woensdag 26 juli 2017

07 PAULINE BEDROGEN JONGE DOCHTER











PAULINE BEDROGEN JONGE DOCHTER


Originele script voor

8 afleveringen van een dramatische

Tv-serie

Geschreven door

Jules De Cort




















INT.           GELAGZAAL CAFE STATIE          DAG.

VICTOR GOETHALS, bediende van het OCMW van Hellebeek, CONSTANT MICHIELS, journalist van de Auroor en ERNEST BELLEKENS, rentenier en eigenaar van het landgoed De Cantecleer, zitten in de hoek aan hun vaste tafel en voeren een gesprek.

CONSTANT 
Soms speel ik met het idee om een
misdaadroman te schrijven. Een genre
dat nogal miskend en onderschat wordt
door de literatuurpauzen. In ons land
tenminste. Maar het is het best
verkochte genre. Men kan dat spijtig
vinden, maar het brengt zaad in het
laatje van de schrijver.

ERNEST
En van de uitgever. Voor wie van zijn
pen wil leven is dat genoeg om het
spel mee te spelen. Heb je er al enig
idee van hoe je het gaat aanpakken. Ik
weet dat misdaadverhalen van achter
naar voor worden geschreven, de
ontknoping schrijven ze eerst.

CONSTANT
Dan is het niet spontaan meer. Ik zou
dan een schema moeten opmaken, een rode
draad spinnen en daar mijn verhaal mee
aaneen rijgen. Maar ik heb nog niets op
papier, ik wacht op een stille periode
in mijn druk bestaan van dagbladschrijver
en op inspiratie, als die ooit komt en
dan doe ik het misschien nog niet.

VICTOR
Wat wil je eigenlijk, Constant. Het zou
kunnen dat ik je in het zadel kan helpen
met een drievoudige moord die een dikke
veertig jaar geleden op het grondgebied
van dit dorp is gepleegd. De dader of
daders zijn nooit gevonden. Dat zou mooi
zijn als jij al schrijvende deze
moordzaak zou oplossen.

CONSTANT
In je dromen. Met dat soort tip schiet
ik geen meter op.

VICTOR
Wel als je er zelf een ontknoping aan
breit, eender welke oplossing is goed
want zoals gezegd de zaak is nooit
opgehelderd.

CONSTANT
Zaak? Een echte zaak dus? Dan zou ik
in de oude papieren moeten gaan
snuffelen, dan ben ik bezig met iets
dat waar gebeurd, met reality TV.
Misdaadliteratuur moet het hebben
van fictie.

ERNEST
Een journalist en verbeelding dat
deugt niet, als jij al over zo iets
zou beschikken als verbeelding, je
houdt beter je handen af van fictie.

CONSTANT
Bedankt voor je morele steun, Ernest.

VICTOR
In zou in papieren kunnen snuffelen.
Lomme Vertommen de oude veldwachter,
wat intussen landelijk politieman heet,
was een van de eersten op de plaats
van de misdaad. Die moet ergens een
dossier liggen hebben, ik kan het hem
in elk geval vragen. Maar jij zelf
Constant kunt op de redactie oude
kranten inkijken, in die tijd zal een
drievoudige moord wel veel ophef
gemaakt hebben.  

CONSTANT
Hum, ja. Dat zou een inspiratiebron
voor fictie kunnen zijn. Dan moet ik
wel de namen aanpassen.

ERNEST
Het kan intussen geen kwaad Vik
verder aan het woord te laten.
Vertel ons wat je weet Vik, wij
zitten in spanning te wachten.

VICTOR
Welaan dan. Iedereen kent het huisje
aan de rivierdijk bij de brug, het
huisje van de weduwe Vloeberghs ...

CONSTANT
Ha ja, de lustige weduwe die …

ERNEST
Victor heeft het woord, Constant.

VICTOR
Het huisje aan de brug …

DISSOLVE

FADE-IN

EXT.           HUIS AAN RIVIERDIJK        DAG

VICTOR
(V.O.) Van de brug af gezien ziet het
huisje aan de dijk er nu uit als een
rustig, geen al te duur buitenverblijf.
het is gerestaureerd door de gemeente
nadat het bijna veertig jaar heeft leeg
gestaan, het stond op invallen, het was
vervloekt, er woonden zelfs geen
vleermuizen of zwerfkatten en jonge
koppels gingen er zelfs niet in vrijen.
Het huisje was vroeger een tolhuis, maar
dat is heel lang geleden, van voor mijn
tijd. Tot de moordpartij was het bewoond
door mensen die het niet breed hadden…

FADE-OUT

FADE-IN

FLASHBACK

EXT.          BRUG, DIJK, HUIS IN ACHTERGROND       DAG

Het gehuil van een kindje klinkt flauw uit het huisje. DE POSTBODE loopt over de brug naar de dijk. Hij nadert het huis en het gehuil van de baby in het huisje klinkt veel luider en is gekrijs geworden. De voordeur staat aan, de postbode duwt ze verder open en kijkt naar binnen.

POSTBODE
(roept) Pol, Pol. Constance. Niemand
thuis. (gaat helemaal binnen en komt buiten
gerend, de verschrikking staat op zijn gezicht
te lezen. met zijn posttas onder zijn arm rent
hij naar het dorp)

FADE-OUT

FADE-IN

INT.               GEMEENTEHUIS, KANTOOR VELDWACHTER     DAG

(de veldwachter LOMME VERTOMMEN zit achter zijn
bureau een papier in te vullen als de postbode
komt binnengestormd)

LOMME
(kijkt verbaasd op) Wat is er Lowie, brandt
het?

LOWIE DE POSTBODE
Lomme, garde. Pol, Constance zijn kapot
gemaakt. Pauline heb ik niet zien liggen
en de kleine lag te huilen. Je moet zelf
gaan zien ik ga niet meer mee. Er is
overal bloed, bloed, ze zijn de kop
ingeslagen.

LOMME
(springt recht) Dat kan toch niet, die
mensen hebben niets om rovers aan te
lokken, ze hebben niets om af te pakken.

LOWIE
Ga maar rap zien Lomme, misschien leeft
Pauline nog en de kleine heb ik horen
schreeuwen. Ik ga niet mee terug, ik heb
onderweg al twee keer moeten overgeven,
dat vergeet ik van mijn leven niet, daar
blijf ik van dromen.

LOMME
Ik ga eerst zien, dan verwittig ik
de burgemeester, die moet het parket
oproepen. (zet zijn kepie op)

FADE-OUT

FADE-IN

INT.              HUIS AAN DE DIJK         DAG

LOMME
(is binnen in de huiskamer, kijkt naar het lijk
van Pol, naast het lijk ligt een hakmes vol
bloed, naast Constance ligt een melkstoop
besmeurd met bloed, hun hoofden zijn vreselijk
verminkt. in het schuurtje ligt de dochter
Pauline onder aan de ladder naar de hooizolder.
haar keel is doorgesneden, naast haar lijk ligt
het blad van een zeis. loopt naar de slaapkamer
van Pauline waar een kindje in de wieg luid ligt
te huilen. Lomme neemt het kindje uit de wieg
en probeert het te troosten)

DISSOLVE

FADE-IN

EXT.              HUIS AAN DE DIJK             DAG

Drukte op de dijk. Heren in burgerpak en gendarmes in uniform lopen elkaar voor de voeten. Op de brug is er een grote toeloop van nieuwsgierigen. Lomme de veldwachter belet ze de dijk op te gaan en het onderzoek te hinderen.

EEN KIJKER
Is het waar dat ze allemaal dood zijn?

LOMME
Alleen het kindje niet. Ik heb het naar
Mane en Ida Goethals gebracht. Mane is
de broer van Pauline, ze hebben zelf
geen kinderen en ze zullen het kleintje
willen grootbrengen, hebben ze mij
gezegd. Voorlopig blijft het daar, dat
beslis ik niet.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                 GELAGZAAL           DAG

VICTOR
Is dat geen goed begin van een
misdaadroman.

CONSTANT
Mij lijkt het eer een griezelverhaal.

VICTOR
Gruwel. Geen griezel.

ERNEST
Wat is er met het kindje gebeurd.
Hebben Mane en Ida het mogen
grootbrengen.

VICTOR
Jazeker, ze hebben het als hun eigen
kind geadopteerd. De kleine van Pauline
is nooit iets te kort gekomen. Daar kom
ik later op terug. Ik ga verder. Het
parket heeft de nodige vaststellingen
gedaan, dat is hun werk en ze zullen
zich wel tot het uiterste hebben
ingespannen om toch maar een tip van
de sluier op te lichten, maar ze hebben
niets weten te bereiken.

CONSTANT
De misdaden zijn dus nooit opgehelderd,
de dader of daders nooit ontmaskerd.

ERNEST
Dat heeft hij in het begin al gezegd.
Een journalist moet kunnen luisteren.

                 VICTOR
De speurders hebben alles gedaan wat ze
konden doen zoals het er in een goede
policier moet aan toegaan. De
bloedspatten zijn opgemeten en ontleed,
er zijn afgietsels van voetsporen
gemaakt en ze hebben die van Lowie de
facteur en Lomme de veldwachter er
kunnen tussen uit halen, die zaten er
voor niets tussen, van de onbekende
daders geen spoor. En vingerafdrukken
hebben, zoals bijna altijd het geval
is, niets opgeleverd. Er zijn foto’s
gemaakt van de lichamen op de plaats
van het vergrijp. De hele
dorpsgemeenschap is ondervraagd, het
werd een lijvig dossier, daar viel
niets van te zeggen, maar ze hebben
niets gevonden, ze hadden geen been
om op te staan.

CONSTANT
Hoe weet jij dat allemaal.

VICTOR
Belangstelling, ik stel belang in de
geschiedenis van mijn dorp en neen,
dat is geen folklore, als keiharde
journalist zou je dat kunnen denken.
Zonder gekheid, het meeste heb ik
gehoord van mijn ouders en andere
oudere mensen.

CONSTANT
Wie was de vader van het kind? Hebben
ze in die richting niet gezocht. Dat
zou toch moeten.

ERNEST
Dat is een goede vraag, Constant,
echt waar.

CONSTANT
Mij niet te veel uitlachen om mijn
zwakheden van overijverig journalist,
Ernest, willen we vrienden blijven.

VICTOR
Ik ga verder. In het dorp is het
gebleven bij geruchten, het dorp
gonsde er van. Maar de tongen zijn
niet echt los gekomen in hoofdzaak
omdat niemand iets wezenlijks te
verklaren had, ze hadden alles van
horen zeggen of uit krantenberichten
van journalisten die zelf op
geruchten waren afgegaan. Met wie
Pauline de laatste dagen voor haar
dood meeliep was algemeen geweten,
maar geen die het luidop zei, uit
vrees een proces te worden
aangesmeerd wegens laster. En zoals
overal ter wereld, waren er die
geheimzinnig deden maar nog minder
wisten dan de pasgeboren baby in
zijn wiegje. Iemand had het kunnen
weten, de pastoor als de dader zo
idioot was geweest bij hem zijn
biecht te spreken. De herder was
zogezegd gebonden aan het
biechtgeheim, maar wie geloofde
daar nog in. Wie het zeker wist
was de schuldige zelf, maar
vanzelfsprekend zweeg die als
vermoord.

CONSTANT
Ga verder Vik, het begint boeiend te
worden.

ERNEST
Als hij ooit zijn boek schrijft heb
je recht op auteursrechten, Vik.

CONSTANT
Een bronvermelding op het derde
schutblad is al wat hij krijgt.

VICTOR
Als het bij mij op geld aankwam was ik
nu directeur in een grote multinational.
Maar ik ga verder met mijn spannend
verhaal. De spreiding van de lijken in
het huis leek erop te wijzen dat de
moordenaar of moordenaars hun
slachtoffers hebben nagezeten en ze
een na een in hun greep hebben gekregen.
De rechercheur die op een spoor
zat, een draadje van het kluwen
leek te hebben losgepeuterd,
althans volgens de geruchten, is
van het onderzoek afgehaald,
weggeroepen voor andere, niet
nader toegelichte vaderlandse
taken. De hele zaak is tenslotte
officieel afgedaan als roofmoord,
gepleegd door een rondtrekkende
bende. Wat voor buit een
roversbende bij Pol Goethals op
het oog kon hebben, was onduidelijk
en waarom ze in de streek slechts
één overval pleegde en dan nog op
een arm gezin van een dronkaard,
bleef even duister.

ERNEST
Het zou mij niet verwonderen dat
zigeuners van die moorden beschuldigd
werden. Die hebben het altijd gedaan.

VICTOR
Voor zo ver ik kon achterhalen is er
geen melding gemaakt van zigeuners in
de buurt zouden gezien zijn, anders
hadden die wel prijs gehad. Men kon
het niet gek genoeg bedenken. De
publieke opinie, met andere woorden
de klapeksters, heeft tenslotte
eigenmachtig vastgesteld dat het
deksel perfect op de doofpot paste.
De kranten raakten uitgeschreven
over het drama.

CONSTANT
De pasgeborene is dus op wonderbaarlijke
wijze aan de moordpartij ontsnapt, een
baby ombrengen is een koud kunstje, een
kussen op zijn hoofdje en het is gepiept,
of had de moordenaar hem willen sparen
om zijn kind van op afstand te zien
opgroeien. Dat zou wijzen op één enkele
moordenaar, de onbekende vader die dus
geen onbekende was. Het wichtje was
in een klap zijn moeder en zijn
grootouders kwijt, het is niet
zeker of de vader nu nog in leven is
of een natuurlijke, liefst vreselijke
dood is gestorven.

ERNEST
Wat is er na de moorden met het
huisje aan de dijk gebeurd?

VICTOR
Niets, geen enkele inwoner van
Hellebeek kon vergeten wat daar is
gebeurd en kwam de eerste tijd
niet in de buurt en niemand wilde
er nog komen wonen. De woonst bleef
vele jaren lang een verlaten,
verdoemde plek. Enige jaren geleden
is het huis weer bewoonbaar gemaakt.
Het kreeg een nieuw rood pannendak,
nieuwe groen en wit geverfde deuren,
ramen en blaffeturen. Op weg naar
rusthuis Zilverschoon rijd ik op
mijn fiets bijna elke dag voorbij
het huis op de dijk. Alleen in de
natuur, onderweg naar het
aangenaamste deel van mijn dagtaak,
dan heb ik tijd om na te denken. Ik
ben met heel veel vragen in verband
met de dood van Pauline en haar
ouders blijven zitten en heb nooit
goede antwoorden gekregen. Het vreet
al een tijd aan mijn geweten dat ik
zelf nooit wat ondernomen heb om
klaarheid te brengen in deze
moordzaak die mij wel erg aanbelangt.

ERNEST
Wacht eens even. Het staat vast dat
Pauline Goethals zich in haar korte
leven een keer heeft gegeven, anders
was de baby er niet geweest. Die
baby is naar de oom gegaan en is dus
Goethals blijven heten.

VICTOR
Natuurlijk, zijn pleegouders heetten
ook Goethals.

ERNEST
Welke voornaam hebben ze hem gegeven.

VICTOR
Victor.

CONSTANT
Hier aan deze tafel zit ook een Victor
Goethals. Dan was jij die baby.

VICTOR
Ja, dat heb ik pas laat ontdekt. mijn
ouders, ik blijf ze mijn ouders noemen,
hebben het mij onthuld voor iemand
anders het deed. Een trauma heb ik er
niet aan overgehouden.

CONSTANT
Hebben ze je ook verteld wie je vader
is.

VICTOR
Dat weten ze waarschijnlijk elf niet,
het blijft  een van mijn vele vragen
zonder antwoord. De laatste tijd ben
ik op zoek gegaan naar antwoorden.
Dat moet met mijn leeftijd te maken
hebben, wat mij vroeger onverschillig
liet vraagt nu om mijn belangstelling.
Als het ware een soort nieuwsgierigheid
van de ouderdom die opsteekt .

DISSOLVE

FADE-IN

EXT.                DIJK                     DAG  

VICTOR
(fietst op de dijk) (V.O.) Ik wil meer weten
over mijn moeder. Lena Dewit, de moeder
van Gilbert Servaes, was in die tijd
de beste vriendin van mijn moeder. Zij
hebben samen bij de baron op het
kasteel gediend. Zij heeft mij gezegd
dat Pauline het niet deed met iedereen.
Ze flirtte wel wat af maar de
jongelieden die dachten dat zij de man
waren als ze haar naar huis mochten
brengen moesten keer op keer zeer tot
hun ongenoegen met lege handen
afdruipen en terugkeren naar het bal
of café waar hun vrienden zaten te
wachten en dan maar opscheppen dat ze
het met Pauline hadden gedaan. Als
het zo gegaan was, wisten zij die
zich voelden nagewezen als mogelijke
vader, de vader niet konden zijn en
ze hadden bijgevolg geen reden om
Pauline te vermoorden om hun naam en
toekomst te redden. Maar ik draai om
de pot. Als de gelijkenis er niet om
liegt is de baron mijn vader. En dan
is het weinig waarschijnlijk dat de
baron handlangers of huurlingen heeft
uitgezonden om mijn moeder om te
brengen en het vaderschap geheim te
houden, gezien zijn stand hoefde hij
zich dat niet aan te trekken, zeker
niet in die tijd. Het kon altijd,
maar waarom hebben ze mij dan niet
en passant mee omgebracht? Nu, meer
dan veertig jaar na de feiten,
bekruipt mij een groot verlangen
eindelijk achter de waarheid te
komen. Maar het zit zo ingewikkeld
ineen.

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.                 VOORPLEIN KASTEEL          DAG

Victor Goethals komt aangereden, stapt van zijn fiets voor aan het kasteel en stalt zijn fiets in het rek. Kijkt naar het kasteel.

VICTOR 
(V.O.) Het wordt tijd dat iemand eens
het verhaal vertelt van Wolvendonck
en zijn park. De oude naam van het
kasteel paste niet bij het tehuis
voor ouden van dagen dat er is
ondergebracht.  Op mijn voorstel
heeft het gemeentebestuur er
Zilverschoon van gemaakt. De naam
Zilverschoon zinspeelt tegelijk op
de zilveren haren van de ouderlingen
in het home en op de plant
potentilla anserina, een ganzerik
met van onder zilverwit behaarde
bladen en met weinig opvallende gele
bloemen.

FADE-OUT

FADE-IN
MONTAGE

EXT.                 KASTEEL              DAG

VICTOR
(de camera toont kasteel en omgeving) (V.O.)
Het kasteel Hof ter Wolvendonck, nu
Zilverschoon, ligt midden een park
van vijf hectaren met vijver,
wandelpaden, bloemen en heesterperken,
een bosje van een halve hectare met
beuken, linden, paardekastanjes en
sierstruiken. In het oosten grenst
het park aan de rivier, in het westen
en het noorden aan akkers en weiden,
in het zuiden aan de verharde landweg,
waar verspreid enkele huizen staan.
Het park is mooi aangelegd en goed
onderhouden. Een rustige omgeving,
dat is goed voor bejaarde mensen. Hof
ter Wolvendonck is een bakstenen
kasteel in de negentiende eeuw
gebouwd door de overgrootvader van
René, de laatste baron de la Chooze.
Hij had zijn kasteel een
fantasierijke naam meegegeven,
mogelijk had de oude baron te veel
ridderverhalen gelezen die toen nog
in zwang waren, maar spoken zijn er
nooit gezien, zomin als ridders,
wolven en zeker geen weerwolven. De
laatste eigenaar van het kasteel,
baron René de la Chooze, had
in zijn testament het landgoed
overgemaakt aan de Openbare
Onderstand, het latere Openbaar
Centrum voor Maatschappelijk
Welzijn, op voorwaarde het in te
richten als rustoord, met een
opvanghuis voor voortvluchtige en
mishandelde vrouwen en voor
dakloze moeders. Hij was getrouwd
geweest, had geen wettige kinderen,
zijn ouders waren vóór hem gestorven,
hij had geen broers of zussen en
verre erfgenamen hadden voor wat
overbleef van de boedel zo fel
geprocedeerd dat de advocaten met
bijna alles weg waren. René de
la Chooze had bij zijn vrouw
Gilberte geen nageslacht weten te
verwekken. Speculaties dat
in de streek de ooievaar stiekem
wat baronnetjes had gedropt in de
wieg van gezinnen van minder
aanzien, konden niet hard worden
gemaakt. De vrouwen van de burgerij
en de ambtenarij zou hij met rust
hebben gelaten, in de eerste plaats
omdat zij hem niet lustten, hij was
niet de snelle, adellijke jonker
uit een kioskroman, met donkere
krulharige kuif, lipbrede snor,
blits gekleed, te paard over de
veldwegen dravend en in de tweede
plaats omdat die toestanden alleen
bestonden in romans van derde rang
en in halfbakken historische films.
Niemand wist of nu de baronesse dan
wel de baron onvruchtbaar waren
geweest, als het de baron was had
hij geen bastaarden kunnen maken en
daar had het verhaal opgehouden.
Toen baron René stierf had hij
alleen nog een tuinman, een verpleger,
een keukenmeid en een schoonmaakster
in dienst. Hij kreeg een
hartaandoening, op goed tien minuten
was hij er geweest, maar dan stond
alles al vijf jaar op papier. Er is
meer, René de la Chooze is niet de
enige hoofdrolspeler in dit verhaal.

DISSOLVE

FADE-IN
FLASHBACK

EXT.                 HUIS OP DE DIJK           DAG

POL GOETHALS komt in werkplunje op het erf gereden en zet zijn fiets tegen de gevel van het huis. Hij loopt tot bij zijn vrouw CONSTANCE die op de kleine bleek naast het huis uit een wasmand nat witgoed oppikt en op de bleek uitspreidt.

POL
Van wie is die was.

CONSTANCE
Heeft dat belang, als ze me maar
betalen voor het werk waar ze te lui
voor zijn om het zelf te doen. Het
is de was van madame Viviane.

POL
Ik zie het aan het fijne ondergoed.
In de winter moet dat toch koud zijn
aan haar gat.

CONSTANCE
Dat moet je aan madame Viviane zelf
vragen.
POL
Is Pauline al thuis. Het is haar
laatste schooldag. Wat gaat ze
daarna doen.

CONSTANCE
Dienen zoals ik gedaan heb, of naar
een fabriek in Haren-Buda.

POL
Daar kan ze niets leren dat deugt.

CONSTANCE
Ze mag van mij eerst nog twee
maanden vakantie nemen. Haar
laatste grote vakantie.

Een man komt op het erf gefietst, stapt af en blijft bij zijn fiets staan.

POL
Hier den Dolf Malfait, van je hier
te zien. Jij woont toch op het
kasteel, heeft de huisbaas je
gestuurd om te zien of we zijn
niet laten vervallen.

CONSTANCE
Pol.

DOLF
Ik ben door de baron gestuurd maar
niet om jullie te controleren.
Iedereen weet dat jullie propere
mensen bent. Ik heb goed nieuws. Is
Pauline thuis.

CONSTANCE
Die moet gaan thuiskomen, het is haar
laatste dag op de zusterschool.

Een aantrekkelijk jong meisje, PAULINE GOETHALS, een kind nog, komt op het erf gerend.

PAULINE
Ma, pa, ik ben de eerste, krijg ik nu
een fiets. Dag meneer.

DOLF
Zeg maar Dolf.

POL
Dolf werkt op het kasteel, voor de
baron.

DOLF
Ik ben de tuinman van de baron. Hij
stuurt mij met het goede nieuws dat
Pauline morgen op het kasteel moet
beginnen.

CONSTANCE
Moeten Dolf?

DOLF
Als de baron wat vraagt is er weinig
tegen te protocollen. Jullie huren toch
van hem. En ik zie dat je nog een stuk
grond van hem bewerkt.

POL
Wat groente en aardappelen voor eigen
gebruik. De baron zal toch zijn deel
niet vragen.

DOLF
Dat was lang geleden zo, Pol.

CONSTANCE
Nee, maar hij komt toch Pauline opeisen.

DOLF
Waar kan ze beter zijn. Op een boogscheut
van huis en in goede handen.

POL
Goede handen?

DOLF
Mijn moeder zal er een kamermeisje van
maken en ze mag helpen in de keuken en
leren koken.

POL
Wat kan ze verdienen?

DOLF
Moet het altijd om geld gaan? De baron
zal het haar morgen wel zeggen.

CONSTANCE
Morgen? Ze moet nog vakantie nemen.

DOLF
Dat moet ze de baron vragen.

PAULINE
Om hoe laat moet ik op het kasteel
zijn.

DOLF
Negen uur, en doe je beste kleren
aan. (wipt op zijn fiets en rijdt weg)

POL
Die denkt ook dat de kat van de keizer
zijn nicht is.
                                         
CONSTANCE
Dolf staat goed wit bij de baron, ik
zou hem maar niet te veel in de weg
leggen. En de baron zit ook baas in
de brouwerij.

POL
Moeten wij nu ons leven lang kruipen
voor de mensen met geld.

PAULINE
Ik ga niet voor hem kruipen, pa.

CONSTANCE
Pas maar op. Grote heren doen niets
zo maar. Hij zal al wel gezien hebben
dat jij er mag zijn.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.              KAMER IN HET KASTEEL             DAG

PAULINE is samen met JOSEPHINE MALFAIT in een kleine kamer op de tweede verdieping. Op de kamer staan een bed, een kleine kleerkast, een tafel en een stoel.

JOSEPHINE
Dit is je kamer Paulientje, hier ga je
slapen als je werk gedaan is.

PAULINE
Mag ik dan niet alle dagen naar huis.

JOSEPHINE
Niet alle dagen, er is altijd wat te doen.
De meeste zondagen ben je vrij. Alleen als
er veel bezoekers komen zul je ook op
zondag moeten dienen. Hier is je uniform.
(ze legt een donkerblauwe jurk met een wit
kraagje en een wit schortje op bed) Trek maar
aan.

PAULINE
Blijf jij op mij staan zien?

JOSEPHINE
We zijn toch meisjes onder elkaar. Ik zal
mij omdraaien.

FADE-IN

FADE-OUT

INT.                   KAMER                DAG

Pauline is in haar uniform. De kanten diadeem vooraan in het haar en een wit schortje maken van haar een koket en typisch kamermeisje, prettig om te zien, levendig en jong.

JOSEPHINE
Mmmm, je ziet er goed uit, je zult de
baron bevallen. En nu aan de slag. Je
eerste taak is overal het stof afdoen,
zo leer je het huis en zijn bewoners
kennen. Daarna mag je leren schoonmaken,
de bedden opmaken en orde maken in
de slaapkamers, de woonkamers en de
zalen, Lena De Wit zal je wijzen hoe
je het moet doen. Later mag je in
de keuken helpen, zo wordt je een
volmaakte huismeid en later huisvrouw
die overal haar kost en haar kost
waard is.

PAULINE
Ik zal mijn best doen.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                IN HET KASTEEL           DAG 

PAULINE
(rent huppelend door de gangen en kamers, draait
pirouettes dat haar rok opstuift tot boven haar
broekje en zingt luid de schlager die haar te
binnen valt. Loopt op LENA DE WIT)

LENA DE WIT
(is enkele jaren ouder dan Pauline, ze draagt
ook de uniform van het kasteel) Kalm meisje,
meneer zal nog peinzen dat je niet goed
wijs bent als hij je zo zou zien staan
zingen en dansen. Kom straks naar mijn
kamer, ik zal je de nieuwe danspasjes
leren. Mazurka en polka zijn uit de
tijd, nu zijn het charleston, black
bottom, tango en foxtrot.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                  KASTEEL                 DAG

PAULINE
(staat op een overloop de Charleston te dansen
die Lena haar heeft voorgedaan)

De baron komt er op uit, Pauline stuift weg maar de baron doet dat hij het niet ziet en heeft moeite zijn glimlach te verbergen.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                 KEUKEN KASTEEL            DAG       

PAULINE
(staat in de keuken de afwas te doen)

JOSEPHINE
Ik weet niet hoe het bij andere rijke
mensen gaat maar Baron René let er op
dat zijn personeel een goede opleiding
krijgt, daarom moet je ook in de keuken
werken. Mijn zoon Dolf, die is iets
ouder dan jij, mag van de baron naar
de tuinbouwschool. De familie heeft
altijd een tuinman in vaste dienst
gehad en Dolf moet voor de opvolging
zorgen. En hij wil Dolf ook helpen
omdat die zijn vader, mijn man,
verloren heeft in de grote oorlog,
gepakt door de gas.

FADE-OUT

FADE-IN

MONTAGE              

Terwijl Pauline naar Josephine luistert geeft commentaar in een apart.

LENA
(V.O.)(apart) Pauline is op haar zestien
een mooie volwassen jonge vrouw geworden.
Op haar kamer legt ze haar haren met een
krulijzer in een golf, gebruikt rouge en
lippenrood om er fris en aantrekkelijk
uit te zien. Pauline is de zon in het
kasteel. Ze speelt met vuur. Ze kan het
niet laten om te flirten met Dolf
Malfait, maar haar aanraken is er niet
bij. Van de zaterdagmiddag tot de
maandagmorgen is ze meestal vrij en mag
naar huis als ze niet van dienst is.
Van haar zolderkamer op het kasteel kan
ze in de winter haar geboortehuisje
aan de rivier zien. Prettige uren
beleeft ze in elk geval in het dorp,
als het kermis met muziek in de cafés
of de ene of de andere vereniging een
bal inricht in de zaal. Ze kan de
aanbidders niet van het lijf houden
en ze heeft maar te kiezen wie haar
in de avond in het donker naar huis
mag brengen. Ik weet niet wat er
onderweg naar het afgelegen huis aan
de rivier gebeurt, maar ondanks al
dat gepraat is er geen sprake van
dat Pauline met zich laat spelen,
omdat ze thuis arm zijn laat ze de
eerste de beste nog niet in haar
komen en eigenlijk weet ze niet uit
te maken waar ze het liefst is, thuis
of op haar kamer, in de buurt van de
baron.

DISSOLVE

FADE-IN

EXT.              ZOLDERKAMER          DAG

PAULINE
(kijkt van haar kamer naar buiten. ze ziet baron
René wandelen met een opgesmukte vrouw)

LENA
(komt binnen bij Pauline en kijkt mee door het
venster) Baron René krijgt er niet genoeg
van om demi-mondaines uit Brussel naar
hier te halen.

PAULINE
Demi-mondaines?

LENA
Hoe zou ik het zeggen. Dames die leven
van de liefde. Ze zijn aantrekkelijk,
dikwijls zijn ze de maîtresse van een
man met poen die een vrouw heeft om
mee te pronken op bedrijfsfeesten
en in salons maar die bang zijn lelijk
te worden als ze seks hebben en dan
komt de demi-mondaine in de plaats,
echte hoeren zijn het niet. In de
tijd van de grote hoven heetten ze
courtisanes, ze waren toen algemeen
aanvaard en dat is nog zo.

PAULINE
Hoe weet jij dat allemaal?

LENA
Gelezen, je zou ook moeten lezen.

PAULINE
Ik lees ook, maar dat niet.

LENA
De deze heet Gilberte, ze is hier al
bijna twee weken, een die lijkt t
blijven hangen. Ik zie ze nog trouwen.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                  ZOLDERKAMER          DAG

Pauline en Lena zijn op de zolderkamer en kijken naar het park waar baron René en Gilberte hand in hand wandelen.

PAULINE
(kijkt naar buiten met pruilmondje en zwijgt)

LENA
Ze zijn getrouwd ik had het voorspeld.
Gilberte heeft haar slag in huis
gehaald. Pauline, je bent zo stil.
Scheelt er wat.

PAULINE
(antwoordt niet)

LENA
Waar is dat opgewekte meisje gebleven
dat zo goed de demi-mondaines kon
naspelen, het vlugge dienstmeisje die
met een paar handgrepen de rommel in
een slaapkamer kan opruimen.

PAULINE
(begint te snikken) Ik ben in retard Lena,
al een maand, ik ben in verwachting.
Hoe moet ik dat thuis gaan vertellen.

LENA
Wie heeft ja dat gelapt?

PAULINE
(haalt haar schouders op)

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                HUIS OP DE DIJK          DAG

Pol en Constance zitten in de keuken. De deur naar de slaapkamer van Pauline staat open. Er komen stemmen en kreten uit de slaapkamer. Na een tijd komt een vrouw, de baker, in verpleegsterkledij, uit de kamer. Ze houdt een bundeltje in haar armen waar geschrei uit klinkt.

BAKER 
Het is een jongen, hoe moet hij heten?

POL
Dat weten wij nog niet. Dat moet
Pauline zeggen.

CONSTANCE
Er is nog tijd tot hij gedoopt wordt.

BAKER
Pauline is niet getrouwd, weet ik. Ze
zal nog strijd hebben. Een voorkind is
in een dorp even erg als armoe, zijn
vrouw afslaan, bak gedaan voor te
pikken of stropen. De mensen zijn nog
achteruit.

 POL
Ze wil ons niet zeggen wie haar dat
kind heeft aangedaan. Als ik hem te
pakken krijg zal hij er niet goed van
zijn, ik sla hem plat.

CONSTANCE
Dat doe jij niet. Zijn wij beter als
jij in de bak zit.

BAKER
Jullie weten hoe een boreling te
verzorgen. Je hebt er zelf twee
grootgebracht. Je kunt het haar
voordoen. En je zult het gaarne
zien. Nu moet ik weg.(neemt haar
tas en loopt buiten)

DISSOLVE

FADE-IN

INT.                GELAGZAAL           DAG

VICTOR
Pauline moet een aantrekkelijk meisje
geweest zijn, ze kon dansen als Marika
Rökk, met de kermis werd ze door
aanbidders omzwermd. Ze zal ook wel
haar voorkeur hebben gehad en verliefd
zijn geweest, op een van de jonge
mannen uit de burgerij. Ze konden
er niet naast kijken dat Pauline, met
of zonder kleren aan, in schoonheid
naast de raspaardjes in hun eigen
rangen mocht staan. Zwijggeld zal ze
niet aangenomen hebben, anders zou Pol
het wel gevonden hebben en op slag
opgezopen. Pol heeft niet lang mogen
zoeken naar het vaderschap van zijn
kleinzoon, die trieste geschiedenis
heb ik al verteld.

CONSTANT
Hoe oud was je al toen je er achter
kwam dat Mane en Ida niet je echte
ouders waren en de vermoorde Pauline
niet je tante.

VICTOR 
(in beeld brengen als montage) (V.O.)
Zeventien jaar. Tot dan hoorde ik altijd
zeggen dat ik op mijn vader leek maar met
ouder worden begonnen mijn gelaatstrekken
zich vast te leggen en dan begonnen
de geruchten dat ik meer op Ida zou
lijken dan op Mane en vrienden lieten
mij verstaan dat het tijd werd om eens
na te gaan wie eigenlijk mijn vader en
moeder waren en dan ben ik vragen
beginnen stellen aan mijn ouders. Ze
wisten dat ooit dit ogenblik zou komen
en in tranen vertelde Ida mij dat
Pauline  mijn moeder was en ze gaf mij
de nalatenschap van mijn echte moeder.
Nalatenschap is een groot woord voor
een schoendoos met wat kleinigheden
plus de twee jurken die ma Ida nooit
had willen wegdoen. Ze zaten motvrij
in een grote zak van bruin papier. In
de doos zaten het kerkboek van Pauline
met de communieprentjes van haar
vriendinnetjes, haar paternoster,
foto’s, een halsketting van goud,
waarschijnlijk doublé, met ingelegde
steentjes, namaakdiamant of rijnkiezel,
wat anders, een paar handschoenen nog
in het verpakkingsdoosje van de winkel,
een schoolschrift met aantekeningen,
wat foto’s, een vulpen die ze
voor haar plechtige communie gekregen
had, een armband van namaakivoor en
twee groen uitgeslagen koperen ringen.
Toen ik de aandenkens in handen
kreeg was ik te jong om veel belang te
hechten aan de schoendoos. Ik heb toen
de foto’s en het missaal vluchtig
bekeken en het schrift nauwelijks
in handen genomen, maar heb niets
willen wegdoen en alles weggeborgen
in een hoek onder in mijn kleerkast,
zonder er nog naar om te zien. Terloops
heb ik gevraagd wie dan mijn vader was,
ze zeiden dat mijn moeder Pauline
niemand heeft verteld met wie ze te
doen heeft gehad, wie mijn vader was
wisten ze niet of ze wilden het niet
zeggen. Vermoedelijk om te voorkomen
dat ik dwaze dingen zou doen.

CONSTANT
Mane en Ida hebben je opgevoed als hun
eigen kind, dat weten we nu.

ERNEST
Ze hadden zelf geen kinderen, het
verschijnsel van kinderloze echtparen
begon toen hand over hand onbeschaamd
toe te nemen. Ik moet nog aan mijn
kinderzegen beginnen.

VICTOR
Mijn ouders gingen er trots op dat ze
hun Victor even goed als de kinderen van
hen die beter in de middelen zaten een
geleerdheid konden meegeven.

CONSTANT
Ze moeten overgelopen hebben van
medelijden met het arme schaap dat er
tot zijn puberteit geen weet van had
wat het was overkomen en hebben jou
verwend met de middelen die ze hadden.

VICTOR
Ik bleek goed van verstand en mijn
pleegouders spaarden het eten uit hun
mond om me na de jongensschool naar
het atheneum in Mechelen te kunnen
sturen en later naar de hogeschool in
Antwerpen. Na wat omzwervingen in
Brussel nam ik tot mijn eigen
voldoening en die van anderen een
functie aan bij het Openbaar Centrum
voor Maatschappelijk Welzijn, vroeger
de Openbare Onderstand.

CONSTANT
Jij was dus rotverwend.

VICTOR
Verwend, maar niet rotverwend. Ik heb
wel nooit een pandoering gekregen of
in de hoek moeten staan.

ERNEST
Zo te zien heb jij er geen rotkarakter
aan overgehouden.

VICTOR
Gelukkig niet. Het schijnt dat ik een
opgewekt en meegaand jongetje was,
een beleefde jongeling, later een
mens van goede wil, graag gezien op
het dorp. Zo zie ik mezelf

ERNEST
Je zit er niet ver naast. De dramatische
feiten uit je eerste levensdagen
schijnen geen invloed op je later gedrag
en gemoed te hebben gehad.

VICTOR
Het schijnt niet alleen zo, het is
ook zo, als jongeman wist ik de hele
historie goed te verteren toen ik ze
te horen kreeg. Ik heb niets moeten
verdringen, mijn onderbewustzijn als
ik er al een heb, is onberoerd
gebleven laat staan dat ik er een
trauma aan zou hebben overhouden.
Ach ik heb te veel over psychologie
gelezen, psychoanalytici willen ons
zo vaak ten onrechte een trauma
aansmeren.

ERNEST
Hoe ben je dan bij die schoendoos met  
relikwieën gekomen?

VICTOR
(in beeld brengen) (V.O.) Mijn vrouw Louise
Casteels heeft bij de grote schoonmaak
weer eens die schoendoos met de
relikwieën van Pauline voor de dag
gehaald en ze vroeg of ze die rommel
eindelijk mocht weggooien, ik keek er
toch nooit meer naar om en toen viel
het op mij dat ik al die jaren, nooit
echt heb geweten wie mijn moeder
en mijn vader eigenlijk geweest
zijn en ik vond het de hoogste
tijd daar wat aan te doen. Ik heb
de doos meegenomen naar mijn
kantoor op het gemeentehuis
en ze in de onderste la bij de
sinaasappel en de doos koekjes
gelegd. De foto’s in de doos zijn
kiekjes van een jong meisje, mijn
moeder Pauline, dat wist ik van ma
Ida. Er is een foto bij van haar
plechtige communie, door de jaren
een beetje vergeeld. Op een andere
foto staan een heer van rond de
vijftig in licht hemd en donkere
broek met aan elke kant een jong
meisje, allebei in witte schort,
alle drie kijkend in de lens,
gehinderd door de zon. Ma Ida heeft
mij verteld dat de foto genomen is
voor het kasteel van het Hof ter
Wolvendonck toen nog niet
Zilverschoon. Het meisje links is
Pauline, mijn moeder, de andere is
Lena Dewit, de man is baron René de
la Chooze.

CONSTANT
Mag ik die foto eens goed bekijken.
(krijgt de foto van Victor) Dat gezicht
zegt me iets. (bekijkt Victor)

VICTOR
Waarom kijk je zo naar mij. Hier is
mijn moeder als jong meisje verkleed
als Roodkapje in kort rokje, dat haar
knieën en een stuk van haar
meisjesdijen bloot laat. Ze is
geflankeerd door vier jonge mannen,
vermomd met iets dat op een
wolvenvacht lijkt met lange oren. Ze
steken hun
handen uit als grijpklauwen en
grijnzen naar het meisje, een
geposeerde foto. Op de achterkant van
de foto staat met een vulpen geschreven:
Vastenavond – Pauline, Georges, Gaston,
Eugene, Hubert. Vroeger was de
carnavalviering hier een gebeurtenis
waar de mensen van heinde en verre
kwamen naar kijken, maar na de oorlog
is daar niets van overgebleven.

ERNEST
Wie zijn die vier die zich als wolven
voordoen.

VICTOR
Ma Ida heeft het mij verteld. Die
jongemannen zijn intussen veertig jaar
ouder geworden, ik ken ze alle vier.
In hun jeugd ogenschijnlijk vier
arrogante snuiters die dachten dat de
wereld met geld te koop was en de
jonge meisjes op een vingerknip op
hun rug gingen, nu maken ze deel uit
van de gegoede burgerij. Was dat een
reden om ze ervan te verdenken
Pauline zwanger te hebben gemaakt en
daardoor betrokken waren bij de nooit
opgeloste moordzaak? Dan zou een van
die vier mijn vader zijn en tegelijk
een drievoudige moordenaar.

CONSTANT
Wie zijn die vier.

VICTOR
Nu vier gezeten burgers die het liefst
met rust worden gelaten. Als je iets
over hen zou schrijven in verband met
die oude moordzaak en maar iets van
een schaduw op hun verleden werpen,
ben je er aan voor een proces wegens
laster.

ERNEST
Wie waren het?

VICTOR
Georges Wouters, zoon van Désiré Wouters
van de Confectie. Die heeft de ouderlijke
activa serieus doen aangroeien. Gaston
Deckers, zoon van Roger, van de
paddenstoelenkwekerij, die heeft het
bedrijf in stand weten te houden en heeft
het uitgebreid met een kwekerij van
wijngaardslakken. Eugene Meersman,
zoon van Louis, van de aloude zagerij en
houthandel heeft met moeite het hoofd
boven water kunnen houden, de
concurrentie in de branche is heel groot
en ten slotte Hubert Vanden Eynde, zoon
van Mathieu, medestichter, grote
aandeelhouder en lid van de raad
van bestuur geweest van de brouwerij
Le Congo, die zijn aandelen tegen een
goede prijs heeft afgestaan aan een
grote broer uit Leuven en zich heeft
teruggetrokken.

CONSTANT
Kan achter een van die vier smoelen
op de foto je biologische vader
schuilgaan.

VICTOR
Ik weet het niet, ik geloof het niet.
Mijn moeder heeft een schrift nagelaten,
een gewoon schoolschrift. Ik heb de zes
pagina’s die zij geschreven heeft
gelezen om te zien of er geen tip in
zat. Het staat natuurlijk in de oude
spelling, met dubbele a’s en o’s in
open lettergrepen, tussen is tusschen
en vers
versch, een schoonen dag met de
buigings-n, dat maakt het lezen gezellig.
Wat mij verbaast is hoe meisjes uit de
lagere arbeidersklasse er toe kwamen iets
te beginnen dat op een dagboek lijkt.
Pauline heeft enkele feiten uit haar
leven aan het papier toevertrouwd en op
het einde waarachtig een gedicht
geschreven. Zes pagina’s waarvan een
ingenomen door een gedicht reiken
niet ver, Pauline heeft haar leven
op onregelmatige tijdstippen aan het
papier toevertrouwd, ze heeft er niet
altijd tijd voor gemaakt. Haar
leeftijd op het tijdstip dat ze de
regels neerschreef is vrij goed te
achterhalen, bijvoorbeeld die over de
jurk die ze droeg op haar plechtige
communie. Een jaar na haar communie
had ze die nog eens aangetrokken, was
voor de spiegel gaan staan, maar het
trok aan alle kanten, spande aan haar
schouders, haar borst en op haar
heupen, de mouwen te kort. Ze zeggen,
schrijft ze, dat meisjes van hun
communiekleed in een trouwjurk stappen.

ERNEST
Dat is een heel verhaal dat je ons
vertelt. Waarom maak je er geen novelle
van, je bent toch bezig de kroniek van
Hellebeek te schrijven.

VICTOR
Ik ben er aan begonnen. Maar ik ben nog
niet aan het einde. Pauline schreef een
stukje over de gedaanteverandering van
haar lichaam, de pijn en meer nog de
angst als ze zich van meisje voelde
omleggen tot vrouw. Haar moeder had het
bijtijds gezien, haar uitgelegd wat
alle meisjes moeten weten en haar een
eerste maandverband leren aandoen, dat
schreef ze op. Daarop volgt een ietwat
ondeugende alinea. In het laatste jaar
in de zusterschool was Sidonie de eerste
die borstjes kreeg, haar intiemste
vriendinnen mochten haar bevoelen als
moeder overste op de speelplaats geen
wacht had uitgezet. Sidonie vertelde er
fluisterend en geheimzinnig bij
dat een jongen aan haar tietjes en
in haar broekje was geweest en zij
in zijn broek. Wat daar hing was
ineens hard en dik geworden,
verschietelijk. Hun gegiechel had
hen bijna verraden. Ik kon niet
geloven wat ik las, dat iemand, een
jong meisje, een kind nog, zoiets
toen al op papier durfde te zetten,
in de vrome christentijd. In druk
was zoiets nog door de kerk verboden,
de herdrukken van Pallieter
verschenen nog maar pas in ongekuiste
versie en wat staat daar in dat
aanstootgevend zou kunnen zijn.

CONSTANT
Laat dat opstel maar nooit lezen aan
Germain de garnierder.

ERNEST
Ben jij er wel tegen bestand Constant,
verkapte pedofiel.

VICTOR
Ze schrijft over haar donkerblauwe
kleedje, haar eerste werkdag van stof
afnemen, de vloeren opnemen en boenen,
de karweitjes die ze kreeg in de
keuken bij Josephine Malfait. Lena
Dewit die wat ouder was, is haar
vriendin geworden.

ERNEST
Als ik mij niet bedrieg was of is dat
de moeder van Gilbert die getrouwd was
met Corneel Servaes. In haar dagboek
slaat Pauline enige jaren over, dan is
ze ineens een bakvis die er plezier in
vindt de jongens om haar vingers te
winden. Ze noemt die vier van de foto.
Het laatste stukje gaat over haar
achttiende verjaardag. Op het kasteel
waren baron René en haar collega’s
haar verjaardag niet vergeten. Van de
baron kreeg ze officieel een ruiker
bloemen, maar in stilte een collier,
ze mocht dat niemand vertellen en als
iemand vroeg waar die vandaan kwam
moest ze maar wat verzinnen, dat het
namaak was, zo iets uit de grabbelton.
De andere meisjes en Dolf hadden geld
bijeengebracht voor een taart en Lena,
die haar vriendin gebleven was, had
haar een paar kostelijke handschoenen
gegeven.

CONSTANT
Verjaardagen vieren was toen nog niet
algemeen. Een wens als ze die niet
vergaten en daarmee uit, op het
kasteel bij het hoger volk ging het
er anders aan toe.

VICTOR
Ik heb het halssnoer nog in handen
gehad, ik ben geen juwelier maar
vind dat het ding door de jaren heen
zijn glans niet heeft verloren, geen
vlekje roest of groene uitslag te
bespeuren en het weegt redelijk
zwaar. Maar het meest ben ik
getroffen door een gedicht van
veertien regels. Ik zal het jullie
voorlezen:

Roemloos sterft de winter, het droeve
jaargetij is dood
En de lente ontluikt, de bloemen
geven zich bloot
Nu de geit op de weide huppelt van
genot en plezier
Ei nog een paar weken en we zwemmen
in de rivier

Van de nok van ‘t dak of hoger nog,
de merel fluit
In het riet zingt de karekiet, ver
weg knarst de tapuit
Laat de mussen kwetteren, ze
laten zich niet kwellen
Ach, kwelen kunnen ze niet, die
tsjilpende rebellen

Christoffel moet mij leiden naar
de overkant
Het water is te diep reik mij nu
toch een hand
O laat mij toch mijn kindje naar
u dragen

O moeder, ach vader, het water
kolkt en lokt mij naar de rand
Zo moedermens alleen verbreekt dit
meisje elke band
En blijft om God’s genade vragen.


ERNEST
Dit is een sonnet, nauwelijks aan
te nemen. En het heeft mij zelfs
ontroerd. Ze moet dat toch ergens
gelezen hebben.

CONSTANT
Dat kan omdat in het laatste schooljaar
van het lager onderwijs de leerlingen
een bloemlezing te lezen kregen met
gedichten en prozawerk van Vlaamse en
Nederlandse schrijvers en dichters, zij
moet een sonnet ervan onthouden hebben
of het overgeschreven en het dan met
eigen woorden aangepast en doen rijmen,
ze had dus een zekere taalvaardigheid.

ERNEST
Voor mij zit hier een boodschap in. Maar
voor wie? Ze verwachtte een kind, dat maak
ik er uit op en dat is gebleken, ze voelde
zich in de steek gelaten en verdringt haar
zelfmoordneigingen, haar kind moest blijven
leven.

VICTOR
Ik moet nu weg naar mijn werk.

CONSTANT
Ik ook, ik heb avonddienst.

ERNEST
Dan zal ik ook maar vertrekken, ik
heb altijd wel wat te doen op de
Cantecleer.

Ze staan alle drie op en verlaten het café.

DISSOLVE

FADE-IN

INT.                  KANTOOR OCMW           DAG

VICTOR
(haalt kerkboek van Pauline uit zijn onderste la en
neemt een gedenkprentje van de plechtige communie
in zijn hand. Hij leest de naam van Emmerans van
Rillaer) (V.O.) Dat is Emmerans van de
bloemenwinkel. (staat op en loopt naar buiten)

FADE-OUT

FADE-IN

INT.               BLOEMENWINKEL               DAG

VICTOR
(komt de winkel binnen, de winkelbel rinkelt.
een vrouw in een grijsblauwe voorschoot komt
de winkel binnen, er kleven stukjes van
bladeren, stengels en kroonblaadjes aan
haar voorschoot, ze houdt in haar hand
een aardappelmesje) Heb je vijf minuten?
Ik wil je wat vragen over vroeger.

EMMERANS
Kom dan mee achter, de marchand heeft
een uur geleden geleverd en ik ben aan
het sorteren.

VICTOR
(loopt mee de snijkamer in) Ben jij met
Pauline Goethals samen naar de
zusterschool geweest.

EMMERANS
Ja, natuurlijk, we waren van hetzelfde
jaar, aan de leerplicht was niet te
ontkomen.

VICTOR
Goed. Zou je mij kunnen vertellen wat je
je van Pauline herinnert.

EMMERANS
Wij kenden haar als Plinke van Polle van
de Goeie, ze woonde wat afgelegen aan het
water. Plinke en ikzelf zijn heel ons
leven in het dorp blijven wonen, zo lang
zij geleefd heeft. Mijn ouders hielden
hier een beenhouwerij. Toen we nog
kinderen waren kwamen we samen op het
dorpsplein om te spelen, maar als we
groter werden moest Pauline dikwijls
helpen bij haar moeder, op het land, in
de stal en bij de strijk, na de
schooltijd hebben wij niet zo veel met
elkaar gespeeld. Als we veertien jaar
werden is Pauline gaan dienen op het
kasteel en ik heb nog enkele jaren
school gelopen in Mechelen om te leren
winkel te houden en met papieren om te
gaan.

VICTOR
En daarna, als jullie begonnen uit te
gaan.

EMMERANS
Paulientje was een haantje-de-voorste.
Ze durfde lippenrood aandoen en haar
gezicht poederen toen we nog op de
meisjesschool zaten en kreeg het dan
te verduren van de nonnen. Op een keer
had ze een haargolf laten zetten, dat
stond gelijk met het recht op het
eeuwige leven te verspelen. Wij speelden
daar in mee en zeiden onder elkaar dat
haar moeder Constance de schuld droeg,
die had haar naar de kapster laten gaan
alsof ze met geld konden smijten, dat
was van bijlange niet waar. Een non
had haar vastgepakt en onder de pomp
gehouden om de krullen uit te wassen.
Plinke was voorbestemd om recht naar
de hel te gaan, daar twijfelden de
nonnen geen seconde aan en sommigen
van ons ook niet. Nu zijn we slimmer
geworden, na wat haar is overkomen.
Wat ze de mensen toen nog konden
wijsmaken en de pastoor speelde daar
in mee, niet dat ik niet geloof, dat
zeker niet, maar ze konden van die
kant sterk overdrijven. Toen we oud
genoeg waren om uit te gaan, zagen
we elkaar weer wat meer, jonge
meisjes die in een kringetje
zenuwachtig stonden te giechelen en
doorheen onze wimpers naar de jongens
lonkten, om te zien bij wie de eerste
kriebels sterker waren dan hun
verlegenheid om een meisje aan te
spreken en in de dans te vragen.

VICTOR
Kreeg Pauline geen speciale aandacht
van het een of ander individu uit die
jonge meute.

EMMERANS
(stopt met haar werk en kijkt hem aan) Meute?
Ach ja, ik ken dat woord. We waren
allemaal een beetje jaloers op Pauline
omdat ze zoveel aantrek had. Zij en Lena
Dewit die met Nelle Servaes getrouwd is
geweest. Die kon krijgen wie ze wilde
en dan trouwt ze met die ezel, de
lafaard die haar na de oorlog alleen
heeft laten zitten. Dolf Malfait heeft
daarna nog achter haar gelopen, ze
zeggen dat hij jongman is gebleven
omdat hij Lena niet heeft kunnen
krijgen, maar Lena heeft jaren bij
Liebaert van de ijzerwinkel gediend,
een weduwnaar en die zal wel een
voetje voor hebben gehad. De zonen
van het betere volk van hier, die
naar Leuven gingen studeren, liepen
achter Lena en Plinke, maar het was
niet wijs om met die mannen mee te
gaan, je kon op voorhand weten dat
het op niets uitliep, dat het voor
de lol was, om te profiteren, dat
soort volk trouwt onder elkaar, voor
de centen. Ik ken de namen nog van
de meeste jongmannen die om Plinke
zwermden.

VICTOR
Ik ken ze geloof ik ook, Georges
Wouters, Hubert Vanden Eynde, Gaston
Deckers, Eugene Meersman.

EMMERANS
Die zeker, en de oudste van Viaene, ik
kan op zijn naam niet komen, een hoge
aan het ministerie in Brussel heeft ook
nog achter Plinke gelopen, maar niet
lang, die had gauw vaste verkering toen
hij nog studeerde. Er zijn er nog die
mij niet te binnen willen schieten. O ja,
ook Willy van de Foeres de kolenhandelaar
en de zoon van dokter Jordens, die dacht
dat hij wat meer was. En wat zou jij
denken van baron René van het kasteel.
Niet vergeten dat Constance, de moeder
van Pauline, in het dorp altijd in de
buurt was van haar dochter, veel tijd
kreeg ze niet om zich te laten flikken,
maar op het kasteel was ze weg van onder
de rok van haar moeder.

VICTOR
Bedoel je dat de baron mijn vader kan
zijn.

EMMERANS
(grijpt zijn hoofd met twee handen en
houdt het schuin naar het licht) Nu je
het zegt, hebben Mane en Ida het daar
nog niet over gehad.

VICTOR
Neen, die klappen daar niet over. Dat
zijn mijn ouders, maar andere mensen
hebben al wat te verstaan gegeven. Nu
moet ik weg, het eten staat gereed.
Bedankt voor je tijd.

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.                   WEG                DAG

VICTOR
(fietst naar huis) (V.O.) Nu weet ik nog
geen kloten meer.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                   KEUKEN            DAG

VICTOR
(alleen met Louise in de keuken) Louise, weet
jij soms wie mijn echte vader is. Pauline
is mijn moeder, meer weet ik niet.

LOUISE
Zoek je te erven? In godsnaam, je moet in
de hal van het rusthuis eens goed kijken
naar de grote foto van de schenker die
daar hangt, je kunt er niet naast zien.
De eerste keer dat ik die foto zag dacht
ik dat jij het was. Dat weet toch
iedereen, onnozel manneke.

VICTOR
Ik had al eer een vermoeden. Nu begrijp
ik al die zinspelingen. Wat jammer dat
baron René geen knappe jonge heer was,
nu ik toch zijn uiterlijke kenmerken
heb geërfd. Het betekent dat er
adellijk bloed door mijn aderen
stroomt, maar ik geloof niet in blauw
bloed,meisje. Mane en Ida blijven
mijn ouders, voor altijd. Wat ik nog
moet doen is de moordenaars van mijn
natuurlijke moeder en grootouders
opsporen, daar ga ik mij voor inzetten,
dat is een plicht. Maar ik heb er geen
flauw vermoeden van waar ik zou moeten
beginnen. Uitkijken, opletten, vragen
stellen misschien. Met die nieuwe
secretaris heb ik veel meer tijd op het
gemeentehuis.

LOUISE
Geloof je die geruchten die zo om de
zeven jaar de ronde doen dat Pauline
veel geld zou gekregen hebben van de
baron en dat die schat ergens verstopt
ligt.

VICTOR
Ik ga niet af op geruchten, maar waar
rook is, is soms vuur.


FADE-OUT

Geen opmerkingen:

Een reactie posten