van het OCMW, Sander
Molenaers heeft het druk op het gemeentehuis.
Emily moet vervangen worden en hij dicteert
een brief aan een secretaresse) Juffrouw, u
weet die brief wel in te
kleden. We
zullen eerst een aankondiging
plaatsen
in de kranten, zien hoeveel antwoorden
we krijgen. (neemt de telefoon op en
toetst een nummer in) Vik, heb je een
minuutje. (even later komt Victor binnen)
Ga zitten Vik. Ik ben bezig mij
in te
werken in het doen en laten
van het
OCMW. Mijn voorganger Van
Horenbeeck
stak niet veel meer uit, hij
liet
alles aanslepen. Ze mogen
van geluk
spreken dat jij een groot
deel van zijn
werk hebt opgeknapt.
VICTOR
Wat niet buiten mijn
bevoegdheid lag
heb ik weggewerkt.
SANDER
Ik zal je hier hard nodig
hebben maar
ik hoor dat je op
Zilverschoon goed
werk verricht. Je zult er
nog enige
tijd naartoe moeten, zeker
als Emily
weg is en we nog geen
vervangster
hebben. En ook de nieuwe
hoofdverpleegster zal moeten
geholpen
worden om zich in te werken.
VICTOR
Ik houd van mijn oudjes en
zij rekenen
op mij. En nu moet ik echt
naar
Zilverschoon voor de laatste
voorbereidselen van de
jaarlijkse
feestdag voor de oudjes. Ik
moet zien
hoe de repetitie verloopt en
of alles
op zijn plaats komt.
Misschien voor
de laatste keer.
SANDER
Het zal wel loslopen Vik. Ik
weet het
omdat jij een optimist bent.
VICTOR
Daar zal ik het moeten mee
stellen.
DISSOLVE
FADE-IN
INT. GROTE ZAAL RUSTHUIS DAG
Het
jaarlijks feest voor bejaarden. Aan een kant van de zaal is een podium gebouwd
met gordijnen waar de artiesten zich achter kunnen verkleden. In de zaal zijn
rijen stoelen gezet waar de bejaarden en een aantal gasten op hebben plaats
genomen. Alle plaatsen zijn bezet. Goethals is ceremoniemeester. Hij komt van
achter het gordijn naar voor op het toneel en kondigt een nummer aan.
VICTOR
Yvonne en Charel, twee
kranige bewoners
van Zilverschoon komen u amuseren
met
een sketch. Graag een
daverend applaus.
Het doek
gaat op.
YVONNE
(komt op in donkerblauw mantelpak en heeft een
hoedendoos bij zich. ze kijkt in het rond)
CHAREL
(komt op gekleed als politieman) Dag
mevrouwtje, waar hebt u uw
auto
geparkeerd.
YVONNE
Daar, op de hoek van de
parking.
CHAREL
U mag daar niet staan.
YVONNE
En waarom niet. Er was
plaats.
CHAREL
Omdat het de plaats is van
de commissaris.
Ga je kist maar gauw
verplaatsen of ik
gooi u de bon op voordat de
commissaris
mij roept. Ik wil niet dat
iemand denkt
dat ik mijn werk niet goed
doe.
YVONNE
Wie zegt dat u uw werk niet
goed doet?
CHAREL
De agenten hebben het altijd
gedaan. Bij
de commissaris en bij de
burgers. Komt
er een madammeke als u die
denkt dat zij
haar bak kwijt kan waar het
haar zint.
Mensen als u zeggen dat wij alleen
goed
zijn om parkeerbonnen te schrijven
maar
als er ergens een overval wordt
gepleegd
lopen wij in de andere
richting zo snel
onze benen ons kunnen
dragen. En dan
zegt de commissaris dat wij
niet genoeg
bonnetjes uitschrijven.
YVONNE
Bent u zo iemand, die bang
is als er
geschoten wordt.
CHAREL
Dat hangt er van af met wat
er
geschoten wordt.
YVONNE
Wil meneer de agent geestig
zijn of
ongepast schunnig? Moet ik
dat melden
dat bij de commissaris?
CHAREL
Niets te melden. Ik ben niet
bang, ze
mogen schieten met een
zesschieter,
een pistool of met een
proppenschieter.
Ik ben niet bang, nog van
geen tien
bandieten.
YVONNE
En elf dan?
CHAREL
Elf? Dat is iets helemaal anders.
Dat
is andere koffie. Maar u
moet mij niet
afleiden mevrouwtje. Wat draag je mee
in die doos. Is die doos
gevuld met
wiet of sexy ondergoed. Maak
eens open.
YVONNE
Ik doe mijn doos voor u niet
open.
CHAREL
Wie verkoopt er nu schunnige
praatjes?
Daar zal de commissaris niet
mee
lachen, zeker de nieuwe
niet.
YVONNE
Oei, dat klinkt gevaarlijk.
Is de nieuwe
dan zo gevaarlijk.
CHAREL
Hij heeft de naam streng te
zijn voor
vrouwen, mevrouw. En laten
we het over
uw auto hebben. Die
rammelkast is vuil,
de nummerplaat moet altijd
proper zijn
en duidelijk leesbaar. Het
is genoteerd.
Morgen komt u naar het
bureau om je
ding te tonen.
YVONNE
Mijn ding?
CHAREL
Uw nummerplaat. En hoe lang
is het
geleden dat uw uitlaat nog
is
nagezien.
YVONNE
Met mijn uitlaat is er niets
mis.
CHAREL
Daar zal ik strak eens laten
naar kijken.
En uw inlaat.
YVONNE
Daar wil u zelf naar kijken,
zeker.
Vies oud mannetje.
CHAREL
Dat heb ik gehoord.
Belediging van een
agent op dienst. En hoe is
het gesteld
met uw bumpers? Zo te zien
valt dat
nogal mee.
YVONNE
Meneer de agent, nu wordt
het te grof.
Mag ik u een vraag stellen?
CHAREL
Ik stel hier de vragen,
mevrouwtje, niet
te vrank worden. Wacht tot
je voor de
commissaris staat.
YVONNE
Je kent de nieuwe
commissaris toch niet.
CHAREL
En nu die doos open doen of
ik doe ze
zelf open. Je gedrag is
bijzonder
verdacht. Dat is een reden
om je af
te tasten.
YVONNE
Dat ook nog.
CHAREL
Je wil ze niet loslaten, wacht. (grijpt
naar de doos) We zullen zien wie hier de
baas is. En u staat nog
altijd op de
plaats van de commissaris
geparkeerd.
U zult weten naar wat prijs.
YVONNE
(ontwijkt de greep van Odiel. ze opent de
doos, haalt er een kepie uit en zet die op)
Mag ik mij voorstellen, de
nieuwe
hoofdcommissaris Hilda Van
Petegem.
ODIEL
(totaal de kluts kwijt) U mag uw auto hier
laten staan, Mevrouw. Mag ik
uw voertuig
een wasbeurt geven? Ik kan
dat goed.
DOEK
DOEK OPEN
Victor is
gekleed als circusdirecteur met hoge hoed. Odiel is gekleed als de clown August
met rosse pruik. Victor heeft een zweep die hij laat knallen en Odiel doet
allerlei acrobatische kunstjes, doet twee, drie keer de koprol, laat een been
verdwijnen in zijn brede broekspijpen. Op het einde neemt legt Victor zijn
zweep op een schouder van Odiel, sluit achter aan op Odiel en plakt zich tegen
hem aan. Odiel doet alsof hij een klarinet bespeelt en Victor blaast er in. De
bekende clownsdeuntje weerklinkt en benen tegen benen stappen ze rond het
toneel en treden af.
DOEK
DOEK OPEN
VICTOR
(weer normaal gekleed komt op het
podium en
spreekt tot de zaal) Emily, de engel van
Zilverschoon,
gaat ons helaas verlaten.
Ik zou
hier een uur en meer kunnen
staan
spreken om de verdiensten van
Emily
uit de doeken te doen en haar
de lof
toe te zwaaien die haar toekomt,
maar
de mensen die haar kennen weten
dat
Emily dat liever niet heeft.
Een
grote dame die zeer bescheiden
is
gebleven. Hoe bescheiden ze ook
is, nu
moet ze naar boven komen voor
een bloemenhulde.
Emily komt naar voor en beklimt het trapje naar het podium. Een paar
oudjes van Zilverschoon brengen tuilen bloemen. Ook de voorzitter van het OCMW
en de burgemeester komen met bloemen. Na de bloemenhulde geeft Victor haar een
wangzoen en neemt weer het woord.
VICTOR
Ik heb
er voor gekozen geen lange
toespraak
te houden om afscheid te
nemen
van Emily. Ik vind dat een
stuk
mooie muziek meer zegt dan
duizend
woorden. Ik heb het zangkoor
van de
gemeente, het wijd en zijd
befaamde
gezelschap, gevraagd om
een
uitvoering te brengen van In het
Avondrood
van Richard Strauss. Het
is in
het Duits maar ik heb hier een
Nederlandse
vertaling die ik voorlees:
Wij zijn hand in hand
door droefenis en vreugde
gegaan,
van onze tochten bekomen wij
beiden
nu boven het stille land.
Rondom ons neigen de dalen,
reeds verduistert de lucht,
twee leeuweriken stijgen nog
nadromend in de fijne nevel.
Kom hier, en laat ze
fladderen,
gauw is het slaaptijd,
dat wij niet verloren lopen
in deze eenzaamheid.
O wijde, stille Vrede!
Zo diep in het avondrood.
hoe moe zijn wij het trekken
-
loert hij daar al de dood?
Emily en
Victor blijven naast elkaar op het podium naar de uitvoering luisteren. Na de
laatste noot geeft hij Emily weer en kust en zij geeft hem onverwacht een kus
terug. Het podium wordt ontruimd.
ODIEL
(heeft zich weer gewoon gekleed. Hij vertelt een
serie moppen die al jaren op dergelijke
feesten
worden bovengehaald, maar ze doen het nog. Odiel
zingt uit het repertorium van oude, plaatselijke
volksliedjes, van Zjef en zijn sik, van Mijn
Sofieke, van Zwaluw lief keert gij ooit nog
weer.
de oudere mensen in de zaal zingen mee, ze
kennen
de liedjes nog van vroeger)
VICTOR
(gaat tijdens afscheidslied naast zijn vrouw
Louise zitten) Vond jij dat mooie muziek. Ik
kon toch niet voor een
doodgewone Vlaamse
schlager gaan.
LOUISE
Voor
domme mensen zoals ik. Het was mooie
muziek,
ik was er door aangegrepen. Wat
denk je,
dat ik een achterlijke boerentrut
ben.
VICTOR
Heb ik
dat gezegd?
LOUISE
Laten
verstaan wel. Kom, nu geen ruzie,
dat had
ik niet mogen zeggen. De
verpleegster
kreeg veel applaus en
veel
kussen.
VICTOR
Hoor
ik daar een tikje jaloezie.
LOUISE
Neen.
Ik wil zeggen dat ze kussen kreeg
van iedereen
van wie bloemen bracht.
VICTOR
Zo, op
die manier. Ik had je verkeerd
verstaan.
LOUISE
Dat
gebeurt nog de laatste tijd.
VICTOR
Zouden
we niet wat luisteren naar de
liedje
van Odiel. Hij doet zo zijn best.
LOUISE
(fluistert) Naast wie zit Emily? Is dat de
nieuwe
secretaris van het OCMW?
VICTOR
Sander
Molenaers, de nieuwe secretaris
zit
een paar plaatsen verder. Die zou
liever
naast Emily zitten maar daar zit
haar
man.
LOUISE
Ze
maken zoveel van die Emily. Lelijk
is ze
niet maar veel dikker mag ze niet
worden.
VICTOR
Dat is
mij ook opgevallen. Zijn de
kinderen
niet willen meekomen, natuurlijk
niet, die
houden het bij Judas Priest,
AC/DC en Will Tura.
LOUISE
Niet iedereen is opgezet met
je grote
muziek. Jij bent ook jong
geweest toen
was het ook meer swing en
jazz dan Bach.
Johann
Sebastian Bach.
DISSOLVE
FADE-IN
EXT VOOR KASTEEL ZILVERSCHOON DAG
VICTOR
(aan de zijde van Louise. ziet Emily wegrijden
aan de zijde van haar man, voorbij de eiken
aan de ingang van het park, neemt Louise om
haar middel)
LOUISE
Daar vertrekt je geliefde.
VICTOR
Zij is niet mijn geliefde en
niet mijn
minnares en ze vertrekt pas
voor goed
binnen een paar dagen. (V.O.) Even
deed
het
pijn maar in lang niet zo diep als
het
heimwee dat ik moest doorstaan de
eerste
dagen van mijn legerdienst, in
het
kamp ver van huis, het verdriet dat
elke rekruut
moet doorstaan en waar
sommigen
aan ten onder gaan dat is pas
verdriet.
DISSOLVE
FADE-IN
EXT. RIVIERDIJK DAG
Louise en
Victor stappen op de dijk.
VICTOR
Prachtig,
zalig zomerweer. Willen we
net als
toen in ons blootje in de
weide
ravotten.
LOUISE
(begint haar blouse los te knopen)
VICTOR
(kijkt haar stomverbaasd aan)
LOUISE
(schiet in een lach) Had je nu echt
gedacht
dat ik mij hier zou
uitkleden.
VICTOR
Hoop doet
leven.
DISSOLVE
FADE-IN
INT. KANTOOR VICTOR ZILVERSCHOON DAG
De vrijdag na
het feestje van de zondag tevoren, de laatste dag van EMILY. In de kamer zijn
VICTOR, EMILY, SANDER, aftredend secretaris van het OCMW VAN HORENBEECK, PIT
TIELEMANS, oefenmeester en therapeut.
SANDER
Zo
Emily, ik mag je toch Emily noemen,
dit
zijn je laatste stonden in
Zilverschoon.
Wij wilden niet dat jij
met
stille trom zou vertrekken, daarom
dit
korte samenzijn.
EMILY
Ik heb
zondag al mijn feestje gehad.
VICTOR
Nee,
dat is een jaarlijkse gebeurtenis.
We hebben
je alleen maar in de
bloemetjes
gezet.
SANDER
Wij
hebben samen wat bijeengelegd om een
karton
schuimwijn te kopen.
VICTOR
Champagne
was beter geweest maar daar
konden
wij niet over. Dat konden we de
meisjes
niet vragen.
EMILY
Fijn,
dat had ik niet verwacht, maar ik
heb van
mijn kant pralines en petitfours
laten aanrukken.
SANDER
Bij
deze gelegenheid mag er tijdens de
diensturen
een glaasje gedronken worden.
Niet alle
dagen verlaat iemand als Emily
ons.
Maar we gaan daar niet in
Overdrijven.
De
verzorgsters, keukenpersoneel en schoonmaaksters komen in groepjes van twee of
drie een glaasje slurpen en een bonbon snoepen. Als ze allemaal langs zijn
geweest blijven ze onder hun vijven napraten.
SANDER
Ik
wens je veel geluk en gezondheid in
dat verre
hete land met een bevolking
die gemiddeld
een stuk meer gebrek
lijdt
dan de armste mensen hier, maar
die
hoor je minder klagen dan de
kleine
verdieners hier. Ik weet niet
veel
maar wel iets van de derde
wereld.
Ik heb je niet lang gekend
Emily,
maar naar ik heb gehoord en
van
wat ik van je heb kunnen zien
heb je
uitstekend werk gedaan, je
zult
moeilijk te vervangen zijn.
EMILY
Niemand
is onmisbaar, maar als ik een
opmerking
mag maken, laat Vik zijn
werk hier
verder doen, hij is hier
graag
gezien en weet waar hij mee
bezig is.
SANDER
Ik
reken op Vik, hij mag hier komen
zo
dikwijls het nodig is, maar op het
hoofdkantoor
van het OCMW is een en
ander
blijven liggen het laatste
jaar,
mijnheer Van Horenbeeck mag het
horen,
Vik zal daar de eerste tijd
hard
nodig zijn om de achterstand weg
te
werken. Daarna komt een nieuwe
werkindeling.
PIT TIELEMANS
Een
stevige aanpak zou niet mis zijn,
ik zit
nog altijd op een echte
fitnessruimte
te wachten, heel veel
toestellen
hebben we niet nodig maar
wel
genoeg om meer dan een oudje
tegelijk
aan het oefenen te zetten,
nu
schiet ik niet op, tien minuten
per
patiënt is te weinig om ze fit
te
houden of tenminste mobiel.
SANDER
Breng
ik naar voor op de volgende
zitting
van de OCMW-bestuursraad.
Gerard
heeft zich de laatste tijd
met
het dagelijkse bestuur niet
veel
meer opgehouden..
VICTOR
Niet veel. Helemaal niet.
GERARD
(is de enige die gaan zitten is. op de desk van
Victor staat een fles die hij op zijn eentje aan het
leegmaken is, hem kan niets meer deren)
Het is tijd
voor de allerlaatste handdruk, de laatste omhelzing en wangzoen.
VICTOR
(krijgt het water in zijn ogen) Emily
op mij
zul je
altijd kunnen rekenen. Dat is een
eed. (V.O.) Ik weet het, dat is een
belofte
in de
wind, wat zou ik doen als het erop
aankomt,
als je echt in nood raakt. Naar
je toe
vliegen en Wiske meenemen of
achterlaten.
Ik heb Wiske ook eeuwige
trouw
en steun beloofd toen we voor het
altaar
stonden en bij god, ik heb per
slot
van rekening voor vijfennegentig
procent
woord gehouden.
DISSOLVE
FADE-IN
INT. KANTOOR DAG
Van in het
venster zien ze Emily in haar auto stappen, wuiven en verdwijnen onder de
schaduw van de grote bomen, die het zicht op de inrijpoort belemmeren. Met drie
blijven ze haar nakijken, Gerard is half onder de invloed van de drank halsstarrig
naast zijn fles blijven zitten.
VICTOR
Ik zal
haar missen, maar ik ken er veel
die haar
nog veel harder zullen missen.
Wie
zal ooit Emily Bosmans, de engel
van de
bejaarden, kunnen vervangen.
SANDER
Er is
niks aan te doen, we konden haar
niet
aan de ketting leggen.
PIT
Oudjes
vergeten vlug wat zich in de
tegenwoordige
tijd om hen heen
afspeelt,
hun kort geheugen laat
hen in
de steek, als jullie dat
kan
troosten.
VICTOR
Goede
dag, mannen, ik heb hier niets
meer
verloren. We zien morgen wel.
(loopt naar beneden en gaat op een bank bij
de vijver zitten) (V.O.) Emily heeft
voorspeld
dat ik haar al zou vergeten
zijn op
het ogenblik dat ze in het
vliegtuig
stapt voor Bogota. Ze kan
gelijk
hebben. Ik kom haar vertrek
wel te
boven, het zal niet anders
kunnen.
FADE-OUT
Geen opmerkingen:
Een reactie posten