woensdag 26 juli 2017

15 CEUX QUI S'AIMENT SONT BIEN LIES











CEUX QUI S'AIMENT SONT BIEN LIÉS


Originele script voor

8  afleveringen van een dramatische

Tv-serie

Geschreven door

Jules De Cort


 Verhalen 13 en 15 zijn samengevoegd.


















FADE-IN


EXT.              PARK ZILVERSCHOON       DAG

Op een bank bij de vijver van het park zit Victor Goethals tussen, Lena De Wit, de moeder van Gilbert Servaes, jeugdvriendin van zijn moeder en Lomme Vertommen, de oude veldwachter. Lomme en Lena verblijven in het rusthuis.
 
VICTOR
Ik heb jullie gevraagd voor een praatje over mijn
moeder die ik niet heb gekend, jullie wel. Lena,
jij bent de moeder van Gilbert Servaes, jij hebt
met Pauline Goethals, mijn moeder, nog gediend op
het kasteel van de baron. In deze tas heb ik al de
gedenkstukken van mijn moeder meegebracht.

LOMME
Waar wil je over praten jongen.

VICTOR
Mijn moeder.

LENA
Wat hebben ze haar en jou toch aangedaan, Fikker.
Ik zou razend zijn en nooit nog iemand willen
helpen.

VICTOR
Zo zit ik niet ineen en jij en Lomme ook niet.
Ida en Mane zijn de beste pleegouders voor mij
geweest. Ik heb geen klagen gehad, ze zijn voor
altijd mijn ouders en daar eindigt het. Ik weet
niet veel van haar jong leven, haar vormsel, de
eerste keer dat ze haar regels kreeg, haar
eerste seksbeleving. Ze heeft wat opgeschreven
maar geen spoor van dagelijksheden als jurken,
afspraakjes, liefde, geneugten, het echte leven.
Achttien jaar is ze geworden, nog groen. Wat
weet een meisje op die leeftijd van het echte
leven? Het enige wat onweerlegbaar vaststaat is
dat ze betrekkingen heeft gehad en mij het leven
heeft gegeven. Heeft ze het gedaan uit liefde
voor die man of jongen, omdat zij zich ertoe
gedwongen voelde om zich aan iemand te geven of
uit wellust omdat ze er niet genoeg kon van
krijgen en het zo zelf heeft gezocht? Heeft ze
zich verplicht gevoeld met haar baas de nobiljon
naar bed te gaan omdat het deel uitmaakte van
haar taken van dienstmeisje? Waar ik naar op zoek
ben, en misschien kunnen jullie mij helpen, is
de moordenaar van mijn moeder. Als die op zoek was
naar de schat waar zo veel over gedaan werd, moet
hij zich toch op de een of andere manier verraden
hebben, zeker als hij die schat gevonden had.

LOMME
Geloof jij in een schat, Vik.

VICTOR
Een schat niet, maar wel een som geld. En ik geloof
niet dat rondtrekkende zigeuners haar en mijn
grootouders om het leven hebben gebracht, wat konden
die weten van geld dat mijn moeder zou gekregen
hebben van de man die haar zwanger had gemaakt, dat
was de baron, daar twijfel ik niet meer aan. Het
moet iemand van hier zijn geweest, die het gedaan
heeft, alleen of in troep.

LOMME
Dat heb ik ook altijd gezegd, maar ik was bij het
onderzoek niet betrokken. Ik heb wel de eerste
vaststellingen gedaan maar een drievoudige moord
oplossen is het werk van het parket en de
gerechtelijke politie, niet van de landelijke
politie zoals een veldwachter nu heet.

VICTOR
Ik ben wat gaan praten met mensen met wie ze haar
plechtige communie heeft gedaan, ik hoopte dat ze
mij op een spoor hadden kunnen zetten.

LOMME
Die weten van niets, die kunnen van niets weten,
nog minder dan ik en ik ben er bij geweest. Het is
alsof het gisteren is voorgevallen. Ik was er als
een van de eersten bij toen de moorden ontdekt
werden, de eerste politieman om in het huisje en
bij de lijken de vaststellingen te doen. Zoiets
had ik nooit eerder meegemaakt, zoals ze daar lagen,
dat vergeet een mens van zijn leven niet. Als
iemand je iets meer kan vertellen is het Lena hier.

VICTOR
Daarom dat ik nu met jullie kom praten, jullie
weten misschien meer, jij hebt haar goed gekend en
Lomme is er bij geweest.

LENA
Vertel jij maar eerst wat jij weet, Lomme.

LOMME
De postbode, hoe hij heette weet ik niet meer, was
op de lijken uitgekomen en was zo hard hij kon naar
het dorp gesjeesd om ons op het gemeentehuis te
verwittigen. Staing de brigadier stuurde mij erop
af. In de woonkamer lagen de lijken van Pol en
Constance, de kleine lag in de wieg te schreien
van honger. Hun dochter, je moeder Pauline,
bedrogen dochter zoals je weet, vond ik in het
schuurtje bij de ladder naar de hooitas. Ik deed
de eerste vaststellingen als hulpgarde, daarna
is er meer volk gekomen om de nieuwsgierigen op
afstand te houden, daar had Staing Van Steen voor
gezorgd. Die wilde het liever niet zien en hij
liet mij doen. Het parket stapte ter plaatse af.
Ik wist wat ik te doen had en heb geen sporen
verknoeid, alleen vastgesteld of de mensen nog
in leven waren.

VICTOR
Die rechercheurs uit de stad hebben de dader of
daders nooit gevonden.

LOMME
Ik heb zoveel het kon het speurwerk proberen te
volgen maar tot op heden ben ik er niet van
overtuigd dat genoeg werd gedaan. Ik heb altijd
vermoed dat het gerecht niet te diep is willen
graven, Pol was een arme duivel, Constance zijn
vrouw was een wasvrouw en Pauline was een
bedrogen dochter, dan kwam het er niet zo op
aan een schuldige te vinden. Zeker niet als die
volgens geruchten uit leden van de burgerij
kon komen, want een burgerij was er in Hellebeek
en die had zeggenschap. Ik weiger te geloven dat
ze de moorden bedekt hebben willen houden, maar
ze konden er niet zeker van zijn dat een of meer
van hun kinderen er niet bij betrokken waren en
dat het beter was niet te diep te graven. Maar
toch geloof ik niet dat ze het onderzoek echt
hebben kunnen hinderen.

VICTOR
Dat geloof ik ook niet, Lomme. En jij Lena.

LENA
Van dat onderzoek weet ik niet veel. Ik had mijn
dienst op het kasteel al opgezegd voor de moorden
om bij weduwnaar Liebaert de sanitairhandelaar in
het dorp dagmeid te gaan spelen. In de keuken bij
Josephine Malfait, de kokkin van het kasteel, had
ik geleerd wat ik moest weten om het huishouden
bij Liebaert met zijn vier kinderen behoorlijk in
handen te houden. Ik had opgezegd omdat mijn man
Corneel Servaes, die mij achteraf heeft laten
zitten, zijn eisen had gesteld. Jaloers? Ja, maar
niet op de baron, op Dolf Malfait, de zoon van
Josephine, de hovenier van de baron en hoog in
aanzien op het kasteel. Pauline Goethals was mijn
jongere maat op het kasteel. Ik herinner mij nog
even goed als Lomme de moorden maar de lijken van
Pauline en haar ouders heb ik niet gezien. Wij
mochten er niet bij.

LOMME
En maar goed ook, het was niet om aan te zien. Die
lichamen, o gruwelijk, het staat hier in mijn hoofd
gebrand. Maar er is iets dat ik mij nog herinner,
waar niemand belangstelling voor had, de pers niet
en ook niet die van het parket zo ver ik weet. Ze
hebben mij om een verslag gevraagd. Ik heb hun
gezegd dat het mij was  opgevallen dat enkel de
kamer van Pauline doorheen was gehaald. Alles lag
onderste boven, het bed afgetrokken, de kasten
leeggemaakt, de laden omgekeerd en op de grond
gegooid, de kussens en de matras opengesneden, de
kamer lag vol kapok en dons,de ingelijste
herinneringsprent van haar plechtige communie en
een prent met nimfen in een park van de muur
gehaald en kapot geslagen, er was niets dat ze
niet onder handen hadden genomen.

VICTOR
Ze Lomme?

LOMME
Het parket heeft de misdaden toegeschreven aan
een bende die daar toevallig voorbijkwam.

VICTOR
Zo heb ik het ook gelezen in oude kranten, die ik
in de bibliotheek van Mechelen heb geraadpleegd,
geloof jij dat, Lomme?

LOMME
Als ik gek was, een bende, dat zie je van hier. Het
gerecht heeft het onderzoek die draai gegeven om
van de pers vanaf te zijn! Het moet iemand van hier
geweest zijn. Het was algemeen rond dat de baron je
vader was en dus dacht iedereen dat Pauline geld
van hem gekregen had om te zwijgen. En dan moest ze
oppassen voor al wie op geld uit was. En dat waren
er waarschijnlijk meer dan een.

VICTOR
Daar zouden ze op af zijn gekomen, met andere
woorden een roofmoord. Dan zou het geen van deze
vier zijn. ((gaat in zijn tas en toont de foto van
zijn moeder  verkleed als Roodkapje met vier
jongemannen in wolf verkleed op een gemaskerd bal)
Niemand was toen al zeker dat de baron mijn vader
was, maar er waren al sterke geruchten.

LOMME
Die vier moesten niets doen om hun toekomst te
redden want zij wisten uit zichzelf dat zij de vader
niet konden zijn en tot roofmoord zie ik ze niet in
staat, zeker niet omdat het niet vast stond dat
Pauline wat dan ook zou gekregen hebben. En ze zijn
alle vier van goeden huize.

LENA
Dat wil niets zeggen, die denken altijd dat hen wat
meer is toegelaten. Wat als ze afgeperst zijn door
Pauline of haar vader toen uitkwam dat ze zwanger
was. Wij niet zeker dat zij het toch niet gedaan
hebben met Pauline, desnoods in groep. Daar werd
toen over gepraat.

LOMME
Dat was pure laster, roddels, daar is het gerecht
niet op willen ingaan.

VICTOR

Was mijn moeder dan een meisje dat het niet te
nauw nam met de goede zeden en zich door iedereen
liet doen, moet ik dan toch in die richting zoeken.

LENA
Zo was je moeder niet, daarvoor heb ik ze te goed
gekend, ze kon goed op zichzelf passen, ze was geen
hoer, ze was een ernstig jong meisje.

LOMME
Hadden ze mij laten doen, ik zou niemand hebben
gespaard. Ook de baron niet. Maar dat kon niet, ik
was hulp-veldwachter en Staing wist niet wat hem te
doen stond.

VICTOR
Niemand kon toen weten dat de baron mijn vader
was, toen nog niet, tenzij iemand een foto had
van de baron als pasgeborene die je met mij in
de wieg kon vergelijken.

LOMME
In een dorp lopen er altijd geruchten en
praatjes en mensen van het kasteel die niet
kunnen zwijgen. Maar ik ging af op mijn
gevoel, zoals elke goede politieman dat
doet. Geruchten lagen voor de hand, een
kasteelheer doet het met zijn huisbedienden.
Wat wil je.

LENA
Zoals van de pastoor met zijn meid.

VICTOR
Als jij er van uitging dat hij mijn vader
was, had je meteen een motief. Had hij een
alibi, Lomme?

LOMME
Nu zeg je wat. Ik ging er niet van uit dat
hij je vader was en ik heb hem natuurlijk
nooit om een alibi kunnen vragen. Dat was in
handen van het parket, dat ging buiten mij om.

VICTOR
Het Roodkapje op de foto is mijn moeder Pauline.
Ze had meegedaan aan de carnavalviering. Ze was
achttien op het ogenblik dat de foto gemaakt is
en toen droeg ze me al. Het kan zijn dat mijn
moeder geprobeerd heeft een van die vier waar ze
mee geslapen heeft van het vaderschap te
beschuldigen, met het doel mijn echte vader te
beschermen of geld los te krijgen.

LOMME
We draaien in cirkels. Die vier gasten leven
nog, ik ken ze veel beter dan jij ze kent. Dat
is een zware beschuldiging jongen, mocht dat aan
hun oren komen dan zetten ze er een advocaat op
om je te vervolgen wegens laster, die heren
hebben nog altijd de middelen om de beste
advocaten te betalen en ze weten de weg.

VICTOR
Zo ver komt het niet, Lomme. Ik beschuldig
niemand, ik stel me alleen maar hardop vragen.

LENA
(heeft de foto had zitten bekijken die Lomme
haar heeft doorgegeven) Ik ken ze ook, alle
vier, wie zou ze niet kennen. Ik heb er nog mee
gedanst. Vier jongens met veel air, toen al met
veel jannenstreken en ze zijn zo gebleven. Gasten
die dachten dat iedereen voor hen moest plooien
of met hun pikkelen omhoog gaan liggen. Maar dat
hadden ze wel mis, met mij toch.

VICTOR
Ik mag dus aannemen dat die vier wolven op de
foto met Roodkapje er voor niets tussen zitten.
Tenzij mijn moeder, zoals ik heb gezegd, ze liet
verstaan dat er iets mis was.

LENA
Om ze geld af te troggelen, zo was Pauline niet.

VICTOR
Misschien wel van die ene. Ze wist toch met wie
ze het had gedaan. Met wie heeft ze dan gelopen,
Lena, wie zat er het meest achter haar, jij kunt
dat weten.

LENA
Met Louis Wouters is ze een keer mee geweest. Dat
bleef bij dansen in het dorp met de kermis en hij
mocht haar naar huis brengen. Maar Pauline was
slim genoeg om te weten dat hij en de andere
rokkenjagers er zuiver op uit waren het met
iemand als zij te kunnen doen, om levenservaring
op te doen zoals die smeerlappen dat toen al
noemden, maar trouwen beneden hun stand of hun
fortuin, daar kon geen sprake van zijn.

VICTOR
Mijn stand was dus te min voor dat soort volk,
maar de tijden zijn veranderd, het dorpsleven is
niet meer wat het is geweest. En lagere standen,
als je het zo noemen wil, waar zijn die nog.

LENA
Ik ben nog in mijn stand getrouwd, met Corneel.
Ik zou het niet mogen zeggen maar ik heb later
betere kansen gehad. In deze nieuwe tijd zou ik
niet meer twijfelen.

LOMME
Ik begrjp wat je bedoelt.

LENA
Hoe kan dat, het is mijn diepste geheim. Je wil
zinspelen op weduwnaar Liebaert waar ik jarenlang
dienstbode ben geweest, maar niet inwonend,
hoewel hij dat had gewild, maar ik zat met
Gilbert.  

LOMME
Wat ga je met die foto verder doen? Moet ik
die mannen op de rooster leggen?

VICTOR
Ik ga niets doen, Wat dacht je, dat ik detective
wou gaan spelen? Ik wou er eens over praten met
mensen die jong waren samen met Pauline. Bij de
schoonmaak zijn die foto’s voor de dag gekomen,
ik weet zo weinig van mijn moeder en met wie kan
ik er anders over praten dan met mensen als jullie,
tijdgenoten. Jou en Lena vind ik geschikte mensen
om over mijn afkomst te spreken. Mane zwijgt
erover in alle talen, hij is mijn vader zegt
hij en Ida herhaalt altijd maar hetzelfde,
dat zij mijn moeder is. En dat is waar ook.
 
VICTOR
(haalt volgende foto uit zijn portefeuille, foto
genomen rond 1937 voor het kasteel van het Hof
ter Wolvendonck. Baron René de la Chooze staat
in het midden tussen Pauline en Lena) Dat zijn
jij, Pauline en de baron rond 1937 in de tuin
van het kasteel.

LENA
(Lena bekijkt het kiekje) Toen zag ik er nog goed
uit.

LOMME
Ook nu zie je er nog goed uit.

VICTOR
(pakt een derde foto. die toont Pauline met Lena,
arm in arm op de IJzeren Leen in Mechelen) Dat ben
jij met Pauline als ik het goed heb op, de IJzeren
Leen in Mechelen. Pauline is ongeveer zo oud als op
de carnavalfoto. Ze draagt een jurk en zijden kousen
en haar haar is opgemaakt, geen kniekousen meer of
een zedige strik in sluike haren. Om haar hals
draagt ze een halssnoer dat er uitziet als van goud
met edelstenen. Dat halssnoer lag in de schoendoos
bij de andere souvenirs en ik heb het bij me in mijn
tas. Herinner jij je die foto, Lena.  

LENA
Ik heb die foto zelf ook. We zijn naar Mechelen
geweest om naar de winkels te kijken en om de
waarde van haar halssnoer te laten schatten.

VICTOR
Dit? (haalt het halssnoer uit de tas)

LENA
O, jij hebt dat? Het is dus niet gestolen. Mooi
hé? Ze had het gekregen van baron René. Een soort
aandenken.

VICTOR
Of beloning, het lijkt me niet veel waard, een
juweel uit de grabbelton, het zagemeel.

LENA
Dat is helemaal niet waar, het is van zuiver goud,
het is veel geld waard, heel veel geld. En de
steentjes zijn diamanten. Dat heeft de juwelier
ons gezegd.

VICTOR
Had zij dat zomaar van de baron gekregen?

LENA
Waarom niet? Ze lag helemaal in zijn gratie.

VICTOR
Vond de juwelier het niet vreemd dat twee meisjes
van nog geen achttien in het bezit waren van een
halssnoer dat heel veel geld waard was?

LENA
Dat geloof ik, want hij vroeg de pas van Pauline,
schreef die over en toen leek hij gerustgesteld.
Dan was hij zeker dat hij haar kon terugvinden.

VICTOR
(bergt het snoer weer op en haalt een paar
handschoenen in een kartonnen verpakking uit zijn
aktetas.

LENA
O die ken ik, die komen nog van mij. Het arme
kind heeft ze amper een paar keer gedragen. Ze
zitten nog in de geschenkverpakking.

VICTOR
Die doos is beschadigd, van binnen stukgescheurd,
kijk de binnenbekleding van de doos is
losgetrokken. Toen maakten ze nog mooie dozen,
dure dozen, iemand zal gedacht hebben dat er
geld in verborgen was. Er werd gezegd dat mijn
grootvader Pol op zoek was naar het geld dat ze
zou gekregen hebben om te zwijgen. Had ze dat?

LENA
Erg vrijgevig was de baron niet, maar een
halssnoer uit het erfgoed van zijn familie kon
er blijkbaar wel af, al moet het hem zeker
zeer gedaan hebben.

LOMME
Dit weet ik nog. Je moeder heeft een tijd met
Louis Wouters gelopen, die Louis scheen zich
van standenverschil niet veel aan te trekken,
van huis uit waren het kleermakers. Het begon
op verkering te lijken en opeens gingen ze
uiteen. Een achttal maanden later ben jij geboren.
Wat was er aan de hand, denk je? Pauline werkte
bij de baron. Men beweerde dat de baron de jonge
meisjes niet met rust kon laten. Ik geloof dat
niet. Ik kwam nogal eens op het kasteel voor
allerlei zaken, optreden tegen stropers
bijvoorbeeld. Dan bood de baron mij een borrel
aan en we maakten een praatje. Pauline kwam ons
die borrel inschenken. Ik zag hem naar haar
kijken, die kerel was verliefd op dat mooie
ding. Hij liet het me ook verstaan. Die kan
pensen maken met haar ogen, zei hij, en met
zo’n lijf kan ze met een hele rijke trouwen.
Het zou spijtig zijn dat zo’n schoonheid op de
mesthoop zou terechtkomen. Dat zei de baron
ongeveer met die woorden.

VICTOR
Wat weet je nog, Lomme?

LOMME
Van horen zeggen veel. De baron zou gedreigd
hebben Pauline en haar ouders uit hun huisje
aan de rivier te zetten als ze niet met hem
sliep. Maar dat geloof ik ook niet.

 VICTOR
Opnieuw. Zou de baron de moordenaar van mijn
moeder kunnen zijn. Om de sporen van zijn
vaderschap uit te wissen. Maar waarom heeft
hij mij dan laten leven? En heeft hij haar dat
dure halssnoer gegeven, een erfstuk.

LOMME
Neen. Vaderschap kon toen nog gemakkelijk
ontkend worden, zeker door grote heren. En de
baron had niet het gestel om drie mensen op die
manier om te brengen. Het moet iemand geweest
zijn die op buit uit was. Iemand moet gedacht
hebben dat Pauline geld gekregen had om haar
kind groot te brengen of zwijggeld, waar Pol
het over had als hij gedronken had. Zelfs als
het niet waar was wat Pol uitkraamde, kon iemand
het gehoord hebben en er zich meester willen van
maken hebben, dan in het huis betrapt, herkend
en het vervolg kennen we. De dader of daders
zijn op zoek geweest naar geld, maar ze wisten
niet dat het halssnoer een klein fortuin waard
is en hebben het laten liggen. Het moet daar
open en bloot gelegen hebben, ze moeten gedacht
hebben dat een jong meisje geen dure spullen
kan bezitten, wat waardeloze prullen, verguld
koper, daar wilden de rovers zich niet mee
verraden. De mogelijke rover moet gedacht
hebben dat Pauline geld gekregen had om haar
kind groot te brengen en geen waardeloze
halsketting.

VICTOR
Waar lag het halssnoer, Lomme en waar lagen
de handschoenen.

LOMME
Het halssnoer lag in de lade van het nachtkastje
en de handschoenen op de grond, naast het doosje.
Ze zochten naar iets op de kamer van Pauline,
geld, waar konden ze het anders op gemunt hebben?

VICTOR
Hoe zag de kamer van Pol en Constance eruit? Was
die ook overhoop gehaald?

LOMME
Ik heb het al gezegd, waarschijnlijk is daar
niemand binnen geweest. Het bed was nog opgemaakt.
Ze lagen nog niet in hun bed, ze hadden hun kleren
nog aan, geen van de drie lijken lag in zijn eigen
slaapkamer. Ook de stapels wasgoed hebben ze niet
aangeraakt omdat ze wisten dat daar onmogelijk
iets in kon verborgen zitten, dat wasgoed werd
altijd binnen de week afgehaald.

VICTOR
Geen passionele moord dus, ook geen moord om
Pauline het zwijgen op te leggen en hun naam en
eer te redden, maar een doodgewone roofmoord.

LOMME
Een roofmoord is nooit doodgewoon. Ik heb
altijd presumptie gehad maar durfde er niet
mee voor de dag komen.

VICTOR
Wie zou jij dan ondervraagd hebben?

LOMME
Al wie de dag van de moord naar het huisje was
afgezakt om iets te zien te krijgen. Iedereen
weet toch dat de moordenaar terugkeert naar de
plaats van de misdaad.

VICTOR
In misdaadromans is dat zo, maar in het echt?

LOMME
Luister maar. Dolf Malfait de hovenier van het
kasteel is ook komen kijken. Het kasteel
beschouwde Dolf als iemand van de familie. Ik
kon niet in zijn buurt komen, zeker niet om
hem te ondervragen, ik had geen enkele
bevoegdheid in die moordzaak.

LENA
Dolf Malfait, die heeft nog achter mij gelopen
en achter Pauline, maar hij kon ons niet krijgen.
Wij vonden hem nogal een rare, geen kwade, maar
niet iemand om mee te trouwen.

LOMME
Dat was Corneel feitelijk ook niet.

LENA
Weet ik, ik had misschien nog beter Dolf genomen,
maar een leven verloopt niet altijd zoals je dat
zou willen.

Dolf Malfait de tuinman van het rusthuis, staat een tiental meter van hen vandaan met een spade de rand van de aardeweg bij te werken.

LENA
Dolf is de zoon van Josephine Malfait, die haar
leven lang op het kasteel in de keuken heeft
gestaan. Dolf is vanaf zijn geboorte op het
kasteel blijven wonen. Hij is nu met pensioen, is
vrijgezel gebleven, heeft zijn kamer in het
rusthuis mogen houden en doet kleine werkjes in
de tuin van het vroegere landgoed. Nu is hij in
dienst van de gemeente die hem een kleine
vergoeding betaalt voor zijn werk. (doet teken
om tot bij hen te komen) Victor, toon hem het
halssnoer van Pauline. (Dolf komt tot bij hen)
Heb je Pauline dit nog weten dragen? Ze had het
van René van het kasteel gekregen voor haar
verjaardag, een stuk van veel geld.

DOLF
Veel geld, die halsketting! Doe mij niet lachen.
Iedereen wist dat het een stuk was uit het
zaagmeel maar dat ze wel een pak geld gekregen
had om te zwijgen over wat iedereen wist. Maar
de stomme trut wilde geen geld aannemen, ze had
genoeg aan dat stomme prul van een halsketting
waar ze kinderen blij mee kunnen maken. Meer
is in haar kamer niet gevonden.

LOMME
Hoe kom je daarbij. Ik mocht je niet ondervragen,
dat was het werk van de rechercheurs, maar ik heb
wel hun verslagen mogen inkijken. Ik kan je nu
wel zeggen dat er geen geld is gevonden, als er
dat geweest was, was de moordenaar er mee weg.
Maar hoe kon jij weten dat er niets is gevonden?

VICTOR
Lomme heeft mij verteld dat jij naar de plaats van
de misdaad bent komen kijken en men zegt dat
misdadigers terugkeren naar de plaats van de
misdaad.

DOLF
Kom zeg? Er stond meer dan honderd man te zien,
ga je die een voor een aanpakken als mogelijke
moordenaars. En ik had een alibi voor die dag.

LOMME
Ik vraag niet om een alibi. Dolf, maar nu je er
zelf over begint, zomaar voor de gein, waar was
jij de avond dat Pol, Constance en Pauline
werden omgebracht. Zowat iedereen in het dorp
is op de rooster gelegd, wat wist jij te
vertellen?

DOLF
Dat ik thuis was.

LOMME
Nu, na zoveel jaren, weet je dat nog?

DOLF
De mannen van de politie in burger hebben mij
toen ondervraagd, ze vroegen of ik niets
gezien had en hebben naar en een alibi gevraagd.

LOMME
Dat deden ze met iedereen.

VICTOR
Hoe kom je aan het woord alibi.

 DOLF
Dat heb ik onthouden. Ze hebben het mij
uitgelegd als ik het eerst niet verstond.

LOMME
Bij wie was je die avond, iedereen kan zeggen
dat hij thuis was.

DOLF
Ik was op het kasteel, daar ben ik thuis, ik was
in het park aan het werk, als altijd.

LOMME
Het is in de nacht gebeurd, Dolf. En heeft de
baron verklaard dat hij je daar in de nacht in
zijn park heeft gezien?

DOLF
Dan zal ik op mijn kamer geweest zijn. Ik had
een alibi, de baron heeft daarvoor gezorgd, en
daarmee uit.

LOMME
Ben je die avond niet naar het dorp geweest,
zoals alle jonge mensen op zondagavond.

DOLF
Wat kon ik in het dorp gaan doen. Mij zat
drinken?

LENA
Je was zot van Pauline, waarom zou je niet naar
het dorp geweest zijn. Omdat je haar niet kon
krijgen.

DOLF
Niemand kon haar krijgen. Maar ze was niet in
het dorp want ze lag in het kinderbed. Met een
voorkind geraakte ze niet gemakkelijk meer van
de straat en dan was ze misschien wel te krijgen.
En met het geld dat ze van de baron had
gekregen zouden we een tijdje verder gekund
hebben.

LOMME
Hoe kon jij weten dat Pauline geld was
toegestopt door de baron, toch niet door
die praatjes van haar vader Pol.

DOLF
Niemand geloofde zatte Pol. Ik had Pauline
en Lena afgeluisterd. Pauline zei dat ze
een schat gekregen had. Wat kon het anders
zijn dan geld, een baron geeft geen
erfstukken aan een meid.

LOMME
Je wist dat ze een halssnoer gekregen had?

DOLF
Natuurlijk, ze droeg het dikwijls genoeg.
Kinderen kun je blij maken met een dode mus.

LOMME
Daarom heb je het laten liggen toen je haar
kamer overhoop hebt gehaald op zoek naar 
geld. Je dacht dat het een prul was uit de
grabbelton.

DOLF
Er was geen geld op haar kamer. Had ik
geweten wat de collier zoveel waard was dan ...

LOMME
Wat dan? Was het dan de moeite waard geweest
drie mensen om te brengen, hoe ben je zo stom
kunnen zijn.

LENA
En zo wreed, zo bloeddorstig.

  DOLF
Ik was niet stom, zij was stom, had ze gezegd
dat het ding zoveel waarde had, het lag open
en bloot op het nachtkastje. Met het geld
daarvan had Pauline met mij een goed leven
kunnen beginnen. samen op het kasteel. Voorts
ga ik zwijgen, straks maken jullie er een
bekentenis van, wat ik verteld heb wist
iedereen.

LOMME
Ja, ja. Wie weet wat iedereen weet, weet
niets. Wij hebben een bekentenis gehoord.

DOLF
Ik beken niets, je kunt mij niets doen, ik
heb gezegd dat er geen geld lag op haar kamer,
meer niet, en nu hoor ik van jullie dat de
collier veel geld waard is, waarom zou ik
achter speelgoed gaan? En ik heb het alibi
van baron René, het is zo opgenomen in het
onderzoeksverslag en de baron is dood, daar
valt niets meer aan te veranderen. (keert
zich om en loopt terug naar zijn karwei)

VICTOR
Heb ik daar geen bekentenis van een drievoudige
moord gehoord, Lomme, kun jij niets doen, je
hebt twee getuigen, met jou erbij drie.

LOMME
De feiten kunnen verjaard zijn, maar hij moet
aangeklaagd worden en de feiten openbaar
gemaakt. Het forensische materiaal bestaat
misschien nog. Als ze het dossier heropenen
wordt hij mogelijk niet vervolgd maar dan kunnen
alle geruchten en verdachtmakingen de wereld
uitgeholpen worpen, dan kun jij er zeker van zijn
dat de man die je gemaakt heeft niet de
moordenaar is van je moeder.

VICTOR
Dat is al iets.

LENA
Dat is heel veel. Tenzij je op een passionele
moord had gerekend, doodslag uit jaloerse liefde
voor je moeder. Een van de rijken uit het dorp
of de baron die jaloers was omdat ze zich met de
jongemannen uit het dorp ophield en haar uit
wanhoop of wraak de keel heeft doorgesneden.
Drama, drama, geen moord om geld maar passie.

VICTOR
Lena, nu ben je aan het overdrijven. Als ik
daarmee in mijn hoofd zou zitten, zou je hier
met een geesteszieke praten. Een passionele
moord zou groot nieuws geweest zijn voor de
roddelbladen, maar mijn moeder is slachtoffer
van een roofmoord, een geval van vulgaire,
doodgewone, dagdagelijkse hebzucht, het
chronische kwaaltje sinds Kaïn en Abel dat
nog in alle eeuwigheid buren, families,
vrienden en volkeren bloed zal kosten. Dat
maakt mij bang.


LOMME
Je zoekt het veel te ver, het leven is de
Bijbel niet. Ik zal zien wat ik kan doen om
Dolf te stroppen, ik ken wel iemand.

VICTOR
Ik rij naar huis, tijd voor het noeneten.

FADE-OUT

FADE-IN

Het is een heerlijke, zoele dag, een dag om over de dijk van het rusthuis naar huis te fietsen voor het middagmaal. Victor op de fiets.

VICTOR
(V.O.) Nu ik het spook van de moord op mijn
meester overwonnen heb, zit ik nog met een
ander spook. Emily is weg. Als iemand
mij zou vragen of ik het red, dan moet ik
antwoorden ik geloof van wel. Dat is niet
naar mijn zin maar ik denk dat die dingen
nu eenmaal zo verlopen. Nogal wel dat Louise
er niet zeker van is dat ik veel te veel met
Emily in mijn gepeinzen zit, zat. Ik heb Emily
nooit gevraagd verhalen te lezen die ik
geschreven heb zonder die aan iemand te durven
tonen. Waarom vraag ik het Louise niet, waarom
toon ik haar niet waar ik Emily mee heb mee
heb willen overvallen? Ik sluit mijn vrouw
bijna geheel uit mijn gemoedsleven uit, ik
overtuig mij ervan dat ze mij niets zou
begrijpen van mijn diepere gedachten, wat dat
ook mag beteken. Zo gedroeg ik mij vroeger
toch niet, heb ik er wel een vermoeden van
hoe diep ik haar in haar goed hart zou
treffen als zij erachter komt dat ik twijfel
aan haar inlevingsvermogen, als ze dat woord
al zou beheersen. Alweer die neerkijkende
houding. Neen Fikker, zo zijn we niet getrouwd.
Ik, een zachtmoedige man, die in de ochtend
ingetogen kan luisteren naar vogelengezang,
spelende kinderen en treingerammel in de
verte. Zo iemand gedraagt zich zo niet.


FADE-OUT

FADE-IN

INT.                KEUKEN CASTEELS         DAG

Flor, Levine en Victor zitten aan de gedekte tafel en Louise dient het middageten op. 

LOUISE
(met de soepterrine in haar handen) Nog iemand
soep. (loopt met de terrine de bijkeuken in zet
de schotel met aardappelen, de kom met erwten
en wortelen en de braadslee met het
varkensgebraad op tafel)

VICTOR
(staat op, wet het vleesmes en begint het
gebraad te snijden)

LOUISE
Eet maar genoeg, een dessert komt er niet, we
zijn al dik en vet genoeg. Zie de Fikker daar
zitten.

VICTOR
Heb ik het weer gedaan.

Ze eten in stilte.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                  KEUKEN             DAG

LOUISE
(Ruimt af) Fikker, ben je vanavond bijtijds thuis,
we moeten de erwtenreis planten de jonge plantjes
zijn flink geschoten en krijgen al ranken.

VICTOR
(brommend) Wanneer gaan jullie het wat kalmer aan
beginnen doen met jullie landbouwschap. Ik wil wel
een hand toesteken, dat weten jullie, maar op het
ogenblik heb ik veel werk met de nieuwe secretaris
van het OCMW, die zijn taak heeft opgenomen en met
de nieuwe hoofdverpleegster. Ik moet hen
inwerken in het werk van Gerard Vanhorenbeek die
op rust gaat en in jaren praktisch niest meer
heeft gedaan. Dat was allemaal voor mij. Daarna,
binnenkort zal ik meer tijd hebben.

LOUISE
(het is niet naar haar zin, ze laat haar lip
hangen) Ja, dat zal wel, je weet altijd iets als
ik je vraag om wat te helpen op het land. En
na de vergadering zuipen. (ze begint af te ruimen)

VICTOR
(probeert een hand op haar arm te leggen)

LOUISE
(slaat op zijn hand) Fikken thuis. (ruimt verder
af en loopt mokkend de bijkeuken in)

LEVINE
(gaat een handje toesteken)

FLOR
(zet zijn pet op) Ik heb nog wat te doen in de
schuur en in de stal.

VICTOR
(kijkt op zijn horloge en begint de krant te
doorbladeren. kan zich niet concentreren) (V.O.)
Wat is er mis met mij, wat kan het leven
ingewikkeld zijn, waarom is het leven niet meer
zoals beschreven in de godsgelovige streekromans
van honderd jaar geleden, toen alles nog zo
vanzelfsprekend was, de mannen nog in het klooster
traden of trouwden en hun vrouw trouw bleven. Wat
heb ik mij zorgen te maken, ik heb toch alles wat
mijn hartje verlangen kan. (legt de krant neer)

LEVINE
(komt de kamer binnen met een stapel afgedroogde
borden)

LOUISE
(loopt naar buiten) Moeder, ik ga het wasgoed binnen
halen. (ziet Victor niet zitten)

VICTOR
Waarom is Wiske de laatste tijd zo slecht geluimd.

LEVINE
Dat zou jij beter moeten weten dan ik, jij bent
veranderd, jij bent tegenwoordig zo stil als
een blad als het niet waait, we horen jou niet, je
doet nog nauwelijks je mond open, alsof iets aan
je hart vreet.

VICTOR
Wat vinden de kinderen?

LEVINE
Niets, ze zijn veel uit huis en kinderen letten
daar niet op zo lang hun ouders geen ruzie
maken of vechten als kat en hond en als zijzelf
niet afgebeten worden, ze hebben geen tijd, op
hun leeftijd zijn ze teveel door zichzelf in
beslag genomen, ze merken het niet als het niet
hard opvalt dat er iets mis is.

VICTOR
Maar jij zegt dat het opvalt. Och, het komt
allemaal wel in orde, een man heeft ook recht
op het keren van de jaren.

LEVINE
Je bent er anders wel vroeg bij, als je mijn
mening wilt horen.

VICTOR
Ik weet dat je gelijk hebt, als altijd. En ik
heb ook heel veelwerk. (vertrekt
op de fiets naar zijn werk)

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.                  TUIN                DAG

LOUISE
(staat aan de drooglijn de was af te nemen) V.O.)
Er  is wat aan de hand met de Fikker. Hij gaat er
van uit dat ik hem maar half begrijp, hij betrekt
mij niet bij zijn gedachten als die een wijde
vlucht nemen en geeft zich nooit bloot als hij met
problemen zit, waarom houdt hij mij voor een stom
wicht? Dat is niet eerlijk. Ik ben hem nooit
ontrouw geweest, ik heb maar een verkering gehad
met Michel, een kwispel, maar dat was de schuld
van de Fikker, die keek in die tijd dwars door mij
heen en ik heb mij uit frustratie laten ontmaagden
door die Michel. De Fikker kon vroeger al zo
wereldvreemd zijn, als het dat alleen maar is, heb
ik niets te vrezen van enige concurrentie, tenzij
misschien die van Emily, maar die is weg. Of die
nieuwe dan? Fikker is veel meer dan vroeger in
zichzelf gekeerd en dat werkt zo op mijn gemoed,
dat ik er soms mijn blijmoedigheid, mijn vreugde
in het leven bij verlies. Moeder heeft mij al
gevraagd wat er scheelt en dan geef ik geen
antwoord. Over Vik durft ze niets te zeggen maar
zij ziet ook dat er wat scheelt.

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.                     DIJKWEG              DAG

VICTOR
(op zijn fiets)(V.O.) Waarom kan het leven niet
zijn zoals in het aardse paradijs, dat is toch
voor de mens geschapen, waarom moeten de mensen
blijven boeten voor één bijbelse stommiteit die
dan nog verzonnen is. Het zou zo eenvoudig moeten
zijn gelukkig te wezen met een schoonmoeder
die gereed staat om alles voor mij te doen,
met een vrouw die mij aanbidt, kinderen die
op school misschien wat beter zouden kunnen
werken, maar ze hebben geen aanleg of nog
geen neiging om het tot hooligan of nozem te
brengen en hebben nog geen hang naar alcohol
of drugs, voor zover ik weet. Tussen Wiske en
mij moet het weer als vroeger worden.

DISSOLVE

FADE-IN

INT.                 BADKAMER CASTEELS           DAG

Louise en Victor zijn zich aan het opmaken om uit te gaan.

VICTOR
(half aangekleed) Doe je dat graag naar het
teerfeest van het spaarkastje gaan.

LOUISE
Ik wel, jij zit alle dagen in café Statie en
komt alle dagen onder de mensen, ik zie hier
nooit iemand, alleen als iemand om wat groenten
of eieren komt heb ik wat aanspraak.

VICTOR
Je hebt mij toch om mee te praten, ik vertel
altijd iets over wat ik in de dag gedaan heb.

LOUISE
Vroeger, maar de laatste tijd als je thuiskomt
heb je dikwijls je tong ingeslikt. Gelukkig
zijn er zaterdagen en zondagen, dan zie ik je
nog eens.

VICTOR
Dat gaat veranderen als de nieuwe secretaris is
ingewerkt.  We gaan te voet, dat is goed voor de
bloedsomloop in de benen.

LOUISE
Ik sta van de hele dag niet stil, met de
bloedsomloop in mijn benen is er niets mis, maar
ik hoor je komen Fikker, te voet, zonder auto,
dan kun je zoveel zuipen dat je gat ervan
brobbelt.

VICTOR
Mooie manieren zijn dat, heb ik dat al van mijn
leven voorgehad.

LOUISE
Neen, maar dikwijls heeft het niet veel gescheeld.

VICTOR
Als we niet met de auto zijn mag ik een beetje
boven de limiet gaan, maar niet strontzat zoals
jij dat zegt.

LOUISE
Dat zeg ik nu juist, dat je de auto thuis laat om
meer te kunnen drinken. Ik laat je liggen waar je
ligt als je te zat bent om overeind te blijven.
En ‘s nachts is het nog altijd koud buiten.

Louise en Victor zeggen goedavond tegen de ouders van Louise en zeggen dat het laat kan worden. Op een teerfeest van het spaarkastje staat geen uur. Ze vertrekken.

LOUISE
Het is een heel eind lopen, Fikker. Ik heb nieuwe
schoenen aan die ik nog niet heb uitgetrapt. Je
zult me straks moeten dragen.

VICTOR
Als jij mij maar niet moet dragen.

EXT.                ONDERWEG             DAG

LOUISE
(loopt stilzwijgend naast Victor)

VICTOR
Aan wat zit je te denken. Maak je niet te veel
zorgen, je zult ook wel een pintje lusten. (geeft
haar een arm)

LOUISE
Wat krijgen we nu.

VICTOR
Ik wil dicht bij jou zijn.

LOUISE
Geen flauwe complimenten, Fikker. (haakt zich los)
geen televisiegedoe, wij zijn geen stadse mensen.

VICTOR
Ik kijk niet naar feuilletons en ben in jaren in
geen stad geweest, Mechelen niet meegerekend. Ik
vind dat wij de laatste tijd te weinig praten.

LOUISE
Als ik wat vraag krijg ik een mm dat ja of nee
moet betekenen, dan zijn man en vrouw gauw
uitgepraat.

VICTOR
Dat moet veranderen, dat gaat veranderen.

LOUISE
Ik geloof er niet veel van, zo lang je die
vele uren blijft maken in het rusthuis. Je
moet nu geen komedie verkopen voor het oog
van de mensen.

 VICTOR
Er zijn geen mensen in de buurt, we lopen in
het open veld. Denk je dat de mensen ons met
verrekijkers zitten te begluren?

LOUISE
Tegenwoordig moet je van niets meer verschieten,
ze doen veel dat niet deugt.

VICTOR
(haakt weer in haar arm, Louise laat nu begaan)
Hoeveel zouden we samen wegen? Tweehonderd kilo,
droog aan de haak?

LOUISE
Met of zonder kleren.

VICTOR
Zonder.

LOUISE
De bascule staat in de schuur. Om ons te wegen
moeten we in ons bloot lijf over het erf naar
buiten lopen, ons moe en onze va zouden nogal
staan gapen hebben, en de kinderen ook.

VICTOR
Samen op het blad van de bascule, dat is daar
te smal voor, dan had je mijn pik als handvat
moeten nemen om er niet af te vallen.

LOUISE
Al wel dat de mensen ons niet horen, schandaal
van de parochie dat je daar loopt. Heb ik mijn
ondeugende Fikker en speelvogel van vroeger terug.

VICTOR
Emily de hoofdverpleegster is er niet meer. Ze
vergezelt haar man voor drie jaar naar het
buitenland, naar Colombia, voor een groot
landbouwproject van Ontwikkelingshulp, de
mensen ginder helpen om uit de armoede te
komen

LOUISE
Ik heb er van gehoord. Dan moet je van haar
niet meer dromen, van je schoonheid.

VICTOR
Was je een beetje jaloers op Emily?

LOUISE
Ik, neen, misschien een beetje, dat is de
prijs als je veel van iemand houdt.

VICTOR
Ik heb niets gehad met Emily waar ik mij voor
moet schamen.

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.                   CAFE STATIE               DAG

Ze staan voor het café. Door de ramen zijn al wat feestgangers te zien.

VICTOR
Wij zijn niet de eerste, er zijn altijd mensen
die nog grotere honger hebben dan wij.

Ze lopen naar binnen.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                 GELAGZAAL             DAG

Louise en Victor gaan aan een van de lange tafels zitten. De zaal loopt helemaal vol.

ISIDOOR DE WAARD
Lustige spaarders, wij bieden jullie een maaltijd
aan uit grootmoeders tijd, gereedgemaakt volgens
de beroemde recepten uit het beste kookboek ter
wereld, dat van de Boerinnenbond. We beginnen met
tomaat garnaal, verse garnaal met niet te veel
mayonaise. Er is witte wijn rode wijn of bier,
jullie hebben het maar te vragen, de dranken
worden op tafel Gezet.

De tomaatgarnaal wordt opgediend door een drietal vrouwen. Victor krijgt de helft van de portie van Wiske toegeschoven.

ISIDOOR
Nu krijgen we erwtensoep, dik zoals het moet,
in Holland heet dat snert. Dit wordt in de
restaurants niet meer geserveerd.

De vrouwen die opdienen lopen langs de tafels en scheppen de soep in de borden. Veel eters vragen om een tweede of derde portie.

 ISIDOOR
Nu komt er iets dat veel jonge mensen niet
meer kennen. Gestoofde savooien met bouilli
en mosterd, zoveel als je binnen kunt krijgen.

De kommen met groene kool en kookvlees worden op tafel gezet. De deelnemers mogen zelf inscheppen. Er zijn er die hun bord met een toren vullen. Uit de grote mosterdpotten wordt de mosterd gretig geschept

ISIDOOR
Ik hoop dat jullie nog een plaatsje gelaten
hebt voor de rosbief met aardappelen, erwten
en wortelen, dat is klasse voor mensen die
nog weten wat een stevig maal betekent en
niets van doen hebben met mooi versierde
borden met porties nauwelijks groot genoeg
voor een mus.

De schotels met het vlees, de aardappelen en de groente worden
aangebracht en de eters kunnen naar believen zelf inscheppen.
De vrouwen vullen de karaffen met wijn en de bierkruiken regelmatig bij.

DE WAARD
Het nagerecht, dames en heren, dat kun je wel
raden, is rijstpap met bruine suiker, ieder
strooit zo veel suiker als hij zelf wil.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.               GELAGZAAL               AVOND

De wandklok wijst tien uur. Het eten is gedaan, de schraagtafels worden buiten gedragen en de meer gezellige stamineetafels komen weer op hun plaats, de dansavond kan beginnen. Een drummer en een accordeonspeler met elektronische appendage en saxofonist Flup Vrijders installeren zich op een verhoog. Ze beginnen te spelen en dat is lang niet slecht.

LOUISE
Je weet dat ik graag dans, mijn benen jeuken,
je zult je benen moeten uitslaan, als de paarden,
anders dans ik met mijn oud lief.


VICTOR
Je hebt geen oud lief en je weet dat ik bijna
zo goed kan dansen als jij. Er krijgt niemand
anders een kans om je in zijn armen te nemen.

LOUISE
De laatste jaren hebben wij niet veel meer gedanst.

VICTOR
Dat gaat zo met ouder worden. En we hebben de
nieuwe dansen niet gevolgd.

LOUISE
Niemand van het spaarkastje heeft die gevolgd.
We zijn hier mee van de jongste. Swing,
boogie-woogie, wals, trage wals, tango,
charleston en rumba zullen ze nog wel kunnen
spelen.


Het trio speelt meest retro, best aantrekkelijk om naar te luisteren en om op te dansen. Wiske kan met haar Fikker haar hartje nog eens ophalen. Ze gunt zichzelf geen seconde rust en ze trekt de Fikker, die op zijn blaasbalg heeft getrapt, steeds opnieuw van zijn stoel.

LOUISE
Vooruit dansen, voor luiaards is hier geen plek.

Ze dansen veel, hebben het warm en drinken meer dan ze gewoon zijn,
hebben alle twee iets teveel op en ze dansen tot vermaak van het volle café de pasodoble met hun armen in de lucht, los van elkaar,
Wiske drijft de lol ten top als ze haar rok tot ver boven haar kousenbanden optilt om haar benen te laten zien en te tonen hoe
ze nog kan trippelen. Bij een trage dans omstrengelt Vik zijn Wis met zijn beide armen.

VICTOR
Wiske, de mensen zagen je onderbroek, in het
vervolg je wat beter scheren.

LOUISE
(giert het uit en stoot zacht met haar knie
in zijn kruis) In’t vervolg moet jij mij
scheren, je mag mij zelf inzepen. 

VICTOR
Dat is goed maar vandaag niet meer. In de tijd
dat we in de Ossenbeemd in ons blootje in de
klaver rolden moesten we ons nog niet scheren.

De drummer zingt laat op de avond het voor Louise en Victor toepasselijke ‘Ceux qui s’aiment sont bien liés’, en probeert in het diepgevoelde spoor van Edith Piaf te treden.

VICTOR
(omarmt zijn vrouw met grote tederheid en
fluistert in haar oor): Je mocht eens weten
hoeveel ik van je hou. Ik zou nog liever zelf
weduwnaar worden dan je als weduwe achter te
laten.

LOUISE
(het duurt even voor ze hem doorheeft en ze pitst
dan in zijn bil)

FADE-OUT

FADE-IN

Het is een uur na middernacht. Louise is flink aangeschoten en Victor is zo goed als stomdronken. Het feest wordt opgebroken en Victor staat te waggelen op zijn benen. Louise moet hem ondersteunen met een schouder onder zijn arm. Strompelend en brabbelend begeven ze zich op weg naar hun huis op Langelaar, een heel eind voor een tweetal waarvan de een niet weet of hij vooruit dan wel achteruit loopt.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                  SLAAPKAMER            NACHT

Louise probeert Victor van zijn broek te ontdoen. Ze krijgt hem op zijn rug op het bed en trekt zijn broek uit.

VICTOR
(mompelt bijna onverstaanbaar) Vogelen, vogelen.
Kzien je gere. (probeert te zingen) Ik ben naar
Parijs geweest.

FADE-OUT

  









CEUX QUI S'AIMENT SONT BIEN LIÉS


Originele script voor

8  afleveringen van een dramatische

Tv-serie

Geschreven door

Jules De Cort





















FADE-IN


EXT.              PARK ZILVERSCHOON       DAG

Op een bank bij de vijver van het park zit Victor Goethals tussen, Lena De Wit, de moeder van Gilbert Servaes, jeugdvriendin van zijn moeder en Lomme Vertommen, de oude veldwachter. Lomme en Lena verblijven in het rusthuis.
 
VICTOR
Ik heb jullie gevraagd voor een praatje over mijn
moeder die ik niet heb gekend, jullie wel. Lena,
jij bent de moeder van Gilbert Servaes, jij hebt
met Pauline Goethals, mijn moeder, nog gediend op
het kasteel van de baron. In deze tas heb ik al de
gedenkstukken van mijn moeder meegebracht.

LOMME
Waar wil je over praten jongen.

VICTOR
Mijn moeder.

LENA
Wat hebben ze haar en jou toch aangedaan, Fikker.
Ik zou razend zijn en nooit nog iemand willen
helpen.

VICTOR
Zo zit ik niet ineen en jij en Lomme ook niet.
Ida en Mane zijn de beste pleegouders voor mij
geweest. Ik heb geen klagen gehad, ze zijn voor
altijd mijn ouders en daar eindigt het. Ik weet
niet veel van haar jong leven, haar vormsel, de
eerste keer dat ze haar regels kreeg, haar
eerste seksbeleving. Ze heeft wat opgeschreven
maar geen spoor van dagelijksheden als jurken,
afspraakjes, liefde, geneugten, het echte leven.
Achttien jaar is ze geworden, nog groen. Wat
weet een meisje op die leeftijd van het echte
leven? Het enige wat onweerlegbaar vaststaat is
dat ze betrekkingen heeft gehad en mij het leven
heeft gegeven. Heeft ze het gedaan uit liefde
voor die man of jongen, omdat zij zich ertoe
gedwongen voelde om zich aan iemand te geven of
uit wellust omdat ze er niet genoeg kon van
krijgen en het zo zelf heeft gezocht? Heeft ze
zich verplicht gevoeld met haar baas de nobiljon
naar bed te gaan omdat het deel uitmaakte van
haar taken van dienstmeisje? Waar ik naar op zoek
ben, en misschien kunnen jullie mij helpen, is
de moordenaar van mijn moeder. Als die op zoek was
naar de schat waar zo veel over gedaan werd, moet
hij zich toch op de een of andere manier verraden
hebben, zeker als hij die schat gevonden had.

LOMME
Geloof jij in een schat, Vik.

VICTOR
Een schat niet, maar wel een som geld. En ik geloof
niet dat rondtrekkende zigeuners haar en mijn
grootouders om het leven hebben gebracht, wat konden
die weten van geld dat mijn moeder zou gekregen
hebben van de man die haar zwanger had gemaakt, dat
was de baron, daar twijfel ik niet meer aan. Het
moet iemand van hier zijn geweest, die het gedaan
heeft, alleen of in troep.

LOMME
Dat heb ik ook altijd gezegd, maar ik was bij het
onderzoek niet betrokken. Ik heb wel de eerste
vaststellingen gedaan maar een drievoudige moord
oplossen is het werk van het parket en de
gerechtelijke politie, niet van de landelijke
politie zoals een veldwachter nu heet.

VICTOR
Ik ben wat gaan praten met mensen met wie ze haar
plechtige communie heeft gedaan, ik hoopte dat ze
mij op een spoor hadden kunnen zetten.

LOMME
Die weten van niets, die kunnen van niets weten,
nog minder dan ik en ik ben er bij geweest. Het is
alsof het gisteren is voorgevallen. Ik was er als
een van de eersten bij toen de moorden ontdekt
werden, de eerste politieman om in het huisje en
bij de lijken de vaststellingen te doen. Zoiets
had ik nooit eerder meegemaakt, zoals ze daar lagen,
dat vergeet een mens van zijn leven niet. Als
iemand je iets meer kan vertellen is het Lena hier.

VICTOR
Daarom dat ik nu met jullie kom praten, jullie
weten misschien meer, jij hebt haar goed gekend en
Lomme is er bij geweest.

LENA
Vertel jij maar eerst wat jij weet, Lomme.

LOMME
De postbode, hoe hij heette weet ik niet meer, was
op de lijken uitgekomen en was zo hard hij kon naar
het dorp gesjeesd om ons op het gemeentehuis te
verwittigen. Staing de brigadier stuurde mij erop
af. In de woonkamer lagen de lijken van Pol en
Constance, de kleine lag in de wieg te schreien
van honger. Hun dochter, je moeder Pauline,
bedrogen dochter zoals je weet, vond ik in het
schuurtje bij de ladder naar de hooitas. Ik deed
de eerste vaststellingen als hulpgarde, daarna
is er meer volk gekomen om de nieuwsgierigen op
afstand te houden, daar had Staing Van Steen voor
gezorgd. Die wilde het liever niet zien en hij
liet mij doen. Het parket stapte ter plaatse af.
Ik wist wat ik te doen had en heb geen sporen
verknoeid, alleen vastgesteld of de mensen nog
in leven waren.

VICTOR
Die rechercheurs uit de stad hebben de dader of
daders nooit gevonden.

LOMME
Ik heb zoveel het kon het speurwerk proberen te
volgen maar tot op heden ben ik er niet van
overtuigd dat genoeg werd gedaan. Ik heb altijd
vermoed dat het gerecht niet te diep is willen
graven, Pol was een arme duivel, Constance zijn
vrouw was een wasvrouw en Pauline was een
bedrogen dochter, dan kwam het er niet zo op
aan een schuldige te vinden. Zeker niet als die
volgens geruchten uit leden van de burgerij
kon komen, want een burgerij was er in Hellebeek
en die had zeggenschap. Ik weiger te geloven dat
ze de moorden bedekt hebben willen houden, maar
ze konden er niet zeker van zijn dat een of meer
van hun kinderen er niet bij betrokken waren en
dat het beter was niet te diep te graven. Maar
toch geloof ik niet dat ze het onderzoek echt
hebben kunnen hinderen.

VICTOR
Dat geloof ik ook niet, Lomme. En jij Lena.

LENA
Van dat onderzoek weet ik niet veel. Ik had mijn
dienst op het kasteel al opgezegd voor de moorden
om bij weduwnaar Liebaert de sanitairhandelaar in
het dorp dagmeid te gaan spelen. In de keuken bij
Josephine Malfait, de kokkin van het kasteel, had
ik geleerd wat ik moest weten om het huishouden
bij Liebaert met zijn vier kinderen behoorlijk in
handen te houden. Ik had opgezegd omdat mijn man
Corneel Servaes, die mij achteraf heeft laten
zitten, zijn eisen had gesteld. Jaloers? Ja, maar
niet op de baron, op Dolf Malfait, de zoon van
Josephine, de hovenier van de baron en hoog in
aanzien op het kasteel. Pauline Goethals was mijn
jongere maat op het kasteel. Ik herinner mij nog
even goed als Lomme de moorden maar de lijken van
Pauline en haar ouders heb ik niet gezien. Wij
mochten er niet bij.

LOMME
En maar goed ook, het was niet om aan te zien. Die
lichamen, o gruwelijk, het staat hier in mijn hoofd
gebrand. Maar er is iets dat ik mij nog herinner,
waar niemand belangstelling voor had, de pers niet
en ook niet die van het parket zo ver ik weet. Ze
hebben mij om een verslag gevraagd. Ik heb hun
gezegd dat het mij was  opgevallen dat enkel de
kamer van Pauline doorheen was gehaald. Alles lag
onderste boven, het bed afgetrokken, de kasten
leeggemaakt, de laden omgekeerd en op de grond
gegooid, de kussens en de matras opengesneden, de
kamer lag vol kapok en dons,de ingelijste
herinneringsprent van haar plechtige communie en
een prent met nimfen in een park van de muur
gehaald en kapot geslagen, er was niets dat ze
niet onder handen hadden genomen.

VICTOR
Ze Lomme?

LOMME
Het parket heeft de misdaden toegeschreven aan
een bende die daar toevallig voorbijkwam.

VICTOR
Zo heb ik het ook gelezen in oude kranten, die ik
in de bibliotheek van Mechelen heb geraadpleegd,
geloof jij dat, Lomme?

LOMME
Als ik gek was, een bende, dat zie je van hier. Het
gerecht heeft het onderzoek die draai gegeven om
van de pers vanaf te zijn! Het moet iemand van hier
geweest zijn. Het was algemeen rond dat de baron je
vader was en dus dacht iedereen dat Pauline geld
van hem gekregen had om te zwijgen. En dan moest ze
oppassen voor al wie op geld uit was. En dat waren
er waarschijnlijk meer dan een.

VICTOR
Daar zouden ze op af zijn gekomen, met andere
woorden een roofmoord. Dan zou het geen van deze
vier zijn. ((gaat in zijn tas en toont de foto van
zijn moeder  verkleed als Roodkapje met vier
jongemannen in wolf verkleed op een gemaskerd bal)
Niemand was toen al zeker dat de baron mijn vader
was, maar er waren al sterke geruchten.

LOMME
Die vier moesten niets doen om hun toekomst te
redden want zij wisten uit zichzelf dat zij de vader
niet konden zijn en tot roofmoord zie ik ze niet in
staat, zeker niet omdat het niet vast stond dat
Pauline wat dan ook zou gekregen hebben. En ze zijn
alle vier van goeden huize.

LENA
Dat wil niets zeggen, die denken altijd dat hen wat
meer is toegelaten. Wat als ze afgeperst zijn door
Pauline of haar vader toen uitkwam dat ze zwanger
was. Wij niet zeker dat zij het toch niet gedaan
hebben met Pauline, desnoods in groep. Daar werd
toen over gepraat.

LOMME
Dat was pure laster, roddels, daar is het gerecht
niet op willen ingaan.

VICTOR

Was mijn moeder dan een meisje dat het niet te
nauw nam met de goede zeden en zich door iedereen
liet doen, moet ik dan toch in die richting zoeken.

LENA
Zo was je moeder niet, daarvoor heb ik ze te goed
gekend, ze kon goed op zichzelf passen, ze was geen
hoer, ze was een ernstig jong meisje.

LOMME
Hadden ze mij laten doen, ik zou niemand hebben
gespaard. Ook de baron niet. Maar dat kon niet, ik
was hulp-veldwachter en Staing wist niet wat hem te
doen stond.

VICTOR
Niemand kon toen weten dat de baron mijn vader
was, toen nog niet, tenzij iemand een foto had
van de baron als pasgeborene die je met mij in
de wieg kon vergelijken.

LOMME
In een dorp lopen er altijd geruchten en
praatjes en mensen van het kasteel die niet
kunnen zwijgen. Maar ik ging af op mijn
gevoel, zoals elke goede politieman dat
doet. Geruchten lagen voor de hand, een
kasteelheer doet het met zijn huisbedienden.
Wat wil je.

LENA
Zoals van de pastoor met zijn meid.

VICTOR
Als jij er van uitging dat hij mijn vader
was, had je meteen een motief. Had hij een
alibi, Lomme?

LOMME
Nu zeg je wat. Ik ging er niet van uit dat
hij je vader was en ik heb hem natuurlijk
nooit om een alibi kunnen vragen. Dat was in
handen van het parket, dat ging buiten mij om.

VICTOR
Het Roodkapje op de foto is mijn moeder Pauline.
Ze had meegedaan aan de carnavalviering. Ze was
achttien op het ogenblik dat de foto gemaakt is
en toen droeg ze me al. Het kan zijn dat mijn
moeder geprobeerd heeft een van die vier waar ze
mee geslapen heeft van het vaderschap te
beschuldigen, met het doel mijn echte vader te
beschermen of geld los te krijgen.

LOMME
We draaien in cirkels. Die vier gasten leven
nog, ik ken ze veel beter dan jij ze kent. Dat
is een zware beschuldiging jongen, mocht dat aan
hun oren komen dan zetten ze er een advocaat op
om je te vervolgen wegens laster, die heren
hebben nog altijd de middelen om de beste
advocaten te betalen en ze weten de weg.

VICTOR
Zo ver komt het niet, Lomme. Ik beschuldig
niemand, ik stel me alleen maar hardop vragen.

LENA
(heeft de foto had zitten bekijken die Lomme
haar heeft doorgegeven) Ik ken ze ook, alle
vier, wie zou ze niet kennen. Ik heb er nog mee
gedanst. Vier jongens met veel air, toen al met
veel jannenstreken en ze zijn zo gebleven. Gasten
die dachten dat iedereen voor hen moest plooien
of met hun pikkelen omhoog gaan liggen. Maar dat
hadden ze wel mis, met mij toch.

VICTOR
Ik mag dus aannemen dat die vier wolven op de
foto met Roodkapje er voor niets tussen zitten.
Tenzij mijn moeder, zoals ik heb gezegd, ze liet
verstaan dat er iets mis was.

LENA
Om ze geld af te troggelen, zo was Pauline niet.

VICTOR
Misschien wel van die ene. Ze wist toch met wie
ze het had gedaan. Met wie heeft ze dan gelopen,
Lena, wie zat er het meest achter haar, jij kunt
dat weten.

LENA
Met Louis Wouters is ze een keer mee geweest. Dat
bleef bij dansen in het dorp met de kermis en hij
mocht haar naar huis brengen. Maar Pauline was
slim genoeg om te weten dat hij en de andere
rokkenjagers er zuiver op uit waren het met
iemand als zij te kunnen doen, om levenservaring
op te doen zoals die smeerlappen dat toen al
noemden, maar trouwen beneden hun stand of hun
fortuin, daar kon geen sprake van zijn.

VICTOR
Mijn stand was dus te min voor dat soort volk,
maar de tijden zijn veranderd, het dorpsleven is
niet meer wat het is geweest. En lagere standen,
als je het zo noemen wil, waar zijn die nog.

LENA
Ik ben nog in mijn stand getrouwd, met Corneel.
Ik zou het niet mogen zeggen maar ik heb later
betere kansen gehad. In deze nieuwe tijd zou ik
niet meer twijfelen.

LOMME
Ik begrjp wat je bedoelt.

LENA
Hoe kan dat, het is mijn diepste geheim. Je wil
zinspelen op weduwnaar Liebaert waar ik jarenlang
dienstbode ben geweest, maar niet inwonend,
hoewel hij dat had gewild, maar ik zat met
Gilbert.  

LOMME
Wat ga je met die foto verder doen? Moet ik
die mannen op de rooster leggen?

VICTOR
Ik ga niets doen, Wat dacht je, dat ik detective
wou gaan spelen? Ik wou er eens over praten met
mensen die jong waren samen met Pauline. Bij de
schoonmaak zijn die foto’s voor de dag gekomen,
ik weet zo weinig van mijn moeder en met wie kan
ik er anders over praten dan met mensen als jullie,
tijdgenoten. Jou en Lena vind ik geschikte mensen
om over mijn afkomst te spreken. Mane zwijgt
erover in alle talen, hij is mijn vader zegt
hij en Ida herhaalt altijd maar hetzelfde,
dat zij mijn moeder is. En dat is waar ook.
 
VICTOR
(haalt volgende foto uit zijn portefeuille, foto
genomen rond 1937 voor het kasteel van het Hof
ter Wolvendonck. Baron René de la Chooze staat
in het midden tussen Pauline en Lena) Dat zijn
jij, Pauline en de baron rond 1937 in de tuin
van het kasteel.

LENA
(Lena bekijkt het kiekje) Toen zag ik er nog goed
uit.

LOMME
Ook nu zie je er nog goed uit.

VICTOR
(pakt een derde foto. die toont Pauline met Lena,
arm in arm op de IJzeren Leen in Mechelen) Dat ben
jij met Pauline als ik het goed heb op, de IJzeren
Leen in Mechelen. Pauline is ongeveer zo oud als op
de carnavalfoto. Ze draagt een jurk en zijden kousen
en haar haar is opgemaakt, geen kniekousen meer of
een zedige strik in sluike haren. Om haar hals
draagt ze een halssnoer dat er uitziet als van goud
met edelstenen. Dat halssnoer lag in de schoendoos
bij de andere souvenirs en ik heb het bij me in mijn
tas. Herinner jij je die foto, Lena.  

LENA
Ik heb die foto zelf ook. We zijn naar Mechelen
geweest om naar de winkels te kijken en om de
waarde van haar halssnoer te laten schatten.

VICTOR
Dit? (haalt het halssnoer uit de tas)

LENA
O, jij hebt dat? Het is dus niet gestolen. Mooi
hé? Ze had het gekregen van baron René. Een soort
aandenken.

VICTOR
Of beloning, het lijkt me niet veel waard, een
juweel uit de grabbelton, het zagemeel.

LENA
Dat is helemaal niet waar, het is van zuiver goud,
het is veel geld waard, heel veel geld. En de
steentjes zijn diamanten. Dat heeft de juwelier
ons gezegd.

VICTOR
Had zij dat zomaar van de baron gekregen?

LENA
Waarom niet? Ze lag helemaal in zijn gratie.

VICTOR
Vond de juwelier het niet vreemd dat twee meisjes
van nog geen achttien in het bezit waren van een
halssnoer dat heel veel geld waard was?

LENA
Dat geloof ik, want hij vroeg de pas van Pauline,
schreef die over en toen leek hij gerustgesteld.
Dan was hij zeker dat hij haar kon terugvinden.

VICTOR
(bergt het snoer weer op en haalt een paar
handschoenen in een kartonnen verpakking uit zijn
aktetas.

LENA
O die ken ik, die komen nog van mij. Het arme
kind heeft ze amper een paar keer gedragen. Ze
zitten nog in de geschenkverpakking.

VICTOR
Die doos is beschadigd, van binnen stukgescheurd,
kijk de binnenbekleding van de doos is
losgetrokken. Toen maakten ze nog mooie dozen,
dure dozen, iemand zal gedacht hebben dat er
geld in verborgen was. Er werd gezegd dat mijn
grootvader Pol op zoek was naar het geld dat ze
zou gekregen hebben om te zwijgen. Had ze dat?

LENA
Erg vrijgevig was de baron niet, maar een
halssnoer uit het erfgoed van zijn familie kon
er blijkbaar wel af, al moet het hem zeker
zeer gedaan hebben.

LOMME
Dit weet ik nog. Je moeder heeft een tijd met
Louis Wouters gelopen, die Louis scheen zich
van standenverschil niet veel aan te trekken,
van huis uit waren het kleermakers. Het begon
op verkering te lijken en opeens gingen ze
uiteen. Een achttal maanden later ben jij geboren.
Wat was er aan de hand, denk je? Pauline werkte
bij de baron. Men beweerde dat de baron de jonge
meisjes niet met rust kon laten. Ik geloof dat
niet. Ik kwam nogal eens op het kasteel voor
allerlei zaken, optreden tegen stropers
bijvoorbeeld. Dan bood de baron mij een borrel
aan en we maakten een praatje. Pauline kwam ons
die borrel inschenken. Ik zag hem naar haar
kijken, die kerel was verliefd op dat mooie
ding. Hij liet het me ook verstaan. Die kan
pensen maken met haar ogen, zei hij, en met
zo’n lijf kan ze met een hele rijke trouwen.
Het zou spijtig zijn dat zo’n schoonheid op de
mesthoop zou terechtkomen. Dat zei de baron
ongeveer met die woorden.

VICTOR
Wat weet je nog, Lomme?

LOMME
Van horen zeggen veel. De baron zou gedreigd
hebben Pauline en haar ouders uit hun huisje
aan de rivier te zetten als ze niet met hem
sliep. Maar dat geloof ik ook niet.

 VICTOR
Opnieuw. Zou de baron de moordenaar van mijn
moeder kunnen zijn. Om de sporen van zijn
vaderschap uit te wissen. Maar waarom heeft
hij mij dan laten leven? En heeft hij haar dat
dure halssnoer gegeven, een erfstuk.

LOMME
Neen. Vaderschap kon toen nog gemakkelijk
ontkend worden, zeker door grote heren. En de
baron had niet het gestel om drie mensen op die
manier om te brengen. Het moet iemand geweest
zijn die op buit uit was. Iemand moet gedacht
hebben dat Pauline geld gekregen had om haar
kind groot te brengen of zwijggeld, waar Pol
het over had als hij gedronken had. Zelfs als
het niet waar was wat Pol uitkraamde, kon iemand
het gehoord hebben en er zich meester willen van
maken hebben, dan in het huis betrapt, herkend
en het vervolg kennen we. De dader of daders
zijn op zoek geweest naar geld, maar ze wisten
niet dat het halssnoer een klein fortuin waard
is en hebben het laten liggen. Het moet daar
open en bloot gelegen hebben, ze moeten gedacht
hebben dat een jong meisje geen dure spullen
kan bezitten, wat waardeloze prullen, verguld
koper, daar wilden de rovers zich niet mee
verraden. De mogelijke rover moet gedacht
hebben dat Pauline geld gekregen had om haar
kind groot te brengen en geen waardeloze
halsketting.

VICTOR
Waar lag het halssnoer, Lomme en waar lagen
de handschoenen.

LOMME
Het halssnoer lag in de lade van het nachtkastje
en de handschoenen op de grond, naast het doosje.
Ze zochten naar iets op de kamer van Pauline,
geld, waar konden ze het anders op gemunt hebben?

VICTOR
Hoe zag de kamer van Pol en Constance eruit? Was
die ook overhoop gehaald?

LOMME
Ik heb het al gezegd, waarschijnlijk is daar
niemand binnen geweest. Het bed was nog opgemaakt.
Ze lagen nog niet in hun bed, ze hadden hun kleren
nog aan, geen van de drie lijken lag in zijn eigen
slaapkamer. Ook de stapels wasgoed hebben ze niet
aangeraakt omdat ze wisten dat daar onmogelijk
iets in kon verborgen zitten, dat wasgoed werd
altijd binnen de week afgehaald.

VICTOR
Geen passionele moord dus, ook geen moord om
Pauline het zwijgen op te leggen en hun naam en
eer te redden, maar een doodgewone roofmoord.

LOMME
Een roofmoord is nooit doodgewoon. Ik heb
altijd presumptie gehad maar durfde er niet
mee voor de dag komen.

VICTOR
Wie zou jij dan ondervraagd hebben?

LOMME
Al wie de dag van de moord naar het huisje was
afgezakt om iets te zien te krijgen. Iedereen
weet toch dat de moordenaar terugkeert naar de
plaats van de misdaad.

VICTOR
In misdaadromans is dat zo, maar in het echt?

LOMME
Luister maar. Dolf Malfait de hovenier van het
kasteel is ook komen kijken. Het kasteel
beschouwde Dolf als iemand van de familie. Ik
kon niet in zijn buurt komen, zeker niet om
hem te ondervragen, ik had geen enkele
bevoegdheid in die moordzaak.

LENA
Dolf Malfait, die heeft nog achter mij gelopen
en achter Pauline, maar hij kon ons niet krijgen.
Wij vonden hem nogal een rare, geen kwade, maar
niet iemand om mee te trouwen.

LOMME
Dat was Corneel feitelijk ook niet.

LENA
Weet ik, ik had misschien nog beter Dolf genomen,
maar een leven verloopt niet altijd zoals je dat
zou willen.

Dolf Malfait de tuinman van het rusthuis, staat een tiental meter van hen vandaan met een spade de rand van de aardeweg bij te werken.

LENA
Dolf is de zoon van Josephine Malfait, die haar
leven lang op het kasteel in de keuken heeft
gestaan. Dolf is vanaf zijn geboorte op het
kasteel blijven wonen. Hij is nu met pensioen, is
vrijgezel gebleven, heeft zijn kamer in het
rusthuis mogen houden en doet kleine werkjes in
de tuin van het vroegere landgoed. Nu is hij in
dienst van de gemeente die hem een kleine
vergoeding betaalt voor zijn werk. (doet teken
om tot bij hen te komen) Victor, toon hem het
halssnoer van Pauline. (Dolf komt tot bij hen)
Heb je Pauline dit nog weten dragen? Ze had het
van René van het kasteel gekregen voor haar
verjaardag, een stuk van veel geld.

DOLF
Veel geld, die halsketting! Doe mij niet lachen.
Iedereen wist dat het een stuk was uit het
zaagmeel maar dat ze wel een pak geld gekregen
had om te zwijgen over wat iedereen wist. Maar
de stomme trut wilde geen geld aannemen, ze had
genoeg aan dat stomme prul van een halsketting
waar ze kinderen blij mee kunnen maken. Meer
is in haar kamer niet gevonden.

LOMME
Hoe kom je daarbij. Ik mocht je niet ondervragen,
dat was het werk van de rechercheurs, maar ik heb
wel hun verslagen mogen inkijken. Ik kan je nu
wel zeggen dat er geen geld is gevonden, als er
dat geweest was, was de moordenaar er mee weg.
Maar hoe kon jij weten dat er niets is gevonden?

VICTOR
Lomme heeft mij verteld dat jij naar de plaats van
de misdaad bent komen kijken en men zegt dat
misdadigers terugkeren naar de plaats van de
misdaad.

DOLF
Kom zeg? Er stond meer dan honderd man te zien,
ga je die een voor een aanpakken als mogelijke
moordenaars. En ik had een alibi voor die dag.

LOMME
Ik vraag niet om een alibi. Dolf, maar nu je er
zelf over begint, zomaar voor de gein, waar was
jij de avond dat Pol, Constance en Pauline
werden omgebracht. Zowat iedereen in het dorp
is op de rooster gelegd, wat wist jij te
vertellen?

DOLF
Dat ik thuis was.

LOMME
Nu, na zoveel jaren, weet je dat nog?

DOLF
De mannen van de politie in burger hebben mij
toen ondervraagd, ze vroegen of ik niets
gezien had en hebben naar en een alibi gevraagd.

LOMME
Dat deden ze met iedereen.

VICTOR
Hoe kom je aan het woord alibi.

 DOLF
Dat heb ik onthouden. Ze hebben het mij
uitgelegd als ik het eerst niet verstond.

LOMME
Bij wie was je die avond, iedereen kan zeggen
dat hij thuis was.

DOLF
Ik was op het kasteel, daar ben ik thuis, ik was
in het park aan het werk, als altijd.

LOMME
Het is in de nacht gebeurd, Dolf. En heeft de
baron verklaard dat hij je daar in de nacht in
zijn park heeft gezien?

DOLF
Dan zal ik op mijn kamer geweest zijn. Ik had
een alibi, de baron heeft daarvoor gezorgd, en
daarmee uit.

LOMME
Ben je die avond niet naar het dorp geweest,
zoals alle jonge mensen op zondagavond.

DOLF
Wat kon ik in het dorp gaan doen. Mij zat
drinken?

LENA
Je was zot van Pauline, waarom zou je niet naar
het dorp geweest zijn. Omdat je haar niet kon
krijgen.

DOLF
Niemand kon haar krijgen. Maar ze was niet in
het dorp want ze lag in het kinderbed. Met een
voorkind geraakte ze niet gemakkelijk meer van
de straat en dan was ze misschien wel te krijgen.
En met het geld dat ze van de baron had
gekregen zouden we een tijdje verder gekund
hebben.

LOMME
Hoe kon jij weten dat Pauline geld was
toegestopt door de baron, toch niet door
die praatjes van haar vader Pol.

DOLF
Niemand geloofde zatte Pol. Ik had Pauline
en Lena afgeluisterd. Pauline zei dat ze
een schat gekregen had. Wat kon het anders
zijn dan geld, een baron geeft geen
erfstukken aan een meid.

LOMME
Je wist dat ze een halssnoer gekregen had?

DOLF
Natuurlijk, ze droeg het dikwijls genoeg.
Kinderen kun je blij maken met een dode mus.

LOMME
Daarom heb je het laten liggen toen je haar
kamer overhoop hebt gehaald op zoek naar 
geld. Je dacht dat het een prul was uit de
grabbelton.

DOLF
Er was geen geld op haar kamer. Had ik
geweten wat de collier zoveel waard was dan ...

LOMME
Wat dan? Was het dan de moeite waard geweest
drie mensen om te brengen, hoe ben je zo stom
kunnen zijn.

LENA
En zo wreed, zo bloeddorstig.

  DOLF
Ik was niet stom, zij was stom, had ze gezegd
dat het ding zoveel waarde had, het lag open
en bloot op het nachtkastje. Met het geld
daarvan had Pauline met mij een goed leven
kunnen beginnen. samen op het kasteel. Voorts
ga ik zwijgen, straks maken jullie er een
bekentenis van, wat ik verteld heb wist
iedereen.

LOMME
Ja, ja. Wie weet wat iedereen weet, weet
niets. Wij hebben een bekentenis gehoord.

DOLF
Ik beken niets, je kunt mij niets doen, ik
heb gezegd dat er geen geld lag op haar kamer,
meer niet, en nu hoor ik van jullie dat de
collier veel geld waard is, waarom zou ik
achter speelgoed gaan? En ik heb het alibi
van baron René, het is zo opgenomen in het
onderzoeksverslag en de baron is dood, daar
valt niets meer aan te veranderen. (keert
zich om en loopt terug naar zijn karwei)

VICTOR
Heb ik daar geen bekentenis van een drievoudige
moord gehoord, Lomme, kun jij niets doen, je
hebt twee getuigen, met jou erbij drie.

LOMME
De feiten kunnen verjaard zijn, maar hij moet
aangeklaagd worden en de feiten openbaar
gemaakt. Het forensische materiaal bestaat
misschien nog. Als ze het dossier heropenen
wordt hij mogelijk niet vervolgd maar dan kunnen
alle geruchten en verdachtmakingen de wereld
uitgeholpen worpen, dan kun jij er zeker van zijn
dat de man die je gemaakt heeft niet de
moordenaar is van je moeder.

VICTOR
Dat is al iets.

LENA
Dat is heel veel. Tenzij je op een passionele
moord had gerekend, doodslag uit jaloerse liefde
voor je moeder. Een van de rijken uit het dorp
of de baron die jaloers was omdat ze zich met de
jongemannen uit het dorp ophield en haar uit
wanhoop of wraak de keel heeft doorgesneden.
Drama, drama, geen moord om geld maar passie.

VICTOR
Lena, nu ben je aan het overdrijven. Als ik
daarmee in mijn hoofd zou zitten, zou je hier
met een geesteszieke praten. Een passionele
moord zou groot nieuws geweest zijn voor de
roddelbladen, maar mijn moeder is slachtoffer
van een roofmoord, een geval van vulgaire,
doodgewone, dagdagelijkse hebzucht, het
chronische kwaaltje sinds Kaïn en Abel dat
nog in alle eeuwigheid buren, families,
vrienden en volkeren bloed zal kosten. Dat
maakt mij bang.


LOMME
Je zoekt het veel te ver, het leven is de
Bijbel niet. Ik zal zien wat ik kan doen om
Dolf te stroppen, ik ken wel iemand.

VICTOR
Ik rij naar huis, tijd voor het noeneten.

FADE-OUT

FADE-IN

Het is een heerlijke, zoele dag, een dag om over de dijk van het rusthuis naar huis te fietsen voor het middagmaal. Victor op de fiets.

VICTOR
(V.O.) Nu ik het spook van de moord op mijn
meester overwonnen heb, zit ik nog met een
ander spook. Emily is weg. Als iemand
mij zou vragen of ik het red, dan moet ik
antwoorden ik geloof van wel. Dat is niet
naar mijn zin maar ik denk dat die dingen
nu eenmaal zo verlopen. Nogal wel dat Louise
er niet zeker van is dat ik veel te veel met
Emily in mijn gepeinzen zit, zat. Ik heb Emily
nooit gevraagd verhalen te lezen die ik
geschreven heb zonder die aan iemand te durven
tonen. Waarom vraag ik het Louise niet, waarom
toon ik haar niet waar ik Emily mee heb mee
heb willen overvallen? Ik sluit mijn vrouw
bijna geheel uit mijn gemoedsleven uit, ik
overtuig mij ervan dat ze mij niets zou
begrijpen van mijn diepere gedachten, wat dat
ook mag beteken. Zo gedroeg ik mij vroeger
toch niet, heb ik er wel een vermoeden van
hoe diep ik haar in haar goed hart zou
treffen als zij erachter komt dat ik twijfel
aan haar inlevingsvermogen, als ze dat woord
al zou beheersen. Alweer die neerkijkende
houding. Neen Fikker, zo zijn we niet getrouwd.
Ik, een zachtmoedige man, die in de ochtend
ingetogen kan luisteren naar vogelengezang,
spelende kinderen en treingerammel in de
verte. Zo iemand gedraagt zich zo niet.


FADE-OUT

FADE-IN

INT.                KEUKEN CASTEELS         DAG

Flor, Levine en Victor zitten aan de gedekte tafel en Louise dient het middageten op. 

LOUISE
(met de soepterrine in haar handen) Nog iemand
soep. (loopt met de terrine de bijkeuken in zet
de schotel met aardappelen, de kom met erwten
en wortelen en de braadslee met het
varkensgebraad op tafel)

VICTOR
(staat op, wet het vleesmes en begint het
gebraad te snijden)

LOUISE
Eet maar genoeg, een dessert komt er niet, we
zijn al dik en vet genoeg. Zie de Fikker daar
zitten.

VICTOR
Heb ik het weer gedaan.

Ze eten in stilte.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                  KEUKEN             DAG

LOUISE
(Ruimt af) Fikker, ben je vanavond bijtijds thuis,
we moeten de erwtenreis planten de jonge plantjes
zijn flink geschoten en krijgen al ranken.

VICTOR
(brommend) Wanneer gaan jullie het wat kalmer aan
beginnen doen met jullie landbouwschap. Ik wil wel
een hand toesteken, dat weten jullie, maar op het
ogenblik heb ik veel werk met de nieuwe secretaris
van het OCMW, die zijn taak heeft opgenomen en met
de nieuwe hoofdverpleegster. Ik moet hen
inwerken in het werk van Gerard Vanhorenbeek die
op rust gaat en in jaren praktisch niest meer
heeft gedaan. Dat was allemaal voor mij. Daarna,
binnenkort zal ik meer tijd hebben.

LOUISE
(het is niet naar haar zin, ze laat haar lip
hangen) Ja, dat zal wel, je weet altijd iets als
ik je vraag om wat te helpen op het land. En
na de vergadering zuipen. (ze begint af te ruimen)

VICTOR
(probeert een hand op haar arm te leggen)

LOUISE
(slaat op zijn hand) Fikken thuis. (ruimt verder
af en loopt mokkend de bijkeuken in)

LEVINE
(gaat een handje toesteken)

FLOR
(zet zijn pet op) Ik heb nog wat te doen in de
schuur en in de stal.

VICTOR
(kijkt op zijn horloge en begint de krant te
doorbladeren. kan zich niet concentreren) (V.O.)
Wat is er mis met mij, wat kan het leven
ingewikkeld zijn, waarom is het leven niet meer
zoals beschreven in de godsgelovige streekromans
van honderd jaar geleden, toen alles nog zo
vanzelfsprekend was, de mannen nog in het klooster
traden of trouwden en hun vrouw trouw bleven. Wat
heb ik mij zorgen te maken, ik heb toch alles wat
mijn hartje verlangen kan. (legt de krant neer)

LEVINE
(komt de kamer binnen met een stapel afgedroogde
borden)

LOUISE
(loopt naar buiten) Moeder, ik ga het wasgoed binnen
halen. (ziet Victor niet zitten)

VICTOR
Waarom is Wiske de laatste tijd zo slecht geluimd.

LEVINE
Dat zou jij beter moeten weten dan ik, jij bent
veranderd, jij bent tegenwoordig zo stil als
een blad als het niet waait, we horen jou niet, je
doet nog nauwelijks je mond open, alsof iets aan
je hart vreet.

VICTOR
Wat vinden de kinderen?

LEVINE
Niets, ze zijn veel uit huis en kinderen letten
daar niet op zo lang hun ouders geen ruzie
maken of vechten als kat en hond en als zijzelf
niet afgebeten worden, ze hebben geen tijd, op
hun leeftijd zijn ze teveel door zichzelf in
beslag genomen, ze merken het niet als het niet
hard opvalt dat er iets mis is.

VICTOR
Maar jij zegt dat het opvalt. Och, het komt
allemaal wel in orde, een man heeft ook recht
op het keren van de jaren.

LEVINE
Je bent er anders wel vroeg bij, als je mijn
mening wilt horen.

VICTOR
Ik weet dat je gelijk hebt, als altijd. En ik
heb ook heel veelwerk. (vertrekt
op de fiets naar zijn werk)

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.                  TUIN                DAG

LOUISE
(staat aan de drooglijn de was af te nemen) V.O.)
Er  is wat aan de hand met de Fikker. Hij gaat er
van uit dat ik hem maar half begrijp, hij betrekt
mij niet bij zijn gedachten als die een wijde
vlucht nemen en geeft zich nooit bloot als hij met
problemen zit, waarom houdt hij mij voor een stom
wicht? Dat is niet eerlijk. Ik ben hem nooit
ontrouw geweest, ik heb maar een verkering gehad
met Michel, een kwispel, maar dat was de schuld
van de Fikker, die keek in die tijd dwars door mij
heen en ik heb mij uit frustratie laten ontmaagden
door die Michel. De Fikker kon vroeger al zo
wereldvreemd zijn, als het dat alleen maar is, heb
ik niets te vrezen van enige concurrentie, tenzij
misschien die van Emily, maar die is weg. Of die
nieuwe dan? Fikker is veel meer dan vroeger in
zichzelf gekeerd en dat werkt zo op mijn gemoed,
dat ik er soms mijn blijmoedigheid, mijn vreugde
in het leven bij verlies. Moeder heeft mij al
gevraagd wat er scheelt en dan geef ik geen
antwoord. Over Vik durft ze niets te zeggen maar
zij ziet ook dat er wat scheelt.

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.                     DIJKWEG              DAG

VICTOR
(op zijn fiets)(V.O.) Waarom kan het leven niet
zijn zoals in het aardse paradijs, dat is toch
voor de mens geschapen, waarom moeten de mensen
blijven boeten voor één bijbelse stommiteit die
dan nog verzonnen is. Het zou zo eenvoudig moeten
zijn gelukkig te wezen met een schoonmoeder
die gereed staat om alles voor mij te doen,
met een vrouw die mij aanbidt, kinderen die
op school misschien wat beter zouden kunnen
werken, maar ze hebben geen aanleg of nog
geen neiging om het tot hooligan of nozem te
brengen en hebben nog geen hang naar alcohol
of drugs, voor zover ik weet. Tussen Wiske en
mij moet het weer als vroeger worden.

DISSOLVE

FADE-IN

INT.                 BADKAMER CASTEELS           DAG

Louise en Victor zijn zich aan het opmaken om uit te gaan.

VICTOR
(half aangekleed) Doe je dat graag naar het
teerfeest van het spaarkastje gaan.

LOUISE
Ik wel, jij zit alle dagen in café Statie en
komt alle dagen onder de mensen, ik zie hier
nooit iemand, alleen als iemand om wat groenten
of eieren komt heb ik wat aanspraak.

VICTOR
Je hebt mij toch om mee te praten, ik vertel
altijd iets over wat ik in de dag gedaan heb.

LOUISE
Vroeger, maar de laatste tijd als je thuiskomt
heb je dikwijls je tong ingeslikt. Gelukkig
zijn er zaterdagen en zondagen, dan zie ik je
nog eens.

VICTOR
Dat gaat veranderen als de nieuwe secretaris is
ingewerkt.  We gaan te voet, dat is goed voor de
bloedsomloop in de benen.

LOUISE
Ik sta van de hele dag niet stil, met de
bloedsomloop in mijn benen is er niets mis, maar
ik hoor je komen Fikker, te voet, zonder auto,
dan kun je zoveel zuipen dat je gat ervan
brobbelt.

VICTOR
Mooie manieren zijn dat, heb ik dat al van mijn
leven voorgehad.

LOUISE
Neen, maar dikwijls heeft het niet veel gescheeld.

VICTOR
Als we niet met de auto zijn mag ik een beetje
boven de limiet gaan, maar niet strontzat zoals
jij dat zegt.

LOUISE
Dat zeg ik nu juist, dat je de auto thuis laat om
meer te kunnen drinken. Ik laat je liggen waar je
ligt als je te zat bent om overeind te blijven.
En ‘s nachts is het nog altijd koud buiten.

Louise en Victor zeggen goedavond tegen de ouders van Louise en zeggen dat het laat kan worden. Op een teerfeest van het spaarkastje staat geen uur. Ze vertrekken.

LOUISE
Het is een heel eind lopen, Fikker. Ik heb nieuwe
schoenen aan die ik nog niet heb uitgetrapt. Je
zult me straks moeten dragen.

VICTOR
Als jij mij maar niet moet dragen.

EXT.                ONDERWEG             DAG

LOUISE
(loopt stilzwijgend naast Victor)

VICTOR
Aan wat zit je te denken. Maak je niet te veel
zorgen, je zult ook wel een pintje lusten. (geeft
haar een arm)

LOUISE
Wat krijgen we nu.

VICTOR
Ik wil dicht bij jou zijn.

LOUISE
Geen flauwe complimenten, Fikker. (haakt zich los)
geen televisiegedoe, wij zijn geen stadse mensen.

VICTOR
Ik kijk niet naar feuilletons en ben in jaren in
geen stad geweest, Mechelen niet meegerekend. Ik
vind dat wij de laatste tijd te weinig praten.

LOUISE
Als ik wat vraag krijg ik een mm dat ja of nee
moet betekenen, dan zijn man en vrouw gauw
uitgepraat.

VICTOR
Dat moet veranderen, dat gaat veranderen.

LOUISE
Ik geloof er niet veel van, zo lang je die
vele uren blijft maken in het rusthuis. Je
moet nu geen komedie verkopen voor het oog
van de mensen.

 VICTOR
Er zijn geen mensen in de buurt, we lopen in
het open veld. Denk je dat de mensen ons met
verrekijkers zitten te begluren?

LOUISE
Tegenwoordig moet je van niets meer verschieten,
ze doen veel dat niet deugt.

VICTOR
(haakt weer in haar arm, Louise laat nu begaan)
Hoeveel zouden we samen wegen? Tweehonderd kilo,
droog aan de haak?

LOUISE
Met of zonder kleren.

VICTOR
Zonder.

LOUISE
De bascule staat in de schuur. Om ons te wegen
moeten we in ons bloot lijf over het erf naar
buiten lopen, ons moe en onze va zouden nogal
staan gapen hebben, en de kinderen ook.

VICTOR
Samen op het blad van de bascule, dat is daar
te smal voor, dan had je mijn pik als handvat
moeten nemen om er niet af te vallen.

LOUISE
Al wel dat de mensen ons niet horen, schandaal
van de parochie dat je daar loopt. Heb ik mijn
ondeugende Fikker en speelvogel van vroeger terug.

VICTOR
Emily de hoofdverpleegster is er niet meer. Ze
vergezelt haar man voor drie jaar naar het
buitenland, naar Colombia, voor een groot
landbouwproject van Ontwikkelingshulp, de
mensen ginder helpen om uit de armoede te
komen

LOUISE
Ik heb er van gehoord. Dan moet je van haar
niet meer dromen, van je schoonheid.

VICTOR
Was je een beetje jaloers op Emily?

LOUISE
Ik, neen, misschien een beetje, dat is de
prijs als je veel van iemand houdt.

VICTOR
Ik heb niets gehad met Emily waar ik mij voor
moet schamen.

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.                   CAFE STATIE               DAG

Ze staan voor het café. Door de ramen zijn al wat feestgangers te zien.

VICTOR
Wij zijn niet de eerste, er zijn altijd mensen
die nog grotere honger hebben dan wij.

Ze lopen naar binnen.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                 GELAGZAAL             DAG

Louise en Victor gaan aan een van de lange tafels zitten. De zaal loopt helemaal vol.

ISIDOOR DE WAARD
Lustige spaarders, wij bieden jullie een maaltijd
aan uit grootmoeders tijd, gereedgemaakt volgens
de beroemde recepten uit het beste kookboek ter
wereld, dat van de Boerinnenbond. We beginnen met
tomaat garnaal, verse garnaal met niet te veel
mayonaise. Er is witte wijn rode wijn of bier,
jullie hebben het maar te vragen, de dranken
worden op tafel Gezet.

De tomaatgarnaal wordt opgediend door een drietal vrouwen. Victor krijgt de helft van de portie van Wiske toegeschoven.

ISIDOOR
Nu krijgen we erwtensoep, dik zoals het moet,
in Holland heet dat snert. Dit wordt in de
restaurants niet meer geserveerd.

De vrouwen die opdienen lopen langs de tafels en scheppen de soep in de borden. Veel eters vragen om een tweede of derde portie.

 ISIDOOR
Nu komt er iets dat veel jonge mensen niet
meer kennen. Gestoofde savooien met bouilli
en mosterd, zoveel als je binnen kunt krijgen.

De kommen met groene kool en kookvlees worden op tafel gezet. De deelnemers mogen zelf inscheppen. Er zijn er die hun bord met een toren vullen. Uit de grote mosterdpotten wordt de mosterd gretig geschept

ISIDOOR
Ik hoop dat jullie nog een plaatsje gelaten
hebt voor de rosbief met aardappelen, erwten
en wortelen, dat is klasse voor mensen die
nog weten wat een stevig maal betekent en
niets van doen hebben met mooi versierde
borden met porties nauwelijks groot genoeg
voor een mus.

De schotels met het vlees, de aardappelen en de groente worden
aangebracht en de eters kunnen naar believen zelf inscheppen.
De vrouwen vullen de karaffen met wijn en de bierkruiken regelmatig bij.

DE WAARD
Het nagerecht, dames en heren, dat kun je wel
raden, is rijstpap met bruine suiker, ieder
strooit zo veel suiker als hij zelf wil.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.               GELAGZAAL               AVOND

De wandklok wijst tien uur. Het eten is gedaan, de schraagtafels worden buiten gedragen en de meer gezellige stamineetafels komen weer op hun plaats, de dansavond kan beginnen. Een drummer en een accordeonspeler met elektronische appendage en saxofonist Flup Vrijders installeren zich op een verhoog. Ze beginnen te spelen en dat is lang niet slecht.

LOUISE
Je weet dat ik graag dans, mijn benen jeuken,
je zult je benen moeten uitslaan, als de paarden,
anders dans ik met mijn oud lief.


VICTOR
Je hebt geen oud lief en je weet dat ik bijna
zo goed kan dansen als jij. Er krijgt niemand
anders een kans om je in zijn armen te nemen.

LOUISE
De laatste jaren hebben wij niet veel meer gedanst.

VICTOR
Dat gaat zo met ouder worden. En we hebben de
nieuwe dansen niet gevolgd.

LOUISE
Niemand van het spaarkastje heeft die gevolgd.
We zijn hier mee van de jongste. Swing,
boogie-woogie, wals, trage wals, tango,
charleston en rumba zullen ze nog wel kunnen
spelen.


Het trio speelt meest retro, best aantrekkelijk om naar te luisteren en om op te dansen. Wiske kan met haar Fikker haar hartje nog eens ophalen. Ze gunt zichzelf geen seconde rust en ze trekt de Fikker, die op zijn blaasbalg heeft getrapt, steeds opnieuw van zijn stoel.

LOUISE
Vooruit dansen, voor luiaards is hier geen plek.

Ze dansen veel, hebben het warm en drinken meer dan ze gewoon zijn,
hebben alle twee iets teveel op en ze dansen tot vermaak van het volle café de pasodoble met hun armen in de lucht, los van elkaar,
Wiske drijft de lol ten top als ze haar rok tot ver boven haar kousenbanden optilt om haar benen te laten zien en te tonen hoe
ze nog kan trippelen. Bij een trage dans omstrengelt Vik zijn Wis met zijn beide armen.

VICTOR
Wiske, de mensen zagen je onderbroek, in het
vervolg je wat beter scheren.

LOUISE
(giert het uit en stoot zacht met haar knie
in zijn kruis) In’t vervolg moet jij mij
scheren, je mag mij zelf inzepen. 

VICTOR
Dat is goed maar vandaag niet meer. In de tijd
dat we in de Ossenbeemd in ons blootje in de
klaver rolden moesten we ons nog niet scheren.

De drummer zingt laat op de avond het voor Louise en Victor toepasselijke ‘Ceux qui s’aiment sont bien liés’, en probeert in het diepgevoelde spoor van Edith Piaf te treden.

VICTOR
(omarmt zijn vrouw met grote tederheid en
fluistert in haar oor): Je mocht eens weten
hoeveel ik van je hou. Ik zou nog liever zelf
weduwnaar worden dan je als weduwe achter te
laten.

LOUISE
(het duurt even voor ze hem doorheeft en ze pitst
dan in zijn bil)

FADE-OUT

FADE-IN

Het is een uur na middernacht. Louise is flink aangeschoten en Victor is zo goed als stomdronken. Het feest wordt opgebroken en Victor staat te waggelen op zijn benen. Louise moet hem ondersteunen met een schouder onder zijn arm. Strompelend en brabbelend begeven ze zich op weg naar hun huis op Langelaar, een heel eind voor een tweetal waarvan de een niet weet of hij vooruit dan wel achteruit loopt.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                  SLAAPKAMER            NACHT

Louise probeert Victor van zijn broek te ontdoen. Ze krijgt hem op zijn rug op het bed en trekt zijn broek uit.

VICTOR
(mompelt bijna onverstaanbaar) Vogelen, vogelen.
Kzien je gere. (probeert te zingen) Ik ben naar
Parijs geweest.

FADE-OUT

Geen opmerkingen:

Een reactie posten