woensdag 26 juli 2017

24 DE HOEK DER GROTE GEESTEN








DE HOEK DER GROTE GEESTEN


Originele script voor

 6 afleveringen van een dramatische

Tv-serie

Geschreven door

Jules De Cort
























FADE-IN

EXT.         GELAGZAAL CAFE STATIE            DAG

De gebruikelijke gasten zijn aanwezig. VICTOR GOETHALS, ERNEST BELLEKENS en CONSTANT MICHIELS zitten aan hun tafel. Aan de tapkast staan de andere dagelijkse klanten, KOZZE DE SMID is er, GERMAIN DE STOFFEERDER, FLUP VRIJDERS de aan lager wal geraakte saxofoonvirtuoos en nog anderen. Achter de toog staan ISIDOOR de waard en zijn vrouw, de niet onaantrekkelijke GABRIELLA. Nog meer volk.

COMMENTAARSTEM (V.O)

Een café tegenover een treinstation
trekt altijd volk, zo ook café De
Statie. Vaste klanten, treinreizigers,
reizende passanten, vakantiegangers,
kermisgasten, voetbalsupporters en
wat nog. Er zijn stamgasten die bijna
altijd in dezelfde hoek aan hun tafel
zitten. Kozze de smid heeft de drie
in hun hoek ooit met de naam ‘grote
geesten’ gedoopt. Ze geven zich graag
uit voor cultuurmensen, zonder zich
echt als snoevers aan te stellen of
op ons, simpele zielen neer te kijken,
dat dient gezegd. Wat niet wegneemt
dat wij en de andere tooghangers van
kaliber, dikwijls meewarig ons hoofd
schudden als die grote geesten met
hun slimmigheden uitpakken. Constant
Michiels bijvoorbeeld geneert zich
niet om, ten aanhoren van de andere
stamgasten, diepzinnigheden uit zijn
goedgevulde maar niet al te diepe kast
te halen. Als hij, zoals vandaag het
woord niet neemt, is er altijd wel
iemand om Michiels uit zijn hol te
lokken. Er zijn oermensen,
cultuurmensen en soorten daar tussen
in, men treft ze aan in elk café dat met
enige klandizie gezegend is.

GERMAIN
Ik heb de praters in de hoek der grote
geesten vandaag nog niet gehoord.

KOZZE
Laat die mannen slapen. Straks
pakken ze weer uit met hun verheven
onderwerpen. Wijsgeren bijvoorbeeld.
Schopenhauer, Nietzsche. 

CONSTANT
Dat zijn pas grote geesten. Ik kan
het niet laten daar af en toe een
woordje over te zeggen, ik ben zoals
ik ben. Ik probeer een gesprek altijd
op een grotere hoogte te tillen.

GERMAIN
Tillen, wat een groot woord. Café
Statie is geen universiteit.

ERNEST
Germain, je moet ons niet zien als
verwaande consumenten, of knullen
als je wil. Wij dalen ook graag een
keer uit onze hoogte neer en willen
het regelmatig hebben over
onderwerpen zoals het weer, het
voetbal, de koers, de politiek of
het koffieboontje van onze eigen
vrouw of van vrouwen die wij niet
kennen en daardoor nog
aantrekkelijker en meer oversekst
lijken dan die van ons, daar
zullen we nooit zeker van kunnen
zijn.

CONSTANT
Maar voor we afdalen naar het
alledaagse, heb ik daar niet iemand
de naam Schopenhauer horen
uitspreken en Ernest het onderwerp
vrouw horen aanroeren. In dat
verband wil ik even een
uitzondering maken met een aanbreng
op zeer hoog peil.

KOZZE
Je maakt niets anders dan
uitzonderingen. Had ik mijn
mond maar gehouden.

CONSTANT
In de nadagen van de Verlichting
schreef de hoog aangeschreven
filosoof Arthur Schopenhauer dat
de vrouw onderligt bij de man.
Mannen van onze slag die doorgaans
met de missionarishouding vrede
moeten nemen, zouden daar weinig
bezwaar tegen hebben, maar wat hij
bedoelde was dat de vrouw de
mindere is van de man. Om het nog
erger te maken, zijn tijdgenoten
deelden die mening en zongen met
hem in koor het liedje van de
onderliggende vrouw. Ik geef een
voorbeeld. Ik citeer uit Schopenhauer:
Er is geen vrouw die deugt.(Hij haalt
een briefje uit zijn broekzak, plooit het
open en leest) Alleen als het door de
geslachtsdrift is vertroebeld, kan het
mannelijke intellect het onvolgroeide
geslacht, met zijn smalle schouders,
brede heupen en korte beentjes, het
schone geslacht noemen, want heel de
schoonheid ervan hangt samen met die
drift. Zo blijven vrouwen hun leven
lang kind, ze zien altijd alleen maar
het meest voor de hand liggende, ze
interesseren zich alleen voor dit
ogenblik, verwarren schijn met
werkelijkheid en verkiezen kleinigheden
boven de belangrijkste aangelegenheden.
Want dat de mens niet, zoals een dier,
alleen in het heden leeft, maar ook het
verleden en de toekomst overziet en
overdenkt, dat komt door het verstand.
Aan de voor- en nadelen hiervan heeft
de vrouw minder deel, omdat zij een
zwakker verstand heeft.
GABRIELLA
Wat is dat voor praat, heb ik korte
benen, smalle schouders, brede
heupen, gebrek aan verstand?

ISIDOOR
Dat laatste soms wel.

CONSTANT
Ik zeg dat niet, Schopenhauer heeft
dat geschreven.

GABRIELLA
Die ken ik niet, waar woont hij.

CONSTANT
Hij is al bijna honderd vijftig jaar
dood, Gabriella en hij woonde in
Duitsland.

GABRIELLA
Duitsland, ja van daar komen de goeie.
En honderd vijftig jaar geleden, wat
betekent dat nog?

ISIDOOR
Dat schreef die man nu precies over
de vrouwen, dat ze niet naar het
verleden kijken, je luistert niet.

GABRIELLA
Constant heeft een reden om met die
zever voor de dag te komen, de vrouw
kleineren, zoveel heb ik er van
begrepen, iemand met veel pretentie
die zich wil laten horen.

CONSTANT
Ik wil de vrouw niet kleineren en ik
heb geen pretentie, in mijn beroep
van journalist moet ik afstand nemen,
objectief blijven.

GABRIELLA
Toch pretentie met weer zo'n
kasteelwoord.

VICTOR
Ik kan getuigen dat Constant weinig
pretentie heeft, ik weet veel over
hem. Goede en minder goede
kwaliteiten, die heb ik te boek
gesteld. Als ik ooit mijn
verhalenbundel uitgeef moet je het
eens lezen. En ik wil een goed
schrijver zijn. Goede schrijvers
hebben volgens Nietzsche, ook een
Duitser, twee dingen gemeen: ze
willen liever begrepen dan
bewonderd worden en ze schrijven
niet voor al te spitsvondige
lezers.

GABRIELLA
Wie is die Nikske? Als dat ook geen
pretentie is dat die man heeft.

ERNEST
Dat is in de mens ingebakken, dat is
evolutie, meisje.

GABRIELLE
Zitten er hier geen filosofen dat we
ze in Duitsland moeten gaan zoeken?

KOZZE
In die hoek zitten er drie, de Hoek
der grote geesten zoals ik die heb
gedoopt. En af en moeten zij, met de
heer Constant Michiels op kop wat
diepzinnigheden uit hun kast halen.

CONSTANT
Wees blij dat het niet mijn diepste kast
is.

GERMAIN
Wat een gebluf. Van die mensen krijg ik
het schijt.

ERNEST
Terug naar Schopenhauer, Nietzsche is
wat zwaar voor mij. Wat Schopenhauer
ook over de vrouw mag hebben
geschreven, wat mij betreft is de
vrouw het volmaakte wezen, volgens
mij heeft Schopenhauer nooit een
spiernaakte vrouw aanschouwd. Of
zoals de kunstenaar zei, hun
achterwerk, vergeet dat niet, is
het prachtigste juweel dat we
ons bij het vrouwelijke lichaam
kunnen voorstellen.

VICTOR
Jij denkt aan je Tine.

CONSTANT
Aan dat intieme driehoekje kroeshaar
tussen haar dijen, haar borsten als
peren van een dure soort. Ik moet
zwijgen of ik word door
geslachtsdrift beroerd.

GERMAIN
Ik heb het nu al zitten.

VICTOR
Wiske heeft ook alles wat ze moet
hebben op de plaatsen waar ze moeten
zijn.

GERMAIN
Allemaal in grote maten zeker.

VICTOR
Als iemand verkeerde opmerkingen
maakt over mijn Wiske blaas ik hem
omver. Daar heb ik thuis een
tweeloop voor liggen.

FLUP
Als ik ons Lien zo bekijk, langs
vanachter, dan heeft die schoppenaas
misschien gelijk. Als ons Lien was
zoals Tine zou ik ook zo praten. Wat
mij betreft heeft die Schop
misschien toch gelijk.

VICTOR
Ze heeft je nog niet lang geleden
van straat gehaald, wat meer
eerbied, Flup.

FLUP
Mijn tweeloop haal ik er niet voor
boven. Lien is een weef zo lelijk
als morgen de hele dag, in de verste
verte niet te vergelijken met Tine
van Ernest Bellekens, maar dat is
een schoonheid van de eerste orde.
Zoals ik er vroeger veel kon
krijgen.

GERMAIN
Je had je geld maar niet moeten door
deuren en vensters smijten.

FLUP
Er toch goed van geleefd.

KOZZE
Die Schopenhauer moet iemand van de
slechte oude tijd geweest zijn. Als
hij zijn mening nu zou verkondigen
kreeg hij een dikke boete voor
inbreuk op de wet van gelijke kansen.
Ik ben maar een smid maar Nietzsche
zou zo iets nooit geschreven hebben,
dat heb ik begrepen uit de
interessant artikels die ik af en toe
lees.

GABRIELLA
Soms zoeken ze het ver maar in dit
geval zou het terecht zijn. Verdiende
die mof zijn boterham met zo maar wat
onnozele praat te schrijven?

CONSTANT
Hij was rijk van huis uit, hij kon zich veel
permitteren.

GERMAIN
Heeft hij niets geschreven over hun
tieten.

ISIDOOR
Geen vuile klap in mijn café, Germain,
daar kunnen wij niet tegen.

KOZZE
Hij kan het niet laten, het is een
deel van zijn verdorven ziel.

CONSTANT
Neen, Germain, daar heeft hij niet
over geschreven en ook niet over hun
pruim want daar kom je op af, vuile
klap is een deel van je leven. In
die tijd hielden de filosofen nog
hun manieren. Wijsgeren zijn geen
seksuologen, man.

GABRIELLA
Als hij zo over de vrouwen dacht neem
ik wel aan dat hij de moeite niet nam
iets te schrijven over van voor van
onder.

GERMAIN
Over hun vagina.

ISIDOOR
Onze garnierder kent bij wonder een
beschaafd woord.

GABRIELLA
Het blijft mannenpraat, ik hoor hier
niets anders, ventje.

ERNEST
Sluit mij maar uit. En filosofen
schreven daar niet over, dat is al
gezegd.

ISIDOOR
Kom tot rede, liefje. Breng met je
ongepaste vragen de stamgasten niet
op ideeën.

GABRIELLA
Er moeten toch ook vrouwen zijn die
filosoof spelen, die het voor ons
opnemen.

CONSTANT
Simone de Beauvoir is er zo een, ze
heeft geschreven over ‘Het tweede
geslacht’, over de vrouw die door de
eeuwen heen achteruitgesteld is door
de opvatting dat ze een afwijking is
van de mannelijke vorm.

GABRIELLA
Jij weet alles, Constant.

VICTOR
Zo te horen zijn er ook vrouwen die
hebben nagedacht en geschreven over
belangrijke aangelegenheden. Dat is
goed.

ERNEST
Simone de Beauvoir was een Française
die de verdediging van de vrouwen op
zich nam.

GABRIELLA
Duitsers, Fransen. Zitten hier geen
filosofen dat we ze in het buitenland
niet moeten gaan zoeken?

KOZZE
Aan die tafel zitten er drie.

VICTOR
Ik zal eens laten horen dat ik ook tot
denken in staat ben. Luister goed.
Onlangs maakte iemand de opmerking dat
naarmate wij ouder worden de tijd
voorbij begint te razen. De tijd vliegt
snel, gebruik hem wel. Dat wordt over
het algemeen zo door ons aangenomen,
maar het is een misvatting. Het is het
precies het omgekeerde.

GERMAIN
Hoezo. Heb jij nu meer tijd dan
vroeger.

VICTOR
Neen, dat is het niet. Ik zal een
voorbeeld geven van wat ik bedoel.
Zoals alle goede filosofen doen.
Stel dat je op de leeftijd van
twintig jaar op de fiets veertig
kilometer per uur kunt trappen.
Op de leeftijd van veertig is dat
nog dertig kilometer op een uur
en op de leeftijd van zestig nog
twintig kilometer.

GERMAIN
Ik snap het. Dus de tijd is sneller en
daarom kunnen wij in een uur minder
kilometers afleggen.

KOZZE
Zo heb ik het ook begrepen.

VICTOR
Nee, nee, jullie snappen het niet.
Met de tijd is niets mis. De tijd
loopt altijd tegen de zelfde
eenparige snelheid, die tijd duurt
altijd vierentwintig uur per
etmaal. Maar in die vierentwintig
uur kunnen we naar gelang wij
ouder worden minder en minder
doen, of het lijkt zo. Maar met
het voorbeeld van de fiets heb ik
willen aantonen dat wij werkelijk
minder kunnen presteren en de tijd
zodoende sneller en sneller
voortraast. Is iedereen met mij
mee of is het te moeilijk. Zijn de
grote geesten het met mij eens.

KOZZE
De grote geesten misschien, maar
de kleine geesten niet.

ERNEST
De grote geesten moeten er nog eens
goed over nadenken. Er zit een
anomalie in maar ik kan mijn vinger
er niet op leggen.

GABRIELLA
Op welke mie kun jij je vinger niet
leggen.

GERMAIN
Niet de mie die jij in gedachten hebt.

ISIDOOR
Het is al goed Gabriella, we weten waar
je op zinspeelt. Wat moeten de mensen
niet van je denken.

GABRIELLA
Alleen Germain.

KOZZE
Germain dat is niet de mensen. Niet
alle mensen hebben een verdorven geest
als hij.

CONSTANT
Wat Victor beweert is een beetje in
tegenspraak met een citaat van
Schopenhauer dat geldt voor ieder
van ons: al worden we nog zo oud,
we voelen ons van binnen nog precies
dezelfde die we waren toen we jong
waren. Dit ene dat niet verandert,
maar steeds hetzelfde blijft en niet
mee veroudert, is de kern van ons
wezen die buiten de tijd ligt.

VICTOR
Dat is inderdaad in tegenspraak met
wat een groot filosoof heeft gezegd.

GERMAIN
Wie is die grote filosoof?

VICTOR
Dat ben ik. Maar ik zou mij kunnen
beroepen op een nog grotere filosoof,
Georg Wilhelm Friedrich Hegel uit
Stuttgart. Toen hij opmerkzaam werd
gemaakt op de tegenspraak tussen
zijn stellingen en de feiten, zou
hij geantwoord hebben: Zoveel te
erger voor de feiten.

KOZZE
Dat is slim.

GABRIELLA
Als ik mij er mee mag bemoeien. Wie
zegt dat Victor niet zo slim is als
Schophouweel.

ISIDOOR
't Is al goed Gabriella. Je hebt
honderd.

KOZZE
Goedenavond mannen, dat ga ik mijn
vrouw proberen te vertellen dat ik
in mijn kopje niet verouder. Ik ben
er bijna zeker van dat ze gaat
zeggen dat het beter was dat het
andere spel niet verouderde. Of
nog veel beter dat ik de
Kamasoetra zou moeten lezen in
plaats van mij af te spelen met
die Duitse filosofen en
vrouwenhaters.

VICTOR
Aan de Kamasoetra heb ik ook al
gedacht maar met Wiske aan mijn
zij is dat helemaal niet nodig.

CONSTANT
Stoefer.

CONSTANT
De vrouw is een belangrijke
aangelegenheid. De Beauvoir is na
Schopenhauer gekomen, en voor zo
ver ik weet hebben vrouwen nooit
over de materialistische dialectiek
geschreven.

GABRIELLA
Wat is dat nu weer voor beest.

VICTOR
Dat wil je niet weten. Het is geen
verhandeling over seks, meisje. Het
gaat over de klassenstrijd, niet
die tussen man en vrouw, maar tussen
kapitaal en arbeider. Een strijd die
we nog niet gewonnen hebben maar we
maken vorderingen. Maar ik zal hem
niet kunnen stoppen. Begin je glazen
maar te spoelen.

CONSTANT
Onder het kapitalisme wordt arbeid
een goed dat de arbeider moet verkopen
om in leven te blijven, niet als
onderdeel van zijn leven, maar als een
opoffering van zijn leven. Zijn echte
leven begint pas wanneer zijn werk
ophoudt, als hij kan eten, een glas
drinken. Victor is daar een goed
voorbeeld van.

GABRIELLA
En vogelen, was daar geen tijd voor.

ISIDOOR
Een welvoeglijke dame neemt dat woord
niet in haar mond.

GERMAIN
Wat neemt ze dan wel in haar mond.

VICTOR
Daar gaan we niet op in. Leg mij eens
uit Constant waar ik een goed voorbeeld
van ben.

CONSTANT
Heb jij je niet eerst suf gewerkt bij
een multinational, de slippendragers
van het kapitalisme en tegelijk van
het imperialisme en dan ingezien dat
je leven meer waard is dan de smak
geld die je kreeg op het eind van de
maand, als de baas eerst zijn winst
vooraf had genomen? Je hebt gekozen
voor een rustig baantje bij de
gemeente, nu lééf je, beste vriend.

VICTOR
Als het dat maar is. Wat wist Marx van
mijn eet-, drink- en bedgewoonten? Nu
we het daar over hebben zou ik Germain
de stoffeerder willen vragen of hij
mijn matras niet kan opdoen. Hij zit
vol proletarische putten en bulten.

GERMAIN
Als ik de matras mag proberen met
Wiske om te zien of hij goed is, doe
ik iets in de prijs.

VICTOR
Jij kunt over niet veel anders praten
dan over seks. Dat is het toch waar
jij op zinspeelt.

GERMAIN
Een gezond onderwerp, heb je liever
dat ik wat filosofie verkoop.

KOZZE
Dat kun jij niet, dat heb je niet in
huis.

ODIEL
Wiske is op zichzelf al een matras. Oei,
nu heb ik teveel gezegd.

KOZZE
Ik heb al voor minder gevochten.

VICTOR
Jij bent een sterke duvel, ik heb
geen forse in mijn armen,jullie zijn
allemaal jaloers, ik weet wat ik
aan Wiske heb. En daarbij, kijk naar
jezelf, Odiel. Je hebt zelf een dikke
pens.

ODIEL
De Kozze kent niets anders dan vechten,
op iemand zijn bakkes slaan, een trap
in zijn hol geven.

GERMAIN
Praten over seks is veel gezonder.

ERNEST
Voor mensen met een klein verstand.

KOZZE
Voor sommige principes moet je kunnen
vechten. Dat de stukken er af vliegen.

ISIDOOR
Moet ik de gendarmerie opbellen of hoe
zit dat hier. Hier wordt niet gevochten.

GABRIELLA
Ben je gek geworden. Die mannen maken
een grapje, ze zijn de beste vrienden.

ISIDOOR
Beste vrienden vechten ook.

GABRIELLA
Eerst een half uur zagen over filosofen,
de geleerde uithangen en dan spreken van
te gaan vechten. Maar hier binnen niet,
daar op het plein is plaats genoeg als
jullie op elkanders smoel willen slaan.

KOZZE
Als smid heb ik in een dorp als ons
Hellebeek het recht een woordje te
plaatsen.

GABRIELLA
Als de smid zijn mond open doet zal
het wel iets te betekenen hebben.

KOZZE
Ik vind dat Gabriella gelijk heeft,
het zaaghalfuur is over.

GERMAIN
Dat is een belangrijke mededeling.
Het zijn de filosofen die alles
kapot hebben gemaakt met hun kwade
gedachten. Waarom lieten ze alles
niet als vroeger, de goede oude
tijd.

KOZZE
De goede oude tijd, dat had je aan
mijn grootmoeder moeten vragen, die
zou je nogal uitlachen. Werkdagen
van zestien uur, patatten met vet
spek en het ene jong na het andere.

GABRIELLA
Wil er eens iemand iets plezierig
zeggen.

KOZZE
Mijn grootmoeder zei altijd, er zijn
geen slechte meisjes, alleen maar
slechte wijven. Wijf in de betekenis
van echtgenote.

 GERMAIN  
Met een beetje boter, peper en zout
zijn alle wijven goed.

GABRIELLA
Wat zijn we weer geestig. De wijven
hebben het altijd gedaan.

KOZZE
Nog wat filosofie van de Kozze. Breng
mij iemand die zegt dat hij graag
werkt en ik sla hem de kop in met
mijn moker.

VICTOR
Ik mag er niet aan denken.

ERNEST
Niet alle wijsgeren zien de vrouw
als een noodzakelijk kwaad. De hamer
van de Kozze doet mij denken aan
Nietzsche, de filosoof met de hamer.
Friedrich Nietzsche was de filosoof
die god dood verklaarde. In zijn
Der Wanderer und sein Schatten’
schrijft hij zo ongeveer: Wij, de
toeschouwer worden soms tot tranen
toe bewogen door de dweperige blik
van geluk waarmee een mooie jonge
vrouw haar echtgenoot aankijkt. Men
wordt daarbij vervuld van alle
weemoedige liefdesgevoelens, zo wel
wat de grootsheid als wat de
vergankelijkheid van het menselijk
geluk betreft.

GERMAIN
Dat heb ik je nog nooit zien doen,
Gabriella.

GABRIELLA
Plezierbederver.

 ISIDOOR
Toch heeft Ernest gelijk, wie niet ziet
dat Gabriella verliefd naar mij kijkt,
is stekeblind.

GERMAIN
Zo heb ik ze ook zo naar mij zien
kijken.

GABRIELLA
Niet waar leugenaar, straks gaan de
mensen nog denken dat ik met iemand
als jij naar bed ga. Met een
matrassenmaker!

ISIDOOR
Verandering van onderwerp. Gabriella
is mijn vrouw, van mij alleen. Noem
 mij maar bezitterig.

CONSTANT
Nu we dat weten.

ERNEST
Tegenwerpingen, slippertjes, het
vrolijke wantrouwen, de spotlust,
zijn allemaal tekenen van
gezondheid. Alles wat absoluut is
vastgelegd hoort thuis in de
ziekteleer. Alweer een uitspraak
van Nietzsche, ik geloof uit
"Jenseits von Gute und Böse.”

GABRIELLA
Zitten wij hier met slimme mensen,
Isidoor, daar kun jij een punt aan
zuigen.

ISIDOOR
Je zou me rap beu zijn, ik wil niet
dat je sterft van verveling. Ik heb
wel wat anders te doen dan een punt
te zuigen aan ik weet niet wat.

GERMAIN
Ik wel.

ISIDOOR
Mag ik mijn klanten vragen of het nu
genoeg is geweest. Kunnen wij
eindelijk over wat anders gaan
praten. Muziek bijvoorbeeld.

GABIELLA
Wat weet jij van muziek, je kent het
verschil niet tussen een mie en een
sol, boogie-woogie en rock ‘n roll.

ISIDOOR
Dat is geen muziek.

ERNEST
Als ik mag tussenkomen. Het onderwerp
van de dag was de vrouw. Ik kan nog
oneindig doorgaan over de vrouw. Wat
denk je hier van: Alles aan de vrouw
is een raadsel, en alles aan de vrouw
heeft één oplossing, en dat is:
zwangerschap. Twee dingen wil de
echte man, gevaar en spel. Daarom
wil hij de vrouw als het gevaarlijkste
speelgoed. Nogmaals Nietzsche.

VICTOR
Wat moeten we daarmee, Wiske is geen
speelgoed.

GERMAIN
Daar is ze te zwaar voor.

CONSTANT
Daar is dan alles mee gezegd.

GABRIELLA
(met haar verleidelijke glimlach) Ik ken van
die diepzinnige rijmpjes.

ISIDOOR
Laat maar, we kennen dat. Dan zoekt
Constant er wel een diepere seksuele
betekenis achter.

GABRIELLA
Luister toch maar: Wat een wonder is me
dat, het regent niet en mijn prut is nat.

GERMAIN
Dat is niet diepzinnig en heeft geen
diepere betekenis, het is vuile klap
en iedereen weet dat ik daar niet tegen
kan. (buldert van het lachen)

ISIDOOR
Ik weet ook iets en het komt misschien
wel uit de bijbel, dat weet ik niet. Wie
de moeder niet begeert is de dochter
niet weerd.

CONSTANT
Dat komt zeker niet uit de bijbel.

GABRIELLA
Nu komt het uit, heb jij achter mama
gezeten.

GERMAIN
Hij heeft er misschien wel op gezeten.

ISIDOOR
Daar wil ik niet op ingaan, op geen
van jullie twee.

DE ANDEREN
Wij wel.

KOZZE
Ik wil geen moeilijkheden in andermans
huishouden en verander daarom van
onderwerp. Ik ken ook een rijmpje uit
mijn kindertijd, eens horen wie daar
een diepere betekenis op kan plakken.
Ik begin: Een brak zijn been, twee
zette ze aaneen.

ERNEST
Dat rijmpje kan betekenen dat de
eerste de beste een ongeluk kan
overkomen. Ieder van ons kan over
de stoep strompelen of onder een
auto lopen als hij hier naar buiten
loopt.

GERMAIN
De zatste het eerst.

KOZZE
Laat Ernest uitspreken.

ERNEST
Twee zette ze aaneen, er is altijd
iemand om zijn medemens te helpen.
De mensen leven in gemeenschap al
van in de oertijd, anders hadden
wij het niet overleefd en stonden
wij nu hier niet te filosoferen,
dan waren wij nog solitaire apen,
als de orang-oetangs.

GABRIELLA
Filosoferen noemt hij dat, de school
is uit, ja.

ISIDOOR
Zwijg dan toch eens even.

KOZZE
Drij stond er bij, vier dronk een
glas bier.

GERMAIN
Wat kan daar meer achter zitten dan
de kinderpraat die je staat te
vertellen, Kozze.

ERNEST
Niet akkoord, het kan betekenen dat
er velen niet weten wat ze moeten
doen als ze getuige zijn van een
ongeval, ze staan er hulpeloos bij
of ze slaan op de loop van angst als
het erg is met veel bloed. Hij die
een pint bier drinkt is de totaal
onverschillige die alleen aan
zichzelf denkt en die niet omkijkt
naar een medemens in nood, zoals wij
er zoveel kennen.

GERMAIN
Je moet naar mij niet kijken Kozze.

ODIEL
Ik ken er hier een stuk of twee, drie
die altijd gereed staan om een
sukkelaar te helpen. De Fikker is er
zo een.

GERMAIN
En ik dan.

KOZZE
Jij iemand helpen. In de zak zetten,
ja.

ODIEL
Is het nu wel geweest, of zijn we
hier in de kindertuin.

GABRIELLA
En het vervolg, Kozze.

KOZZE
Dat is speciaal voor jou. Vijf
sloeg zijn wijf.

ERNEST
Ook daar kan ik commentaar op geven.
Een beroemde schrijver heeft eens
geschreven geef je vrouw elk dag
een pak slaag, als jij niet weet
waarom, zij zal zij het wel weten.

VICTOR
Dat is een ouwe, Ernest. Goethe
als ik mij niet vergis.

ISIDOOR
Oud gezegde of nieuw, breng mij
liever niet op gedachten.

GABRIELLA
Ik ga me kwaad maken, denk er maar
eens goed over na, Isidoor, voor
dat je er aan begint. De eerste
keer dat je je hand opheft ben ik
weg, dan kun je alleen gaan slapen
en glazen spoelen. Je zult dan wel
weten wie je aan mij kwijt bent.

KOZZE
Mijn gedicht bestaat uit tien
rijmpjes, maar ik stop er mee. Tien
had het gezien is het tiende.

CONSTANT
Er zijn bekende grote boeken die in
die zin eindigen.

KOZZE
Zien jullie nu dat ik een stukje
volksfilosoof ben.

ERNEST
Nu we toch zo hoogdravend bezig zijn ...

GERMAIN
Hoogdravend? De Kozze?

ERNEST
Nu we toch zo hoogdravend bezig zijn
wil ik een paar verzen voordragen van
Johan Wolfgang Goethe. En daarna zal
ik het vertalen uit het Duits, hoewel
dat Duits op zich goed te verstaan is.

GABRIELLA
Weer Duits, wanneer wat Engels of Frans,
of Vlaams voor mijn part.

ERNEST
Dat komt nog, maar vandaag niet meer.
En het is romantiek liefje, als je dat
nog niet wist en ik dacht dat alle
vrouwen vallen voor romantiek.

GERMAIN
Dat moet ik onthouden, dat kan nog van
pas komen.

KOZZE
Daar zou ik willen bij zijn als jij
uitpakt met romantiek. Je weet niet
eens waar Ernest het over heeft.

GERMAIN
Je zou er van staan zien.

ERNEST
Mag ik?
Willst du immer weiter schweifen?
Sieh, das Gute liegt so nah.
Lerne nur das Glück ergreifen,
Denn das Glück ist immer da.

In onze taal zou dat moeten zijn, in eigen
vertaling:

Wil je immer blijven dolen?
Zie, het goede ligt zo nabij.
Leer enkel het geluk te grijpen,
Want het geluk is er altijd.

CONSTANT
Goethe schrijft dus dat het geluk
voor het oprapen is, als we onze
ogen open trekken. Maar Schopenhauer,
door Goethe als een genie beschouwd,
dacht daar lichtjes anders over. Ik
citeer uit mijn geheugen: het is
precies het streven naar geluk,
glans en genot die de grootste
ongelukken meebrengt. En dit nu
is juist daarom wijs en raadzaam:
waar het zeer eenvoudig is om
ongelukkig te worden is het
daartegen zeer moeilijk, zo niet
onmogelijk om zeer gelukkig te
zijn.

KOZZE
Mannen, mannekens, ik zou denken dat
een café een aanlegsteiger is om
bier te drinken, lol te trappen, zijn
gemoed te luchten. Welke ezel gaat
er op café om over filosofische,
paleontologische, biologische,
metafysische of religieuze
onderwerpen te kwijlen? Ik hoor
hier niets anders.

GERMAIN
Een café is er ook om de waardin op
te vrijen als zij er trek in heeft
en haar man weg werken is naar de
fabriek.

GABRIELLA
Je moet mij zo niet bekijken
Isidoortje.

ODIEL
Nu we toch van onderwerp zijn
veranderd moet ik je iets vragen.
Victor, hoe gaat met die nieuwe
verpleegster die in de plaats is
gekomen van Emily.

VICTOR
Daar weet ik niets van. Het zijn
je zaken niet Odiel en je bent
meer op Zilverschoon dan ik, jij
zou dat beter moeten weten dan
ik.

KOZZE
Over Emily deden geruchten de ronde.

VICTOR
In verband met wie of wat Kozze. Waar
ben je op uit?

KOZZE
Dat weet je goed genoeg, Fikker. Er
is veel achter je rug gepraat.

VICTOR
Omdat ik goed met Emily overweg kon?
Ach, de mensen weten zo veel. Ze weten
meer dan ik.

GERMAIN
Dat antwoord zou ik ook geven, maar ze
leek mij wel een zonde waard, de keren
dat ik ze gezien heb.

VICTOR
Je ogen vielen bijna uit je kop.

KOZZE
We gaan daar geen ruzie over maken.
Daar juist heeft Gabriella iets gezegd
over wie de vrouw niet begeert ...

GABRIELLA
Dat was ik niet, dat was Isidoor. Wie
de moeder niet begeert en zo ...

KOZZE
Iemand heeft gezegd dat alles een
diepere betekenis heeft.

CONSTANT
Dat was ik, een diepere erotische
betekenis.

ERNEST
Een diepere betekenis, daar gaat de
filosofie over. Goede literatuur,
volkswijsheid en zelfs sport hebben
een dubbele bodem. Wat de
wetenschap niet kan verklaren,
verklaart de filosofie.

GABRIELLA
Is er geen wijsgeer of een geleerde
schrijver die het opneemt voor de
vrouwen, bijvoorbeeld een wereld
waarin de vrouw de sterkste is en
de man een voddenvent.

ISIDOOR
Daar zouden we ver mee komen.

CONSTANT
Dat zou dan een vrouw moeten zijn
die geleerde boeken schrijft. Hoe
veel vrouwelijke filosofen zijn
er of goede romanschrijfsters.

ERNEST
Er zijn er. Maar er schiet mij geen
te binnen.

KOZZE
Kan het zijn dat vrouwen eigenlijk
te goed zijn om hun tijd te verspillen
aan dingen die niets opbrengen of waar
ze geen belangstelling voor hebben.

GERMAIN
Zo zie ik het ook. Helemaal dom zijn
de vrouwen nu ook weer niet,
nietwaar Gabriella.

GABRIELLA
Daar moet ik niet op antwoorden. Er
is vandaag genoeg gezeverd, het
wordt laat, wij zouden willen
sluiten. Taptoe.

GERMAIN
Sluitingsuur bestaat officieel niet
in ons dorp.

ISIDOOR
Maar hier wel. Ik moet morgen gaan
werken.

GERMAIN
En de klanten aan hun lot overlaten.
Dan moet je geen café open houden.

ODIEL
Ik ga in elk geval naar huis. Ik laat
Hortense niet zo laat alleen ginder
in de uithoek.

FLUP VRIJDERS
Ik ga ook maar eens zien. Mijn bijzit
heeft niet niet voor niets de bijnaam
Kwa Lien.

GERMAIN
Ze zou beter Hete Lien heten.

FLUP
Zoek je ruzie, Germain. Als het er op
aankomt staat de smid aan mijn kant.

GERMAIN
Wat heb ik miszegd.

GABRIELLA
Jij miszegt nooit iets, Germain.
Vooruit, pint uitdrinken en buiten.

De laatste verbruikers drinken hun glas uit en lopen naar buiten. Isidoor doet de deur achter hen op slot.

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.                BUITEN VOOR CAFE          AVOND

Constant, Ernest, Victor, Germain en Kozze blijven voor het café wat napraten. Binnen horen ze de stemverheffing van Isidoor, het geschuif van stoelen en een tafel. Wat Isidoor zegt is duidelijk te verstaan.

STEM VAN ISIDOOR
Smerige teef, waarom kruip je niet in
bed met die matrassenmaker. Ik heb je
naar hem zien lonken.

GERMAIN
Hoor je dat.

ISIDOOR
Ik heb hem moeten weghouden van achter
de toog of hij zat onder je rok te
tasten, de smerige gattekentast.

GABRIELLA
Je hebt de hele avond niet anders
gedaan, jaloerse bok, je denkt toch
niet dat ik die onnozele kloot van
een Germain aan mijn billen zou
willen laten zitten. Ik kan wel wat
anders krijgen.

ISIDOOR
De Fikker zeker, de braafste van de
hele hoop.

GABRIELLA
Die krijgt thuis zijn werk nog niet
gedaan.

ISIDOOR
Hoe weet jij dat?

GABRIELLA
Ik weet het omdat Wiske het mij zelf
verteld heeft.

VICTOR
Ze staat te liegen. Dat zou Wiske
nooit uitbrengen.

ISIDOOR
Fikker betrouw ik, die is veel te braaf
daarvoor.

GABRIELLA
Dan zou ik het nog liever doen met de
smid, die heeft tenminste kloten aan
zijn lijf.

ISIDOOR
Hoe weet jij dat nu weer. Heeft hij ze
laten zien.

GABRIELLA
Ook van zijn vrouw, je denkt toch niet
dat vrouwen onder elkaar alleen over
hun honden, katten en hun toiletten
kletsen.

ISIDOOR
De smid, de smid, die boort je de grond
in als het zo ver zou komen.

GERMAIN
Die blijven niet bijeen, ik zie
Gabriella er nog uittrekken met een
andere. Wie staminee wil houden kan
zijn wijf niet behouden. Het gaat
niet goed tussen die twee, hier is
misschien werk te maken.

ERNEST
Wensdromen Germain. Misschien hebben
wij allemaal de wens in ons achterhoofd
zitten om met Gabriella iets te beginnen,
uitgenomen de trouwhartige Goethals.

VICTOR
Onderschat mij niet. En Ernest met wat
hij thuis heeft zal hij de eerste
twintig jaar geen behoefte hebben aan
ander vlees in de kuip.

GERMAIN
In bed. Met zijn schoon wijf.

KOZZE
Luister. Het onweer wil niet
afrekken.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                GELAGZAAL            AVOND

ISIDOOR
(gooit een kapot bierglas op de grond) Daar,
daar smerige teef.

Isidoor en Gabriella staan naar elkaar te knipogen, ze spelen een huiselijk tafereeltje. Isidoor klapt in zijn handen dat het klettert

ISIDOOR
Na, na, op je blote billen. (klapt in
zijn handen en gaat met een hand in haar
slipje)

GABRIELLA
(fluistert) Wat zijn we aan het doen.

ISIDOOR
Reclame maken.

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.                  CAFE STATIE              AVOND

GERMAIN
Die billen zou ik willen zien.

KOZZE
Je gelooft toch niet dat ze daar met
haar billen bloot staat, oude heetzak.
Het is ineens zo stil, wat zouden ze
nu aan het doen zijn.

CONSTANT
Ze staan elkaar af te likken. Die twee
binnen maken geen ruzie, van
grote verzoening is geen sprake,
ze spelen niet anders dan komedie.

ERNEST
(schudt zijn hoofd) Die nemen ons in de
maling. Hun manier om volk naar hun
café te lokken.

GERMAIN
Hoe konden ze weten dat we buiten zijn
blijven staan. Ik ben weg, hier valt
niets meer te lachen. Het is bijgelegd.

VICTOR
Spijtig hé.


CONSTANT
Die gelooft nog altijd dat Gabriella
en Isidoor echte ruzie hebben gemaakt.

VICTOR
Hoe konden zij weten dat wij hier nog
stonden.

KOZZE
(maakt een gebaar om Victor een klap te geven)
Als ik mij niet inhield. Ik heb Gabriella
achter het gordijn zien staan loeren. En
neen, Germain, ik heb niet kunnen zien of
dat ze haar dingen nog aan had.

GERMAIN
Denk je nu echt dat ik daar van bezeten ben.

KOZZE
Denken niet, zeker weten.

GERMAIN
(bromt) Wie eenmaal een slechte naam heeft.
(gaat weg)

FADE-OUT



Geen opmerkingen:

Een reactie posten