woensdag 26 juli 2017

08 MADEMOISELLE DE BRUXELLES








MADEMOISELLE DE BRUXELLES


Originele script voor

8 afleveringen van een dramatische

Tv-serie

Geschreven door

Jules De Cort


















FADE-IN

EXT.               DORP           DAG

Zondagochtend. Gezicht op de kerk en het dorpsplein. Weinig mensen op het plein.               

FADE-OUT

FADE-IN

INT.               KERK                DAG

De kerk is goed gevuld voor de hoogmis met gelovigen in de
mode van na de  Grote Oorlog. Ze luisteren met open mond naar de preek van de pastoor.

COMMENTAARSTEM
(V.O.) Tot voor de Grote Oorlog
luisterden de gelovigen op het
platteland in volle kerken met
open mond naar de preek van
mijnheer pastoor die hen vanaf de
kansel in naam van God de volle
waarheid voorhield. Wie aan de
woorden van de afgezant van God op
aarde durfde te twijfelen en Zijn
geboden niet naleefde, zelfs maar
een vunzige gedachte had, bedreef
doodzonde en koos uit eigen wil
om te branden in de hel.

PASTOOR
(op preekstoel) De huwelijksplicht,
beminde gelovigen, is niet de
lichamelijke gemeenschap als daad
van genot, neen, het is de daad ter
ere van de God de almachtige schepper,
de huwelijksplicht mag altijd en overal
maar een doel hebben en dat is het
verwekken van een zieltje, tot meerdere
eer en glorie van de God. Het geheiligde
lichaamsdeel is een geschenk van God
dat enkel en alleen mag dienen om er
kinderen mee te verwekken en dat
uitsluitend bij zijn eigen, door God
aan hem gebonden echtgenote, op straffe
van eeuwige vervloeking.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.             KERK          DAG

COMMENTAARSTEM
(V.O.) Na 11 uur op 11 november 1918
geloofden de mensen de pastoor nog
wel, maar minder fanatiek dan vroeger
en ze kregen het allengs moeilijker
het gebod van strenge kuisheid in het
huwelijk na te leven en de genade na
te streven. Tot dan waren in onze
uithoek van West Europa worpen van
tien en meer geen uitzondering. Door
de betere hygiënische omstandigheden
en met moedermelk gezoogd bleef de
meerderheid in leven.

DISSOLVE

FADE-IN

EXT.                KERKPLEIN            DAG

 Een aantal gelovigen blijft op het plein wat napraten.

EEN GELOVIGE
Door zijn geloften van kuisheid gebonden
kan een priester normaal gesproken over
zaken van voortplanting niet veel zinnigs
te vertellen hebben, maar toch kunnen ze
het niet laten om tussen de lakens te
komen kijken. Hij moet geen kinderen
groot brengen en heeft beloften van
kuisheid afgelegd.

TWEEDE GELOVIGE
Wie getrouwd is heeft ook beloften van
kuisheid gedaan. Lees maar in je
kerkboek.

EERSTE GELOVIGE
We leven wel in de twintigste eeuw. Wie
leest nog in zijn kerkboek. De tijd dat
het krioelde van de boventallige
werkkrachten waar niemand blijf mee
wist is voorbij. Op de leeftijd van
veertien jaar moesten negen op de tien
zielen de wereld in om ver van huis
onder de armoede en de misère zien
onderuit te komen. Ze konden naar de
de fabrieken in de om met schop en
kruiwagen kolen, coke en sintels te
voeren naar de als een hel brandende
ovens en slaven tot ze niet meer recht
konden, of naar de gevaarlijke Waalse
mijnen en daar in vuile, verdorven
Waal worden en zijn moedertaal leren
haten.

TWEEDE GELOVIGE
Jij praat als een socialist. Ik ken wel
wat meisjes die in Antwerpen of Brussel
zijn gaan dienen en daar deftig hun kost
verdienen, met hun man er bij kunnen ze
conciërge worden, de man als chauffeur.
Ze leren instaan voor het huishouden,
koken, kinderen verzorgen.

EERSTE GELOVIGE
Of worden zoals wij, het hoedenproletariaat,
wij die hier ’s zondags na de hoogmis,
missaal onder de arm, een zolder in
onze broek, onwennig zonder onze grijze
stofjas, op het kerkplein onze wijsheden
en gekuiste geestigheden staan te
verkopen en nog een vraag, die van
de gegoede burgerij en de herenboeren
blijven als bij wonder verstoken
bleven van de grote kinderzegen.

TWEEDE GELOVIGE
Zorg maar dat de pastoor je niet hoort.
Die slaat je direct in de ban van de
kerk.

EERSTE GELOVIGE
Dat kan hij niet.

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.           KERKPLEIN      DAG

COMMENTAARSTEM

(V.O) In de steden, die oorden van
zedenbederf,moordenaars en dieven,
loopt het anders. Goddeloze mensen
hebben nog geen meerderheid, die
gelukkige tijd moet nog komen, maar
de ontkerstening slaat daar veel
harder toe dan op het platteland en
ze doen het zo maar onder elkaar,
gemengd, niet gemengd, getrouwd het
doet er niet toe, ze doen het enkel
nog voor de leute. Het aantal zielen
door het ongeloof en het vermaak
misleid groeit onrustbarend en veel
stedelingen op de rand van de armoede
luisteren met ingehouden adem en
opgestoken oren naar wat voldragen of
halfslachtige volgelingen van Karl
Marx te verkondigen hebben.

FADE-OUT
FADE-IN

EXT.           KERKPLEIN           DAG

FLOR CASTEELS
(met zijn vrouw Levine) Wij hebben  er vier
en dat is genoeg. De twee oudsten hebben
hun weg gevonden, in de derde zie ik
iemand die het ver kan brengen en de
jongste, ons Louise, is nog groen achter
haar oren. Misschien wil ze op de
boerderij blijven, maar dan zal ze hard
moeten werken. Dat doen jonge mannen
niet meer. Met een goede man komt die
er wel. Kom Levine.

LEVINE
Ja, ja. Ik moet nog eten maken.


FADE-OUT

FADE-IN

EXT.            KERKPLEIN          DAG

COMMENTAARSTEM
(V.O.) Tot daar de algemene commentaren
aan de kerk op zondagmorgen. De
bijzondere lotgevallen van iemand van
bij ons, zoals Zjors Casteels, die op
een andere manier gaat proberen aan
zijn lot van Vlaamse kansloze te
ontkomen, liggen ons nauwer aan het
hart. Als eerstgeborene uit een
stal van vier, had Zjors Casteels er
geen ogenblik aan gedacht het kleine
boerenbedrijf van zijn ouders voort te
zetten. Al heel vroeg had Zjors zijn
steven op Brussel gericht. We weten
dat hij in Brussel geen bijzonder
opvallend of ophefmakend leven heeft
geleid. Politiek voorman, vakbondsleider
of  onderwereldfiguur is hij voor zover
ons bekend niet geweest. Het waanbeeld
dat hij in de grote stad rijk ging
worden had hem zo ver gedreven, dat hij
er zijn geliefde familieleden, vrienden
en dorpsgemeenschap voor in de steek
zou laten. Hij had een plan: een rijke
trouwen, mooi of lelijk, oud of jong,
dik of dun, het maakte niet uit. Dat
laatste zei hij lachend tegen zijn
kameraden, het was niet duidelijk of
hij het meende, na zes, zeven pinten
bier.

DISSOLVE

FADE-IN

INT.               BROUWERIJ BOTTELARIJ         DAG

ZJORS CASTEELS
(is veertien jaar en werkt in de plaatselijke
brouwerij in de bottelarij. is in gesprek met
een andere jongen) Ik ben van mijn leven
niet van plan om het hier lang te trekken.
Ik wil geen brouwerskiel dragen zoals
vroeger en mijn pet met het embleem van
de brouwerij af te nemen als iemand van
de brouwersfamilie komt zien of we wel
hard genoeg werken.

DISSOLVE

FADE-IN

MONTAGE

Zjors is volwassen geworden en werkt in Brussel achtereenvolgens bij een kaashandelaar, een worstenfabrikant, als stukadoor, slotengraver, bij een fabrikant van betonnen rioleerbuizen en bij een biersteker.

ZJORS
(bij baas biersteker) Ik vertrek baas. Ik
zie hier geen grote toekomst.

BAAS
Welke grote toekomst kun jij hebben.
Het is hier toch goed om te werken.
Hier is je laatste pree, het bier dat
je gedronken hebt heb ik er van
afgetrokken.

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.               STRAAT IN BRUSSEL            DAG

ZJORS
(loopt door een straat in Brussel. blijft
staan voor een brede inrijpoort overspannen
met een ijzeren boog. op de boog in ijzeren
letters: Jean Hellincks – Sépultures. naast
de inrijpoort een hoog herenhuis, daterend
van omstreeks de eeuwwisseling, statig, twee
verdiepingen, leien dak, iets voor mensen die
het geld hebben om dergelijk gebouw te betalen.
voorbij het grote huis het koetshuis met een
zolderverdieping. de brede gang loopt naar een
binnenplein waar verschillende modellen van
zerken tentoon staan, daarachter een werkplaats,
van waar het gemaal van betonmolens, het
gerammel van drilbanken, het geknars van een
loopkraan en de helle slagen van beitel op
steen te horen zijn. bij de ingang een bord:
cherchons ouvrier. loopt liep onder de boog
door naar de werkplaats. een heer komt op hem
toe)

HEER
(begint in het Frans, schakelt over op een
Limburgse tongval) Je suis monsieur Jean
Hellincks, patroon van de ateliers
Hellincks, grafzerken. Komt u zich
melden als werkman. 

ZJORS
Om te werken ja, voor een zerk ben
ik nog wat jong.


MONSIEUR JEAN
(glimlacht even en neemt Zjors mee de pui op
naar de gebeeldhouwde voordeur van het
herenhuis. naast de deur een koperen bord met
in zwarte letters de tekst: Sprl Hellincks –
Sépultures - Bureaux – Burelen. het is een
grote hal met een rijke inboedel naar hun
levensstijl. eiken trap naar de verdiepingen.
de baas laat Zjors binnen in een grote
kantoorruimte op de benedenverdieping waar
twee dames elk achter een bureau zitten, een
grote en een kleinere. voor op de grote
eiken bureau-ministre het naambord: Madame
Hélène Hellincks – Secrétaire. Ce monsieur
vient se présenter pour l'emploi
d'ouvrier. (loopt weg)

De dame achter de grote desk is mevrouw HELENE HELLINCKS. Ze straalt gezag en een zekere stroefheid uit. Een beetje weggedrukt zit een jongere vrouw in zichzelf gekeerd naar Zjors te kijken. Niet bijzonder aantrekkelijk, make-up beperkt tot wat rouge en lippenrood, blauwe ogen, keurig gekleed in een donkerblauwe jurk met wit kraagje. Haar brilletje heeft ze op haar voorhoofd geschoven. Het is de moeder die het meest opvalt, niet in het minst door haar diepe halsuitsnijding die de scheiding van haar borsten onbedekt laat.

MEVROUW HELENE
(spreekt uitsluitend Frans. wijst Zjors een
stoel)

JONGE VROUW
(gaat achter een lagere tafel zitten, voor
haar staat een schrijfmachine. ze draait een
formulier in de machine en wacht tot haar
moeder wat dicteert)

MEVROUW HELENE
Nom et prénom.

ZJORS
Je suis Georges Casteels (spelt zijn
achternaam)  Ik ben 22 jaar en woon te
Hellebeek. Casteels betekent in het
Frans Duchateau.

MEVROUW HELENE
Tu le marque, Claudette.

JONGE VROUW
Oui. (begint te tikken en blijft Zjors maar
aanstaren. een paar haarkrullen van het
meisje zien grijs, en geven haar asblonde
kapsel een poederig voorkomen)

ZJORS
(V.O.) Dat poeder zou ik met genoegen
wegblazen als zij het mij zou vragen.
(Zjors beantwoordt haar minzame, wat
trieste glimlach met een grijns die hij
komisch probeert te maken) (V.O.) Ik schat
haar op een goede tweeëndertig, tien
jaar ouder dan ik. Ze draagt geen
trouwring, een oude doos die niet van
straat is geraakt, maar nog niet zo
ver gezet dat ze nog wel haar regels
krijgt. Daar zou ik haar op moeten
keuren.

MEVROUW HELENE
Vos capacités, jeune homme.

ZJORS
Een jaar ervaring in een betonfabriek.
Rioolbuizen aanstampen in de mal.

MEVROUW HELENE
C'est bon.
CLAUDETTE
(kijkt nu geamuseerd naar de bezoeker, tikt
nog enkele woorden in, draait het formulier
uit haar machine en geeft het aan haar moeder)

MEVROUW HELENE
Zo, dat is het. Welkom bij Hellincks.
De naam betekent enfer à gauche,
méfiez-vous du nom. Wij betalen u
eerst het minimum, na een paar weken
zal monsieur Jean dat herzien. Zo
doen we het, opslag of buiten.

CLAUDETTE
(staat op) Ik breng u naar de werkplaats.
Pa zal u aan het werk zetten.

ZJORS
Mag ik eerst mijn boterhammen
binnenspelen, casser ma croûte.

MEVROUW HELENE
(glimlacht) De refter is achter in het
atelier. Er is koffie voor de
werklieden. (buigt zich weer over haar
papieren).

CLAUDETTE
(loopt naar de deur en kijkt met een zweem
van een glimlach om naar Zjors) Vous venez.

ZJORS
(V.O.) Koffie van de zaak, dat zit hier
in de haak, dan moet ik mijn koffiebus
niet meer meezeulen.

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.            GANGPAD NAAR ATELIER         DAG

Claudette en Zjors stappen naar de werkplaats.

ZJORS
U gaat me na twee weken toch niet
buitengooien, mademoiselle Enfer, pardon
Hellincks. (trekt zijn gezicht in een
koddige plooi.


CLAUDETTE
(op de rand van het lachen)

FADE-OUT

FADE-IN

INT.               WERKPLAATS               DAG

Mijnheer Jean zit in een glazen hok van waaruit hij toezicht heeft op de werkplaats. Hij wenkt de nieuwe werkman naar zich toe en daarop keert Claudette op haar passen terug. Zjors klimt de korte ladder op naar het hok.

ZJORS
Meneer Jean, mag ik u vragen wie die
jonge vrouw is met die bedroefde ogen.

MENEER JEAN
U durft nogal. Die jonge vrouw is mijn
dochter Claudette. Bedroefd zegt u, ik
heb ze daar net zien lachen.

ZJORS
(V.O) Daar moet ik dieper op ingaan. Als
zij enige dochter is, is hier iets te
maken. Iets trekt haar in mij aan, niet
alleen het geld dat er achter zit. Ik
zal proberen haar aan het lachen te
brengen, ik ken genoeg trucjes. (luid)
Ze lachte om mijn apensmoel.

MENEER JEAN
Daar kunt u geen kwaad mee.

Meneer Jean neemt Zjors mee op een tour van het bedrijf. Naast zerken van arduin en marmer maakt Hellincks mooie zerken van sierbeton of kunstmarmer en grafkelders van gewoon grijs beton.

ZJORS
Beton aanstampen kan ik goed. In de
rioolbuizen die wij maakten mocht geen
barste zitten.

MENEER JEAN
Ik neem aan dat je geen werkkledij hebt
meegebracht. De dag is al ver gezet, ga
maar naar huis, we beginnen 's morgens
om acht uur stipt.

ZJORS
Goed baas, morgen ben ik er. (neemt de
tram naar het Noordstation, daar de trein
voor Mechelen en overstappen naar Hellebeek.
In Café Statie gaat hij een glas drinken,
haalt zijn fiets uit de bergplaats van het
station en rijdt naar huis. Hij denkt
(V.O.) Ik blijf bij Hellincks.  

FADE-OUT

FADE-IN


INT.              WERKPLAATS                 DAG

ZJORS
(loopt binnen in de werkplaats. een
meestergast wijst hem zijn metalen kleerkast
en leidt hem naar de mallen waar de betonnen
zerken en de grafkelders worden gestampt.
Zjors doet zijn werk. tijdens de schafttijd
aan een lange tafel met de andere werklieden
eet hij zijn boterhammen op. om zes uur
stopt jij met werken als de andere
werklieden)

FADE-OUT

FADE-IN

EEN PAAR WEKEN LATER

INT         ATELIER              DAG

ZJORS
(is zeer bedrijvig aan de zerken in
kunstbeton en kunstmarmer. met truweel en
cementroller werkt hij de zerken keurig af.
mijnheer Jean kijkt tevreden toe. als om
zes uur iedereen stopt met werken blijft hij
langer om de werkplaats op te ruimen en werk
voor morgen gereed te zetten)
Meneer Jean komt bij hem.

MENEER JEAN   
Wel, stop jij niet zoals de anderen.

ZJORS
Ik kan dat zo niet zien liggen,
meneer Jean. Dat is thuis ook zo
niet.

MENEER JEAN
Kom je morgen eens presenteren op
mijn bureau.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.             HOK VAN DE BAAS          DAG

ZJORS
(komt binnen en neemt zijn pet af) U had
mij geroepen, meneer Jean. Heb ik iets
niet goed gedaan.

MENEER JEAN          
Neen, integendeel, ga zitten. Om te beginnen
krijg je opslag, je bent een goede werker.
Maar dat niet alleen. Ken jij goed de weg
in Brussel en omgeving.

ZJORS
Ja, dat wel, ik heb op verschillende
plaatsen gewerkt. Ik ben zo wat overal
rioolbuizen gaan leggen.

MENEER JEAN
Ik heb gezien dat jij met beton overweg
kunt. Wat ik je vragen wilde, zou jij er
tegen opzien om op een kerkhof te werken
en oude lijken op te delven, soms zijn
die niet fris meer.

ZJORS
Ik kan het altijd een keer proberen.
En ik weet alle kerkhoven liggen.

MENEER JEAN
Goed. Je zult met de platte bestelwagen
moeten rijden. Putten graven, dat heb
je gedaan, dat moet kunnen, grafkelders
plaatsen met de hulp van een dommekracht
moet ook lukken en gelijk ook de zerken
plaatsen. De chauffeur die tot nu dat
werk deed heeft iets in zijn rug
gekregen, hij kan geen zwaar werk meer
doen en heeft gevraagd om lichter werk
in de werkplaats. Ik heb direct aan
jou gedacht, Zjors. De oude chauffeur
zal je leren met de vrachtauto te
rijden en met de dommekracht te werken.
Bewijs dat je deze bevordering en
loonsverhoging verdiend hebt.

ZJORS
Zal ik doen, patron, dat is beloofd.
Een bevordering, dat is het zeker.

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.                  KERKHOF              DAG

ZJORS
(heeft een put gegraven. met de hulp van
de dommekracht laat hij de grafkelder in
de put zakken)

FADE-OUT

FADE-IN

INT.              KANTOOR             DAG

ZJORS
(komt binnen) Hier ben ik weer om mijn
werkbonnen OP te halen. (uit het gezichtveld
zichtveld van mevrouw Hellincks trekt hij
zotte smoelen naar mademoiselle Claudette)

CLAUDETTE
(probeert hem na te doen, schiet in een lach)

MEVROUW HELENE
(doet alsof ze het niet ziet, het hele gedoe
lijkt haar niet te deren, eerder te bevallen)

ZJORS
(neemt enkele bonnetjes in ontvangst en
doorloopt ze vluchtig) Spijtig dat ik het
moet zeggen, maar hoe meer mensen er
sterven, hoe meer werk wij hebben.

MEVROUW HELENE
Zo zien wij dat ook.

FADE-OUT

FADE-IN

Zjors rijdt met zijn auto binnen. De andere werklieden zijn al naar huis, alleen de baas zit nog in zijn kooi. Zjors loopt even aan bij de baas.

ZJORS
Ziezo, zaterdagmiddag, de werkweek zit er
op.

MENEER JEAN
Ja, loop maar naar de bureau. Je loonzakje
ligt  gereed en Claudette zit te wachten
om af te sluiten.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                  KANTOOR                  DAG

Claudette is nog alleen op kantoor. Zij geeft Zjors zijn loonzakje, die steekt het weg zonder het na te tellen. Zjors heeft zijn werkplunje gewisseld tegen broek, hemd en vest, hij heeft het voorkomen van een deftige burger.

ZJORS
(terloops) Het werk is gedaan voor deze
week, gaat u mee om de hoek een glas
drinken, of een koffie.

CLAUDETTE
(spontaan) Waarom niet.

COMMENTAAR
(V.O.) Claudette is een dametje dat in
stilte haar beste jaren door de teems
heeft zien glippen. Ze is er zo te zien
uitsluitend om beschermd door haar
moeder de administratie bij te houden
en uit het gezicht te blijven van
mannen aller aard. Ze moet haar eigen
bedeesdheid zien te overwinnen. Strikt
genomen stelt ze een moedige daad door
in te gaan op het voorstel van Zjors,
het zou haar laatste niet zijn.  

FADE-OUT

FA1DE-IN

Het café op de hoek is een bruin café met de nietszeggende naam Au bon coin. Claudette en Zjors zitten naast elkaar,
Claudette heel stijfjes, Zjors weet niet goed hoe hij het moet aanpakken. Zij heeft een porto voor zich, hij heeft een groot glas bier.

CLAUDETTE
(breekt de stilte) En, wat was je vraag,
waarom ik op mijn leeftijd nog niet
getrouwd ben.

ZJORS
Zoiets, maar een heer stelt een dame
toch  die vraag niet, dat is impoli.
Daar respecteer ik u te veel voor.

CLAUDETTE
Ik zal het je vertellen, en zeg maar tu,
na de werkuren tutoyeren wij elkaar.

ZJORS
Ik luister.

CLAUDETTE
Het is een lang verhaal, de trieste held
is Aimé Siaens.  Mijn ouders verkeren in
kringen waar feesten dienen om contacten
te leggen, contracten te bespreken en
verstandshuwelijken in elkaar te zetten.
Ik ben geen echte schoonheid en stil van
natuur, en in dat gedoe ben ik een keer
zo goed als verloofd geweest. Op een
avond met eten en dansen in de salons
van Siaens, groothandelaar in kolen,
benzine, diesel en smeerolie maakte ik
kennis met een aanbidder in de gedaante
van de zoon van het huis, een jongeman
met een air, een ware salonleeuw. Aimé
Siaens dus en hij had de naam een
play-boy te zijn. Ik ging toen naar de
dertig, veel kansen had ik nog
niet gehad, een beetje steun kwam niet
ongelegen en wij voerden een gesprek en
dansten af en toe. Niet lang daarna was
Aimé bij ons te gast op een. Pa, begaan
met het lot van zijn dochter, luisterde
met genoegen naar Aimé die op weg was
het in de grote zakenwereld te maken. De
zaak van zijn vader was te klein voor
hem, ze bracht wel goed op maar hij zag
het veel groter en door een bekwame vrouw
in de rug gedekt zou hij het ver brengen.
Pa liet zich vangen toen Aimé op de
proppen kwam met zijn plannen. Aimé zat
mee in een internationaal bedrijf dat
de hand had weten te leggen op claims
op olierijke gebieden en nu zochten ze
kapitaal om de boringen en de
infrastructuur die daaraan vooraf gaan
te kunnen opstaren. Iedereen weet dat er
grote toekomst zit in petroleumaandelen
en pa was de man die zijn schoonzoon
kon worden dankbaar dat hij mee mocht
profiteren van deze buitenkans en kocht
een pak aandelen tegen de nominale
waarde. Kort daarna bleek dat Aimé
Siaens zogezegd het slachtoffer was
geworden van een bende zwendelaars, hij
was alles kwijt, zijn ouders gingen mee
de dieperik in en van rijk waar ze op
slag straatarm. Pa had zich niet zo ver
gewaagd dat zijn zaak eraan kapot ging.
Aimé liet mij niet, dat was in die
omstandigheden niet onverstandig en hij
drong aan op een huwelijk, zo ver
stonden de zaken al. Mijn ouders vonden
het maar niets dat hun dochter zou
trouwen met een avonturier die vreemd
ging dat het kletterde, dat zou in die
kringen de normale manier van doen zijn,
ze hadden zich laten inlichten. Ze
waarschuwden mij dat ze mij zouden
onterven als ik met Aimé Siaens niet
brak. Ik vond dat voor het eerst in
mijn leven wel spannend en avontuurlijk,
zo ver was ik nog niet gezet en vertelde
het de lieve Aimé in de hoop dat hij er
met mij vandoor zou gaan, allemaal zo
romantisch. Maar dat was de laatste keer
dat ik in zijn armen lag van die beunhaas,
hij zag niet meer om. Het ergste was nog
dat mijn ouders straalden van hun groot
gelijk. Dat is twee jaar geleden, ik heb
er onder geleden en heb de leegte in
mijn leven nog niet helemaal weten op te
vullen. Bovendien heeft hij mij ontmaagd,
wat ongeveer gelijk staat met onteerd.
Ik heb echt van Aimé gehouden maar
dat begint nu te slijten. Ik kan hemp
niet meer zien.  

ZJORS
Men zou voor minder triestig zijn. Maar
dat zijn toestanden in hogere kringen,
bij ons bestaat zo iets niet.

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.                 STRAAT, POORT            AVOND

ZJORS
(wandelt met haar terug tot bij de poort, neemt
met een handdruk afscheid) Tot maandagmorgen.
(V.O.) Wie weet ligt hier mijn kans, al
is het alleen maar om haar in bed te
krijgen, zo onaantrekkelijk is ze nu ook
weer niet en met al dat geld achter haar.

FADE-OUT

FADE-IN

ZATERDAGMIDDAG VIER WEKEN LATER

INT.                CAFE AU BON COIN           AVOND

ZJORS
Een mens heeft dat nodig, de zaterdag
als het werk gedaan is, iets drinken en
met vrienden een praatje maken. Laten
je ouders dat toe dat ik met jou op café
ga.

CLAUDETTE
Luister eens, Georges, ik ben wel
meerderjarig en zij hebben zich daar
niet mee te moeien.

ZJORS
En ik die dacht ...

CLAUDETTE
Dat ik een heilig Trezeke was.

ZJORS
Neen, of toch. De dagen worden korter,
moeten jij niet thuis zijn voordat de
kaars uit is.

CLAUDETTE
Dan zou ik binnen een maand niet meer
mogen buiten komen zonder lijfwacht.
Dat is hier geen ruige buurt en ik
heb jou om mij te beschermen als het
er zou op aankomen.

ZJORS
Zo is dat. Flinke man dat ik ben.   

FADE-OUT

FADE-IN

ZATERDAGMIDDAG     WEER ENKELE WEKEN LATER

INT.             CAFE AU BON COIN

ZJORS
Dat kunnen we niet tegenhouden, dat
de dagen korter worden als de winter
zich laat voelen . Het is tijd voor
je diner en kijk, het is al donker.
Tijd om te vertrekken.

Ze staan op en lopen naar buiten. De straatverlichting is aan en in hoeken en deurportalen is het behoorlijk donker.
In een portaal laat Claudette zich voor het eerst door Georges intens kussen.



CLAUDETTE
Waar droom jij van. Een rijke erfgename
aan de haak slaan. Je weet dat ik
ervaring heb op dat gebied, mijn enige
ervaring. Of toch bijna.

ZJORS
Mijn eigenlijke droom is een rustig
leven zonder geldzorgen. Een rijke
erfgename, hoe zou ik dat klaarspelen.
Ik zou bijvoorbeeld hard kunnen
meewerken in de zaak en wat meer
verdienen dan nu. Een eenvoudig
ideaal. En waarom zou je vader geen
prijs weten te stellen op een
degelijke, betrouwbare werker. Maar
het is een droom, zo ver komt het
nooit.

CLAUDETTE
Niemand kan vandaag zeggen wat er
morgen gebeurt.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                KANTOORHOK           DAG

MENEER JEAN
(doet teken naar Zjors dat hij bij hem
moet komen)

ZJORS
 (komt het kantoortje binnen) U hebt mij
geroepen baas.

MENEER JEAN
Ik moet je een voorstel doen. Kom mee
met mij.

Meneer Jean loopt Zjors voor naar het verblijf boven de garage.
FADE-OUT

FADE-IN

INT.                GARAGEKAMER         DAG

MENEER JEAN
Ik heb gezien dat je dikwijls tot
laat blijft werken, dan moet je nog
naar huis en dan is het vroeg dag om
hier op tijd te zijn. Als het je
aanstaat kun je hier je intrek nemen.
Ik laat het opruimen, er staat een
kast, een bed en een tafel. Ik vraag
geen huur. Denk er eens over na.

ZJORS
Daar moet ik niet over nadenken,
meneer Jean. Als de kamer gereed is
breng ik mijn spullen van thuis mee.
Nu kan ik nog meer overuren maken en
wat meer sparen voor als ik zou
trouwen.

MENEER JEAN
Ha? Heb je kennis.

ZJORS
Misschien wel. Maar door werkzaam en
spaarzaam te zijn kan ik bij bepaalde
mensen wel in de smaak vallen.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.              GARAGEKAMER          AVOND

ZJORS
(V.O.) (kijkt door het kleine raam naar
de lege binnenplaats) Ik mis mijn Hellebeek,
mijn familie en mijn vrienden. Het zou
geen kwaad kunnen Claudette een
keertje mee te nemen Hellebeek, naar
een andere wereld.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.              CAFE BON COIN         AVOND

Claudette en Zjors zitten achter hun drankje.

ZJORS
Zou je eens willen meekomen naar
Hellebeek naar september kermis. Als
je ouders je dat toestaan.

CLAUDETTE
Ik ben meerderjarig, ik doe wat ik
wil.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.            SALON HUIS HELLINCKS        AVOND

Mevrouw en meneer Hellincks zitten in het salon. Zij kijkt in een tijdschrift, hij doorloopt rekeningen.

MEVROUW HELENE
Wat vind je er van dat Claudette met
George zondag naar de buiten trekt
naar een boerenkermis bij hem thuis.

MENEER JEAN
Gehoorzame dochter die op haar
leeftijd nog vraagt of ze er een
dagje op uit mag. Ik zie er geen
kwaad in, ik zie dat onze dochter
vrolijker is, ze staat soms te
neuriën, ze staat meer open voor
de mensen. Hoe meer ontspannen ze
voor de dag komt, zoveel
aantrekkelijker ze voor een goede
partij, het wordt tijd dat we de
toekomst van Claudette en van de
zaak vast leggen, dat er opvolging
komt. Het liefst zou ik nog een
scheut vers kapitaal willen zien,
dan kunnen wij vroeger als gepland
naar het Zuiden op onze renten
gaan leven. Laat haar maar een
onschuldig spelletje spelen met
George, och god waarom niet.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.              WOONKAMER CASTEELS       DAG

Levine, Flor en hun dochtertje Casteels zitten aan de tafel bij een bakje koffie en een stukje taart. Zjors komt binnen met Claudette naast zich.

ZJORS
Mag ik jullie voorstellen, mademoiselle
Claudette, de dochter van mijn baas.
Zij is van Brussel en spreekt
uitsluitend Frans. Zij verstaat een
beetje Vlaams.

LEVINE
Ik versta een beetje Frans, maar kan
het niet spreken. Maar ons Louise hier
leert Frans op school, die kan al
goed haar plan trekken.

LOUISE
Dat is niet waar moeder. Ik kan nog
niet goed Frans lezen.

ZJORS
Dat maakt allemaal niets uit. Ik ben
hier om te vertalen. Nu zou ik willen
naar het dorp gaan, naar de kermis,
om mijn vroegere maten nog een keer
te zien.

LEVINE
Eerst eten, ik heb goed kermiseten
gemaakt.

ZJORS
Als het maar geen pensenkermis is.
Claudette is verfijnde kost gewend
en pensen zouden op haar
spijsvertering kunnen werken.

LOUISE
De schijterij van krijgen wil je
zeggen.

ZJORS
Dat zijn mooie manieren voor een jong
meisje.

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.          WEG NAAR HET DORP, KERMIS      DAG

Na het eten loopt Claudette met Zjors mee naar het dorp en het kermisgedoe. Het kerkplein staat vol molens en er lopen vrienden en kennissen van Zjors die raar opkijken als zij Zjors in het Frans horen praten met die dame aan zijn zij. Ze blijven een tijd, Claudette heeft van haar ouders geen uur meegekregen. Het is al donker als het paar terugloopt naar de boerderij van Casteels.

ZJORS
(onderweg in het open veld) Het is een warme
dag geweest voor september, de warmte
hangt nog over het land en de weiden.
Het gras is droog. Kom eens hier. (trekt
haar naar zich toe, kust haar en laat alle
zedigheid varen. gaat met een hand onder haar
rok)

CLAUDETTE
Wat doe je.

ZJORS
Voelen dat je een meisje bent.

CLAUDETTE
Je bent gek.

Ze gaan op het gras zitten in de schaduw van een struik,
Zjors helpt haar uit haar slipje en zij doen het. In stilte lopen ze terug naar de boerderij om goede avond te zeggen en gaan naar het treinstation.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.              TREINCOUPE            AVOND

ZJORS
We houden van elkaar, dat hebben wij
op het gras bezegeld. Ik vraag je
ouders om je hand. Bij een keertje
amour sur l’herbe mag het niet
blijven. We hebben elkaar gevonden.

CLAUDETTE
(dicht tegen hem aangevleid) Ik moet je wat
vertellen, pa heeft andere plannen met mij.

ZJORS
Toch niet het klooster. Laat eens horen.

CLAUDETTE
Tot je bij ons kwam werken was ik een
diep ongelukkig meisje, zwaarmoedig,
niet om aan te spreken. Ik ben er zeker
van dat pa en ma me met jou wat laten
begaan om mij van mijn zwaarmoedigheid
af te helpen en me rijp te maken voor
een zekere Philippe, een jongeman van
bijna veertig, uit een rijke familie,
die een beetje van slag is. Mijn
ouders weten dat de jongen wat
achteruit is en het is al erg
genoeg dat ze hem aanmoedigden,
maar dat ze het laten voorkomen
ik niet helemaal vol ben en wij
dus een volmaakt passend koppel
zijn, is een gruwel, horrible,
abominable.

ZJORS
Wat moet ik nu horen. Daar moeten
we morgen wat aan doen.

FADE-OUT

FADE-IN

MAANDAGMORGEN

INT.                 KANTOOR             DAG

Meneer en mevrouw Hellincks en hun dochter zijn op kantoor.
Een klop op de deur.

MEVROUW HELENE
Wie daar, op maandagmorgen willen wij
niet gestoord worden.

STEM VAN ZJORS
Ik, George Casteels, ik moet dringend
wat vragen.

ZJORS
(komt binnen met zijn pet in zijn handen)
Meneer en mevrouw, het is gisterenavond
laat geworden, mijn excuses, maar maak
u niet ongerust. U weet, j’aime votre
fille. Ik vraag haar ten huwelijk, s’il
vous plait.


Jean en Hélène kijken hem aan alsof ze een gevaarlijke gek in huis hebben. Claudette blijft stil in haar hoekje zitten.
MEVROUW HELENE
Ha non.

MENEER JEAN
Kalm blijven, liefste. We hebben het
zien aankomen. (kijkt Georges in zijn ogen)
Wij zijn u dankbaar dat u onze dochter
uit haar depression hebt geholpen. U
hebt uw pleziertje gehad maar u moet
toch al gezien hebben, dat ze regelmatig
wordt afgehaald door mijnheer Philippe
Mansard, die twee zijn verloofd en gaan
trouwen. Claudette trouwt met Philippe
en niet met u.

ZJORS
Comment? Gaat u haar laten trouwen met
die snul.

MENEER JEAN
Ik heb zakenrelaties, wat zullen die
zeggen als ik ze een paysan moet
voorstellen als mijn aanstaande
schoonzoon. U bent paysan maar van
de sluwe soort, zo hebben we er al
eentje gehad. Azen op mijn kapitaal.
Zodra ze weten dat ik mijn dochter
onterf als ze met een arme luis trouwt,
zien we ze niet meer. Voor het geval
u mij niet begrepen hebt, ik onterf
mijn dochter als ze met u trouwt.

ZJORS
Roep zo luid je wil. Je denkt dat ik
er nu met mijn staart tussen mijn benen
zal vandoor gaan zoals die andere
schone meneer wie een in zijn ogen
weinig aantrekkelijke vrouw zonder
geld kon gestolen worden. Maar je
mispakt je. Zij is van mij.

CLAUDETTE
(opstandig, staat op van achter haar
schrijfmachine, gaat naast Georges staan)
Hij is van mij.

MIJNHEER JEAN
(niet uit zijn lood geslagen) Luister
eens hier, als Claudette trouwt met
Philippe de snul, kunnen jullie
elkaar nog elke dag zien, ménage à
trois, die snul is de hele tijd
ergens naartoe, spelen met zijn
sportautootje, tennis, pétanque.
Wat is daar verkeerd aan, nom d’un
chien. We leven in de twintigste
eeuw.

ZJORS
Van die praat zou ik mijn bloot gat
laten zien. Ik heb ook mijn trots, ik
ben een goede werkman, draag bij tot
de faam van het huis Hellincks en meen
het echt met Claudette. Ik heb haar
lief en niet om haar geld, dat zullen
jullie nooit kunnen begrijpen.

Zjors trekt de deur open en arm in arm loopt hij buiten met Claudette. Hellincks kan niet nalaten om overbodig zijn arm te strekken en hen de deur te wijzen. Mevrouw Hélène komt naast hem staan en ze zien ze gaan naar de garagekamer van Zjors.

MEVROUW HELENE
Jean, ben je vergeten dat je ook als
werkman bij pa begonnen bent.

MENEER JEAN
Ja, dat ben ik vergeten.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                 WOONKAMER            DAG

Claudette, Zjors en een vrouw, Germaine, zitten aan een tafel.

ZJORS
Bedankt dat we de nacht hier mochten
doorbrengen, cousine Germaine. We
zoeken een woonst in Brussel en ik
moet op zoek naar ander werk. Mogen
wij zo lang hier blijven.

GERMAINE
Zo lang jullie dat willen.

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.               VOORKANT RIJHUIS          DAG

Een volksbuurt, geen armenbuurt. Zjors en Claudette staan voor de voordeur. Zjors maakt de deur open en ze lopen binnen. Ze kijken om zich heen. Beneden een kamer en een keuken, er staan meubels boven twee slaapkamers zonder meubels.

ZJORS
Dat moet je erg varen Claudette, je bent luxe
gewend met een grote rijke eetkamer, salon,
slaapkamer met bad, huisbedienden. Het zal hard
worden in het begin. Ik heb wat spaarcenten,
ik wil niet weten wat jij hebt.

CLAUDETTE
Genoeg om morgen geen honger te lijden en als
we er binnen een jaar of twee bovenop geraken
zien we uit naar iets beters. Ik moet wel
nog leren eten maken.

ZJORS
Een stuk spek en een eitje bakken moet lukken.

FADE-OUT

FADE-IN

MONTAGE

Zjors en Claudette trouwen in alle eenvoud op het stadhuis van Laken. Van de kant van Claudette is er alleen haar nichtje Germaine. Zjors heeft zijn broer Marcel als getuige gevraagd. Ze gaan een hapje eten in een restaurant.

FADE-OUT

FADE-IN

MONTAGE

COMMENTAARSTEM
(V.O.) Zjors is buschauffeur bij de Brusselse
vervoermaatschappij, Claudette is typiste bij
een groothandelaar in Franse kaas. Ze komen
door hun eerste moeilijke jaren. Zjors spaart
moeite noch tijd om zijn christelijke plicht
tot voortplanting te vervullen. Met een
opvolger zou een verzoening met de ouders van
Claudette in het verschiet kunnen liggen.
Claudette geraakt zwanger. Ze meldt het haar
moeder per telefoon maar krijgt geen reactie.
Zjors hoopte dat pa door de komst van een
kleinkind zou bijdraaien en zijn kleinkind
uitzicht geven op een mooie toekomst, maar
niets daarvan. Claudette krijgt een miskraam,
ligt een week tussen leven en dood, maar haar
ouders zien niet om. Hoe is dat in godsnaam
mogelijk.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.             HUISKAMER            AVOND

Zjors en Claudette wonen nog altijd in hetzelfde huis. Ze zitten zwijgend in een club. Claudette ziet er nu een stuk ouder uit dan Zjors.

ZJORS                              
Ga je mee naar Le Bidule een glas drinken.

CLAUDETTE
Ja, een of twee, ik moet mijn slapen
hebben.

ZJORS
Ik mijn kaartspel, wat doen wij anders de
hele avond.

FADE-IN

FADE-OUT

INT.                 GELAGZAAL           AVOND

Zjors zit een tafel met nog drie andere gasten te kaarten
Claudette zit op de bank tegen de muur een boek te lezen.

CLAUDETTE
(klapt haar boek dicht) Ik ga slapen, George,
maak het niet te laat.

ZJORS
Nog een spelletje of twee, ik moet er in
tijds in liggen want het morgen vroeg dag
en ik wil uitgeslapen zijn om met de bus
te rijden.

CLAUDETTE
Dat is goed.

FADE-OUT

FADE-IN

INT.                GELAGZAAL               AVOND

Nog een man of drie vier zitten in de gelagzaal. Amélie de waardin staat achter de tapkast. Aan de tafel staat een van de mannen op, loopt naar een deur achter de tapkast, zegt slaapwel, geeft Amélie een wangkus en sluit de deur achter zich.

AMELIE
Onze Frans is altijd moet.

ZJORS
Dat is te begrijpen, Amélie, metselen is
een zwaar beroep. Geef ons nog een glas.

AMELIE
Neen, het is laat genoeg, ik wil ook gaan
slapen.
De andere gasten drinken hun glas uit. Zjors blijft nog even zitten. Amélie draait de deur op slot en doet het licht uit.

AMELIE
(fluistert) Onze Frans is weer zo moe dat
ik hem alleen wakker kan maken met een
emmer koud water. Ik heb al zo dikwijls
geprobeerd om in mijn bloot gat onder
hem te kruipen maar er is geen beweging
in te krijgen en ik heb het tussendoor
eens nodig.

ZJORS
Begrepen.

In de duisternis doen zij het op een cafétafel.

FADE-OUT

FADE-IN

EXT.              ERF BOEREDERIJ          DAG

Levine is op het erf en hanteert de bezem. Zjors en Claudette komen op het erf, aan de hand van Zjors loopt een jongetje van een jaar of acht.

LEVINE
Ik wist niet dat jullie een kleine hadden.
Gevolg gegeven aan de roep van de pastoor
om meer zieltjes te verwekken.

ZJORS
Dit is Polleke, moeder, het zoontje van
Amélie, de waardin van Le Bidule van op
de hoek.
          



Geen opmerkingen:

Een reactie posten