woensdag 26 juli 2017

25 CANTECLEER




CANTECLEER


Originele script voor

 6 afleveringen van een dramatische

Tv-serie

Geschreven door

Jules De Cort

































EXT.              RIVIERDIJK           DAG

De rivier omsluit het domein Cantecleer in een wijde meander. De ochtendzon staat stralend boven het landschap met de rivier en het jaagpad. In de verte de silhouet van een kerktoren. ERNEST BELLEKENS maakt een wandeling op het jaagpad met zijn hond Oblomov. De hond loopt te snuffelen in de opgeschoten kruiden en het gras. Ernest blijft staan en sluit zijn ogen.

DISSOLVE

FADE-IN

EXT.         HELDERE RIVIER IN BREDE BEDDING        DAG

Kano’s met een of twee inzittenden drijven stroomafwaarts. De rivier vloeit door een land van bloeiende boomgaarden en groene graanvelden, met spikkels van korenbloemen, margrieten en papavers. Kinderen spelen aan de oever in het ondiepe water, baarzen happen naar laagvliegende insecten, vogels brengen voer in de vorm van rupsen en meikevers naar hun nesten volgepropt met gapende jongen, de hoefslag van saters en paardmensen.

DISSOLVE

FADE-IN

EXT.              RIVIERDIJK            DAG

ERNEST
(Ernest doet zijn ogen open en kijkt somber naar
de traag stromende paarsbruine rivier met plastic
flessen en plastic tassen. roept zijn hond)
Oblomov, we gaan naar huis, het is tijd
voor het ontbijt. We hebben genoeg
smurrie gezien en je hebt je getal aan
teken in je pels zitten. (Oblomov blaft kort,
hij heeft het begrepen. Ernest daalt de dijk af
en loopt over een aardeweg tussen een akker en
een weide met schapen en geiten. de schapen
liggen in de schaduw van de knotwilgen te
herkauwen, de geiten springen naar de afrastering.
het koren staat in de aren, de aardappelen zijn
aangeaard, de boomgaard is uitgebloeid. in de
moestuin zijn de boontjes gekiemd, de erwten
staan in hun derde blad. in het park is het
grasperk geschoren, de ribes en forsythia hebben
hun roze en gele lentebloemen geruild voor
donkergroen blad. komt bij zijn landgoed de
Cantecleer. het gebouw is de doorslag van
een herenboerderij uit de achttiende eeuw.
de gebouwen, opgetrokken in oude klinkers,
omsluiten een rechthoekig binnenhof,
geplaveid met kassei. in klompen aan de
muren, in kuipen op de grond en bakken op
de vensterbanken, rode en witte pelargonia,
op de nok duiven in een rijtje achter elkaar.
onder de dakgoten zwaluwnesten, in gaten
onder de dakrand slordige mussenlegers. er
is een stal voor de geiten en de schapen,
een schuur, een pershuis voor de
vruchtenwijnen, een bakoven, een garage
weggestopt als karrenhok.


FADE-OUT

FADE-IN

INT.                  KEUKEN             DAG

CLEMENTINE heeft Ernest horen binnenkomen en komt uit de keuken met een stapel boterhammen en een kan hete chocolademelk. Hij begint te eten.

ERNEST
Clementine als ik gegeten heb rij ik
naar Wieken en Zon. Voor als iemand
naar mij zou vragen.

CLEMENTINE
Hoe is het eierbrood?

ERNEST
Veel te lekker Clementine, ik kan
er niet genoeg van krijgen. Een
manier om mij vet te mesten.

CLEMENTINE
Een man moet wat hebben. Een
herenboer mag niet mager zijn. Ik
ben al dertig jaar dienstbode op
de Cantecleer, ik heb voor je
ouders en grootouders gezorgd en
ze te eten gegeven, nooit klachten
gehoord maar ze wisten bijtijds te
stoppen.

ERNEST
Daar is het veel te goed voor. En
ik ben geen herenboer. Ik kan niet
eens een paard mennen.

CLEMENTINE
Maar je bent wel landbouwingenieur.

ERNEST
Dat maakt mij een boekengeleerde,
geen landbouwer.

CLEMENTINE
Jij zult nooit moeten werken voor de
kost, dat heeft opa klaargespeeld.    

ERNEST
Opa heeft zijn kapitaal bijeen gedaan
met beleggingen in de kolonie, in
Egypte en Azië. Bloedgeld eigenlijk.

CLEMENTINE
Toen werd dat zo niet gezien. Hij heeft
de Cantecleer gebouwd en heeft er voor
gezorgd dat jij kunt leven als een heer.
Het waren goede beleggingen, waarom
moet je geweten daar nog altijd over
opspelen. En waarom steek je geld in een
bedrijf dat altijd verlieslatend zal
zijn. Doe dan liever een storting op een
liefdadige vereniging.

ERNEST
Dan weet ik niet wat ze met mijn geld
doen. Met Wieken en Zon wil ik de mensen
in Afrika helpen zonne-energie te
gebruiken om te koken, dan moeten ze de
laatste bomen niet omhakken voor
brandhout.

CLEMENTINE
Grote woorden. Hang maar niet te veel
de goede sint uit, je hebt veel geld
maar niet oneindig veel. Enfin, je zult
wel weten waar je mee bezig bent. Dom
ben je niet.

ERNEST
Vader was hier al mee begonnen toen
hij samen met mijn moeder verongelukt
is op weg naar zijn wijngaard in het
zuiden van Frankrijk. Daar moet ik
binnenkort eens naar toe en ik wil
zijn werk afmaken.

CLEMENTINE
Zie liever eerst uit naar wat
nageslacht. Dit paradijs mag niet
stuk gaan, het moet heel blijven.

ERNEST
Daar zal ik op toekijken. Je hebt je
al dertig jaar helemaal opgeofferd
voor opa toen oma gestorven is en
dan voor mij, als mijn ouders er
niet meer waren.

CLEMENTINE
Ik wil ook je kinderen mee
grootbrengen. Als God het mij
toelaat en als er geen vrouw
in de weg komt.

ERNEST
Op god zou ik niet te veel rekenen,
die vrouw daar passen we wel een
mouw aan.

DISSOLVE

FADE-IN

EXT.                 EEN WEG                 DAG

ERNEST
(Ernest heeft zijn fiets uit de garage
gehaald en springt lopend in het zadel,
rijdt de rivierbrug over, slaat af en
komt bij een industriepark waar een
tiental kleine en middelgrote bedrijven
zich gevestigd hebben, houthandel,
kunstvoorwerpen, sanitair, metaalbouw.
Hij loopt een gebouw binnen, de trap
op naar de tweede verdieping.)

INT.                  ATELIER WIEKEN EN ZON           DAG

ERNEST
(loopt door de werkplaats waar twee werklieden
een toestel in de vorm van een grote reiskoffer
monteren onder toezicht van SOOI SERVRANCKS, de
medewerker van Ernest)

ERNEST
Hoe ver staan we?

SOOI
De laatste schroeven worden aangedraaid.
Tegen vanavond moet de kast af zijn. Als
morgen de zon schijnt kunnen we onze
zonnekast testen, zien of we een ketel
aan de kook kunnen brengen voor onze
eerste thee op door zonnewarmte
opgewekte stroom.

Ernest en Sooi lopen samen naar het kantoortje met een groot venster. Van het venster ziet Ernest in de verte Cantecleer liggen in de voorjaarszon. Ze gaan aan de tekenplank staan.

INT.                     KANTOOR              DAG

ERNEST
Nu nog de koelkast.

SOOI
Als we met de zonnekist genoeg stroom
kunnen opwekken om een ketel water
aan de kook te brengen kan een koelkast
geen groot probleem zijn. Ik hoop dat
we ons kapitaal teruggewonnen hebben
tegen de tijd dat de grote spelers
voelen dat we in hun vaarwater zitten.

ERNEST
Dan verdienen we niets maar hebben wel
een eerste doel bereikt, de laatste
bossen in de bedreigde gebieden in
Afrika redden. Een edel doel en een
voldoening die een fortuin waard is,
als het zo moet zijn, mijn fortuin,
maar ik zit nog niet op droog zaad,
wees gerust, maar een tweede fortuin
heb ik niet.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                    KANTOOR                    DAG

ERNEST
(zit met Sooi aan een bureau, hebben mappen
met papieren voor zich liggen, kijken er in)
Na een week testen weten we nu dat
onze kist het doet. We kunnen in
productie gaan.

SOOI
De meeste biedingen op onze
prijsaanvragen zijn binnen, een paar
zien er goed uit, zoals hier het
bedrijf dat de plaat voor de mantel
wil persen. Ik heb nog geen optelling
gemaakt om te zien hoe ver we staan.

ERNEST
Waarom niet?

SOOI
Bijgeloof. Ik wilde eerst zien of
ons machientje werkt.

ERNEST
Als we een basisprijs hebben kunnen
we in productie gaan en een
zelfstandige vertegenwoordiger
zoeken die tegen commissieloon ons
toestel aan de man moet brengen.
Eerst in Europa en als de zaken
lopen kunnen we naar Afrika, dan
steken we onze winsten in
ontwikkelingshulp.

SOOI
Ze zullen ons voor gek verklaren.

ERNEST
Zouden ze groot ongelijk hebben? We
zijn nu eenmaal zo. Ik ga een
toertje maken.

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.                      DORPSTRAAT             DAG

Ernest rijdt in de straat naar de brug. In plaats van naar de Cantecleer te fietsen neemt hij het jaagpad van de rivier en rijdt in de richting van Mechelen tot hij in de verte de toren van de stad ziet.

ERNEST (V.O.)
Ziedaar een robuust teken dat er in de
Zuidelijke Nederlanden enig cultureel
leven heeft bestaan.
(stapt van zijn fiets en kijkt keurend naar
het gras en onkruid op de rivierdijk, plukt
een plant) Tiens, geitenbaard in deze
wildernis van onkruid. En aardaker,
wat heeft die hier verloren. En
zilverschoon. (een klad kraaien vliegt laag
over de dijk en het water) De natuur is nog
niet dood, er leven nog zwarte vogels.
(springt weer op zijn fiets en rijdt terug)

FADE-OUT

FADE-IN  

INT.                   KEUKEN             DAG

CLEMENTINE
Ik heb kervelsoep met asperges
klaargemaakt, dan varkensgebraad met
spinazie en aardappelen, en bij de
aardbeien een flensje met kaneelsmaak.

ERNEST
Je wil me echt in conditie brengen om
voor nakomelingen te zorgen.

CLEMENTINE
Ik doe wat een goede huishoudster
moet doen en ik eet mee van wat
ik gereed maak Ernest, dan
mag het lekker zijn.

ERNEST
Lekker? Feestelijk, niet minder dan
dat.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                KEUKEN CANTECLEER           AVOND

Clementine gaat naar de woonkamer tv kijken, Ernest trekt naar zijn kamer.

INT.                  SLAAPKAMER         AVOND

ERNEST
(gaat voor het open venster op een stoel zitten,
legt zijn voeten op de vensterbank. in zijn handen
houdt hij het boek Silent Spring van Rachel Carson.
hij leest niet, kijkt naar buiten, in zijn broek
staat een bobbel, hij heeft een erectie. (V.O.) Ik
mis een gezellin, ik moet aan een kindje
gaan denken.

DISSOLVE

FADE-IN

EXT.                                                     TUIN                                     DAG
       
In het park van de Cantecleer staan de bomen vol in blad. De lente is rijp geworden.

ERNEST
(staat in de moestuin te praten met een man uit
het oosten, Indiër of Afghaan. De man heeft een
schoffel in zijn hand, een vrouw zit gehurkt te
wieden) When do you intend to leave for
England.

INDIER
Soon. I expect a message from a family
member.

ERNEST
Are you Hindu or Islam.

INDIER
Islam.

ERNEST
Did you ever have the intention to
give up your believe in a god. I did,
I became agnostic, just like that.

INDIER
Not me. Not ever. We are not allowed
to.

ERNEST
I know. We in de West are free to
believe or not to believe in whatever
what is called a god.

INDIER
Can I go on with my job here, sir.

ERNEST
Certainly.

FADE-OUT
FADE-IN

EXT.               DIJK             DAG

ERNEST
(loopt naar de dijk, ziet overvloedig wit schuim,
veroorzaakt door een industriële uitstoot
stroomopwaarts. het loopt zo de spuigaten uit dat
zich zeepbellen losmaken die prachtig goud, rood
en purper blinken, loopt terug naar huis)

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                   KEUKEN             DAG  

ERNEST
(loopt de keuken in om een kop koffie)

CLEMENTINE
Het is zaterdag dan ga je niet werken,
dan ga je op café. Wil je deze brief
aan mijn nichtje Tine de Temmer posten,
een bloem van een meisje. Ik nodig
haar uit voor de kermis, je kunt een
keer met haar dansen in de cafés met
een jazzband, of gewoon met haar praten.

ERNEST
Komt in orde. Je bent een goed mens en
wat koppelarij kan ik best verdragen.

CLEMENTINE
Wat bedoel je? Och, laat maar.

DISSOLVE

FADE-IN

INT.                  GELAGZAAL             DAG

De bekende cafébezoekers hangen aan de toog of zitten aan hun tafel. Ernest komt binnen en gaat bij Constant en Victor zitten.

GERMAIN
(aan de tapkast) Met wat zijn jij en Sooi
bezig daar in jullie atelier.

CONSTANT
Zijn dat je zaken, matrassenmaker?

ERNEST
O, hij mag het rustig weten. Wij werken
aan een waanzinnig idee, we ontwerpen
en bouwen toestellen die moeten
bijdragen in de strijd tegen
natuurbederf. Maar wie niet waagt in
een populier te klimmen om een ander
zicht op de wereld te krijgen, die
zweeft nooit als een reiger boven het
aardse.

VICTOR
Dat klinkt heel verheven.

ERNEST
Bij een verheven ideaal hoort verheven
taal.

VICTOR
Een ideaal dat geld kan kosten.

GERMAIN
Als het maar geen geld van de staat
is.

ERNEST
Ik ben geldschieter en Sooi levert het
ingenieurswerk. Vroeg of laat moet
Wieken en Zon iets voortbrengen, liefst
voordat mijn kapitaal op raakt. Maar
het moet lukken.

KOZZE
Heb jij geen landbouwschool gedaan? Op
je grond kun je industriële landbouw
plegen en rijk worden.

ERNEST
Door mijn land uit te mergelen en vee
vet te mesten. Ik zit nog altijd niet
aan de grond, Kozze, opa heeft goed
belegd, dat hoef ik niet meer te doen
en ik heb er ook geen verstand van. En
wat onze idealen betreft, ik kom van
de dijk en heb daar oog in oog gestaan
met de gruwel van een rivier die door
de voorbije hoge temperaturen en de
detergenten van een piraat
stroomopwaarts haar laatste bellen
zuurstof heeft uitgeblazen. Het is een
gletsjer van stinkende blubber die
naar de zee schuift, tussen bermen die
vele meters zijn opgehoogd om de
afstotelijke brandnetels, distels,
fluitenkruid en ander gespuis nog meer
levensruimte te geven en het debiet
van de rivier te vergroten, zodat er
in de toekomst vijf keer zoveel
afwaswater, afgekeurde melk, gesmolten
stront en ingedikte zeik kunnen
afzakken naar de grote plas, mee met
hoeveelheden, door het regenwater uit
de landbouwgrond geloogde
onkruidverdelgers en
bestrijdingsmiddelen.

CONSTANT
Juist Ernest. Ernstige Ernest. Ik zal
eens een artikel moeten schrijven
over onze dode rivieren. Naar wilde
eenden hoeven we niet meer uit te
zien, die moeite kunnen wij ons
besparen. Weken geleden zijn de
laatste exemplaren dood of stervend
aan botulisme naar Mechelen
gedreven, waar verontwaardigde
natuurvrienden ze uit het water
visten en in machteloze woede op
de berm hebben gelegd, als nutteloze
doden in een burgeroorlog.

VICTOR
Dat is geen journalistentaal,
dat is poëzie.

ERNEST
Gabriella, geef mij nog een glas bier
om de smaak van fosfaten, nitraten en
schijt van mijn tong te spoelen. Geef
die mannen ook iets en dan moet ik
weg, ik heb beloofd Clementine te
helpen want morgen krijgen we wel
twintig kermisgasten.
(gaat naar buiten)

GABRIELLA
(legt een wit tafellaken op een cafétafel,
zet er een crucifix op en een kandelaar met
kaarsen) Dat is voor morgen, voor de
processie.

CONSTANT
Dat je aan dat gedoe nog mee wilt
doen, Gabriella.

GABRIELLA
Ik wil niet uitblinken door niet mee
te doen.

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.                  DORPSPLEIN              DAG   

Op het dorpsplein legt kermisvolk de laatste hand aan molens, ander vermaak en kramen allerlei. Gemeentewerklieden planten palen met wimpels om het dorp een feestelijk uitzicht te geven.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                  BINNENPLEIN CANTECLEER        DAG

ERNEST
(haalt schragen en lange planken uit een
bijgebouw en zet die op de koer gereed voor
het kermisfeest van morgen. hangt een paar
luidsprekers aan de muur en laat een plaat
kermismuziek draaien. loopt met een mand de
kelder in en komt boven met een dozijn
flessen wijn. tot Clementine):
Wijn krijgen ze maar niet van mijn beste,
dat zie je van hier. Ik heb buiten alles
gereed gezet, ze beloven droog weer voor
morgen.

CLEMENTINE
Voor twintig man zou het binnen wat
benepen zijn.

VICTOR
Twintig man? Zoveel familie heb ik niet.

CLEMENTINE
Ik heb ook familie Ernest en die wil ik
ook wel eens zien, en zeker Tine De
Temmer.

ERNEST
Wat heb je gereed gemaakt, Clementine.

CLEMNTINE
Ik heb het simpel en ouderwets gehouden.
Gehaktballen met krieken gestoofd,
groentesoep met vlees en mergpijpen,
jonge aardappelen, rijstpap geel
van de saffraan. Brood moet jij nog
bakken, de taarten en de vlaaien
zijn voor mij.

DISSOLVE

FADE-IN

EXT.                KOER CANTECLEER           DAG    

Tegen een uur of tien. Ad. lib. Een twintigtal kermisgenodigden staan of zitten op de koer van de Cantecleer. Ernest heeft een champagnefles in de ene hand, een fles geuze in de andere hand en vult de glazen bij. Op een tafeltje staan flessen sterke drank. Een paar gasten verkiezen een borrel die ze zelf inschenken. De alcohol begint te werken en er wordt druk over en weer gepraat. Clementine neemt Tine de Temmer onder de arm en brengt ze bij Ernest.

CLEMENTINE
Ernest, mag ik je mijn nichtje Tine
de Temmer voorstellen. Is dat geen
lief, aantrekkelijk meisje.

TINE
Tantetje.

ERNEST
Meisje, ik zou eer zeggen een hele
vrouw, een stuk, in West-Vlaanderen
een brokke van e wuf.

CLEMENTINE
Ernest, je manieren.

ERNEST
Ik heb niet het woord stoot gebruikt.

CLEMENTINE
Wat moet dat meisje niet denken.

TINE
Ik ben meer gewoon dan dat, tante. Ik
woon in de stad.

ERNEST
De boosaardige stad.

TINE
Noemen ze Brussel hier zo.

ERNEST
Dat zeggen ze ook van Mechelen. De
mensen zijn altijd  banger van wat
ze niet kennen dan van wat ze kennen.

TINE
Ik ken de stad, ik ben er niet bang van.
Maar ik voel me sterk aangetrokken door
buiten. Alleen, ik ben geen boerin, wat
zou ik hier moeten doen om mijn kostje
te verdienen. Papier volschrijven.

ERNEST
Zoals Streuvels en Timmermans, als je
voor hun stijl valt. Ik zie dat
iedereen genoeg begint te krijgen en
het wordt tijd om naar het dorp af te
zakken als ze de processie willen zien.
Ze kunnen in het dorp nog iets drinken
en oude kennissen ontmoeten.

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.              KERMIS               DAG

Ernest en zijn troep staan naar de processie te kijken. Als het hoogwaardig onder de luifel voorbijkomt, knielen de gelovigen onder het gezelschap van Ernest en slaan een kruisteken. Ernest blijft rechtop staan en maakt geen kruisteken. Ook Tine knielt niet en kijkt onbevangen naar de monstrans met de hostie.

TINE
Waarom knielen die mensen. En wat is
dat ronde ding in dat koperen geval.

ERNEST
Dat is een gouden monstrans die een
hostie toont, dat ronde ouweltje. Uit
eerbied voor het lichaam van Jezus
Christus knielen zij en buigen hun
hoofd. Ik zou voor jou moeten
knielen uit eerbied als ik je zo
bekijk. Maar ik ben je eerste
vleier niet, neem ik aan.

TINE
Neem dat maar aan.

EXT.               DORPSPLEIN            DAG

De processie is voorbij en in de kerk verdwenen, de kermisattracties worden op gang gebracht en in de cafés beginnen de bierkranen te lopen. De groep trekt Café Statie binnen waar het al druk is. De accordeonspeler trekt een trage dans uit zijn instrument.

ERNEST
(Ernest vraagt Tine in de dans, hij drukt
haar tegen zich aan, spreekt zacht) Iemand
met je voorkomen, ik geloof nooit
dat je alleen op de wereld bent. Wou
de gelukkige niet meekomen.

TINE
De gelukkige is door tante niet
gevraagd.

ERNEST
Wist ze af van zijn bestaan.

TINE
Natuurlijk niet, maar ik heb andere
vermoedens, uit mensenkennis, ze wil
gewoon niet weten of ik iemand heb.

ERNEST
Waarom zou ze dat doen?

TINE
(bekijkt Ernest) Wat denk je. Tante is
een oude koppelaarster, die elf nooit
een vrijer heeft gehad.

ERNEST
Dat weten we niet met zekerheid. Ik
weet niet alles van Clementine.
Alleen dat ze af en toe een uitstapje
maakt naar Brussel. Godweet is ze in
haar jeugd geen seksbeest geweest.
Ze heeft altijd vrije dagen genomen
van toen ze nog een jong meisje was.

TINE
Je praat tegen mij alsof je mij al
jaren kent en het is de eerste keer
dat wij mekaar ontmoeten.

ERNEST
Er is iets aan jou dat mij aantrekt.
Ik durf het woord bijna niet
uitspreken. Ik zeg het toch. Sexy.

TINE
O, bedankt. Als je maar niet bedoelt
hoerig. Of toch, dat kan er ook mee
door, we zijn vrijgevochten.

ERNEST
Vrijgevochten is niet ver van vrije
liefde. Schatje, let op je woorden.
Kom, zouden we niet terug naar de
Cantecleer lopen, Clementine laat
haar eten niet graag koud worden.
(maakt zich los van Tine en roept tot het
gezelschap dat het tijd is voor het
middageten)

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.               KOER CANTECLEER            DAG

De kermisgasten van de Cantecleer zitten aan de lange, opgediende tafel in de schaduw van de kastanjebomen. Een spin laat zich aan een draad neerzakken maar wordt zonder pardon platgemept. Ernest kondigt de gerechten aan.

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.                        MONTAGE              DAG

Als de genodigden hun buikje vol hebben en het eten met de hulp van een borrel jenever of cognac hebben laten zakken, lopen ze terug naar de kermis. De kinderen klauteren op de paardenmolen of in de botsautootjes, de mannen staan aan de schietkraam, de vrouwen hebben genoeg aan hun eigen gepraat en af en toe springen ze omhoog als kwajongens voetzoekers tussen hun benen gooien. Daarna gaan ze de cafés in om een glas bier te drinken en te dansen. Ernest grijpt Tine om het middel en laat haar niet meer los, trage maat, snelle maat, ze is elk ritme meester. Ondertussen laat hij niet na met haar te praten.

TINE
Je weegt me af naar mijn lijf, maar
ik ben niet van gisteren, ik heb een
paar jaar universiteit achter mijn
beha, wijsbegeerte, voor het geval
ik een filosoof op het lijf zou
lopen.

ERNEST
Morgen heb je een vrije dag, tweede
Pinksterdag, blijf op de Cantecleer
slapen, er is plaats.

TINE
Ik kan niet blijven maar ik beloof
terug te komen. De Cantecleer staat
mij wel aan.

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.                        MONAGE         AVOND

Om een uur of tien zakt de familie af naar de Cantecleer, de meerderheid vindt dat het laat is en ze willen naar huis. Tine rijdt als laatste weg, Ernest geeft haar een kuise kus op haar wang en ziet haar node vertrekken. Het kermislawaai van het dorp bereikt gedempt zijn oor, maar hij heeft geen zin om er naartoe te gaan. Hij gaat wandelen op de dijk. De rivier is stil, de maan giet haar melklicht over het landschap. Onderaan de dijk in het lange gras ligt een paar dat zich helemaal heeft uitgekleed, elkaar met ogen en handen af te tasten. Ernest is er zichtbaar door geroerd.

ERNEST
(V.O.) Ik voel mij een goed mens. Ik
verlang naar Tine, nu ze weg is besef
ik hoezeer ik naar haar verlang en ik
ben niet eens aan haar lijf geweest.

DISSOLVE

FADE-IN

De kermis is al enkele weken voorbij.

INT.                  KEUKEN CANTECLEER        OCHTEND

ERNEST
(aan het ontbijt, met Clementine) Tine laat
niets van zich horen, geen bezoekje en
geen telefoontje. Ik ga mijn wandeling
maken op de Deeldijk.

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.                  IN DE NATUUR           DAG

Het is volop zomer. De weiden en de velden hebben hun volle kleur, en Ernest geniet van zijn omgeving.

ERNEST
(V.O.) Waarom laat Tine niets van zich
horen, ik ben ook maar een mens met
verlangens en driften. Ik ben geen
pater die geloften van armoede,
kuisheid en gehoorzaamheid heeft
afgelegd. (komt weer thuis, loopt binnen,
haalt een fles Sauternes uit zijn kelder,
moffelt die onder zijn hemd en rijdt op de
fiets naar het huisje van Melanie aan de
Deelbrug. hij klopt aan de achterdeur en
Melanie staat voor hem in hagelwitte
badjas die ze vergeten is dicht te knopen)
Dit is beter dan Elixir d’Anvers. (na
dik twintig minuten komt hij weer naar
buiten, fluitend fietst hij terug naar de
Cantecleer)

DISSOLVE

FADE-IN

INT.                   KEUKEN CANTECLEEER              DAG

Ernest en Clementine zijn aan het middagmaal en zien Tine de koer oprijden.

CLEMENTINE
Ik heb het toch altijd gezegd dat
ze zou terugkomen.

ERNEST
Ik vermoed dat zij het heeft
uitgemaakt met een vriend of
minnaar, dat kan alleen maar
betekenen dat zij voor mij
gekozen heeft.

TINE
(komt binnen) Kan ik hier overnachten.
Een aparte slaapkamer hoef ik niet,
die van Ernest is ruim genoeg, als
zijn bed maar breed genoeg is. Is
er bezwaar.

ERNEST
Van mijn kant niet, neen.

CLEMENTINE
Ik heb hier niets te zeggen, maar
wat een manier om hier binnen te
vallen, Tine.

TINE
Ja, ik ben een ingénue van uit de
stad en ik weet dat Ernest een
eenzame man is. Met mij heeft hij
iemand om mee te praten.

CLEMENTINE
Ik ben hier nog om mee te praten.

TINE
Ja, maar niet in een positie van
onder of boven hem.

CLEMENTINE
Tine. Leren ze zoiets in de stad.

ERNEST
Moet je dat horen, wie ben je eigenlijk.
Clementine heeft mij gezegd dat je
zwakstroom hebt gestudeerd. Geen
wijsbegeerte, je hebt gelogen.

TINE
Ik heb van Clementine gehoord dat jij
een bedrijf hebt dat zoekt naar het
winnen van energie uit wind en zon.

ERNEST
Ja, Wieken en Zon.

TINE
Daar heb ik veel belangstelling voor,
in de eerste plaats omdat ik voor
groen ben en in de tweede plaats
omdat ik er meer verstand van heb
dan jij, een landbouwingenieur.

CLEMENTINE
Heb je al ontbeten. Schuif dan gauw
bij aan want Ernest moet de dijk op
voor zijn ochtendwandeling. Ik heb
eieren en lappen spek gebakken, spek
van een zelfgeslacht zwijn, wat
wettelijk niet mag, en scharreleieren.
Je smaakt duidelijk het verschil met
batterijproducten. Het roggebrood,
echt roggebrood op hout gebakken met
zuurdesem en van zelfgewonnen koren,
een product van Levine van Flor
Casteels, de boerin van aan de
overkant. Het is hard als een
straatklinker en zo moet het zijn. 

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.                   IN DE NATUUR          DAG

Ernest en Tine wandelen op de Deeldijk en zien hoe het gesteld is met de rivier. Een boer rijdt met een maaimachine het gras af in de lage, nevelige wei en maakt meer lawaai dan de twintig, dertig vliegtuigen, die laagvliegend Zaventem aandoen of hoog in de lucht witte strepen trekken en de hemel in meetkundige figuren snijden.

ERNEST
Ik heb nog nooit gevlogen.

TINE
Ik wel, op vakantiereis en op
zakenreis. Van boven is de
wereld heel anders, daar ziet
hij er bijlange zo vuil niet
uit, zelfs de rookpluimen van
de fabrieken zien eruit als
wuivende zakdoeken. Maar de
middaglijnen en breedtecirkels
zoals op een plastic globe,
die zie je niet.

ERNEST
Dat geloof ik. Volgende keer
maken we samen een tocht per
fiets, een paard heb ik niet,
een paard heeft graag een
vrouwtje op zijn rug, een
fiets is daar ongevoelig voor.

TINE
Is dat zo? Ja, dat zal wel zijn,
zeker.

DISSOLVE

FADE-IN

INT.                    KEUKEN CANTECLEER         OCHTEND


Aan de ontbijttafel in de Cantecleer. Clementine heeft afgeruimd en is in de bijkeuken. Ernest en Tine genieten nog van een kop koffie.

ERNEST
Vakantie. Wieken en Zon veertien
dagen gesloten. Sooi en de gasten
mogen er ook eens tussenuit.

TINE
Tijd om elkaar wat beter te leren
kennen en in harmonie naar mekaar
toe te groeien.

ERNEST
Dat zijn grote woorden die jij
gebruikt, Tine. Toch wijsbegeerte
gedaan.

TINE
Ik zie harmonie in het natuurlijke
systeem en de prachtige ontwerpen
van de natuur, zoals de vlinder of
de mens, maar ik meen niet daar het
bestaan van God te kunnen uit
afleiden, de natuur dat zijn ook
sluipwespen, door kanker aangevreten
jonge mensen en gekken die de halve
wereld in de fik zetten.

ERNEST
Het is tijd om het gras te maaien.
Ik heb een halve hectare weiland,
nogal veel om het met de zicht af
te doen, maar ik heb het al altijd
gedaan. Aan een maaimachine kan ik
geen geld geven, ze stinkt en maakt
veel lawaai.

TINE
Je drijft het wel ver met je liefde
voor de goede oude tijd en de natuur.

ERNEST
Jij zelf, als ik je zo bekijk, ben je
ook een stuk natuur, Tine.

TINE
Dat weten we al. Leer mij maar met de
zeis omgaan.

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.                  IN DE NATUUR                     DAG

Ernest en Tine lopen elk met een zeis op hun schouder naar de hooiweide. Ernest doet haar voor hoe ze met de zeis moet zwaaien en na een tijd is ze het maaien meester. Tegen de avond ligt het gras neer. Moe en bezweet gaan ze op het gras liggen in de schaduw van het struikgewas dat de weide als een haag omtuint. Hij kust haar en gaat met zijn linkerhand in haar broekje. Het begint te regenen. Tine trekt haar broekje op en loopt naar binnen. Ernest blijft liggen in de regen, met een erectie die zijn linnen broek omhoog duwt.

DISSOLVE

FADE-IN

EXT.                 IN DE NATUUR                       DAG

Ernest heeft een opblaasbare rubberboot en die sleept hij op een karretje met twee wielen naar de dijk. Het is een snikhete dag en de rivier stinkt. Stapt met Tine in de boot. Hij roeit stroomopwaarts maar verder dan twee bochten geraken ze niet want dondertorens steken hun koppen op. Hij legt aan en duwt een ijzeren stang in de kant om de boot aan vast te meren. Hij helpt Tine uit het bootje. Het jaagpad paalt aan een weide waarin paarden en koeien naast elkaar grazen. Ze lopen schuilen onder een afdak, bij de eerste donderslag verdringen ook de dieren zich onder het dak. Tine is bang en Ernest gaat in een hoekje staan en met zijn rug beschermt hij haar tegen de dieren. Ze omhelst hem. Het regent kuipen maar na een tijd is de bui over. Een grote, volledige regenboog tekent zich af aan de oostelijke hemel en verdwijnt samen met de wolken.

  ERNEST
Jij hebt verstand van mechaniek. Ik
zou je goed kunnen gebruiken in mijn
werkplaats. Wil je bij mij komen
wonen voor goed, of trouwen we eerst?

TINE
Het is mij allemaal eender, als het
niet enkel is om voor jou te werken.
(ze kust hem en drukt haar knie in zijn
kruis)

ERNEST
(op terugweg in de boot fluit Ernest de
huwelijksmars van Mendelsohn)

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                   WOONKAMER               DAG

Clementine, Tine en Ernest zijn in de woonkamer bij een kop koffie en een stuk taart.

ERNEST
Tine komt hier wonen. Misschien
trouwen we later wel.

CLEMENTINE
Wat ben ik blij. Voor Tine en voor
jou, Ernest.

ERNEST
Ik zal maar niet zeggen dat je je
doel hebt bereikt.

CLEMENTINE
Wat bedoel je daar mee? Laat maar.
Ik vind dat we daar een goede fles
moeten voor bovenhalen.

ERNEST
Dat zal ik wel doen. (staat op en
loopt de kelder in)

DISSOLVE

FADE-IN

Het hooi is droog, tijd om het in te halen. De overbuur FLOR
CASTEELS heeft zijn paard en kar ter beschikking gesteld van Ernest en steekt een hand toe. Tine, in korte broek en halter, brengt met een kruiwagen de oppers hooi naar de kar en Ernest steekt met een gaffel het hooi naar boven op de hooiwagen, waar Flor het stapelt. Clementine komt met een mand met wafelen die ze zittend op een pak hooi opeten, kwistig bestreken met boter en stroop. Uit een kruik schenkt Clementine donker bier in grote glazen. Het zweet druipt van hun gezichten en schouders.

FADE-OUT

FADE-IN

De avond valt in en Ernest steekt het laatste hooi op de tas. De volle maan komt op.

ERNEST
Tine kom, wandelen.

TINE
Neem jij nooit eens vijf minuten rust.
Jij kunt iemand flink afbeulen, je
bent bezeten van de wandeldrift.

Ze wandelen de velden en de weiden in en gaan zitten tegen een hooiopper. Ze kijken naar de sterren. Ernest wijst naar de sterrenbeelden.

ERNEST
Daar heb je de stier, daar de
tweelingen en de leeuw. En de
grote baarmoeder.

TINE
Dat bestaat niet, slimmeke.

ERNEST
Toch. Er zijn zoveel sterrenbeelden
als je er zelf wilt in zien. Lang
geleden heeft de een of andere
onverlaat in de sterren vele goden
gezien waar de mens zich moet aan
onderwerpen. Schriftgeleerden
hebben er godsdiensten van gemaakt
en de mens verplicht die goden of
die ene god te dienen, of beter
de priesters te dienen omdat
anders de wereld zou vergaan.

TINE
(ligt in slaap)

ERNEST
(dut eveneens in)

FADE-OUT

FADE-IN

Vroege ochtend. Ze worden wakker, nat van de dauw en lopen naar de Cantecleer om koffie te drinken.

DISSOLVE

FADE-IN

Tine staat bij haar auto met Ernest.

ERNEST
Kan het echt niet anders.

TINE
Neen, ik heb een opzegtermijn van zes
weken. Als ik die niet uitdoe betaal
ik zelf zes weken salaris en ik moet
ook de huur van mijn studio opzeggen.

ERNEST
Heb je iemand in Brussel.

TINE
Gehad. Ik kom terug, gestript van mijn
verleden.
(ze stapt in en vertrekt, wuivend naar Ernest
en Clementine)

DISSOLVE

FADE-IN

Het is volop zomer. De imkers halen de honing uit de bijenkorven. De maaidorsers rijden van de ene akker naar de andere om de graanoogst binnen te halen.

FADE-OUT

FADE-IN

ERNEST
(aan de koffietafel, tot Clementine) Er zit
niets anders op dan mijn tarwe te laten
afrijden door een van die gehuurde
beesten. Ik heb de tijd nog gekend dat
boerenknechten en meiden in drommen in
de oogst stonden en dat nog leuk vonden
ook, als ze intijds maar een kruik bier
aan hun toot mochten zetten. Volgens de
overlevering kwamen er zelfs
speelmannen muziek maken voor
de dagloners bij de oogst op
Het land, moeilijk aan te nemen
dat de boeren dat vroeger
toestonden en nu voor elke
graankorrel subsidie eisen. Ik
had eens graag willen dansen
met een pneumatische
boerenmeid en mij op haar laten
vallen, maar helaas, Pan is
dood, als hij ooit al heeft
geleefd.

CLEMENTINE
Wat is dat voor praat voor iemand
die op trouwen staat met het
mooiste meisje van de wereld. En
wie is Pan.

ERNEST
Het is maar een gezegde van uit
mijn tijd van jongman. Je weet
toch dat ik zielsveel van Tine
hou en ze geeft me alles waar
een man van dromen kan.

CLEMENTINE
Ik heb in het dorp een grote troep
pelgrims gezien, achter vaandels
van kerkelijke verenigingen en
kruisbeelden op een lange stok,
onderweg op beevaart naar
Scherpenheuvel. Als god is opgezet
met dat gedoe, is het maar een
rare god. Er waren er bij die
weesgegroet zongen met hun ogen
scheel naar de hemel. Niet dat ik
niet geloof dat er iets is, we
moeten toch van ergens komen.

ERNEST
Niet van Scherpenheuvel.

CLEMENTINE
Jij kunt van Scherpenheuvel
eigenlijk niet meer weten dan
de eerste de beste.

ERNEST
Je zult wel gelijk hebben. Ik
vertrek voor een grote fietstocht,
ik heb nu niet veel anders te
doen.

FADE-OUT

FADE-IN

Ernest rijdt door een wijk van verkavelde dennenbossen, waar de villa’s schuil gaan achter hoge, dichte hagen van cipressen. Hij hoort water spatten en meisjes gillen. Hij zoekt een opening in de haag en ziet drie naakte meisjes in een groot plastic bad spelen. Ze zijn misschien twaalf jaar, hebben nog een gladde pubis en borstjes die nauwelijks vorm krijgen. Beschaamd keert hij zich af en rijdt naar huis zonder nog naar iets om te zien. Thuis gaat hij naar zijn kamer en leest een paar pagina’s in Lolita. Hij zucht en lijkt al veel minder bezwaard om wat hij heeft gezien.

FADE-OUT

FADE-IN

Een grijze, natte dag in augustus. Regengordijnen slaan schuin tegen de grond en de riolen kunnen het overtollige water niet slikken. Ernest rijdt naar het dorp om een glas te drinken. De beevaartprocessie of de resten ervan is op de terugweg en trekt in de pletsende regen onder zwarte paraplu’s door het dorp. Hij loopt een café binnen en laat zich door drie metselaars verleiden om een boompje te kaarten en drinkt te veel glazen bier. Smoordronken komt hij om vier uur in de ochtend thuis. Het is gedaan met regenen en een mooie dag hangt in de lucht.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                    KEUKEN                  FAG

Aan de koffietafel.

ERNEST
(V.O.) Tine, vergeef mijn uitspatting
van gisteren. Het was onbedacht en
ik krijg je niet uit mijn gedachten.
Dat wil ik ook niet.

DISSOLVE

FADE-IN

Tine houdt woord en midden september komt ze met haar auto de koer van de Cantecleer opgereden. Ernest loopt haar tegemoet, haalt haar reiskoffers uit haar auto en draagt die naar zijn kamer. Tine draagt een tas met bezittingen. Op de kamer van Ernest.

INT.                  KAMER                        DAG

ERNEST
We rijden zonder uitstel naar
Wieken en Zon dan kun je
beginnen samenwerken met Sooi
aan onze projecten. Ik heb geen
tijd om daar te blijven want
ik moet mijn appelen en peren
binnen halen, persen en in
vaten te gisten leggen. Mijn
fruitwijn kan zich meten met
druivenwijn, natuurlijk niet
met de grote cru’s.

FADE-OUT

FADE-IN

Ernest staat in zijn boomgaard op een ladder appelen te plukken. Hoog boven jagen witte wolken snel over de donkergroen geworden aarde.

DISSOLVE

FADE-IN

De zomer is uit en de bamiswind is opgestoken. De bomen hebben hun machtig groen ingeleverd tegen geel, bruin en rood. Over het veld, de weiden, de bossen en het mos hebben zuivere stilte, helderheid en kalmte de plaats ingenomen van het geweld van de zomer.

COMMENTAARSTEM
(V.O.) In deze tijd van rust en
vallende bladeren, de winter die
zich al laat voelen, krijgen de
bewoners van de Cantecleer het
trieste bericht dat het gedaan
is met hun rustig leven op het
domein. In de stomme, vijandige
hoofdstad is de beslissing
gevallen: de meander van de rivier
wordt rechtgetrokken ten behoeve
van een superautoweg, het
wonderlijke autobahn-verzinsel van
Hitler. De terminale kwaal zal het
malse, mooie land van weiden,
graanvelden, boomgaarden, bosjes
en hagen uiteindelijk klein krijgen,
nadat ruilverkaveling en
monoculturen het land al hebben
verlaagd tot stortplaats van
tranentrekkend drijfmest. Van
Cantecleer blijven alleen de
gebouwen gespaard van het
verpletterende geweld van een
dam van zeventig meter breed, die
het park, de moestuin, de boomgaard,
veld en weide gaan verzwelgen onder
een vloedgolf van zand en klei.
Protesten met zwarte vlaggen en
petities hebben de koude kleren
niet geraakt van de moderne, koele
vandalen in de regeringsgebouwen
in Brussel en nog veel minder die
van de locale politieke klootzakken.
Dat zou te veel gevraagd zijn,
eerlijke mensen met bruikbare
hersenen in de Wetstraat, waar ze
zich tot in de hel zullen
bezighouden met nooit uitgevoerde
taaldecreten en mestvoorschriften.
Ernest heeft het besluit genomen om
met zijn clan naar het zuiden van
Frankrijk, naar zijn wijngaard, te
verhuizen. Daar is ook een rivier,
bovendien een propere. De staat
heeft Ernest heel veel geld gegeven
voor de onteigening van zijn
grond, dat is nog iets om zich
aan op te trekken.


FADE-OUT

FADE-IN

Het is nat en grijs weer. Alles is nat en klam. De najaarswind jaagt de bladeren in een rondedans samen met een blad krantenpapier. Ernest en Tine zitten in de woonkamer het spel van de wind te volgen, Clementine is in de keuken.

TINE
Ik doe het vandaag wat rustiger aan.
Het is zaterdag, het werk bij Wieken
en Zon gaat niet lopen.

ERNEST
Als we niet een paar klanten op de
kop kunnen tikken zullen we onze
plannen moeten herzien.

TINE
De staat heeft ons genoeg betaald
om het nog enige tijd uit te zingen.

ERNEST
Dat zullen we ook doen. (wijst op
zijn krant) Ik lees hier over de
mishandeling van runderen op de
beestenmarkt in Anderlecht. Als ik
aan die kerels hun velletje kon
komen.

TINE
Je bent geen vechtjas en je moet
niet van onderwerp veranderen.

ERNEST
We blijven hier niet wonen Tine.
Ze gaan van mijn lustwarande een
woestijn maken, een puinhoop. Ik
moet hier weg. Ik wil de wereld
zien in een mobilhome met een
vaste stek op mijn wijngaard in
de Dordogne. Sooi zal nooit deze
streek willen verlaten, hij moet
het bedrijf blijven leiden en wij
zullen in Frankrijk een tweede
vestiging stichten. Daarna in
Afrika want daar zijn onze
toestellen het meest nuttig en het
meest rendabel, tenminste als ze
ons daar willen binnen laten. Ik
ga mijn benen wat uitslaan. Ga
je mee.

  TINE
Ben je gek in zo’n druilerig weer.

FADE-OUT

FADE-IN

ERNEST
(wandelt. gaat af op het geluid van zware
machines en zagen en komt bij een bos van
hoge canadapopulieren. het bos wordt
neergehaald) (V.O.) Die woudreuzen maken
geen schijn van een kans tegen die
monsters. (grote rooimachines zijn aan de
slag met kettingen en stalen bollen zo hoog
als een boerderij) (V.O.) Het is een
terreurdaad en de daders staan er
lachend op toe te zien. Hier gaat het
nog om houtwinning, hier komen nieuwe
canadabomen in de plaats en binnen
tien, twintig jaar is het weer een bos.
Maar de tropische regenwouden worden
gewoon neergelegd uit plat winstbejag.
Nieuwe bomen komen niet in de plaats,
alleen koffiestruiken, die bloedzuigers
die de grond totaal zullen verwoesten.
Ik walg er van, ik maak me boos maar
dat zou ik niet moeten doen. Het helpt
niet en tast mijn gezondheid aan. (keert
op zijn stappen terug)

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                    SALON                   DAG

Tine en Clementine ZITTEN met een glimlachje op hem te wachten.

ERNEST
Wat is hier gaande dat jullie zo
vrolijk zijn. Toch niet aan de
drank, zeker.

TINE
Je mag een keer raden.


CLEMENTINE
Hij raadt het nooit.

ERNEST
(rimpelt zijn voorhoofd) Tine is in
verwachting.

CLEMENTINE
Het is er eindelijk van gekomen.
Onvoorzichtig geweest, dat is
goed.

ERNEST
We hebben het ervoor gedaan,
Clementine. We hebben onze
leeftijd en het zou zonde zijn
om het langer uit te stellen,
om uit een prachtwijf als Tine
niet te fokken.

CLEMENTINE
Ernest, wat een taal. Tine is
geen vaars, die zijn er om uit
te fokken.

ERNEST
Vergeef me. Ik bedoelde kweken.
Of voortplanten.

TINE
Het komt allemaal op hetzelfde
neer, hoe je het ook noemen
wilt.

CLEMENTINE
Een beetje fatsoen kan geen kwaad.

ERNEST
Daar moeten we een fles op aftrekken.
Welke muziek zet ik op de speler.
Herders hij is geboren? …

TINE
Doe mij maar de Toverfluit.

FADE OUT

FADE IN

EXT.                       STRAAT                  DAG

ERNEST
(in koud en winderig weer fietst Ernest
naar het dorp. aan de overkant van de
weg staat Louise Casteels in de tuin het
wasgoed op te hangen aan de drooglijn
en een bol windje spant de vrouwenbroeken)
(V.O) Het lijkt er op dat de dikke
billen van Louise nog in de slipjes
zitten. Mijn fantasie werkt nog
altijd verfijnd. (hij fietst verder en
opeens klinkt dansmuziek uit een luidspreker
gemonteerd op een auto die reclame maakt
voor het bal van de burgemeester. er lopen
twee jonge meisjes over de brug en die
beginnen te dansen. Ernest fluit mee het
lustige lied)

FADE-OUT

FADE-IN

Het is koud geworden, de vorst heeft zijn intrede gedaan zodat er ijsbloemen groeien op de glasruiten van de slaapkamer. Ernest ontwaakt, geeft Tine een zoen en gaat aan het venster staan.

INT.               SLAAPKAMER            DAG

ERNEST
Kerstmis maar geen sneeuw,
liefste, geen mollige, koude
tapijten. Ach ja, er lag ook geen
sneeuw toen Jezus geboren werd in
een stal in een warm land in het
Midden-Oosten.

TINE
Ik dacht dat jij daar niet meer
in geloofde.

ERNEST
Met geloof heeft dat niets te
maken, Tine. Het is een verhaal
uit de bijbel dat veel mensen
voor waar aannemen. En een mooi
verhaal. Jij hebt nooit de
bijbel gelezen.

TINE
Is dat een tekort? Zou ik ook de
Koran moeten lezen.

ERNEST
Dat weet ik niet. Ik weet alleen
dat die heilige boeken te veel
door slimmeriken worden misbruikt
en verkeerd uitgelegd met als
droevig gevolg godsdienstoorlogen
en vervolgingen. Kom, we gaan
naar beneden voor een kop koffie
en maken ons gereed voor het
kerstmaal dat Clementine heeft
gereed gemaakt.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.               WOONKAMER            AVOND

Sooi met zijn vrouw en Victor Goethals en Louise zitten mee aan aan het kerstmaal van Clementine.

VICTOR
We vieren Kerstmis met dit
uitstekende kerstmaal, maar wie
gelooft er nog in de geboorte
van Christus als de verlosser
van de mens.

SOOI
Ik geloof daar nog in, en mijn
vrouw. We zijn samen naar de
nachtmis geweest.

CLEMENTINE
Gaan we het over geloofsovertuigingen
hebben aan een feesttafel?

VICTOR
Ik niet. Schenk nog maar eens in,
Clementine, ik moet niet rijden, ik
woon hier tegenover.

LOUISE
Fikker, dat is onbeleefd om als
genodigde iets te vragen, zeker niet
om nog eens in te schenken. Dat
moeten de gastheren zelf zien.

VICTOR
Maar ze zien het niet.

TINE
(heeft al een rond buikje, gaat rond met
de fles wijn) Hier doen we nog aan
vrije meningsuiting, Wiske.

SOOI
Ik zie dat de kerstman hier al
geweest is.

ERNEST
Hij is hier een boom komen planten.

LOUISE
Voor wanneer is het, Tine.

TINE
Voor het begin van de zomer.

LOUISE
En al zo dik. Al het maar geen
tweeling is.

ERNEST
Zo erg zou dat niet zijn. Tine
heeft twee borsten.

CLEMENTINE
Praat dat die man heeft als hij wat
gedronken heeft.

ERNEST
Over wat moeten we anders praten,
Clementine. Over het weer? Over
het voetbal?

CLEMENTINE
Misschien over de armoede overal
in de wereld, ook hier bij ons en
wat we daar tegen kunnen doen.

SOOI
Aalmoezen geven helpt altijd maar
zal niet genoeg zijn.

VICTOR
Voedselbanken kunnen helpen. Ik
ben daar mee bezig en heb heel wat
kunnen ophalen. Het doet deugd te
zien dat er nog zoveel mensen zijn
met een goed hart.

LOUISE
Moeder heeft twee ovens brood
gebakken voor de voedselbank.

DISSOLVE

FADE-IN

INT.                WOONKAMER              AVOND

De kalender wijst oudejaarsavond aan en buiten ziet het er bijtend koud uit. Tine, Ernest en Clementine zitten in de woonkamer.

CLEMENTINE
Het vriest stenen dik. Ik heb
overal in het huis de
centrale verwarming open
gedraaid. De radiatoren
mogen niet bevriezen. De
kinderen van het dorp
zullen door die kou niet
komen koeken zingen.

TINE
Koeken zingen?

ERNEST
Een oud gebruik dat in de streek
nog in zwang is, van toen een
koekje nog een schaarse lekkernij
was. In elk huis ligt nu altijd
een doos met koekjes in de kast,
maar koeken zingen is wat anders.
Je moet de vreugde zien op de
gezichten van de kindjes als
ze een paar koekjes in hun linnen
zak gestopt krijgen.

FADE-OUT

FADE-IN


EXT.               RIVIERDIJK            DAG

Tine en Ernest maken een wandeling op de dijk. Er is wat lichte sneeuw gevallen, de temperatuur ligt onder het vriespunt en de lucht is uitgeklaard tot blauw. Opeens horen ze boven hun hoofden de slag van vele vleugels. Hoog in de lucht zien ze een vlucht wilde ganzen, een letter V met een lang en een kort been. Stil en blij kijken ze naar dit verschijnsel en lopen dan terug naar huis. Ze drinken een aperitief en nemen een middagmaal. ‘s Avonds kijken ze nog naar de naaktshow op het scherm, zo ophitsend als een kat zonder haar. In bed met Tine zegt Ernest alvorens in te slapen dat hij gaat dromen van een wereld waarin de vrede koning is.

DISSOLVE

FADE-IN

COMMENTAARSTEM
(V.O.) De gang der jaargetijden is
niet te stoppen en de ijzel die
alles doet tintelen als is het
zilver kondigt samen met de
westenwind die in de bomen,
onder de dakgoten en in de
telefoondraden zijn holle lied
zingt, de dooi aan. De jonge
zon krijgt enkele kleine kansen
om zich spelend te spiegelen in
de ijzellaag op de daken en op
de stukken weg die nog niet
door strooizout zijn besmet. De
plannen van Ernest om de
wereld in te trekken krijgen
steeds vastere vorm.

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.                  KOER CANTECLEER            DAG

De hoogzwangere Tine en Ernest staan bij een mobilhome die ze van binnen en van buiten keuren. Sooi is mee komen kijken.

SOOI
Waarom blijf je hier niet, Ernest
en Tine. Hier op de Cantecleer. Het
is hier toch goed wonen. Gebruik
de mobilhome om op vakantie te gaan.
Desnoods voor zes weken, ik zal de
zaak wel draaiende houden.

ERNEST
Binnen een jaar blijft van de
Cantecleer niet veel meer over.
Ik wil die ellende niet meemaken.
Ik geef het huis in je handen,
jij kunt hier je intrek nemen
en het huis niet laten vervallen.

SOOI
Blijf hier, Ernest. Na minder dan
een jaar hoor je dat snelverkeer
daar twintig meter boven jullie
hoofden niet meer.

ERNEST
Ik kan niet leven in een Cantecleer
zonder achterland, zonder de rivier.
Niets te doen, wij willen de wereld
in. Met Tine heb ik de vlucht van
de wilde ganzen gezien, wij willen
die vogels achterna. Wat wij
mettertijd gaan doen is de
Cantecleer heropbouwen in Frankrijk,
midden onze wijngaard, de nieuwe
thuis voor Clementine en Tine en ik
en van daar de wereld in om Wieken
en Zon te verspreiden. Ik heb wat
geld, wat beters kan ik ermee doen
dan het uitstrooien.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                KEUKEN CANTECLEER       OCHTEND

CLEMENTINE
De vastentijd begint. Doen wij er
dit jaar aan mee.

TINE
Is dat geen christelijk gebruik?
Doen jullie daar aan mee?

ERNEST
Het is even goed een heidens gebruik,
ontstaan uit het tekort aan eten in
de periode tussen de winter en het
voorjaar.

CLEMENTINE
Jij moet daar niet aan meedoen, Tine.
Je wedijvert in het zwellen met de
botten op de bomen.

ERNEST
Ik ben in de hof gaan kijken. De
eerste tulpen schieten uit de grond.

Er wordt aangebeld en Ernest gaat de deur open doen. Er staan twee Bohemers aan de deur die proberen in een mengtaal van Duits en Nederlands hem een paard te verkopen.

ERNEST
Ik heb geen paard nodig maar ik kom
eens binnen, ik wil weten waar jullie
vandaan komen.

EEN BOHEMER
Wij komen uit Spanje over Frankrijk,
hebben in Zuid-Rusland, Italië,
Tyrol en Zwitserland zaken gedaan
en gaan over Holland naar Noorwegen.
Wij zien alle landen.

ERNEST
Kom even binnen. Ga zitten. (haalt
enkele flesjes dubbele trappist uit de
kelder en drinkt die op met zijn
bezoekers) Waar staan jullie paarden.

DE BOHEMER
In het dorp, we zullen daar wel een
paar uur mogen staan met een
woonwagen en onze familie.

ERNEST
Ik wandel mee tot daar.

TINE
(kijkt hen na) (V.O.) Mijn man, die het
geluk zoekt, die mij liefheeft, die
ik liefheb. Ik smeek het onzichtbare
onbestaande dat ik een gaaf en gezond
kind ter wereld mag brengen.

DISSOLVE

FADE-IN

EXT.            OVERZICHT VAN HET DOMEIN         DAG

COMMENTAARSTEM                 
(V.O.) Ernest wil van zijn laatste
maanden op Cantecleer zoveel
mogelijk genieten van het
wisselvallige klimaat, dat zal
hij missen. Hij kijkt naar de
grootse gang en groei der wolken
in de maartse hemel, de duiven
die zich aftekenen tegen de
regenbuien en de hagelbollen. De
lucht hangt vol geuren van het
herbeginnende leven. De boeren
zijn op het land met hun tractoren,
geen witte en bruine paarden meer
om met fiere stap de ploeg te
trekken. De zwaluwen laten weer
lang op zich wachten, de
Jagersbonden zetten fazanten uit
om die later te kunnen schieten
in plaats van ze gewoon de kop te
laten uitrukken bij de poelier. Het
wordt Pasen en in afwachting dat
hij zelf kinderen heeft, heeft
Ernest de kinderen van zijn
kennissen gevraagd om eieren te
komen rapen in het park. Ze zien
niet om, ze vinden dat ouderwets,
oubollig en de moeite niet waard.

DISSOLVE

FADE-IN

EXT.                IN DE OMGEVING               DAG

Motregen heel de tijd en af en toe een fikse bui, dan wordt het beter. Het weer gaat de goede kant op. Ernest en Tine maken een fietstocht en genieten van de eerste warmte. Ze rijden terug naar huis en in de woonkamer zet Ernest een CD op de speler. Dromerij, een cellostrijk van Schumann. Met hun drieën zitten ze zonder licht in de huiskamer te zwijgen en te luisteren naar de gedempte muziek.  

DISSOLVE

FADE-IN

EXT.                 OP DE DIJK              DAG

De kastanjebomen hebben hun witte kandelaren gedoofd en zijn groene bergen geworden, mei heeft plaats gemaakt voor de junizon, het nieuwe leven is tot volle uitbarsting gekomen. Aan de overkant van de rivier maken baggerwerken en slibaanvoer een stuk eeuwenoud natuurschoon zo kapot als een staalbombardement en fosforregen met Brest en Dresden had gedaan.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                WOONKAMER            DAG

Tine, Ernest en Clementine zitten in de woonkamer. Tine krijgt weeën, Ernest belt de ambulance, Tine wordt naar de kraaminrichting gebracht, Ernest volgt in zijn eigen auto.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                 KRAAMKAMR            DAG

Tine schenkt het leven aan een tweeling.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.              KAMER IN ZIEKENHUIS        DAG

Tine ligt in bed, opgepropt met een kussen. Ernest is bij haar op bezoek. In een wieg liggen de baby’s.

TINE
Tevreden Ernest. Ik heb twee gezonde,
volkomen kinderen ter wereld gebracht.

ERNEST
Ik weet met mijn geluk geen blijf.
Waarom schreeuwen ze zo hard.

TINE
Ze hebben honger, ze willen aan de borst.

ERNEST
Hoe gaan we ze heten. Nele en Tijl.

TINE
Ben je gek. Wil je dat de jongen
later door het leven gaat als
Uilenspiegel.

ERNEST
We komen wel op namen. Die van onze
ouders bijvoorbeeld. Of grootouders.
Ik teer op hun kapitaal. Dat doet
mij er aan denken dat de mobilhome
is geleverd.

DISSOLVE

FADE-IN

EXT.                    KOER CANTECLEER       DAG

Twee grote verhuiswagens vertrekken van Cantecleer met het huisraad van de herenhoeve. De grote mobilhome is geleverd en blijft nog even staan. Er valt een trage, malse aarzelende regen in droppen groot als duiveneieren. De vrienden komen met tranen in hun ogen afscheid nemen en vragen hem om terug te komen om met de kaarten te spelen. Daar zijn Odiel de loodgieter, Germain de stoffeerder, Kozze de smid, Victor Goethals en zijn vette vrouw Louise, Jef de facteur, Flor en Levine Casteels, zelfs Zattentist, Julleke Zat, Polle Pik en nog veel anderen.

ERNEST
Zo ver is het. Samen met Tine en
mijn huishoudster Clementine trek
ik de wijde wereld in, naar het
zuiden, de warme landen, als de
vogels in de wind. Onze eerste
bestemming is mijn wijngaard aan
de Dordogne, daar wat rusten tot
Tine helemaal hersteld is, dan
zullen we verder zien, dan begint
het pas. De Cantecleer blijft
bestaan in sterk gereduceerde vorm
en Sooi komt hier zijn intrek
nemen. We komen nog wel eens langs,
maar hier terug komen wonen. Neen,
met dat monster op de plaats waar
eens mijn paradijs lag, is dat
uitgesloten. Tot ziens vrienden.

FADE-OUT





Geen opmerkingen:

Een reactie posten